Naslaggids voor de hardware HP Compaq 6000 Pro Microtower zakelijke pc
© Copyright 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen/ regio's. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen van de mediakaartlezer .................................................................................................... 3 Onderdelen aan de achterkant ........................................
Bijlage B Batterij vervangen Bijlage C Externe beveiligingsapparaten Beveiligingsslot bevestigen ................................................................................................................ 50 Kabelslot ............................................................................................................................ 50 Hangslot .............................................................................................................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van de HP Compaq Microtower kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen meegeleverd bij bepaalde computermodellen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. De handleiding Problemen oplossen bevat instructies voor het gebruik van dit hulpprogramma.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Tabel 1-1 Onderdelen aan de voorkant 1 Optischeschijfeenheden van 5,25 inch1 6 Ejectknoppen van de optischeschijfeenheden 2 Lampjes van de optischeschijfeenheden 7 Mediakaartlezer van 3,5 inch (optioneel)2 3 Lampje van de vaste schijf 8 Aan/uit-knop met twee standen 4 Microfoon-/hoofdtelefoonconnector (roze) 9 Aan/uit-lampje 5 USB 2.
Onderdelen van de mediakaartlezer De mediakaartlezer is een optioneel apparaat dat alleen beschikbaar is bij bepaalde modellen. In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de onderdelen van de mediakaartlezer. Afbeelding 1-2 Onderdelen van de mediakaartlezer Tabel 1-2 Onderdelen van de mediakaartlezer Nr.
Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-3 Onderdelen aan de achterkant 1 Netsnoerconnector 6 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 2 Audio-ingang (blauw) 7 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 3 PS/2-muisconnector (groen) 8 VGA-monitorconnector 4 Seriële poort 9 Monitorconnector DisplayPort 5 RJ-45-netwerkconnector 10 Universal Serial Bus (USB) OPMERKING: Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen.
Toetsenbord Tabel 1-4 Onderdelen van het toetsenbord 1 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Zie het gedeelte Toetsenbord op pagina 5 voor meer informatie over de Windowslogotoets. Tabel 1-5 Functies van de Windows-logotoets De volgende functies van de Windows-logotoets zijn beschikbaar in Microsoft Windows XP en Microsoft Windows Vista.
Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u op het bovenpaneel van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan de elektronische onderdelen van de computer of optionele apparatuur beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie bijlage D, Elektrostatische ontlading op pagina 55. Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien.
Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Toegangspaneel terugplaatsen 1. Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan (2). Afbeelding 2-2 Toegangspaneel terugplaatsen 2. Zorg dat het paneel volledig is gesloten (1) en draai de twee duimschroeven vast waarmee het toegangspaneel aan de behuizing is bevestigd (2).
Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Afdekplaatjes verwijderen Bij sommige modellen worden de 3.5-inch en 5.25-inch externe schijfposities bedekt door afdekplaatjes. Verwijder deze afdekplaatjes voordat u een schijfeenheid installeert. Ga als volgt te werk om een afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier DIMM's die aan industrienormen voldoen. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 16 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal A. De voetjes DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal B.
geheugen evenredig wordt verdeeld over de twee kanalen. Als één kanaal meer geheugen bevat dan het andere kanaal, moet de grootste hoeveelheid worden toegewezen aan kanaal A. Als u bijvoorbeeld een 1-GB DIMM en drie 512-MB DIMM's in de voetjes plaatst, moet in kanaal A de 1-GB DIMM en een 512-MB DIMM worden geplaatst en in kanaal B de twee 512-MB DIMM's. In deze configuratie wordt 2 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 512 MB in enkelkanaalmodus.
6. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-8 DIMM installeren OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. In het zwarte DIMM1-voetje moet een DIMM zijn geplaatst. Vul de DIMM-voetjes in de volgende volgorde: DIMM1, DIMM3, DIMM2 en DIMM4.
Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren De computer heeft één PCI-uitbreidingsslot, twee PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot.
6. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort. 7. Ontgrendel de borgbeugel waarmee de afdekplaatjes van de PCI-slots zijn beveiligd door het groene lipje op de beugel op te tillen en de beugel open te draaien. Afbeelding 2-10 Borgbeugel voor uitbreidingskaarten openen 8.
b. Als u een standaard PCI-kaart of PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het uitbreidingsslot en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt.
11. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis, zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van het chassis. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart.
16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is. Raadpleeg de handleiding Computerinstellingen voor meer informatie over het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen).
