RAID Gebruikershandleiding
© Copyright 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 RAID-technologie - overzicht RAID-terminologie ................................................................................................................................ 2 Ondersteunde RAID-modi .................................................................................................................... 3 De voordelen van ondersteunde RAID-modi ........................................................................................
iv
1 Inleiding Tot voor kort waren er beperkte mogelijkheden voor de meeste gebruikers van notebookcomputers die hun gegevens wilden beschermen tegen verlies bij een storing van de vaste schijf. Deze mogelijkheden waren: bestanden handmatig naar een back-upschijfeenheid kopiëren of gebruikmaken van omslachtige back-upsoftware.
2 RAID-technologie - overzicht In dit hoofdstuk worden de termen gedefinieerd die in deze handleiding worden gebruikt en worden de RAID-technologieën beschreven die worden ondersteund door bepaalde HP zakelijke notebookcomputers. RAID-terminologie Sommige termen in de volgende tabel hebben een bredere betekenis, maar ze worden gedefinieerd in relatie tot de RAID-implementatie die in deze handleiding wordt beschreven.
Ondersteunde RAID-modi De RAID-modi die worden ondersteund door HP zakelijke notebookcomputers, zijn RAID 0, RAID 1 en Intel® Rapid Recover Technology (RAID 1 enhanced). Deze modi worden hierna beschreven. Voor elke RAID-modus zijn twee SATA-HDD's vereist.
RAID-NIVEAUS Functie/toepassingen Voordelen/nadelen SATA-schijfeenheiduitbreidingssets op pagina 6). RAID 1 RAID IRRT Functie: Voordelen: Identieke gegevens worden opgeslagen op twee schijfeenheden (mirroring). Hoge fouttolerantie. Toepassingen: Slechts de helft van de totale capaciteit van de schijfeenheden kan worden gebruikt voor opslag.
De voordelen van ondersteunde RAID-modi Fouttolerantie en snelheid zijn belangrijke factoren bij de keuze van een RAID-modus. Fouttolerantie Fouttolerantie is de mate waarin een RAID-array bestand is tegen uitval van een schijfeenheid en hiervan kan herstellen. Fouttolerantie is gebaseerd op redundantie. RAID 0 heeft dus geen fouttolerantie, omdat het geen gegevens kopieert naar een andere HDD. Bij RAID 1 en IRRT kan één schijfeenheid uitvallen zonder dat de array uitvalt.
3 Ondersteunde besturingssystemen en apparaten Ondersteunde besturingssystemen HP RAID ondersteunt 32-bits en 64-bits versies van de besturingssystemen Microsoft® Windows® XP Professional (SP1, SP2 en SP3) en Windows Vista® SP1. Ondersteunde apparaten In dit gedeelte worden de apparaten beschreven waarvoor RAID-migratie wordt ondersteund, waaronder SATA-schijfeenheden, computers en dockingstation.
eSATA HDD's (alleen bepaalde modellen) Externe SATA, of eSATA, is een externe interface die het mogelijk maakt dat een SATA-schijfeenheid gegevensoverdrachtsnelheden bereikt die tot zes keer hoger liggen dan die van een SATAschijfeenheid die gebruikmaakt van een standaard USB 2.0-interface. De volgende afbeelding laat een ondersteunde notebookcomputer zien, met een primaire HDD (1) en een eSATA-schijfeenheid (2) aangesloten op de eSATA-poort (alleen bepaalde modellen) om RAID IRRT mogelijk te maken.
8 Hoofdstuk 3 Ondersteunde besturingssystemen en apparaten
HP geavanceerd dockingstation IRRT ondersteunt aansluiting op en loskoppeling van een dockingstation. Het kan worden gebruikt om mirroring te implementeren tussen de primaire HDD (1) en een optionele HDD in de ruimte voor verwisselbare SATA-schijfeenheden van het HP geavanceerd dockingstation (2). De volgende afbeelding laat een HP geavanceerd dockingstation zien met de herstel-HDD in de ruimte voor verwisselbare SATA-schijfeenheden, hetgeen IRRT mogelijk maakt.
4 Voorzieningen van Intel Matrix Storage Manager Intel Matrix Storage Manager ondersteunt de volgende voorzieningen. Advanced Host Controller Interface De Advanced Host Controller Interface (AHCI) is een specificatie die het opslagstuurprogramma in staat stelt geavanceerde SATA-voorzieningen zoals Native Command Queuing en hot-plugmogelijkheden te activeren. Deze voorzieningen zijn alleen beschikbaar als AHCI is geactiveerd in het systeem-BIOS (zie RAID activeren via het systeem-BIOS (f10) op pagina 13).
Intel Rapid Recover Technology Intel Matrix Storage Manager ondersteunt de volgende IRRT-voorzieningen. Updatebeleid voor mirror-HDD's Met IRRT kunt u bepalen hoe het updaten van de mirror-HDD plaatsvindt: continu of op verzoek. Bij het updatebeleid met continue updates worden gegevens van de primaire schijfeenheid gelijktijdig gekopieerd naar de mirror-schijfeenheid, zolang beide schijfeenheden zijn aangesloten op het systeem.
