Gebruikershandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn In de VS geregistreerde handelsmerken van de Microsoftbedrijvengroep. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Veiligheidswaarschuwing WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding).
iv Veiligheidswaarschuwing
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................. 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................... 4 Rechterkant ..............
Tikken ................................................................................................................ 26 Schuiven ........................................................................................................... 27 Knijpen met twee vingers om te zoomen .......................................................... 27 Tikken met twee vingers ................................................................................... 28 Draaien (alleen bepaalde modellen) .......................
Accuvoeding gebruiken ..................................................................................................... 42 Aanvullende informatie over de accu opzoeken ............................................... 42 Accucontrole gebruiken ..................................................................................... 43 Acculading weergeven ...................................................................................... 43 Accuwerktijd maximaliseren .......................................
Schijfdefragmentatie gebruiken ......................................................................... 57 Schijfopruiming gebruiken ................................................................................. 58 HP 3D DriveGuard gebruiken ............................................................................................ 58 Status van HP 3D DriveGuard herkennen ........................................................ 58 9 Beveiliging ..........................................................
Systeemherstelactie uitvoeren ........................................................................................................... 74 Windows herstelprogramma’s gebruiken ........................................................................... 75 f11-herstelprogramma's gebruiken .................................................................................... 75 Media met het Windows-besturingssysteem gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen) .....
De software werkt niet goed .............................................................................................. 91 De computer staat aan maar reageert niet ........................................................................ 91 De computer is ongewoon warm ....................................................................................... 91 Een extern apparaat werkt niet ..........................................................................................
1 Welkom Nadat u de computer gebruiksklaar hebt gemaakt en hebt geregistreerd, moet u de volgende stappen uitvoeren: TIP: Om snel terug te navigeren naar het startscherm van de computer vanuit een open app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm. ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet.
Informatie zoeken U hebt Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Hulpmiddelen Informatie Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de HP beperkte garantie meegeleverd in de doos. Voor sommige landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen.
2 Vertrouwd raken met de computer Rechterkant OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon of een headset aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Ga voor informatie over schijfcompatibiliteit naar de webpagina Help en ondersteuning (raadpleeg Informatie zoeken op pagina 2). Volg de instructies op de webpagina om uw computermodel te selecteren. Selecteer Ondersteuning & drivers en selecteer vervolgens Productinformatie. (4) Uitvoerknop van de optische-schijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Hiermee ontgrendelt u de schijflade van de optischeschijfeenheid.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Ga voor informatie over schijfcompatibiliteit naar de webpagina Help en ondersteuning (raadpleeg Informatie zoeken op pagina 2). Volg de instructies op de webpagina om uw computermodel te selecteren. Selecteer Ondersteuning & drivers en selecteer vervolgens Productinformatie. (4) Uitvoerknop van de optische-schijfeenheid (alleen bepaalde modellen) Hiermee ontgrendelt u de schijflade van de optischeschijfeenheid.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (5) Poort voor externe monitor Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. (6) RJ-45-netwerkconnector/lampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan. ● Groen (rechts): het netwerk is aangesloten.
Onderdeel Beschrijving (4) Poort voor externe monitor Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten. (5) RJ-45-netwerkconnector/lampjes Hierop sluit u een netwerkkabel aan. ● Groen (rechts): het netwerk is aangesloten. ● Oranje (links): er vindt een nieuwe activiteit plaats in het netwerk.
Onderdeel Beschrijving (3) Webcamlampje (alleen bepaalde modellen) Aan: de webcam is in gebruik. (4) Webcam (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten. Open HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de webcam. Als u HP Support Assistant vanuit het startscherm wilt openen, selecteert u de app HP Support Assistant.
Onderdeel Beschrijving Open HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de webcam. Als u HP Support Assistant vanuit het startscherm wilt openen, selecteert u de app HP Support Assistant. (5) Interne beeldschermschakelaar Wanneer u het beeldscherm dicht doet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld of wordt de slaapstand geactiveerd. OPMERKING: De beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer.
