Operation Manual

Printer reinigen
Reinig de buitenkant van de printer met een schone, licht bevochtigde doek.
VOORZICHTIG
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rondom de printer.
Tijdens het afdrukken kunnen zich papier-, toner- en stofdeeltjes in de printer verzamelen.
Dit kan na verloop van tijd afdrukproblemen veroorzaken, zoals tonerspatten of vegen en
papierstoringen. U kunt het gebied rondom de printcartridge en de papierbaan reinigen om
dergelijke problemen op te lossen en te voorkomen.
Het gebied rondom de printcartridge reinigen
U hoeft het gebied rondom de printcartridge niet vaak te reinigen. Het reinigen van deze
ruimte kan de afdrukkwaliteit echter wel verbeteren.
WAARSCHU-
WING
Voordat u de printer reinigt, moet u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
en wachten tot de printer is afgekoeld.
1. Open de printcartridgeklep en verwijder de oude printcartridge.
VOORZICHTIG
Stel de printcartridge niet bloot aan direct licht om beschadiging van de cartridge te
voorkomen. Dek de printcartridge indien nodig af. U mag de zwarte sponsrol binnen in de
printer niet aanraken. Hierdoor kunt u de printer namelijk beschadigen.
72 Hoofdstuk 5 Onderhoud NLWW