Naslaggids voor de hardware HP ProDesk 400 G2 Microtower
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de bedrijvengroep van Microsoft. De bijgevoegde informatie kan zonder aankondiging worden veranderd. De enige garanties die gelden voor HP-producten en -diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Aan de informatie in deze publicatie kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van de HP ProDesk Business-pc. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van het product ......................................................................................................................... 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen op het achterpaneel ....................................
Bijlage B Elektrostatische ontlading ................................................................................................................... 43 Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 43 Aardingsmethoden .............................................................................................................................
1 Voorzieningen van het product Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Voor het aanvragen van ondersteuning en voor meer informatie over de hardware en software die op uw computermodel is geïnstalleerd, voert u het hulpprogramma HP Support Assistant uit.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor de optische schijf afgedekt door een afdekplaatje. 1 Slank optisch station (optioneel) 5 Lampje van de vaste schijf 2 Aan/uit-knop met twee standen 6 USB 3.0-poorten (blauw) 3 Microfoonconnector 7 Hoofdtelefoonconnector 4 SD-kaartlezer OPMERKING: Als de stroom is ingeschakeld, brandt het aan/uit-lampje normaal gesproken wit.
Onderdelen op het achterpaneel 1 Netsnoerconnector 7 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 2 Audio-ingang (blauw) 8 Monitorconnector DVI-D 3 Monitorconnector VGA 9 USB 2.0-poorten (zwart) 4 RJ-45-netwerkconnector 10 Seriële poort 5 PS/2-muisconnector (groen) 11 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 6 Netspanning keuzeschakelaar (meegeleverd op bepaalde modellen) OPMERKING: Een optionele tweede seriële poort en een optionele parallelle poort zijn verkrijgbaar bij HP.
4 Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor veel installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u een Torx T-15-schroevendraaier of een gewone schroevendraaier nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Plaats het paneel op de computer (1) schuif het naar de voorkant (2) en draai de duimschroef (3) vast om het paneel op zijn plek vast te maken.
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Een afdekplaatje van een optische-schijfeenheid verwijderen Op sommige modellen wordt de positie voor de dunne optische schijf afgedekt door een afdekplaatje. Verwijder het afdekplaatje vóór het plaatsen van een optische-schijfeenheid. Ga als volgt te werk om een afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2.
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderrand van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt. Systeemkaart, aansluitingen In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 10 Nr.
Nr. Connector voor systeemkaart Label op systeemkaart Kleur Onderdeel 4 PCI Express x16 X16PCIEXP zwart Uitbreidingskaart 5 Seriële poort COMB zwart Optionele tweede seriële poort 6 DIMM3 (kanaal A) DIMM3 zwart Geheugenmodule 7 DIMM1 (kanaal B) DIMM1 zwart Geheugenmodule 8 SATA 2.0 SATA4 wit Optische schijfeenheid 9 SATA 2.0 SATA5 wit Optische schijfeenheid 10 SATA 3.0 SATA0 Donkerblauw Primaire vaste schijf 11 SATA 3.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal twee DIMM's die voldoen aan de industrienormen. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 16 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes vullen De systeemkaart bevat twee DIMM-voetjes: een voetje per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1 en DIMM3. Het DIMM1-voetje werkt in geheugenkanaal B. Het DIMM3-voetje werkt in geheugenkanaal A. Het systeem selecteert automatisch de enkelkanaalmodus, de tweekanaalmodus of de flexmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM's zijn geplaatst. OPMERKING: Geheugenconfiguraties met een enkel kanaal en ongebalanceerde dubbele kanalen leiden tot slechtere videoprestaties.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer heeft drie PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot. OPMERKING: In de PCI Express x16-slot kunt u een PCI Express x1-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren. Voor configuraties met twee grafische kaarten, moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI Express x16 sleuf. Ga als volgt te werk om een uitbreidingskaart te verwijderen, vervangen of te plaatsen: 1.
16 a. Als u een uitbreidingskaart in een lege slot plaatst, moet u een van de afdekplaatjes van het uitbreidingsslot omhoog uit de behuizing schuiven of een gewone schroevendraaier gebruiken om een van de metalen beschermingen te verwijderen op het achterpaneel waarmee het uitbreidingsslot wordt afgedekt. Zorg dat u de juiste bescherming verwijdert voor de uitbreidingskaart die u installeert. b.
c. 9. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de kaart recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af om het te verwijderen. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 10.
11. Om een nieuwe uitbreidingskaart te installeren, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis (1), zodat de onderkant van de kaarthouder in het kleine slot op het chassis schuift. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Schijfposities 1 Slank optische schijfcompartiment 2 Interne 3,5-inch vasteschijfpositie 3 Interne 2,5-inch vasteschijfpositie 4 Interne 3,5-inch vasteschijfpositie OPMERKING: De schijfeenheidconfiguratie van uw computer verschilt mogelijk van de weergegeven schijfeenheidconfiguratie. OPMERKING: De bovenste vasteschijfruimte kan ofwel een 3,5-inch vaste schijf of een 2,5-inch vaste schijf bevatten, maar niet beide.
Verwijderen en installeren van schijven Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijven installeert: ● De primaire Seriële ATA (SATA) harde schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0. ● Sluit een tweede vaste schijf aan op de lichtblauwe SATA-connector met de aanduiding SATA1 op de systeemkaart.
Ga als volgt te werk om een slanke optischeschijfeenheid te verwijderen: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Schuif de groene schijfvergrendeling op de rechter achterkant van de schijf naar het midden van de schijf (1), druk de achterkant van de schijf naar voren om te ontgrendelen (2) en schuif het station uit de schijfruimte (3).
Een slanke optischeschijfeenheid installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
9. Duw de optischeschijfeenheid helemaal naar binnen door het voorpaneel zodat de groene vergrendeling op het behuizingsframe vastklikt. 10. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. 11. Als u een nieuwe schijf installeert, sluit u het tegenoverliggende uiteinde van de gegevenskabel aan op een van de witte SATA-connectoren (met de aanduiding SATA4 of SATA5) op de systeemkaart. 12. Plaats het voorpaneel terug. 13.
Interne vaste schijf van 3,5 inch verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
7. Verwijder de vier 6-32 geleideschroeven (1) en schuif de schijfeenheid uit de schijfruimte (2).
Interne vaste schijf van 3,5 inch installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 8. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties.
Interne vaste schijf van 2,5 inch verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
7. Verwijder de vier 6-32 geleideschroeven (1) en schuif de schijfeenheid uit de schijfruimte (2).
Interne vaste schijf van 2,5 inch installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 8. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties.
Kabelslot 34 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Hangslot beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
36 2. Steek het kabelslot in het bevestigingspunt voor het kabelslot achterop de monitor en bevestig het slot aan de monitor door de sleutel in het sleutelgat op de achterkant van het slot te steken en de sleutel 90 graden te draaien. 3. Schuif de beveiligingskabel door het gat in het kabelslot achterop de monitor.
4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
38 6. Verwijder de duimschroef van de achterkant van de computer. 7. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
8. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. 9. Wanneer u alle stappen hebt uitgevoerd, worden alle apparaten op uw werkstation bevestigd.
A Batterij vervangen De in de computer geïnstalleerde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
7. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. OPMERKING: Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te voltooien. 8. Plaats het toegangspaneel terug. 9. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan. 10. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). 11.
B Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 44 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A achterpaneel, onderdelen 3 optische schijfeenheid maatregelen 45 B Batterij vervangen 40 beveiliging beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 35 hangslot 35 kabelslot 34 P Productidentificatie, locatie 3 R richtlijnen voor computergebruik 44 D DIMM's.