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: ● Zorg ervoor dat de primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) is aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. ● Sluit een SATA-optischeschijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. ● Sluit apparaten aan in de volgorde SATA0, SATA1, SATA2 en SATA3.
isolerende montagegeleideschroeven van de oude vaste schijf en installeert u deze in de nieuwe vaste schijf. Afbeelding 2-17 Locaties van extra geleideschroeven Nr.
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. Afbeelding 2-18 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Tabel 2-4 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Nr.
Externe 5,25-inch of 3,5-inch schijfeenheid verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
b. Als u een mediakaartlezer verwijdert, koppelt u de USB-kabel los van de systeemkaart. Als de mediakaartlezer is voorzien van een 1394-poort, ontkoppelt u de 1394-kabel van de 1394PCI-kaart.
7. Een schijfvergrendelingsbeugel met ontgrendelingslipjes houdt de schijfeenheden in de schijfpositie. Beweeg het ontgrendelingslipje op de schijfvergrendelingsbeugel (1) omhoog voor de schijfeenheid die u wilt verwijderen, en schuif de schijfeenheid uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-22 Externe schijfeenheden verwijderen 8. Verwijder de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) van de oude schijfeenheid. U heeft deze schroeven nodig om de nieuwe schijfeenheid te installeren.
Externe 5,25-inch of 3,5-inch schijfeenheid installeren OPMERKING: Het systeem biedt geen ondersteuning voor optischeschijfeenheden van het type Parallel ATA (PATA). 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
8. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie totdat de eenheid vastklikt. Zorg ervoor dat de geleideschroeven aansluiten op de sleuven. Afbeelding 2-24 Externe schijfeenheden in de schijfhouder schuiven 9. Sluit de voedings- en gegevenskabels aan op de schijfeenheid, zoals weergegeven in de volgende afbeeldingen. a. Als u een optischeschijfeenheid installeert, sluit u de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterkant van de schijfeenheid.
b. Als u een mediakaartlezer installeert, sluit u de USB-kabel aan op de systeemkaart. Als de mediakaartlezer is voorzien van een 1394-poort, sluit u de 1394-kabel aan op de PCI-kaart. Afbeelding 2-26 USB-kabel van de mediakaartlezer aansluiten Afbeelding 2-27 1394-kabel van de mediakaartlezer aansluiten 10. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart.
12. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Interne vaste schijf van 3,5 inch verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
7. Verwijder de schijfeenheid door het ontgrendelingslipje weg te trekken van de schijfeenheid (1) en de schijfeenheid uit de schijfpositie te halen. Afbeelding 2-29 Vaste schijf verwijderen 8. Verwijder de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) van de oude schijfeenheid. U heeft deze schroeven nodig om de nieuwe schijfeenheid te installeren.
Interne vaste schijf van 3,5 inch installeren OPMERKING: Het systeem biedt geen ondersteuning voor vaste schijven van het type Parallel ATA (PATA). 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
7. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie en lijn de geleideschroeven uit met de geleideslots, totdat de schijfeenheid vastklikt. De onderste schijfpositie is voor de primaire vaste schijf. De bovenste schijfpositie is voor een optionele secundaire vaste schijf. Afbeelding 2-31 Vaste schijf in de schijfpositie schuiven 8. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf.
11. Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug. 12. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Verwisselbare 3,5-inch SATA vasteschijfeenheid verwijderen en terugplaatsen Sommige modellen zijn voorzien van een houder voor een verwisselbare SATA vasteschijfeenheid in de externe schijfpositie van 3,5 inch. De vasteschijfeenheid bevindt zich in een houder die snel en gemakkelijk uit de schijfpositie kan worden verwijderd.
3. Verwijder het plakband waarmee de temperatuursensor aan de bovenkant van de vaste schijf is bevestigd (1) en verwijder de temperatuursensor van de houder (2). Afbeelding 2-34 Temperatuursensor verwijderen 4. Verwijder de vier schroeven aan de onderkant van de houder van de vasteschijfeenheid.
5. Schuif de vasteschijfeenheid naar achteren om deze los te koppelen van de houder en til deze omhoog uit de houder. Afbeelding 2-36 Vaste schijf verwijderen 6. Plaats de nieuwe vasteschijfeenheid in de houder en schuif de eenheid naar achteren zodat deze in de SATA-connector van printplaat van de houder valt. Zorg dat u de connector van de vasteschijfeenheid helemaal in de connector van de printplaat van de houder drukt.
