Computer Setup (F10) Utility Guide - HP Compaq 6000 Pro Models
Optie Beschrijving
●
Remote wakeup boot source (Bron voor Remote Wakeup, vanaf een externe server of vanaf
de lokale vaste schijf).
●
After Power Loss (Na stroomonderbreking): off/on/previous state (uit/aan/vorige staat): Kies
een van de volgende instellingen:
◦
Off (Uit): de computer blijft uitgeschakeld wanneer de netvoeding is herseld.
◦
On (Aan): de computer wordt automatisch ingeschakeld zodra deze weer netvoeding
krijgt.
◦
Previous state (Vorige staat): met deze optie wordt de computer automatisch
ingeschakeld zodra deze weer van netvoeding is voorzien, als de computer aan stond
toen de netvoeding werd onderbroken.
OPMERKING: Als u de netvoeding van de computer uitschakelt met de schakelaar van een
stekkerdoos, kunt u de functies standby/hibernationstand en Remote Management (Beheer op
afstand) niet gebruiken.
●
POST Delay (POST-vertraging): None (Geen), 5, 10 15 of 20 seconden. Als u deze optie
inschakelt, wordt er tijdens de POST een instelbare vertraging toegepast. Vaste schijven op
bepaalde PCI-kaarten hebben deze vertraging soms nodig, omdat zij dermate langzaam op
gang komen, dat ze niet gereed zijn om op te starten wanneer de zelftest (POST) is voltooid.
De POST-vertraging geeft u ook meer tijd om op F10 te drukken om Computer Setup te starten.
●
Limit CPUID Maximum Value to 3 (Maximale waarde CPUID beperken tot 3). Hiermee beperkt
u het aantal CPUID-functies dat wordt gerapporteerd door de microprocessor. Schakel deze
functie in als u opstart met Windows NT.
●
Bypass F1 Prompt (F1-prompt overslaan). Hiermee kunt u het systeem laten opstarten zonder
op F1 te drukken bij de prompt wanneer de configuratie wijzigt.
Execute Memory Test
(Geheugentest
uitvoeren, bepaalde
modellen)
Hiermee wordt de computer opnieuw opgestart en wordt de POST-geheugentest uitgevoerd.
BIOS Power-On (BIOS
opstarten)
Met deze optie kunt de computer automatisch opstarten op een door u ingesteld tijdstip.
Onboard Devices
(Apparaten op
systeemkaart)
Hiermee schakelt u apparaten op de systeemkaart (seriële poort of parallelle poort) in of uit.
PCI Devices (PCI-
apparaten)
●
Hiermee geeft u een overzicht weer van de geïnstalleerde PCI-apparaten en de bijbehorende
IRQ-instellingen.
●
U kunt de IRQ-instellingen voor deze apparaten opnieuw configureren of de apparaten volledig
uitschakelen. Deze instellingen worden niet gebruikt als u met een besturingssysteem op basis
van ACPI werkt.
PCI VGA
Configuration (VGA
configureren voor PCI)
Deze optie verschijnt alleen als er meerdere PCI-videokaarten in het systeem zijn geïnstalleerd.
Hiermee specificeert u welke VGA-controller de "opstartcontroller" of primaire VGA-controller is.
OPMERKING: Als u deze optie wilt weergeven, moet u Integrated Video (Geïntegreerde video)
inschakelen (in Advanced (Geavanceerd) > Device Options (Apparaatopties)) en Save Changes
and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) selecteren.
Bus Options
(Busopties)
Op bepaalde modellen kunt u het volgende in- of uitschakelen:
●
PCI SERR# Generation, waarmee u een PCI SERR-nummer kunt aanmaken.
●
PCI VGA Palette Snooping, waarmee u de VGA Palette Snooping-bit instelt in de PCI-
configuratie. Dit is alleen nodig als er meerdere grafische controllers zijn geïnstalleerd.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg)
12 Computer Setup NLWW