Desktop Management Guide

ingebouwd beveiligingsapparaat (bepaalde modellen)
SATA0
SATA1 (bepaalde modellen)
SATA2 (bepaalde modellen)
SATA3 (bepaalde modellen)
eSATA (bepaalde modellen)
LoJack for HP
ProtectTools
Hiermee kunt u de computer op afstand bewaken, beheren en volgen.
Nadat LoJack Pro for HP ProtectTools is geactiveerd, wordt het geconfigureerd vanuit het Absolute
Software Customer Center. Vanuit het Customer Center kan de beheerder LoJack for HP
ProtectTools configureren voor het bewaken en beheren van de computer. Als de computer kwijt is
of wordt gestolen, kan het Customer Center lokale instanties ondersteunen bij het vinden en
herstellen van de computer. Nadat LoJack Pro is geconfigureerd, kan het ook blijven functioneren
wanneer de vaste schijf wordt gewist of vervangen.
Network Service Boot
(Opstarten via
netwerkservice)
Hiermee schakelt u de mogelijkheid in of uit om de computer op te starten vanaf een
besturingssysteem dat op een netwerkserver is geïnstalleerd. (Deze optie is alleen beschikbaar voor
modellen met een netwerkadapter. De netwerkkaart moet in dit geval een PCI-uitbreidingskaart zijn
of in de systeemkaart zijn geïntegreerd.)
System IDs
(Systeemidentificatie)
Hiermee kunt u het volgende instellen:
Inventarisnummer (18-byte code), eigendomsidentificatienummer dat het bedrijf heeft
toegekend aan deze computer.
Eigendomslabel (80-byte code) dat wordt weergegeven tijdens POST.
Serienummer van het chassis of het UUID-nummer (Universal Unique Identifier). Het UUID-
nummer kan alleen worden gewijzigd als het huidige serienummer van het chassis ongeldig
is. (Deze identificatienummers worden normaal gesproken in de fabriek ingesteld en dienen
ter eenduidige identificatie van het systeem.)
De toetsenbordinstelling (in Nederland wordt meestal de instelling VS/Internationaal gebruikt).
DriveLock Security
(DriveLock-beveiliging)
Hiermee kunt u een hoofd- of gebruikerswachtwoord toewijzen aan, of wijzigen voor, vaste schijven.
Als deze functie is ingeschakeld, moet een van de DriveLock-wachtwoorden worden ingevoerd
tijdens de POST. Als geen van beide wachtwoorden wordt ingevoerd, is de vaste schijf niet
toegankelijk tot een van de wachtwoorden wordt ingevoerd tijdens de volgende koude start.
OPMERKING: Deze keuzemogelijkheid verschijnt alleen als ten minste één schijfeenheid die
DriveLock ondersteunt, is aangesloten op het systeem.
Tabel 11-1 Overzicht van beveiligingsvoorzieningen (vervolg)
NLWW 27