HP OfficeJet 6950 All-in-One series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van HP Company Dankbetuigingen © Copyright 2016 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Editie 1, 7/2016 Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HP, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. - Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. - Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht. - Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt. - Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Printerfuncties en informatie over problemen oplossen openen vanaf mobiele apparaten .......... 28 Tips voor succesvol afdrukken ............................................................................................................................ 29 4 Kopiëren en scannen .................................................................................................................................... 32 Kopiëren ........................................................................................
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen ...................................................... 52 Het belsignaal fax wijzigen voor een specifiek belsignaal ............................................................... 52 Het beltype instellen ......................................................................................................................... 53 Opties opnieuw bellen instellen ..........................................................................................
Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en voicemail ................................................................. 78 Seriële faxinstallatie ......................................................................................................................... 79 Faxinstallatietesten ........................................................................................................................... 80 6 Webservices ........................
Een papierstoring oplossen ............................................................................................................ 100 Lees de algemene instructies in het menu Help om papierstoringen te verwijderen . 100 Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges ............................................................... 105 Lees de algemene instructies in het menu Help om een storing van de wagen met inktcartridges te verwijderen ........................................................
De buitenkant reinigen .................................................................................................................... 131 De documentinvoer schoonmaken ................................................................................................. 131 Onherdoud de printkop en cartridges ............................................................................................. 132 De fabrieksinstellingen herstellen ...................................................................
Stroomverbruik ............................................................................................................................... 151 Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers ............................................................. 151 Chemische stoffen ........................................................................................................................... 151 Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) .....................................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Faxen ● Webservices ● Met cartridges werken ● Netwerkinstallatie ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
Gebruik de volgende insructies om de dagen en de tijdstippen voor de in- en uitschakeling in te stellen. 1. Op het bedieningspaneel van de printer veegt u naar links in het Startscherm om zien en vervolgens tikt u op OPMERKING: ( Installatie ) te ( Installatie ). Als u het scherm Start niet ziet, raak dan de knop (Start) aan. 2. Druk op Planning printer Aan/Uit. 3.
Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (OS X) 1. Open het HP Hulpprogramma. Zie HP-hulpprogramma's (OS X) voor meer informatie. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Stille modus . 4. Selecteer Aan of Uit . 5. Klik op Nu toepassen. De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) 1. Open EWS. Zie De geïntegreerde webserver openen voor meer informatie. 2. Klik in het tabblad Instellingen . 3.
● Ruimte voor printerbenodigdheden ● Achteraanzicht Boven- en vooraanzicht 6 1 Documentinvoer 2 Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer 3 Documentinvoerlade 4 Toegangsklep cartridge 5 Scannerklep 6 Scannerglasplaat 7 Aan-/uit-knop 8 Invoerlade (ook wel papierlade genoemd) 9 Papierbreedtegeleiders 10 Verlengstuk van de uitvoerlade 11 Uitvoerlade 12 Bedieningspaneel Hoofdstuk 2 Aan de slag NLWW
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Cartridges 2 Printmechanisme 3 Toegangsklep cartridge OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Printerinstellingen wijzigen Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer. Label Naam en beschrijving 1 Home-knop: Hiermee kunt u vanuit alle schermen terugkeren naar het beginscherm. 2 Scherm van bedieningspaneel: Druk op het scherm om menuopties te selecteren of scroll door de menupunten.
Pictogram Doel Faxen: Fax instellen, fax verzenden of niet-ontvange fax opnieuw afdrukken. Installatie: opent het menu Installatie waarmee u voorkeuren kunt wijzigen en onderhoudsfuncties kunt gebruiken. Help: Hiermee opent u het menu Help waar u instructievideo's, informatie over printerfuncties en tips kunt bekijken.
De instellingen voor een functie wijzigen Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties. 1. 2. Tik vanaf het bedieningspaneel, vanuit het Startscherm, op het pictogram van de functie waar u de instellingen van wilt wijzigen. Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op ( Instellingen ) en bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan. 3.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn. Foto's printen ● HP Premium Plus fotopapier HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn.
Standaard afdrukken Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper zwart en heldere kleuren. ● HP Helderwit Inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. ● HP -afdrukpapier HP Printing papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Papier plaatsen Om papier met standaardformaat te laden NLWW 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Schuif de breedtegeleiders voor het papier zo ver mogelijk naar buiten.
4. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade en schuif het naar voren totdat het stopt. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 14 Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 5.
Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade en schuif het naar voren totdat het stopt. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 4.
5. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt een bericht met de herinnering om de papierinstellingen te wijzigen als u het mediatype of formaat hebt gewijzigd, of om de instellingen te behouden als u het mediatype hebt behouden. 6. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. Om een enveloppe te plaatsen 16 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen.
3. Leg de enveloppen met de gewenste afdrukzijde naar beneden en plaats ze volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: NLWW Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4.
Een origineel op de glasplaat leggen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen. OPMERKING: Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie. OPMERKING: Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt. Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen 1. Til de scannerklep op. 2.
TIP: Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het plaatsen van originelen in de documentinvoer. 2. Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier. De printer bijwerken Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en webservices zijn ingeschakeld. De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1.
De printer bijwerken met de embedded web server (EWS) 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Extra. 3. Klik in het gedeelte Printerupdates op Firmware-updates en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. ● Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: 4.
3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: b. 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. In het pop-upmenu kiest u Papiersoort/Kwaliteiten vervolgens de optie die de beste kwaliteit of de maximale dpi biedt. Klik op Afdrukken.
Enveloppen afdrukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. 4.
Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. ● Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: ● 4. 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. Selecteer de afdrukstand.
● Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het venster Printers en selecteer Eigenschappen server. ● Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en faxen. Klik in het menu Bestand op Servereigenschappen. 2. Selecteer het vakje Een nieuwe vorm maken. 3. Voer de naam van het aangepaste papierformaat in. 4.
3. d. Klik op + en selecteer het nieuwe onderdeel in de lijst. Typ een naam voor het aangepaste papierformaat. e. Voer de lengte en de breedte in van uw aangepaste papier. f. Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan. Gebruik het aangepaste papierformaat om af te drukken. a. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. b. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. c. Kies in het pop-upmenu Papierformaat de naam van het juiste papierformaat dat u heeft aangemaakt. d.
Afdrukken met mobiele apparaten Afdrukken vanaf mobiele apparaten U kunt documenten en foto's rechtstreeks vanaf uw mobiele apparaten afdrukken, waaronder iOS, Android, Windows Mobile, Chromebook en Amazon Kindle. Afdrukken vanaf mobiele apparaten 1. Zorg dat uw printer met hetzelfde netwerk is verbonden als uw mobiele apparaat. 2. Afdrukken inschakelen op uw mobiele apparaat: ● iOS: Gebruik de optie Afdrukken in het menu Delen. U hoeft niets in te stellen omdat iOS AirPrint vooraf is geïnstalleerd.
OPMERKING: Sommige functies zijn niet op alle printermodellen beschikbaar. Momenteel is HP All-in-One Printer Remote mogelijk niet beschikbaar in alle talen. Bezoek http://www.hp.com/support voor meer informatie. Tips voor succesvol afdrukken Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren of scannen. U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie Dubbelzijdig afdrukken (duplexen) voor meer informatie.
Tips voor printerinstellingen (Windows) ● Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken, scannen en faxen. , en vervolgens op Voorkeuren instellen in de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie over het openen van de HPprintersoftware. ● Om het aantal pagina's per blad te kiezen, selecteert u in het tabblad Indeling van het printerstuurprogramma de juiste optie in de vervolgkeuzelijst Pagina's per blad.
Tips voor printerinstellingen (OS X) NLWW ● Gebruik op het dialoogvenster Afdrukken het vervolgkeuzemenu Papierformaat om het formaat te selecteren van het papier dat in de printer is geplaatst. ● Kies op het dialoogvenster Afdrukken het pop-upmenu Papiersoort/kwaliteit om de juiste papiersoort en -kwaliteit te selecteren.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Het menu Kopiëren op het printerbeeldscherm laat u toe om gemakkelijk het aantal kopieën en kleur of zwart-wit te selecteren voor het kopiëren op gewoon papier. U krijgt nu gemakkelijk toegang tot de geavanceerde instellingen, zoals het wijzigen van de papiersoort en het -formaat, het bijstellen van de helderheid van de kopie en het formaat. U maakt als volgt een kopie 1.
● Scannen naar een computer ● Naar e-mail scannen ● Documenten scannen als bewerkbare tekst ● Scannen met Webscan ● Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows) ● Scaninstellingen wijzigen (Windows) Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant.