7. Plaats de vier schroeven terug in de onderkant van de houder om de vasteschijfeenheid te bevestigen. Afbeelding 2-38 Bevestigingsschroeven terugplaatsen 8. Plaats de temperatuursensor zodanig op de bovenkant van de vasteschijfeenheid dat het label niet wordt afgedekt (1) en bevestig de temperatuursensor met de plakstrip op de bovenkant van de vasteschijfeenheid (2).
9. Schuif het bovenpaneel op de houder (1) en plaats de schroef terug aan de achterkant van de houder om het bovenpaneel te bevestigen (2). Afbeelding 2-40 Bovenpaneel van de houder terugplaatsen 10. Schuif de houder van de vasteschijfeenheid in de behuizing en vergrendel deze met de meegeleverde sleutel. OPMERKING: Als de houder niet is vergrendeld, krijgt de vasteschijfeenheid geen voeding.
A Specificaties Tabel A-1 Specificaties Afmetingen van de desktopcomputer Hoogte 14,85 inch 37,72 cm Breedte 6,95 inch 17,65 cm Diepte 16,85 inch 42,80 cm Geschat gewicht 23,5 lb 10,66 kg In bedrijf 50 tot 95 °F 10 tot 35 °C Niet in bedrijf -22 tot 140 °F -30 tot 60 °C In bedrijf 10-90% 10-90% Niet in bedrijf (maximale natteboltemperatuur: 38,7 °C) 5-95% 5-95% In bedrijf 10.000 voet 3.048 m Niet in bedrijf 30.000 voet 9.
Tabel A-1 Specificaties (vervolg) Nominale lijnfrequentie Uitgangsvermogen 100-240 V wisselspanning 100-240 V wisselspanning 50 tot 60 Hz 50 tot 60 Hz 320W 320W 5,5A @ 115 V wisselspanning 2,75A @ 230 V wisselspanning 5,5A @ 115 V wisselspanning 2,75A @ 230 V wisselspanning Nominale ingangsstroom (maximum)1 STD PS EPA 87/89/85% @ 20/50/100% lading PS 1 Dit systeem is voorzien van een voedingseenheid met actieve nominale correctie om schommelingen in de harmonische ingangsstroom te beperken.
B Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 6. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
10. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg hiervoor de handleiding Computerinstellingen. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Externe beveiligingsapparaten OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over beveiligingsvoorzieningen de handleiding Computerinstellingen, de handleiding Desktop Management en de handleiding HP ProtectTools Security Manager (alleen bepaalde modellen) op http://www.hp.com. Beveiligingsslot bevestigen De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Afbeelding C-2 Hangslot aanbrengen Beveiligingsslot voor zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
2. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot. Afbeelding C-4 Toetsenbordkabel en muiskabel door het slot voeren 3. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
4. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. Afbeelding C-6 Slot vergrendelen Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren. Ga als volgt te werk om de beveiligingsschroef te installeren: 1.
6. Verwijder de beveiligingsschroef van de binnenkant van het voorpaneel. Afbeelding C-7 Beveiligingsschroef uit het voorpaneel halen 7. Plaats het voorpaneel terug. 8. Installeer de schroef door de binnenkant van de voorkant van de behuizing in het voorpaneel. De schroefopening bevindt zich nabij het midden van de rechterrand van de behuizing tussen de vasteschijfruimte en de luidspreker. Afbeelding C-8 Bevestigingsschroef van voorpaneel bevestigen 9. Plaats het toegangspaneel van de computer terug.
D Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 56 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optischeschijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
OPMERKING: Zorg dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots voordat u de computer vervoert. 6. 58 Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
Index A Achterkant, onderdelen 4 Afdekplaatje van uitbreidingsslot vervangen 21 verwijderen 19 Audioconnectoren 4 Audio-ingangen 2 B Batterij vervangen 46 Beveiliging hangslot 51 kabelslot 50 voorpaneel 53 zakelijke personal computers, beveiligingsslot voor 51 C Computergebruik 56 D DIMM's.
U Uitbreidingskaart installeren 18 locatie van uitbreidingsslots 18 verwijderen 18 Uitgang 4 USB-poorten achterpaneel 4 voorpaneel 2 V Vaste schijf installeren 36 verwijderen 34 Ventilatierichtlijnen 56 Verwijderen afdekplaatjes 13 afdekplaatje van uitbreidingsslot 19 batterij 46 mediakaartlezer 27 optischeschijfeenheid 27 PCI Express-kaart 21 PCI-kaart 20 toegangspaneel 10 uitbreidingskaart 18 vaste schijf 34 voorpaneel 12 Verwisselbare vaste schijf terugplaatsen 39 Voorpaneel beveiliging 53 vervangen 13 v