Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen ....................................................................................... 2 Touchpad gebruiken ............................................................................................................................. 2 Muisbesturing gebruiken ...................................................................................................................... 2 Externe muis aansluiten ....................
iv
1 Cursorbesturing gebruiken (1) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (2) Middenknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de middenknop op een externe muis. (3) Rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. (4) Schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u omhoog of omlaag.
(9) Linkerknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. OPMERKING: In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Om de voorkeuren voor cursorbesturing weer te geven of te wijzigen, selecteert u Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis. Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Muis om Eigenschappen voor Muis te openen.
2 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). De pictogrammen op de toetsen f3, f4 en f8 tot en met f11 geven de functies van de hotkeys weer. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Functie Hotkey Systeeminformatie weergeven fn+esc Standbystand activeren.
U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer: ● Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. – of – ● Houd de fn-toets ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens beide toetsen tegelijk los. Systeeminformatie weergeven (fn+esc) Druk op fn+esc om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen en het versienummer van het BIOS van het systeem.
Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op fn +f4 drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen.
3 HP Quick Launch-knoppen gebruiken Met HP Quick Launch Buttons kunt u snel veelgebruikte programma's, bestanden of websites openen. U kunt de fabrieksinstellingen gebruiken, die in de volgende tabel worden beschreven. U kunt de knoppen ook anders programmeren door het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons te openen. De Quick Launch-knoppen zijn onder andere de infoknop (1) en de presentatieknop (2).
Onderdeel (2) Presentatieknop Beschrijving ● HP Help en ondersteuning ● Accessoires voor HP notebookcomputer in vogelvlucht ● HP notebookcomputer in vogelvlucht ● Gebruikershandleidingen voor HP producten ● HP Connection Manager ● HP Software Setup ● Presto! BizCard 5 Hiermee opent u het venster Presentation Options (Opties voor presentatie), waarin u veelgebruikte presentaties, bestanden, programma's of websites kunt starten.
Configuratiescherm Quick Launch Buttons openen Met het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons kunt u eigen voorkeuren instellen voor de infoknop en de presentatieknop. Met beide knoppen kunt u veelgebruikte programma's starten. U kunt het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de volgende manieren openen: ● Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en andere hardware > Quick Launch Buttons (Quick Launch-knoppen).
4 HP QuickLook 2 gebruiken Met HP QuickLook 2 kunt u de e-mailberichten, kalender, contactgegevens en taakgegevens van Microsoft® Outlook bekijken zonder het besturingssysteem te starten. Nadat QuickLook 2 is geconfigureerd, krijgt u snel toegang tot belangrijke informatie wanneer de computer uit staat of in de hibernationstand staat, door op de infoknop te drukken. QuickLook 2 configureren Ga als volgt te werk om QuickLook 2 te configureren: 1. Open Microsoft® Outlook.
Handmatig informatie verzamelen Ook als u QuickLook 2 heeft geconfigureerd voor het verzamelen van informatie met vaste intervallen, kunt u op elk gewenst moment Outlook-informatie verzamelen en opslaan, zo lang u bent aangemeld bij uw Outlook-account. QuickLook 2 gebruiken De functie van de infoknop verschilt, afhankelijk van de vraag of u QuickLook 2 al dan niet heeft geconfigureerd.
5 Toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esctoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Voor de meeste externe numerieke toetsenblokken geldt dat de werking van de toetsen afhangt van het wel of niet ingeschakeld zijn van num lock (num lock is standaard uitgeschakeld). Bijvoorbeeld: ● Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ● Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
6 Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken.
Index A Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 2 Acculading, informatie 5 B Beeldscherm beeld, schakelen 5 helderheid instellen, hotkeys 5 Beeldscherm, schakelen 5 C Cursorbesturing gebruiken 2 herkennen 1 E EasyPoint-muisbesturing gebruiken 2 EasyPoint-muisbesturing, gebruiken 1 EasyPoint-muisbesturing, herkennen 1 EasyPoint-muisbesturing, knoppen, herkennen 1, 2 F fn-toets 3 Functietoetsen 3 H HDMI 5 Helderheid instellen, hotkeys 5 Hotkeys acculading, informatie 5 beschrijving 3 gebruiken 4 helderheid v