OPMERKING: Op het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie. Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X) 1. Open HP Scan. U vindt HP Scan in de map Toepassingen/HP op het hoogste niveau van de harde schijf. 2. Klik op Scannen . 3.
3. Klik in de printersoftware onder Afdrukken, scannen en faxen. op Scannen en vervolgens op Een document of foto scannen . 4. Selecteer onder Scansnelkoppelingen Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en klik vervolgens op Scannen . OPMERKING: Op het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan converteren: ● — De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld. — De tekst is te klein. — De structuur van het document is te complex. — De spaties tussen de letters zijn te klein.
Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 3. Klik in het tabblad Scannen . 4.
4. Klik op de link Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan. Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts. De linkse kolom vat de huidige instellingen voor iedere sectie samen. Met de rechtse kolom kunt u instellingen in het gemarkeerde deel veranderen. 5. Klik op iedere sectie aan de linkerkant van het deelvenster gedetailleerde instellingen om de instellingen in die sectie te controleren. U kunt de meeste instellingen bekijken en veranderen via vervolgkeuzemenu's.
5 Faxen U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 3. Raak Nu versturen aan. 4. 5. Druk op Faxnummer invoeren of ( Telefoonboek ).
Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
TIP: Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar nuw PIN-code wordt gevraagd, op ( Telefoonboek ) drukken om het telefoonboekcontact waaronder u uw PIN-code hebt opgeslagen, te selecteren. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
3. 4. Raak Nu versturen aan. Druk op ( Telefoonboek ). 5. Druk op Groepscontacten. 6. Druk op naam van de telefoonboekgroep. 7. Druk op Fax verzenden . TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
● Ontvangen faxen vanuit het geheugen afdrukken ● Faxen doorsturen naar een ander nummer ● Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ● Ongewenste faxnummers blokkeren ● Faxen ontvangen met HP Digital Fax Een faxbericht handmatig ontvangen Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
5. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. OPMERKING: Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 6.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. 6. Druk op (plusteken) Voer een van de volgende bewerkingen uit. ● Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op ( Oproepgeschiedenis ) drukken. ● Voer handmatig een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
OPMERKING: Faxen naar computer is enkel beschikbaar voor het ontvangen van zwart-witfaxen. Faxberichten in kleur zullen worden afgedrukt. Vereisten voor HP Digital Fax ● De doelmap van de computer moet altijd beschikbaar zijn. De faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand of stand-bymodus staat. ● Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg Papier plaatsen voor meer informatie. HP Digital Fax instellen of wijzigen (Windows) 1. Open de HP-printersoftware.
Om telefoonboekcontacten in te stellen 1. Raak Faxen aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. 4. Raak Druk op ( Telefoonboek ) aan en raak vervolgens Contactpunten aan. (Plusteken) om een contact toe te voegen. 5. Druk op Naam en voer de naam in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . 6. Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
4. 5. Druk op Groepscontacten. Druk op (Plusteken) om een groep toe te voegen. 6. Druk op Naam en typ de naam van de groep en druk op Gereed . 7. Druk op Aantal, selecteer de telefoonboekcontacten die u de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren. 8. Druk op Maken. Om telefoonboekgroepen te wijzigen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op ( Telefoonboek ). 4. Druk op Groepscontacten. 5. Druk op 6.
1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Papier plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 3. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 4. Druk op Telefoonboek afdrukken. Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
De antwoordmodus instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Automatisch antwoorden aan om in- of uit te schakelen. Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen 1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden. Zie De beantwoordingsmodus instellen (automatisch beantwoorden) voor meer informatie. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 3. Druk op Installatie en selecteer vervolgens Voorkeuren . 4. Raak Specifiek belsignaal aan. 5.
De opties opnieuw bellen instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Automatisch opnieuw kiezen aan. 4. Raak Opnieuw zenden bij in gesprek , Opnieuw zenden bij geen antwoord of Opnieuw kiezen bij verbindingsprobleem aan om in of uit te schakelen.
U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op (de knop Faxstatus) op het Home-scherm. Faxen en digitale telefoonservices Veel telefoonbedrijven bieden hun klanten digitale telefoonservices, zoals de volgende services: ● DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.) ● PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden. OPMERKING: Als de rapporten niet leesbaar zijn, kunt u de geschatte inktniveaus controleren vanuit het bedieningspaneel of de HP-software.
