Operation Manual
● Controleer of u het juiste
afdrukmateriaal in de juiste lade
hebt geladen. (Zie
Een papierbron
selecteren.)
● Controleer of de laden juist zijn
geconfigureerd voor het
papierformaat en het papiertype.
(Zie
Laden vullen.) Druk een
configuratiepagina af om de
huidige lade-instellingen te
controleren. (Zie
Configuratiepagina.)
● Controleer of de ladeselectie
(bron) of het type in het
printerstuurprogramma of het
programma juist is ingesteld. (De
instellingen in het
printerstuurprogramma en het
programma hebben voorrang
boven de instellingen van het
bedieningspaneel.)
● Standaard wordt het papier in lade
1 als eerste gebruikt. Als u niet wilt
afdrukken vanuit lade 1, verwijdert
u al het papier uit de lade of
verandert u de instelling GEBRUIK
GEWENSTE LADE. (Zie
Het
gebruik van lade 1 aanpassen.)
Kies voor FORMAAT IN LADE 1
en SOORT IN LADE 1 een andere
instelling dan WILLEKEURIG.
● Zie
Het gebruik van lade 1
aanpassen als u vanuit lade 1 wilt
afdrukken maar de lade niet vanuit
een programma kunt selecteren.
● Druk een configuratiepagina af om
te controleren of de lade goed is
geïnstalleerd en functioneert. (Zie
Configuratiepagina.)
● Configureer het
printerstuurprogramma om de
geïnstalleerde lade te herkennen.
(Zie de on line Help-informatie van
het printerstuurprogramma.)
● Zet de printer uit en weer aan.
● Controleer of u de juiste optionele
lade voor de printer gebruikt.
● Ga naar Berichten van het
bedieningspaneel interpreteren.
NLWW Stroomdiagram voor het oplossen van problemen 105










