Multimedia Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Multimediavoorzieningen Multimediacomponenten herkennen .................................................................................................... 2 Geluidsvolume aanpassen ................................................................................................................... 4 Cd of dvd maken ("branden") ...............................................................................................................
iv
1 Multimediavoorzieningen De computer bevat multimediavoorzieningen waarmee u muziek kunt beluisteren, naar films kunt kijken en afbeeldingen en foto's kunt bekijken.
Multimediacomponenten herkennen De volgende afbeelding en tabel geven informatie over de multimediavoorzieningen van de computer. Onderdeel Beschrijving (1) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (2) Webcam Hiermee kunt u geluid en videobeelden vastleggen en foto's maken. (3) Webcamlampje Dit lampje gaat branden wanneer videosoftware gebruikmaakt van de webcam. (4) Knop Geluid uit Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Wanneer u een extern audioapparaat aansluit op de hoofdtelefoonuitgang, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld. (8) Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven. (9) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een high-definitiontelevisie en andere compatibele digitale apparatuur of audio-apparatuur.
Geluidsvolume aanpassen U kunt het geluidsvolume regelen met de volgende voorzieningen: ● ● Volumeregeling van de computer (alleen bepaalde modellen): ◦ Druk op de knop Geluid uit (1) om het geluid uit of weer in te schakelen. ◦ Wrijf met uw vinger van rechts naar links over de schuifzone voor het geluidsvolume (2) om het geluid zachter te zetten. ◦ Wrijf met uw vinger van links naar rechts over de schuifzone voor het geluidsvolume (2) om het geluid harder te zetten. Volumeregeling van Windows®: a.
Cd of dvd maken ("branden") Als de computer een cd-rw-, dvd-rw- of dvd+/-rw-optische-schijfeenheid heeft, kunt u met behulp van software zoals Windows Media Player of Roxio Creator Business gegevens- en audiobestanden branden, waaronder MP3- en WAV-muziekbestanden. Voor het branden van videobestanden op een cd of dvd gebruikt u Windows Movie Maker.
2 Werken met multimediasoftware Op de computer staat vooraf geïnstalleerde en geladen multimediasoftware. Sommige modellen worden geleverd met aanvullende multimediasoftware op een optische schijf. Afhankelijk van de hardware en software die bij de computer is geleverd, kunnen de volgende multimediataken worden ondersteund: ● Digitale media afspelen, waaronder audio- en video-cd's, audio- en video-dvd's en internetradio. ● Gegevens-cd's samenstellen of kopiëren.
Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware gebruiken U maakt als volgt gebruik van de vooraf geïnstalleerde multimediasoftware: ▲ Selecteer Start > Alle programma's en open het multimediaprogramma dat u wilt gebruiken. OPMERKING: Sommige programma’s bevinden zich mogelijk in submappen.
Vooraf geladen multimediasoftware installeren U installeert als volgt vooraf geladen software vanaf de vaste schijf: selecteer Start > Alle programma's > HP Software Setup (HP software installeren) en volg de instructies op het scherm.
Multimediasoftware vanaf een schijf installeren U installeert multimediasoftware als volgt vanaf een cd of dvd: 1. Plaats de schijf in de optische-schijfeenheid. 2. Volg de installatie-instructies die worden gegeven in de installatiewizard. 3. Start de computer opnieuw op als daarom wordt gevraagd.
3 Audio Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende audiovoorzieningen te gebruiken: 10 ● Muziek afspelen via de computerluidsprekers en/of aangesloten externe luidsprekers ● Geluid opnemen met de interne microfoon of een externe microfoon aansluiten ● Muziek downloaden van internet ● Multimediapresentaties maken met beeld en geluid ● Beeld en geluid overbrengen met expresberichtenprogramma's ● Radioprogramma's als audiostream ontvangen (alleen bepaalde modellen) of FM-radiosignalen ontva
Externe audioapparatuur aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid. Als u externe apparaten zoals externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of een microfoon wilt aansluiten, raadpleegt u de bij het apparaat verstrekte informatie.
Audiofuncties controleren U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm. 2. Selecteer Spraak, geluid en geluidsapparaten > Geluiden en audioapparaten. 3. Wanneer het venster Eigenschappen voor Geluiden en audioapparaten verschijnt, klikt u op de tab Geluiden. Selecteer onder Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en klik er met de rechterpijlknop op om het geluid te testen.
4 Video Uw computer biedt de mogelijkheid uiteenlopende videovoorzieningen te gebruiken: ● Films bekijken ● Spelletjes spelen via internet ● Afbeeldingen en video's bewerken voor presentaties ● Externe videoapparatuur aansluiten 13
Externe monitor of projector aansluiten Via de externe-monitorpoort sluit u een extern weergaveapparaat aan op de computer, zoals een externe monitor of projector. ▲ Sluit de kabel van het apparaat aan op de externe-monitorpoort om een weergaveapparaat aan te sluiten. OPMERKING: Als een extern weergaveapparaat op de juiste wijze is aangesloten maar geen beeld geeft, drukt u op fn+f4 om het beeld naar het apparaat te schakelen.
HDMI-poort gebruiken(alleen bepaalde modellen) Bepaalde computermodellen beschikken over een High Definition Multimedia Interface (HDMI)-poort. Via de HDMI-poort sluit u de computer aan op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een highdefinition televisietoestel of andere compatibele digitale apparatuur of audio-apparatuur.
Audio configureren als u HDMI gebruikt (alleen bepaalde modellen) Om HDMI-audio te configureren, sluit u eerst een audio- of videoapparaat, zoals een highdefinitiontelevisietoestel, aan op de HDMI-poort van de computer. Daarna configureert u als volgt het standaardweergaveapparaat voor audio: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidspreker in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik op Eigenschappen van audio aanpassen. 2. Klik op de tab Audio.
