HP EliteBook User's Guide - Windows 7
Table Of Contents
- Voorzieningen
- Hardware herkennen
- Labels herkennen
- Draadloos, modem en lokaal netwerk
- Apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Pictogrammen voor draadloze communicatie en netwerken herkennen
- Bedieningselementen voor draadloze communicatie gebruiken
- Knop voor draadloze communicatie gebruiken
- Wireless Assistant software gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- HP Connection Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken
- WLAN-apparaat gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- HP mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Bluetooth-apparaat voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Problemen met draadloze verbindingen oplossen
- Het modem gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN)
- Apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Cursorbesturing en toetsenbord
- Multimedia
- Multimediavoorzieningen
- Multimediasoftware
- Audio
- Video
- Optischeschijfeenheid (alleen bepaalde modellen)
- De optischeschijfeenheid herkennen
- Optische schijven (cd's, dvd's en bd's) gebruiken
- Juiste type schijf kiezen (cd's, dvd's en bd's)
- Cd, dvd of bd afspelen
- Automatisch afspelen configureren
- Regio-instelling voor dvd's wijzigen
- Waarschuwing met betrekking tot auteursrecht
- Cd, dvd of bd kopiëren
- Maken (branden) van een cd, dvd of bd
- Optische schijf (cd, dvd of bd) verwijderen
- Problemen oplossen
- De lade van de optischeschijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd, dvd of bd
- De computer herkent de optischeschijfeenheid niet
- Een schijf wordt niet afgespeeld
- Een schijf wordt niet automatisch afgespeeld
- Een film stopt, slaat stukken over of wordt niet naar behoren afgespeeld
- Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm
- Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is
- Een apparaatstuurprogramma moet opnieuw worden geïnstalleerd
- Webcam (alleen bepaalde modellen)
- Energiebeheer
- Opties voor energiebeheer instellen
- Power Assistant gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Externe netvoeding gebruiken
- Accuvoeding gebruiken
- Informatie over accu's vinden in Help en ondersteuning
- Accucontrole gebruiken
- Acculading weergeven
- Accu plaatsen of verwijderen
- Accu opladen
- Accuwerktijd maximaliseren
- Omgaan met een lage acculading
- Accu kalibreren
- Accuvoeding besparen
- Accu opbergen
- Afvoeren van afgedankte accu's
- Accu vervangen
- Netvoedingsadapter testen
- Computer afsluiten
- Schijfeenheden
- Externe apparatuur
- Externe mediakaarten
- Geheugenmodules
- Beveiliging
- Computer beveiligen
- Wachtwoorden gebruiken
- Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup (Computerinstellingen) gebruiken
- Antivirussoftware gebruiken
- Firewallsoftware gebruiken
- Essentiële updates installeren
- HP ProtectTools Security Manager gebruiken (alleen bepaalde modellen)
- Beveiligingskabel aanbrengen
- Software-updates
- Back-up en herstel
- Computer Setup (Computerinstellingen)
- MultiBoot
- Beheer en afdrukken
- Index

Windows-wachtwoorden Functie
Gebruikerswachtwoord* Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.
*Selecteer voor informatie over het instellen van een beheerders- of gebruikerswachtwoord voor Windows Start > Help en
ondersteuning.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup (Computerinstellingen)
BIOS-beheerderswachtwoorden Functie
BIOS-beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot Computer Setup
(Computerinstellingen).
DriveLock-hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt
beschermd door DriveLock. Het wordt tevens gebruikt om de
DriveLock beveiliging te verwijderen. Dit wachtwoord wordt
ingesteld onder DriveLock wachtwoorden tijdens het
inschakelproces.
DriveLock-gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt
beschermd door DriveLock en wordt ingesteld onder
DriveLock wachtwoorden tijdens het inschakelproces.
Wachtwoord voor geïntegreerde TPM-beveiliging Beveiligt (mits ingesteld als BIOS-beheerderswachtwoord) de
toegang tot de inhoud van de computer wanneer deze is
ingeschakeld, opnieuw wordt opgestart of wanneer de
hibernationstand wordt beëindigd.
Voor dit wachtwoord dient de optionele geïntegreerde
beveiligingschip deze beveiligingsfunctie te ondersteunen.
BIOS-beheerderswachtwoord
Met het BIOS-beheerderswachtwoord van Computer Setup (Computerinstellingen) beveiligt u de
configuratie-instellingen en systeemidentificatiegegevens in Computer Setup (Computerinstellingen).
Nadat dit wachtwoord is ingesteld, moet u het elke keer opgeven als u Computer Setup
(Computerinstellingen) opent en hier instellingen wijzigt.
Een BIOS-beheerderswachtwoord heeft de volgende kenmerken:
●
Het is niet hetzelfde als het beheerderswachtwoord dat in Windows is ingesteld, hoewel beide
wachtwoorden hetzelfde mogen zijn.
●
Het wordt niet weergegeven als het wordt ingesteld, opgegeven, gewijzigd of verwijderd.
●
Het moet met dezelfde toetsen worden opgegeven als waarmee het wachtwoord is ingesteld. Als
u bijvoorbeeld een BIOS-beheerderswachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend wanneer u het daarna opgeeft met de cijfertoetsen van het
geïntegreerde numerieke toetsenblok.
●
Het kan bestaan uit een willekeurige combinatie van maximaal 32 letters en cijfers. Daarbij wordt
geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters tenzij dit door de beheerder is
ingesteld.
118 Hoofdstuk 10 Beveiliging