Lampjes OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel (6) (7) Beschrijving Lampje luidspreker uit Touchpadlampje Onderdeel (1) 12 ● Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Wit: het geluid van de computer is ingeschakeld. ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Bij sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie oranje wanneer alle apparaten voor draadloze communicatie uitgeschakeld zijn. (6) (7) Lampje luidspreker uit Touchpadlampje ● Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld. ● Wit: het geluid van de computer is ingeschakeld. ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld.
Onderdeel Beschrijving Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van Windows® geen resultaat hebben, houdt u de aan/uitknop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen. Typ energie in het Startscherm, selecteer Energie- en slaapstandinstellingen en daarna Energie en slaapstand in de lijst van toepassingen. (2) Luidsprekers (2) Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd.
Onderdeel Beschrijving ● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen. VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden, resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures van Windows® geen resultaat hebben, houdt u de aan/uitknop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen. Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen.
Onderdeel Beschrijving (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock- toets of esc om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het Windows-bureaublad. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm. (4) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Onderdeel Beschrijving (4) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (5) num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok. (6) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Wanneer num lock is ingeschakeld, kan dit worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (2) Onderpaneel Biedt toegang tot de vaste-schijfruimte en de geheugenmoduleslots. (3) Accu uitwerpen Hiermee kunt u de accu uitwerpen.
Onderdeel Beschrijving VOORZICHTIG: Vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land. Zo voorkomt u dat het systeem niet meer reageert. Als er na het vervangen van de module een waarschuwing verschijnt, verwijdert u de module om de functionaliteit van de computer te herstellen.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen. Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen. U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt: 1.
WLAN configureren Als u een WLAN wilt instellen en verbinding wilt maken met internet, hebt u de volgende apparatuur nodig: ● Een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider ● Een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2) ● Een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3) OPMERKING: Sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u hebt.
software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen. ● Gebruik versleuteling voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen. Open HP Support Assistant voor meer informatie. Als u HP Support Assistant vanuit het startscherm wilt openen, selecteert u de app HP Support Assistant.
● Weergaveapparaten (printer, camera) ● Audioapparaten (headset, luidsprekers) ● Muis Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk waardoor u een PAN (Personal Area Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Raadpleeg de helpfunctie van de Bluetooth-software voor informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten. Verbinding maken met een bekabeld netwerk Uw computer heeft verbinding met een bedraad lokaal netwerk (LAN).
4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook op het scherm navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen op het touchpad van uw computer of op een touchscreen gebruikt worden (alleen bepaalde modellen). Bepaalde computermodellen hebben speciale actietoetsen of hotkeyfuncties op het toetsenbord waarmee u veelvoorkomende taken kunt uitvoeren.
Touchpad uit- of inschakelen Om het touchpad uit en in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan/uit-knop van het touchpad. Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het touchpad. ● 26 Tik met één vinger in de touchpadzone om een keuze te maken. Dubbeltik op een item om het te openen.
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. ● Plaats twee vingers iets uit elkaar op de touchpadzone en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Knijpen met twee vingers om te zoomen Door te knijpen met twee vingers kunt u afbeeldingen of tekst in- en uitzoomen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de touchpadzone en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Tikken met twee vingers Door met twee vingers te klikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm. OPMERKING: Het klikken met twee vingers heeft dezelfde functies als het rechtsklikken met de muis. ● Plaats twee vingers op het touchpad-gebied en druk op het menu opties voor het geselecteerde object. Draaien (alleen bepaalde modellen) U kunt met uw vingers items zoals foto's draaien. ● Plaats uw linkerwijsvinger in de touchpadzone.
