Desktop Management Guide

OPMERKING: Als het instelwachtwoord is gedefinieerd, heeft u dit wachtwoord nodig om
wijzigingen aan te brengen in de opties van Computer Setup, om een ROM-flash uit te voeren en
om wijzigingen aan te brengen in bepaalde Plug and play-instellingen van Windows.
Power-On Password
(Opstartwachtwoord)
Hiermee kunt u een opstartwachtwoord instellen en inschakelen. De gebruikers wordt telkens naar
het opstartwachtwoord gevraagd nadat het systeem is uit- en weer aangezet. Als de gebruiker niet
het juiste opstartwachtwoord geeft, zal het systeem niet opstarten.
OPMERKING: Het wachtwoord wordt niet gevraagd bij een warme start, bijvoorbeeld met
Ctrl + Alt + Delete of Restart from Windows (Opnieuw opstarten vanuit Windows), tenzij dat
hieronder is ingeschakeld bij Password Options (Wachtwoordopties).
Password Options
(Wachtwoordopties)
(Deze selectie wordt
alleen weergegeven als
er een opstart- of
instelwachtwoord is
ingesteld.)
Hiermee kunt u het volgende doen:
Oudere bronnen vergrendelen (wordt weergegeven als een instelwachtwoord is ingesteld).
Netwerkservermodus in- of uitschakelen (wordt weergegeven als een opstartwachtwoord is
ingesteld).
Aangeven of het wachtwoord is vereist voor warm opstarten (Ctrl+Alt+Delete) (wordt
weergegeven als een opstartwachtwoord is ingesteld).
Setup Browse Mode (Bladermodus voor Computerinstellingen) in- of uitschakelen (wordt
weergegeven als een instelwachtwoord is ingesteld) (zorgt ervoor dat de opties voor Computer
Setup kunnen worden bekeken, maar niet worden gewijzigd, zonder dat een instelwachtwoord
hoeft te worden opgegeven).
Enable/disable Stringent Password (Strenge wachtwoordbeveiliging inschakelen/uitschakelen,
wordt weergegeven wanneer een opstartwachtwoord wordt ingesteld). Wanneer deze optie is
ingeschakeld, wordt de onboard wachtwoordjumper genegeerd om het opstartwachtwoord uit
te schakelen.
Raadpleeg de handleiding Desktop Management voor meer informatie.
Smart Cover
(intelligente
vergrendeling, op
bepaalde modellen)
Hiermee kunt u het volgende doen:
Cover Lock (kapvergrendeling) vergrendelen en ontgrendelen.
Cover Removal Sensor (sensor voor verwijdering van de computerkap) instellen op Disable
(Uitschakelen), Notify User (Gebruiker waarschuwen) of Setup Password (Instelwachtwoord).
OPMERKING: Als Notify User (Gebruiker waarschuwen) is ingeschakeld, wordt de gebruiker
gewaarschuwd wanneer de sensor heeft gedetecteerd dat de kap is verwijderd. Als Setup
Password (Instelwachtwoord) is ingeschakeld, moet het instelwachtwoord worden ingevoerd om de
computer op te starten wanneer de sensor vaststelt dat de kap is verwijderd.
Deze optie is alleen voor bepaalde modellen beschikbaar.
Device Security
(Beveiliging apparatuur)
Hiermee kunt u Device Available/Device Hidden (Apparaat beschikbaar/apparaat verbergen)
instellen voor:
seriële poorten
parallelle poort
USB-poorten aan de achterzijde
USB-poorten aan de voorzijde
interne USB-poorten
systeemaudio
netwerkadapters (bepaalde modellen)
Legacy Diskette (Oudere diskette):
Tabel 11-1 Overzicht van beveiligingsvoorzieningen (vervolg)
26 Hoofdstuk 11 Inventarisbeheer en beveiliging NLWW