Naslaggids voor de hardware HP ProDesk 490 G2 Microtower
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de bedrijvengroep van Microsoft. De bijgevoegde informatie kan zonder aankondiging worden veranderd. De enige garanties die gelden voor HP-producten en -diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Aan de informatie in deze publicatie kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van de HP ProDesk Business-pc. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van het product ......................................................................................................................... 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen op het achterpaneel ....................................
Bijlage B Elektrostatische ontlading ................................................................................................................... 43 Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 43 Aardingsmethoden .............................................................................................................................
1 Voorzieningen van het product Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Open het hulpprogramma HP Support Assistant voor ondersteuning voor en meer informatie over de op de computer geïnstalleerde hardware en software.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen wordt de positie voor de optische schijf afgedekt door een afdekplaatje. 1 Slank optisch station (optioneel) 5 Lampje van de vaste schijf 2 Aan/uit-knop met twee standen 6 USB 3.0-poorten (blauw) 3 Microfoonconnector 7 Hoofdtelefoonconnector 4 SD Card-lezer OPMERKING: Als de stroom is ingeschakeld, brandt het aan/uit-lampje normaal gesproken wit.
Onderdelen op het achterpaneel 1 Netsnoerconnector 7 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 2 Audio-ingang (blauw) 8 Monitorconnector DVI-D 3 Monitorconnector VGA 9 USB 2.0-poorten (zwart) 4 RJ-45-netwerkconnector 10 USB 3.
Plaats van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u op de buitenkant van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor veel installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u een Torx T-15-schroevendraaier of een gewone schroevendraaier nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Plaats het paneel op de computer (1) schuif het naar de voorkant (2) en draai de duimschroef (3) vast om het paneel op zijn plek vast te maken.
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Het afdekplaatje van een optischeschijfeenheid verwijderen Op sommige modellen wordt de optischeschijfeenheid afgedekt door een afdekplaatje. Verwijder het afdekplaatje vóór het plaatsen van een optischeschijfeenheid. Ga als volgt te werk om het afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2. Verwijder het afdekplaatje door aan de rechterkant van het afdekplaatje (1) het onderste lipje naar boven te drukken en het bovenste lipje naar beneden te drukken.
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt. Systeemkaart, aansluitingen In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 10 Nr.
Nr. Connector voor systeemkaart Label op systeemkaart Kleur Onderdeel 4 PCI Express x16 X16PCIEXP zwart Uitbreidingskaart 5 DisplayPort BEELDSCHERM wit Optionele DisplayPortuitbreidingskaart 6 Seriële poort COMB zwart Optionele tweede seriële poort 7 DIMM4 (kanaal A) DIMM4 wit Geheugenmodule 8 DIMM3 (kanaal A) DIMM3 zwart Geheugenmodule 9 DIMM2 (kanaal B) DIMM2 wit Geheugenmodule 10 DIMM1 (kanaal B) DIMM1 zwart Geheugenmodule 11 SATA 3.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 32 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes vullen De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal B. De voetjes DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal A. Het systeem selecteert automatisch de enkelkanaalmodus, de tweekanaalmodus of de flexmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM's zijn geplaatst.
1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
10. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. Normaal gesproken wordt het extra geheugen automatisch herkend wanneer u de computer weer aanzet. Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer bevat twee PCI Express x1 expansiesleuven, een PCI Express x16 expansiesleuf en een PCI Express x16 expansiesleuf die is teruggebracht naar een x4-sleuf.
7. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk uitbreidingsslot aan de achterkant van het computerchassis hierbij hoort. 8. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. OPMERKING: Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. a.
9. b. Als u een PCI Express x1-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de kaart recht omhoog (1) en vervolgens van de binnenkant van het chassis af (2) om het te verwijderen. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. c.
10. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken. VOORZICHTIG: Nadat u een uitbreidingskaart hebt verwijderd, moet deze worden vervangen door een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de interne onderdelen niet goed functioneert. 11. Om een nieuwe uitbreidingskaart te installeren, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart.