Vegen (alleen bepaalde modellen) Met een snelle veegbeweging kunt u door schermen navigeren of snel door documenten bladeren. ● Plaats twee vingers op het touchpad-gebied en maak uw vingers in een lichte, snelle veegbeweging, opwaarts, neerwaarts, naar links of rechts. Randveegbewegingen (alleen bepaalde modellen) Met randveegbewegingen krijgt u toegang tot werkbalken op de computer voor taken zoals het wijzigen van instellingen en het zoeken of gebruiken van apps.
Linkerrandveegbeweging Met de linkerrandveegbeweging krijgt u toegang tot uw recent geopende apps, zodat u er snel tussen kunt schakelen. Veeg uw vingers langzaam vanaf de linker rand van het Touchpad om te schakelen tussen recent geopende apps. ● 30 Schuif van de linkerrand van het touchpad om tussen apps te schakelen.
Bovenrandveegbeweging Met de bovenrandveegbeweging worden opties voor app-opdrachten weergegeven waarmee u apps kunt aanpassen. BELANGRIJK: Wanneer er een app is geopend, verschilt de veegbeweging vanaf de bovenrand per app. ● Veeg voorzichtig met uw vinger vanaf de bovenrand om de opties voor app-opdrachten weer te geven. Toetsenbord gebruiken Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen.
▲ Druk kort op fn en druk vervolgens kort op de tweede toets van de sneltoetscombinatie. Sneltoetscombinatie Beschrijving fn+esc Hiermee geeft u systeeminformatie weer. fn+f3 Hiermee activeert u de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen. Het beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. Om de slaapstand te beëindigen, drukt u kort op de aan-uitknop.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken (alleen bepaalde modellen) (1) Onderdeel Beschrijving fn-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de num lock-toets, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenblok in- of uitgeschakeld. OPMERKING: Het geïntegreerde numerieke toetsenblok functioneert niet wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer.
◦ Houd de fn-toets ingedrukt en druk op de toetsenbloktoets om kleine letters te typen. ◦ Houd de toetsen fn+shift ingedrukt om hoofdletters te typen. Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken (alleen bepaalde modellen) (1) Onderdeel Beschrijving num lock-toets Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over de volgende componenten: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of toetsen Audio Op uw HP computer kunt u muziek-cd’s afspelen, muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud van internet (inclusief radio) streamen, audio opnemen, of audio en video mixen om multimedia te maken.
Hoofdtelefoons/microfoons aansluiten U kunt bekabelde hoofdtelefoons of headsets op de audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-ingang (microfooningang) op de computer aansluiten. Er zijn veel headsets met geïntegreerde microfoons in de handel verkrijgbaar. Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze hoofdtelefoons of headsets aan te sluiten op de computer. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Video Uw HP computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt bekijken en video en films kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken zonder dat u een netwerkverbinding nodig hebt. Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor, projector of tv aan te sluiten.
● Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid weergeven op zowel de computer als het externe apparaat. ● Alleen tweede scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat. Telkens wanneer u op fn+f4 drukt, verandert de weergavestand. OPMERKING: Als u de optie 'Uitspreiden' kiest, moet u ervoor zorgen dat u de schermresolutie van het externe apparaat als volgt wordt aangepast. Typ configuratiescherm op het startscherm en selecteer Configuratiescherm.
● Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid weergeven op zowel de computer als het externe apparaat. ● Alleen tweede scherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat. Telkens wanneer u op fn+f4 drukt, verandert de weergavestand. OPMERKING: Als u de optie 'Uitspreiden' kiest, moet u ervoor zorgen dat u de schermresolutie van het externe apparaat als volgt wordt aangepast.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan/uit-knoppen. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen. VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe geheugenkaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer. Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de sluimerstand: 1. Typ energiebeheer op het startscherm en selecteer vervolgens Energiebeheer. 2.
U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's: ▲ Om accu-informatie te openen, selecteert u de HP Ondersteuningsassistent app op het startscherm en selecteert u daarna Accuprestaties. Accucontrole gebruiken HP Help en ondersteuning biedt informatie over de status van de accu die in de computer is geplaatst. U voert Accucontrole als volgt uit: 1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer. OPMERKING: Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron.