5 Webcam De computer heeft een geïntegreerde webcam, die zich boven aan het beeldscherm bevindt. In combinatie met de vooraf geïnstalleerde software kunt u de webcam gebruiken om een foto te maken, een video op te nemen of een geluidsopname te maken. U kunt de gemaakte foto, video-opname of geluidsopname weergeven en op de vaste schijf van de computer opslaan. Als u de webcam en de HP Webcam-software wilt gebruiken, selecteert u Start > Alle programma's > HP Webcam Application.
Tips voor de webcam Neem voor de beste resultaten de volgende richtlijnen in acht bij het gebruik van de webcam: ● Zorg dat u de meest recente versie van een expresberichtenprogramma heeft voordat u een videogesprek begint. ● De firewalls van sommige netwerken kunnen het functioneren van de webcam belemmeren. OPMERKING: Als u problemen ondervindt bij het weergeven of verzenden van video naar iemand in een ander lokaal netwerk of buiten uw netwerkfirewall, schakelt u de firewall tijdelijk uit.
Eigenschappen van de webcam aanpassen U kunt de volgende eigenschappen van de webcam aanpassen: ● Brightness (Helderheid): de hoeveelheid licht in het beeld. Een hogere instelling voor helderheid zorgt voor een lichter beeld. Een lagere instelling voor helderheid zorgt voor een donkerder beeld. ● Contrast: het verschil tussen lichtere en donkerdere delen van het beeld. Een hogere instelling voor contrast zorgt voor een scherpere afbeelding.
Focus van de webcam instellen (alleen bepaalde modellen) De volgende scherpstelopties zijn beschikbaar: ● Normaal: de fabrieksinstelling van de camera is afdoende voor normale fotografie. Het bereik loopt van ongeveer een meter vóór de lens tot oneindig. ● Macro: de instelling voor close-ups, voor het maken van foto's en video-opnamen van dichtbij (alleen bepaalde modellen). OPMERKING: De Bizcard-lezer (alleen bepaalde modellen) is tijdens gebruik vast ingesteld op de macrostand.
6 Problemen oplossen In de volgende gedeelten worden enkele veelvoorkomende problemen en mogelijke oplossingen beschreven.
De lade van de optische-schijfeenheid gaat niet open bij het verwijderen van een cd of dvd 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver mogelijk uit (2). 3. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
De computer herkent de optische-schijfeenheid niet Als de computer de optische-schijfeenheid niet detecteert, gebruikt u Apparaatbeheer om problemen met het apparaat te achterhalen en op te lossen. Daarna kunt u het apparaatstuurprogramma updaten, verwijderen of uitschakelen. Ga als volgt te werk om apparaten en stuurprogramma's te controleren in Apparaatbeheer: 1. Verwijder eventuele schijven uit de optische-schijfeenheid. 2. Selecteer Start > Deze computer. 3.
Er is een nieuw apparaatstuurprogramma nodig Apparaatstuurprogramma's van Microsoft verkrijgen De computer is ingesteld op automatische controle op en installatie van apparaatstuurprogramma's van Microsoft wanneer er nieuwe apparaten op de computer worden aangesloten. Apparaatstuurprogramma's van HP verkrijgen U kunt op een van de volgende manieren de recentste apparaatstuurprogramma's van HP verkrijgen: ● HP Update gebruiken ● Via de website van HP U gebruikt HP Update als volgt: 1.
Een schijf wordt niet afgespeeld ● Sla uw werk op en sluit alle geopende programma’s af voordat u een cd of dvd afspeelt. ● Verbreek de verbinding met internet voordat u een cd of dvd afspeelt. ● Controleer of de schijf juist is geplaatst. ● Controleer of de schijf schoon is. Maak de schijf zo nodig schoon met gefilterd water en een pluisvrije doek. Veeg van het midden van de schijf naar de buitenrand. ● Controleer de schijf op krassen.
Een schijf wordt niet automatisch afgespeeld 1. Klik op Start > Deze computer. 2. Klik met de rechtermuisknop op het apparaat (bijvoorbeeld een cd-rom-drive) en klik op Eigenschappen. 3. Klik op de tab Automatisch afspelen en selecteer een van de beschikbare acties. 4. Klik op OK. Als u een cd of dvd in de optische-schijfeenheid plaatst, moet die nu automatisch starten.
Een dvd-film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm 1. Als zowel het beeldscherm van de computer als een extern beeldscherm zijn ingeschakeld, drukt u een of meer keren op fn+f4 om te schakelen tussen de twee beeldschermen. 2. Configureer de monitorinstellingen zodanig dat het externe beeldscherm het primaire beeldscherm wordt: a. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en selecteer Eigenschappen > Instellingen. b. Geef een primair en een secundair beeldscherm op.
Het branden van een schijf begint niet of stopt voordat het gereed is 28 ● Controleer of alle programma's zijn afgesloten. ● Schakel de standbystand en de hibernationstand uit. ● Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleidingen voor meer informatie over schijftypen. ● Controleer of de schijf correct is geplaatst. ● Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw.
Index A Apparaatstuurprogramma's apparaten van HP 24 Microsoft-apparaten 24 verwijderen, opnieuw installeren 24 Audioapparatuur, aansluiten van externe 11 Audio configureren 16 Audiofuncties controleren 12 Audio-ingang (microfoon) 2 Audio-uitgang (hoofdtelefoon) 2 Audiovoorzieningen 10 Automatisch afspelen 26 C Cd beveiligen 6 branden 5 schrijven naar 6 Controleren, audiofuncties 12 D Dempen, knop 4 Dvd beveiligen 6 branden 5 schrijven naar 6 E Externe audioapparatuur, aansluiten 11 Externe-monitorpoort 14