5 RAID-volume instellen Bij de volgende instructies is ervan uitgegaan dat een ondersteunde HDD is geïnstalleerd in de upgraderuimte van de computer of in de ruimte voor verwisselbare SATA-schijfeenheden van het dockingstation, of is aangesloten op de eSATA-poort van de notebookcomputer (zie Ondersteunde apparaten op pagina 6). De basisstappen voor RAID-migratie zijn: ● RAID activeren via het systeem-BIOS. ● RAID-migratie initiëren via de Intel® Matrix Storage Console.
RAID activeren via het systeem-BIOS (f10) OPMERKING: Bij de volgende procedures is ervan uitgegaan dat u de HDD-image gebruikt die bij uw computer is geleverd. Als er een andere image wordt geïnstalleerd op de computer, moet u eerst RAID activeren via het systeem-BIOS (f10) en daarna het besturingssysteem en alle vereiste stuurprogramma's installeren, waaronder het stuurprogramma voor Intel Matrix Storage. Volg daarna de stappen in RAID-migratie initiëren via de Intel Matrix Storage Console op pagina 15.
4. Selecteer in het venster Device Configurations de optie RAID rechts van SATA Device Mode (SATA-apparaatmodus). Klik op Yes (Ja) wanneer het volgende bericht verschijnt: "Changing this setting may require reinstallation of your operating system. Are you sure you want to proceed? (Als u deze instelling wijzigt, moet u mogelijk het besturingssysteem opnieuw installeren.
RAID-migratie initiëren via de Intel Matrix Storage Console 1. Open de Intel Matrix Storage Console (Console) door Start > Alle programma's > Intel Matrix Storage Manager > Intel Matrix Storage Console te selecteren. OPMERKING: Windows Vista kent de voorziening Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren.
rechterdeelvenster een beschrijving. Nadat u het beste RAID-niveau voor uw toepassing heeft gekozen, volgt u de bijbehorende instructies in een van de volgende gedeelten. Als u een geavanceerde gebruiker bent en de voorkeur geeft aan meer opties, raadpleegt u Intel Matrix Storage Console - geavanceerde voorzieningen op pagina 23. Migreren naar RAID 1 16 1.
3. Weergave van de status van de vaste schijf en de volumes na voltooiing van de migratie. 4. Sluit het Console-venster, sla eventuele open bestanden op en start de computer opnieuw op. Migreren naar RAID 0 OPMERKING: Voor migratie naar RAID 0 moet u nog een aantal geavanceerde stappen uitvoeren, waaronder het kopiëren van gegevens naar een andere externe USB-HDD. Lees de volledige procedure voor migratie naar RAID 0 voordat u begint. 1.
2. De voortgang van de migratie naar RAID 0 wordt in een apart venster weergegeven. U kunt het consolevenster en het voortgangsvenster minimaliseren en de computer tijdens het migratieproces blijven gebruiken. 3. Klik op Yes (Ja) om het systeem opnieuw op te starten wanneer daarom wordt gevraagd nadat het maken van het volume is voltooid.
3. Klik met de rechtermuisknop op de capaciteit van Niet toegewezen en selecteer Nieuwe partitie in de vervolgkeuzelijst. De wizard Nieuwe partitie verschijnt. 4. Klik op Volgende. 5. Selecteer Primaire partitie en klik op Volgende. Standaard wordt de maximale partitiegrootte ingesteld. 6. Klik op Volgende. 7. Wijs een schijfaanduiding toe en klik op Volgende. 8. Selecteer de indeling NTFS, voer de volumenaam in en klik op Volgende. 9.
11. Ga terug naar het venster Schijfbeheer en selecteer de partitie HP_RECOVERY. Klik daarna op het verwijderingspictogram in de menubalk. Herhaal deze procedure voor de partitie HP_TOOLS. De hoeveelheid niet-toegewezen capaciteit wordt vergroot. 12. Klik met de rechtermuisknop op station (C:) en klik op Volume uitbreiden in de vervolgkeuzelijst. De wizard Volume uitbreiden wordt geopend. 13. Klik op Volgende. 14.
BCDEDIT.EXE -store D:\Boot\BCD -set {ramdiskoptions} ramdisksdipath \boot\boot.sdi BCDEDIT.EXE -store D:\Boot\BCD -create {572bcd55-ffa7-11d9-aae0-0007e994107d} -d "HP Recovery Environment" -application OSLOADER BCDEDIT.EXE -store D:\Boot\BCD -set {572bcd55-ffa7-11d9-aae0-0007e994107d} device ramdisk=[D:]\sources\winre.wim,{ramdiskoptions} BCDEDIT.EXE -store D:\Boot\BCD -set {572bcd55-ffa7-11d9-aae0-0007e994107d} path \windows\system32\boot\winload.exe BCDEDIT.EXE -store D:\Boot\BCD -set {572bcd55-ffa7-11d9
verwisselbare SATA-schijfeenheden van het dockingstation bevindt of is aangesloten op de eSATApoort van de notebookcomputer (alleen bepaalde modellen), is IRRT de enige beschikbare RAID-optie. 22 1. Selecteer Protect data using Intel® Rapid Recover Technology (Gegevens beveiligen met Intel® Rapid Recover Technology) in het linkerdeelvenster en klik op het pictogram naast Create a recovery volume (Herstelvolume maken) in het rechterdeelvenster.