– of – ● Het energiemeterpictogram in het systeemvak geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Zie Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 41 voor meer informatie over de energiemeter. Als de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij niet-opgeslagen werk verloren gaat.
Accu verwijderen U verwijdert de accu als volgt: VOORZICHTIG: Bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan. 1. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toe. 2.
Kalibreer een accu die een maand of langer opgeborgen is geweest voordat u deze in gebruik neemt. Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren WAARSCHUWING! Verminder het risico van brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren; veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten; laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: OPMERKING: De volgende instructies gelden voor computers met een door de gebruiker vervangbare accu. 1. Zet de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
Omschakelbaar videosysteem gebruiken (alleen bepaalde modellen) Bij een omschakelbaar videosysteem kunt u schakelen tussen de modi Performance (Prestaties) en Power Saving (Energiebesparing). Bij Switchable Graphics worden afzonderlijke applicaties toegewezen aan de modus Performance of de modus Power Saving, op basis van de vereisten wat betreft elektrische voeding. U kunt ook handmatig de instellingen voor een afzonderlijke applicatie aanpassen en schakelen tussen de modi Prestaties en Energiebesparing.
7 Externe kaarten en apparaten Geheugenkaartlezers gebruiken Met optionele geheugenkaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en pda's. Zie Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types geheugenkaarten die worden ondersteund op de computer.
3. Druk de kaart iets naar binnen (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). OPMERKING: Als de kaart niet zelf naar buiten komt, trekt u deze uit het slot. USB-apparaat gebruiken USB (Universal Serial Bus) is een hardwarematige interface die kan worden gebruikt om een optioneel extern apparaat aan te sluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -drive, -printer, -scanner of -hub. Voor bepaalde USB-apparatuur is extra ondersteunende software nodig. Deze wordt meestal met het apparaat meegeleverd.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
1. Sluit het apparaat aan op de computer. 2. Als u een apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting aansluit, steekt u de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact. 3. Schakel het apparaat in. Als u een extern apparaat zonder eigen voeding wilt verwijderen, schakelt u het apparaat uit en koppelt u het los van de computer.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem. De onderhoudskleppen verwijderen of vervangen Onderhoudskleppen verwijderen Verwijder de onderhoudskleppen om toegang te krijgen tot het geheugenmoduleslot, de vaste schijf en andere componenten. 1. Verwijder de accu (zie Accu verwijderen op pagina 45). 2. Richt de accuruimte weg van u en maak de schroef van de onderhoudsklep los (1).
1. Met de accuruimte van u af, plaatst u eerst de kleinere onderhoudsklep terug. Lijn de opening van de kleinere onderhoudsklep uit met de opening van de computer en schuif de onderhoudsklep vervolgens richting de accuruimte (1). 2. Druk de kleinere onderhoudsklep (2) omlaag totdat deze vastklikt. 3. Schuif de grotere onderhoudsklep in de richting van de accuruimte (3) tot deze vastklikt. 4. Draai de schroef van de onderhoudsklep (4) vast om beide onderhoudskleppen te vergrendelen.
Vaste schijf verwijderen OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. U verwijdert als volgt een vaste schijf: 1. Sla uw werk op en zet de computer uit. 2. Ontkoppel de netvoeding en externe apparaten die op de computer zijn aangesloten. 3. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond. 4. Verwijder de accu (zie Accu verwijderen op pagina 45). 5. Verwijder de onderhoudskleppen (zie Onderhoudskleppen verwijderen op pagina 54). 6.
3. Draai de 4 schroeven van de vaste schijf (3) vast. 4. Plaats de onderhoudskleppen terug (zie Onderhoudskleppen terugplaatsen op pagina 54). 5. Plaats de accu (zie Accu plaatsen op pagina 44). 6. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 7. Schakel de computer in. Prestaties van de vaste schijf verbeteren Schijfdefragmentatie gebruiken Wanneer u de computer gebruikt, raken de bestanden op de vaste schijf gefragmenteerd.