12. Druk de vergrendeling van de uitbreidingskaart tegen de achterzijde van het chassis (1) en schuif deze omlaag (2) zodat de lipjes aan de achterzijde van de vergrendeling in de inkepingen op het chassis schuiven en de bevestig de schroef die de vergrendeling op zijn plek houdt (3). 13. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart. Sluit interne kabels aan op de systeemkaart, indien van toepassing. 14. Plaats het toegangspaneel terug. 15.
Schijfposities 1 Slank optische schijfcompartiment 2 Interne 3,5-inch vasteschijfpositie 3 Interne 2,5-inch vasteschijfpositie 4 Interne 3,5-inch vasteschijfpositie OPMERKING: De schijfeenheidconfiguratie van uw computer verschilt mogelijk van de weergegeven schijfeenheidconfiguratie. OPMERKING: De bovenste ruimte voor vaste schijf kan ofwel een 3,5-inch ofwel een 2,5-inch vaste schijf bevatten, maar niet beide.
Verwijderen en installeren van schijven Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijven installeert: ● De primaire Seriële ATA (SATA) harde schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0. ● Sluit secundaire vaste schijven en optischeschijfeenheden aan op een van de lichtblauwe SATA-connectors op de systeemkaart (aangeduid met SATA1 en SATA4). ● HP levert vier extra 6-32 montageschroeven voor vaste schijf mee.
Ga als volgt te werk om een slanke optischeschijfeenheid te verwijderen: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Druk de groene ontgrendeling rechts op de achterkant van de schijf naar het midden van de schijf (1) en druk de achterkant van de vaste schijf naar voren om deze te ontgrendelen (2). Schuif de schijf daarna uit de schijfruimte (3).
Een slanke optischeschijfeenheid installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
9. Duw de optischeschijfeenheid helemaal naar binnen door het voorpaneel (1), totdat de groene vergrendeling in de behuizing vastklikt. 10. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. 11. Sluit voor een nieuwe schijf de gegevenskabel aan op een van de lichtblauwe SATA-connectors (aangeduid met SATA1 en SATA4) op de systeemkaart. 12. Plaats het voorpaneel terug. 13. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 14.
Interne vaste schijf van 3,5 inch verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
7. Verwijder de vier 6-32 geleideschroeven (1) en schuif de schijfeenheid uit de schijfruimte (2).
Interne vaste schijf van 3,5 inch installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 8. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties.
Interne vaste schijf van 2,5 inch verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
7. Verwijder de vier 6-32 geleideschroeven (1) en schuif de schijfeenheid uit de schijfruimte (2).
Interne vaste schijf van 2,5 inch installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
7. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. 8. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties.
Kabelslot 34 Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Hangslot beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
36 2. Steek het kabelslot in het bevestigingspunt voor het kabelslot achterop de monitor en bevestig het slot aan de monitor door de sleutel in het sleutelgat op de achterkant van het slot te steken en de sleutel 90 graden te draaien. 3. Schuif de beveiligingskabel door het gat in het kabelslot achterop de monitor.
4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
38 6. Verwijder de schroef van de achterkant van de computer. 7. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis.
8. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen. 9. Wanneer u alle stappen hebt uitgevoerd, zijn alle apparaten op uw werkstation beveiligd.
A Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van stroom. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
7. Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van toepassing is voor het vervangen van de batterij. Type 1 a. Neem de batterij uit de houder. b. Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt automatisch in de juiste positie vergrendeld. Type 2 a. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. OPMERKING: Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te voltooien. 8. Plaats het toegangspaneel terug. 9. Steek de stekker in het stopcontact en zet de computer aan. 10. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). 11.
B Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
C Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 44 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A achterpaneel, onderdelen 3 Optischeschijfeenheid reinigen 45 optische schijfeenheid maatregelen 45 B Batterij vervangen 40 beveiliging beveiligingsslot voor HP zakelijke pc 35 hangslot 35 kabelslot 34 beveiligingssloten beveiligingsslot voor HP zakelijke pc 35 P Productidentificatie, locatie 4 R richtlijnen voor computergebruik 44 D DIMM's.