Power Management - Windows 7
Accu kalibreren
Kalibreer een accu in de volgende gevallen:
●
als de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn;
●
als u constateert dat de werktijd van de accu duidelijk anders is dan tevoren.
Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet nodig om de accu vaker dan eens per maand te
kalibreren. Het is ook niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren.
Stap 1: Laad de accu volledig op
WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig.
OPMERKING: De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het
opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de accu volledig op te laden:
1. Plaats de accu in de computer.
2. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel
dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron.
Het acculampje van de computer gaat branden.
3. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is
opgeladen.
Het acculampje van de computer gaat uit.
Stap 2: Schakel de energiebesparende voorzieningen uit
1. Klik op het pictogram Accumeter in het systeemvak en klik vervolgens op Meer opties.
– of –
Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en beveiliging > Energiebeheer.
2. Klik onder het huidige energiebeheerschema op De schema-instellingen wijzigen.
3. Noteer de instellingen in de kolommen Het beeldscherm uitschakelen na en De computer in
slaapstand zetten na, zodat u deze instellingen na de kalibratie weer kunt opgeven.
4. Selecteer voor zowel Het beeldscherm uitschakelen na als De computer in slaapstand zetten
na de instelling Nooit.
5. Klik op Geavanceerde energie-instellingen wijzigen.
6. Klik op het plusje naast Slaapstand en klik vervolgens op het plusje naast Hibernationstand
na.
7. Noteer de instelling voor Op accu onder Hibernationstand na, zodat u deze instelling na de
kalibratie weer kunt opgeven.
8. Wijzig de instelling voor Op accu naar Nooit.
18 Hoofdstuk 4 Accuvoeding gebruiken