Ga als volgt te werk om een schijfdefragmentatie uit te voeren: 1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron. 2. Typ schijf op het startscherm. 3. Klik op Optimaliseren. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows-instellingen. Raadpleeg HP Support Assistant.
9 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in het hulpprogramma Computer Setup, dat geen deel uitmaakt van Windows en dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup Wachtwoord Functie BIOS-beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot Computer Setup. OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne vaste schijf die wordt beschermd door DriveLock. Wordt ook gebruikt om DriveLock-beveiliging te verwijderen.
Een BIOS-beheerderswachtwoord wijzigen 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen. 3. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Change Password (Wachtwoord wijzigen) en druk op enter. 4. Typ het huidige wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd. 5.
DriveLock-wachtwoord in Computer Setup beheren VOORZICHTIG: Noteer het gebruikerswachtwoord en het hoofdwachtwoord voor DriveLock zorgvuldig en bewaar dit uit de buurt van de computer om te voorkomen dat de met DriveLock beschermde vaste schijf permanent onbruikbaar wordt. Als u beide DriveLock-wachtwoorden vergeet, is de vaste schijf permanent vergrendeld en kan deze niet meer worden gebruikt. Met DriveLock voorkomt u ongeoorloofde toegang tot de inhoud van een vaste schijf.
12. Bevestig de DriveLock-beveiliging van de geselecteerde schijfeenheid door DriveLock te typen in het bevestigingsveld en vervolgens op enter te drukken. OPMERKING: Bij de DriveLock-bevestiging wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. 13. Om de wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, klikt u op het pictogram Save (Opslaan) in de linkerbenedenhoek van het scherm en volgt u de instructies op het scherm.
De wijzigingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. DriveLock-beveiliging verwijderen U kunt een DriveLock-wachtwoord in Computer Setup als volgt verwijderen: 1. Zet de computer aan en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen. 3.
4. Voer het BIOS-beheerderswachtwoord in en druk op enter. 5. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen een interne vaste schijf en druk op enter. 6. Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om door te gaan. 7. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, klikt u op Save (Opslaan) en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer met de pijltoetsen Main (Hoofd) > Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk daarna op enter.
Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
OPMERKING: Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte. Zie Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor de plaats van het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel. 1. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. 2. Steek de sleutel (1) in het kabelslot (2). 3. Steek het kabelslot in het slot voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.
10 Onderhoud Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft één geheugenmodulecompartiment. U kunt de capaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule in het beschikbare slot voor geheugenuitbreidingsmodules te plaatsen of door een upgrade van de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule uit te voeren. OPMERKING: Voordat u een geheugenmodule toevoegt of vervangt, controleert u of de computer de meest recente BIOS-versie bevat.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 6. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen om schade aan de module te voorkomen.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: Zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de module te voorkomen. 7. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderhoudskleppen terugplaatsen op pagina 54). 8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen op pagina 44). 9. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 10. Schakel de computer in.
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer kunnen veroorzaken. U kunt een bepaald schoonmaakmiddel pas gebruiken als u zeker weet dat het geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoffen bevat. Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kunnen de computer bekrassen. In de loop van de tijd kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
11 Back-up en herstel Ter bescherming van uw informatie gebruikt u back-up- en herstelhulpprogramma's van Windows om back-ups te maken van afzonderlijke bestanden en mappen, om back-ups te maken van de volledige vaste schijf, om systeemherstelmedia te maken (alleen bepaalde modellen) met behulp van de geïnstalleerde optische-schijfeenheid (alleen bepaalde modellen) of een optionele externe optischeschijfeenheid, of om systeemherstelpunten te maken.
