Operation Manual
3. Als het materiaal bijna volledig zichtbaar is vanuit de bovenste uitvoerlade, trekt u het
resterende materiaal voorzichtig uit de printer. Als de voorste rand helemaal niet of
haast niet zichtbaar is in het gebied van de inktpatroon, opent u de achterste uitvoerbak
volledig. Druk hiertoe de klep van de bak een klein stukje naar voren en gebruik uw
vinger om het rooster aan de onderkant los te maken. Draai aan het wieltje om het
materiaal uit de printer te halen.
4. Installeer de inktpatroon opnieuw. Sluit de bovenklep en de achterste uitvoerbak.
Opmerking
Als het moeilijk is om de inktpatroon opnieuw te installeren, controleert u of de
registratieplaat omlaag is geklapt en of u de inktpatroon stevig hebt aangedrukt. Als het
waarschuwingslampje niet dooft, is er nog vastgelopen materiaal in de printer aanwezig.
Controleer of er papier is vastgelopen in de papierinvoer of de achterste gedeelten voor de
uitvoer. Bij printers met een ingebouwde duplexeenheid controleert u het gebied van de
duplexeenheid.
Papierstoringen verhelpen in het gebied van de duplexeenheid
Deze procedure geldt alleen voor printers met een duplexeenheid.
1. Haal lade 2 uit de printer.
116 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen NLWW










