Operation Manual

4. Verwijder met een droge, pluisvrije doek het vuil uit het gedeelte rond de papierbaan en
de ruimte van de inktpatroon.
5. Plaats de inktpatroon terug in de printer en sluit de bovenklep.
Opmerking
Als het moeilijk is om de inktpatroon terug te plaatsen, controleert u of de registratieplaat
naar beneden is geklapt en of u de inktpatroon stevig hebt aangedrukt.
6. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
De fuser reinigen
Gebruik de reinigingspagina van de printer om te voorkomen dat er toner en papieren
deeltjes in de fuser achterblijven. Door het achterblijven van toner en deeltjes kunnen
vlekken op de voor- of achterzijde van uw afdrukken ontstaan.
Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP gebruikers aan om de reinigingspagina na iedere
vervanging van een inktpatroon te gebruiken, of op vaste, in te stellen tijden.
De totale reinigingsprocedure duurt ongeveer 2,5 minuten. Tijdens het reinigen wordt het
bericht BEZIG MET REINIGEN op het bedieningspaneel van de printer weergegeven.
De reinigingspagina doorvoeren
Druk de pagina af op kopieerpapier (geen bankpost of ruw papier) voor een goede werking
van de reinigingspagina.
1. Als op het printermodel een duplexeenheid aanwezig is, opent u de achterste uitvoerbak.
2. Druk op M
ENU
om de menu's te openen.
3.
Blader met
(de knop O
MHOOG
) of (de knop O
MLAAG
) naar APPARAAT
CONFIGUREREN en druk op
(de knop S
ELECTEREN
).
4.
Blader met
(de knop O
MHOOG
) of (de knop O
MLAAG
) naar AFDRUKKWALITEIT en
druk op
(de knop S
ELECTEREN
).
5.
Blader met
(de knop O
MHOOG
) of (de knop O
MLAAG
) naar REINIGINGSPAGINA
MAKEN en druk op
(de knop S
ELECTEREN
).
6. Volg de instructies op de reinigingspagina om de reiniging te voltooien.
96 Hoofdstuk 3 Beheer en onderhoud van de printer NLWW