Operation Manual
Gebruikershandleiding 61
Problemen oplossen
Ga als volgt te werk als het beeld schuift of is afgekapt:
❏ Druk op de knop auto sync op de projector of afstandsbediening.
❏ Als er een computer is aangesloten, schakelt u alle apparatuur uit.
Zet eerst de projector aan en daarna pas de notebookcomputer of
bureaucomputer.
❏ Als u het weergegeven beeld met de bovenstaande stappen niet
kunt corrigeren, wijzigt u de resolutie van de notebookcomputer
of bureaucomputer naar 1024 x 768 pixels. Als de computer
meerdere beeldschermen heeft, past u de resolutie aan van het
beeldscherm dat aan de projector is toegewezen.
Ga als volgt te werk als het beeld flikkert of onstabiel is:
❏ Druk op de knop auto sync op de projector of afstandsbediening.
❏ Als er een computer is aangesloten, stelt u de beeldresolutie van
de computer in op
1024 x 768 pixels. Als de computer meerdere beeldschermen
heeft, past u de resolutie aan van het beeldscherm dat aan de
projector is toegewezen.
❏ Als er een computer is aangesloten, opent u het schermmenu,
selecteert u Adjust picture > VGA settings en past u de
instelling voor Frequency of Tracking aan.
Ga als volgt te werk als het beeld is uitgerekt:
❏ Open het schermmenu en kies Adjust picture > Adjust picture
mode > Aspect ratio. Probeer de verschillende instellingen.
❏ Open het schermmenu en kies Adjust picture > Shape settings.
Wijzig de instelling Widescreen input.
Ga als volgt te werk als het beeld verdwijnt van het computerscherm:
❏ Voor een notebookcomputer kunt u proberen zowel de externe
VGA-poort als het ingebouwde scherm in te schakelen.
Raadpleeg hiervoor de handleiding bij de computer of de kaart
met videopoortgegevens die bij de projector is geleverd.
Als tekst of regels van een computerscherm ongelijkmatig of oneffen lijken:
❏ Controleer de focusafstelling.
❏ Open het schermmenu en kies Quick choice > Reset keystone.










