Energiebeheer Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en -diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving over het product In deze handleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar.
iv Kennisgeving over het product NLWW
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Computer afsluiten 3 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken ............................................................................................... 4 Slaapstand activeren of beëindigen ..................................................................................... 4 Hibernationstand activeren of beëindigen ...........................................................................
5 Externe netvoeding gebruiken Netvoedingsadapter aansluiten .......................................................................................................... 16 Index ...................................................................................................................................................................
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. (1) (2) (3) NLWW Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampjes (2)* ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
(4) Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u op de aan/uit-knop om het systeem uit te schakelen. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/ uit-knop om de slaapstand te beëindigen. ● Als de computer in de hibernationstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de hibernationstand te beëindigen.
2 Computer afsluiten VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten sluit u alle geopende programma's, waaronder het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld. Sluit de computer af in de volgende gevallen: ● Als u de accu wilt vervangen of toegang wilt tot onderdelen in de computer.
3 Opties voor energiebeheer instellen Energiebesparende standen gebruiken Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de hibernationvoorziening. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand.
U activeert als volgt de hibernationstand: 1. Klik op Start en klik vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendelen. 2. Klik op Sluimerstand. U beëindigt als volgt de hibernationstand: ▲ Druk kort op de aan/uit-knop. De aan/uit-lampjes gaan branden en uw werk verschijnt op het scherm op het punt waar u was gestopt met werken en de hibernationstand werd geactiveerd.
Ander energiebeheerschema selecteren ▲ Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en selecteer een energiebeheerschema in de lijst. – of – Klik op Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Energiebeheer en selecteer een energiebeheerschema in de lijst. Energiebeheerschema's aanpassen 1. Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Meer opties. – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > Systeem en onderhoud > Energiebeheer. 2.
4 Accuvoeding gebruiken Wanneer er zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is aangesloten op een externe netvoedingsbron, werkt de computer op netvoeding. Als er een opgeladen accu in de computer is geplaatst en de computer op externe voeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Bekijk een benadering van de overgebleven accuwerktijd in minuten in het Mobiliteitscentrum van Windows. ▲ Klik op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Windows Mobiliteitscentrum. – of – Selecteer Start > Configuratiescherm > Draagbare computer > Windows Mobiliteitscentrum. De tijdsduur geeft bij benadering de resterende accuwerktijd aan als de accu op het huidige niveau voeding blijft leveren.
3. Verwijder de accu (2). Accu opladen WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. De accu wordt opgeladen wanneer de computer is aangesloten op een externe voedingsbron via een netvoedingsadapter, een optionele voedingsadapter of een optioneel dockingapparaat. De accu wordt opgeladen ongeacht of de computer in gebruik is of uit staat, maar het opladen verloopt sneller wanneer de computer is uitgeschakeld.
● Knipperend oranje: een accu die de enige beschikbare voedingsbron is, is bijna leeg. Wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt, begint het acculampje snel te knipperen. ● Uit: als de computer is aangesloten op een externe voedingsbron, gaat het lampje uit wanneer alle accu's in de computer volledig zijn opgeladen. Als de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, blijft het lampje uit tot de accu in de computer bijna leeg is.
Problemen met lage acculading verhelpen VOORZICHTIG: Wacht met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn. Zo beperkt u het risico van gegevensverlies wanneer de hibernationstand is geactiveerd doordat het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden.
U laadt als volgt de accu volledig op: 1. Plaats de accu in de computer. 2. Sluit de computer aan op een netvoedingsadapter, optionele voedingsadapter of optioneel dockingapparaat, en sluit de adapter of het apparaat aan op een externe netvoedingsbron. Het acculampje van de computer gaat branden. 3. Zorg dat de computer op de externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Het acculampje van de computer gaat uit. Stap 2: schakel de energiebesparende voorzieningen uit 1.
Ga als volgt te werk om accu te ontladen: NLWW 1. Koppel de computer los van de externe voedingsbron, maar schakel de computer niet uit. 2. Laat de computer op accuvoeding werken totdat de accu volledig is ontladen. Het acculampje gaat knipperen wanneer de accu bijna ontladen is. Wanneer de accu volledig is ontladen, gaat het acculampje uit en wordt de computer afgesloten.
Stap 4: laad de accu volledig op Ga als volgt te werk om de accu op te laden: 1. Zorg dat de computer op een externe voedingsbron aangesloten blijft totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller wanneer de computer is uitgeschakeld. 2.
Accu opbergen VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen. Verwijder de accu en bewaar deze afzonderlijk als de computer meer dan 2 weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Bewaar de accu op een koele en droge plaats, zodat de accu langer opgeladen blijft. OPMERKING: Een opgeborgen accu verliest langzaam energie. Laad de accu daarom elke 6 maanden op.
5 Externe netvoeding gebruiken Externe netvoeding wordt geleverd door een van de volgende apparaten: WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter, of een compatibele adapter die als accessoire is aangeschaft bij HP.
3. NLWW Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (3).
Index A Aan/uit-knop, herkennen 2 Aan/uit-lampjes, herkennen 1 Aansluiten, externe netvoedingsbron 16 Accu afvoeren 15 kalibreren 11 lage acculading 10 opbergen 15 opladen 9, 11 opnieuw opladen 14 plaatsen 8 verwijderen 8 voeding besparen 14 Accu, temperatuur 15 Acculampje 1, 9, 10 Accuvergrendeling 8 Accuvoeding 7 Afsluiten 3 B Beschrijfbare media 4 Besparen, voeding 14 Besturingssysteem 3 1 H Hibernationstand activeren 4 beëindigen 4 geactiveerd bij kritiek lage acculading 10 K Kalibreren, accu 11 Knop,