Windows herstelprogramma’s gebruiken Raadpleeg Help en ondersteuning van Windows voor instructies over het herstellen van bestanden en mappen als u informatie wilt terugzetten waarvan u eerder een back-up hebt gemaakt. Ga als volgt te werk als u uw informatie wilt herstellen met Automatisch herstellen: VOORZICHTIG: Sommige opties van Opstartherstel wissen en formatteren de vaste schijf volledig.
3. Als de herstelimage-partitie wel vermeld staat, start u de computer opnieuw op en drukt u op esc wanneer het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor het startmenu) onder aan het scherm verschijnt. 4. Druk op f11 als het bericht "Press for recovery" (Druk op f11 voor herstellen) op het scherm wordt weergegeven. 5. Volg de instructies op het scherm.
1. Typ op het startscherm HP Software Setup. 2. Open HP Software Setup. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om stuurprogramma's opnieuw te installeren of software te selecteren.
12 Computer Setup (BIOS), Multiboot en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Gebruik een van de volgende methoden om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Klik op het pictogram Afsluiten rechtsonder op het scherm en volg de instructies op het scherm. – of – Selecteer met de pijltoetsen Main (Hoofd) > Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) en druk daarna op enter.
Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en het oplossen van problemen. BIOS-versie vaststellen Als u wilt vaststellen of er een recentere BIOS-versie beschikbaar is voor de computer, moet u weten welke versie van het systeem-BIOS momenteel is geïnstalleerd.
De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen nadat het downloaden is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk: 1. Typ bestand op het startscherm en selecteer Bestandsverkenner. 2. Klik op de aanduiding van de vasteschijfeenheid. De vasteschijfaanduiding is gewoonlijk lokale schijf (C:). 3. Maak gebruik van het eerder genoteerde pad en open de map op de vaste schijf die de update bevat. 4.
Nieuwe opstartvolgorde instellen in Computer Setup Ga als volgt te werk om Computer Setup te starten en een opstartvolgorde in te stellen die iedere keer wordt gebruikt als de computer wordt gestart of opnieuw wordt opgestart: 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen. 3.
3. Selecteer met een aanwijsapparaat of met de pijltoetsen Advanced (Geavanceerd) > Boot options (Opstartopties) > MultiBoot Express Boot Popup Delay (Sec) (Wachttijd MultiBoot Express menu (in seconden)) en druk op enter. 4. In het veld MultiBoot Express Popup Delay (Sec) (Wachttijd MultiBoot Express menu (in seconden)) geeft u op hoe lang (in seconden) het menu met opstartapparaten moet worden weergegeven, voordat de computer wordt opgestart overeenkomstig de huidige MultiBootinstelling.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden OPMERKING: De instructies voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) zijn alleen beschikbaar in het Engels. 1. Ga naar http://www.hp.com. 2. Wijs boven aan de pagina Ondersteuning aan en klik vervolgens op Drivers downloaden. 3. Voer de productnaam in het tekstvak in en klik op Start. – of – Klik op Nu zoeken zodat HP uw product automatisch kan detecteren. 4.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in HP Support Assistant geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Alle labels die in dit gedeelte worden beschreven, bevinden zich op een van de 3 plaatsen, afhankelijk van uw computermodel: aan de onderkant van de computer, in de accuruimte of onder het onderpaneel. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie voor het identificeren van uw computer.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
A De computer op reis gebruiken Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht: ● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten. VOORZICHTIG: Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit de schijfruimte haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt of opbergt.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn bedoeld om het risico van elektrische schokken, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
B Problemen oplossen Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg HP Support Assistant voor aanvullende informatie over de computer en koppelingen naar websites. Als u HP Support Assistant vanuit het startscherm wilt openen, selecteert u de app HP Support Assistant. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP.
computer is ingeschakeld maar niet wordt gebruikt, of als de acculading een laag niveau heeft bereikt. Om deze en andere voedingsinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Accu op het Windows-bureaublad in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik u vervolgens op Voorkeuren. ● De computer is niet ingesteld om het beeld op het scherm weer te geven. Druk op fn+f4 om de weergave te schakelen naar het beeldscherm van de computer.
