Operation Manual

Afdrukmateriaal plaatsen in de invoerlade
In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u afdrukmateriaal in de verschillende
invoerladen plaatst.
VOORZICHTIG
Als u probeert af te drukken op materiaal dat is gekreukeld, gevouwen of beschadigd, kan
het afdrukmateriaal vastlopen in de printer. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
Voorrangsinvoersleuf voor één vel (Lade 1)
De voorrangsinvoersleuf voor één vel kan één vel materiaal bevatten tot maximaal 163 g/m
2
of één envelop, transparant of kaart. Voer het papier in met de bovenrand naar voren en de
afdrukzijde naar boven. Stel altijd eerst de materiaalgeleiders in om storingen en
scheeftrekken te voorkomen.
Opmerking
Wanneer u materiaal invoert in de voorrangsinvoersleuf voor één vel, trekt de printer het
materiaal gedeeltelijk in het apparaat en wacht dan tot u op de knop S
TART
drukt (knipperend
lichtje). Wacht tot de printer gestopt is voordat u een volgend vel invoert. U kunt slechts één
vel per keer invoeren.
Invoerlade voor 250 vel (Lade 2 of optionele Lade 3)
De invoerlade kan maximaal 250 pagina's 75 g/m
2
papier bevatten of een kleiner aantal
pagina's zwaarder materiaal (25 mm of minder stapelen). Voer het papier in met de
bovenzijde naar voren en de afdrukzijde naar beneden. Stel altijd alle papiergeleiders in om
storingen en scheeftrekken te voorkomen.
Opmerking
Als u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u al het materiaal uit de invoerlade verwijderen
en de stapel met nieuw materiaal recht plaatsen. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier
tegelijkertijd in de printer worden ingevoerd en is de kans dat papier vastloopt kleiner.
52 Hoofdstuk 4 Afdruktaken NLWW