Operation Manual

Richtlijnen voor het afdrukken op materiaal met aangepast formaat en
kaarten
Plaats altijd eerst de korte zijde in lade 1. Als u in de liggende afdrukstand wilt
afdrukken, geeft u dit op in de software. Als papier met de lange zijde eerst wordt
ingevoerd, kan dit een papierstoring veroorzaken.
Gebruik de achteruitvoerbak om het krullen tegen te gaan.
Druk niet af op afdrukmateriaal dat kleiner is dan 76 mm breed of 127 mm lang.
Stel in het softwareprogramma de marges in op ten minste 6,40 mm afstand van de
randen van het materiaal.
Afdrukken op briefpapier, geperforeerd papier of
voorbedrukt papier (enkelzijdig)
Bij het afdrukken op papier met een briefhoofd, geperforeerd papier of voorbedrukt papier is
het belangrijk om het papier in de juiste afdrukstand in de lade te leggen. Volg de richtlijnen
in deze sectie als u op slechts één zijde wilt afdrukken. Zie
Afdrukken op beide kanten
(dubbelzijdig afdrukken) voor richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken.
Afdrukstand lade 1: afdrukzijde naar boven, bovenzijde naar de printer.
NLWW Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal 53