Een extern apparaat werkt niet Probeer de volgende suggesties als een extern apparaat niet goed werkt: ● Schakel het apparaat in volgens de instructies van de fabrikant. ● Controleer of alle apparaataansluitingen correct zijn. ● Controleer of het apparaat elektrische voeding krijgt. ● Controleer of het apparaat compatibel is met het besturingssysteem, met name als het een ouder apparaat betreft. ● Controleer of de juiste stuurprogramma's en de recentste versies hiervan zijn geïnstalleerd.
◦ Het afspeelvenster in het multimediaprogramma wordt gesloten. Klik op de knop Afspelen in uw multimediaprogramma om de schijf weer af te spelen. Heel soms komt het voor dat u het programma moet afsluiten en opnieuw moet starten. Een film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm 1. Als zowel het beeldscherm van de computer als een extern beeldscherm zijn ingeschakeld, drukt u een of meer keren op fn+f4 om te schakelen tussen de twee beeldschermen. 2.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit Accu 42 besparen 45 opties 40 aan/uit-knop 40 aan/uit-knop herkennen 13, 14 aan/uit-lampjes 11, 12 aan/uit-schakelaar 40 aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 25 accu afvoeren 46 lage acculading 43 ontladen 43 opbergen 45 plaatsen 44 resterende lading weergeven 43 vervangen 46 verwijderen 45 voeding besparen 45 accu, temperatuur 45 Accu, vergrendeling 18 Accucontrole 43 Accu-informatie zoeken 42 Accuruimte 86 Accuruimte, herkennen 19 accu uitwerpen 18 Accuvoeding 42 afsluiten 40 Antivirusso
E Elektrostatische ontlading 94 Esc-toets herkennen 15, 16 Essentiële updates, software 67 externe apparaten 51 externe netvoeding gebruiken 46 Externe schijfeenheid 52 F F11-herstelprogramma 75 firewallsoftware 67 Fn, herkennen 33 Fn-toets, herkennen 16, 31 Functietoetsen, herkennen 16, 17 G Garantieperiode computer 86 gebruiken externe netvoeding 46 standen voor energiebesparing 40 Gebruikerswachtwoord 60 geheugenkaart 41 ondersteunde types 49 plaatsen 49 verwijderen 49 geheugenkaartlezer, herkennen 19 ge
Touchpad 13 Webcam 9 Lampjes, vaste schijf 58 Lampje van de netvoedingsadapter/accu 6, 7 lampje van de vaste schijf 19, 58 lampje voor draadloze communicatie 11, 12, 20 Leesbare media 41 linkerrandveegbeweging 30 Lokaal netwerk (LAN) verbinding maken 24 Luchthavenbeveiligingsapparatuu r 53 luidspreker dempen/uit-knop, herkennen 14, 15 Luidsprekers verbinding maken 35 luidsprekers, herkennen 14, 15 M Microfooningang (audio-ingang) herkennen 4, 5 Microsoft, certificaat van echtheid, label 86 Muis, externe voo
Software Schijfopruiming 58 standen voor energiebesparing 40 T Temperatuur 45 tikken, touchpadbeweging 26 toetsen esc 15, 16 fn 16 functie 16, 17 geluidsvolume 35 num lk 16, 17 Windows-applicaties 16 Windows-toets 16 toetsenblok geïntegreerd numeriek 16, 17 herkennen 33 Toetsenblok, extern gebruiken 34 num lock 34 Toetsenblokken herkennen 34 Toetsenbord, sneltoetsen herkennen 31 Touchpad gebruiken 25 in- en uitschakelen 26 knoppen 10 Touchpad, aan/uit-knop herkennen 10 Touchpadbewegingen draaien 28 Knijpen