3. Nadat de RAID-migratie is voltooid, verschijnt er een melding. In het consolevenster wordt de status van het volume weergegeven. 4. Het verdient aanbeveling de computer opnieuw op te starten nadat het RAID-volume is gemaakt. Intel Matrix Storage Console - geavanceerde voorzieningen Deze optionele configuratieprocedure is beschikbaar voor gevorderde gebruikers. 1.
24 2. In de geavanceerde modus bevat de Console tevens het menu Actions (Acties), dat kan worden gebruikt om toegang te krijgen tot geavanceerde RAID-opties waarmee u handmatig een RAIDvolume of een herstelvolume kunt configureren. 3. Als u een van de opties in het menu Actions selecteert, wordt de wizard Create Recovery Volume (Herstelvolume maken) geopend. Hierin kunt u de primaire (master) schijfeenheid en de secundaire (herstel) schijfeenheid selecteren.
IRRT-voorzieningen van Intel Matrix Storage Console gebruiken Volume-updatebeleid wijzigen Met IRRT kunt u bepalen hoe het updaten van de herstel-HDD plaatsvindt: continu of op verzoek. Continuous Updates (Continue updates) is het standaard updatebeleid (zie Updatebeleid voor mirrorHDD's op pagina 11). Het updatebeleid wordt als volgt gewijzigd in updates op verzoek: 1. Selecteer Modify Volume Update Policy (Volume-updatebeleid wijzigen) in het linkerdeelvenster.
3. Bij gebruik van het updatebeleid "op verzoek" kunt u het herstelvolume handmatig updaten door Update Recovery Volume (Herstelvolume updaten) te selecteren in het linkerdeelvenster en daarna te klikken op het pictogram naast Update Recovery Volume in het rechterdeelvenster. 4.
2. Klik op OK om de toegang tot de bestanden op de herstelschijfeenheid te bevestigen. U kunt nu Windows Verkenner openen om de bestanden weer te geven. Het updatebeleid verandert in "op verzoek" en het herstelvolume knippert rood in het consolevenster. 3.
6 RAID-schijfeenheden terugzetten naar niet-RAID U kunt een RAID 1- of IRRT-volume terugzetten naar twee niet-RAID-schijfeenheden. Volg daartoe de onderstaande instructies om toegang te krijgen tot het Intel Optie-ROM en beide schijfeenheden terug te zetten naar de status "niet-RAID". U moet ook beide schijfeenheden terugzetten naar niet-RAID als u de RAID-herstelschijfeenheid uit de upgraderuimte van de notebookcomputer moet verplaatsen naar de ruimte in het dockingstation.
2. Selecteer in het hoofdmenu met de pijl-omhoog- of pijl-omlaag-toets 3. Reset Disks to Non-RAID (Schijven terugzetten naar niet-RAID) en druk op enter. Het venster Reset RAID Data (RAIDgegevens terugzetten) verschijnt. 3. Druk op de spatiebalk om de eerste schijfeenheid te selecteren en druk op de pijl-omlaag-toets en de spatiebalk om de tweede schijfeenheid te selecteren. 4. Druk op enter en druk daarna op Y om de selectie te bevestigen. 5. Selecteer met de pijl-omlaag-toets 5.
7 Veelgestelde vragen Kan er meer dan één RAID-volume op een computer worden geïnstalleerd? Nee, er kan maar één RAID-volume op een computer zijn geïnstalleerd. Wordt Matrix RAID ondersteund om zowel RAID 0 als RAID 1 op één RAID-volume mogelijk te maken? Nee. Kan de computer worden losgekoppeld van het dockingstation als de herstel-HDD zich in de ruimte voor verwisselbare SATA-schijfeenheden van het dockingstation bevindt? Ja.
Index A Activeren, RAID 13 Advanced Host Controller Interface 10 Apparaten, ondersteunde 6 Automatisch schakelen tussen HDD's en snel herstel 11 B Bestanden, toegang tot herstelschijfeenheid 26 Besturingssystemen, ondersteunde 6 Betrouwbaarheid 2 E eSATA HDD's 7 F Fouttolerantie 2, 3, 4, 5 H HDD 2 Herstelschijfeenheid 2, 3, 11, 21, 26, 28, 30 Hot plug 10 HP geavanceerd dockingstation 9 HP SATA-schijfeenheiduitbreidingssets 6 HP zakelijke notebookcomputers 7 I Initiëren, RAID-migratie 15 Intel Matrix Stor