3. Raak Rapporten en Faxbevestiging aan. 4. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Fax verzenden en ontvangen) aan. 5. Druk op Bevestiging met afbeelding. 6. Druk op OK. Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2.
Druk de details van de laatste faxtransactie af. Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus. Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Druk op Logboek laatste transacties. 5.
TIP: U kunt ook de Wizard voor het instellen van de fax (Windows) of het HP-hulpprogramma (OS X) gebruiken om snel een aantal belangrijke faxopties in te stellen, zoals de antwoordmodus en de informatie van de faxkopregelgegevens. U kunt toegang krijgen tot deze tools via de HP-software die u met de printer hebt geïnstalleerd. Nadat u deze tools hebt uitgevoerd, moet u de procedures in dit deel volgen om de faxinstallatie te voltooien.
● Selecteer de juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor ● Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) ● Situatie B: De printer instellen met DSL ● Situatie C: De printer installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn ● Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op specifieke belsignalen hebt en dezelfde lijn gebruikt ● Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn ● Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail ● Situatie G: Gedeelde faxlijn met com
3. ● Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op hetzelfde telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op de printer. ● Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde nummer dat u gebruikt voor faxoproepen op de printer. Selecteer in volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw kantoor wordt gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax computermodem en een antwoordapparaat Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en voicemail Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontva
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Situatie C: De printer installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen: ● Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDNconverter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden 2. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 3.
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 3 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd. 2. 3. 4.
Afbeelding 5-5 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: bevestigd.
Afbeelding 5-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 3 Computer met modem De printer instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter Sluit een uiteinde van de telefoonaansluiting die bij de printer was meegeleverd aan op de 1-LINEpoort aan de achterkant van de printer. Sluit het andere ruiteinde van het snoer aan op het DSL-/ ADSL-filter. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 4 Computer 5 DSL/ADSL-computermodem OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. 5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
OPMERKING: bevestigd. 4. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen.
Afbeelding 5-12 Voorbeeld van een parallelle splitter Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat: 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd.
OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Antwoordapparaat: 8 Telefoon (optioneel) OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1.
stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden bevestigd. 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Faxinstallatietesten U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen.
6 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Afdrukken met HP ePrint ● Webservices verwijderen Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
4. In het scherm dat verschijnt tikt u op OK om de printer automatisch te laten controleren op productupdates. OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de proxydetails, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld. 5.
Het HP ePrint -e-mailadres opzoeken 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm 2. Raak Webservices aan. 3. Raak E-mailadres weergeven aan. ( Installatie ) aan . OPMERKING: Raak Printinfo aan om een informatiepagina af te drukken waarin de printercode en de instructies worden afgedrukt om het e-mailadres van de printer aan te passen. Om HP ePrint uit te schakelen. 1.
7 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren.
Verwante onderwerpen ● Geschatte inktniveaus controleren Geschatte inktniveaus controleren U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het bedieningspaneel van de printer. Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ▲ In het Startscherm drukt u op (Inkt) om de geschatte inktniveaus weer te geven. OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges. OPMERKING: 3. 86 Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. 5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. Zorg ervoor dat de kleurcodering op de cartridge overeenkomt met die op de houder. NLWW 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke cartridge die u wilt vervangen. 7. Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
Cartridges bestellen Ga naar www.hp.com om cartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
De functie gebruiksgegevens verzamelen uitschakelen 1. Op het bedieningspaneel van de printer veegt u naar links in het Startscherm om zien en tikt u op ( Installatie ) te ( Installatie ). 2. Raak Voorkeuren aan. 3. Raak Aan aan naast Info gebruik opslaan om deze uit te schakelen. OPMERKING: Herstel de fabrieksinstellingen om de functie gebruiksinformatie in te schakelen. Zie De fabrieksinstellingen herstellen voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: 1. 2. Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. Raak op het bedieningspaneel van de printer Druk op (Draadloos) aan. ( Instellingen ). 3. Druk op Draadloze instellingen. 4. Druk op Wizard Draadloze installatie of Wi-Fi Protected Setup. 5.
Een draadloze verbinding wijzigen in een USB-verbinding (OS X) 1. Open Systeemvoorkeuren . 2. Klik op Printers & scanners . 3. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst. Doe hetzelfde voor de faxinvoer als er een aanwezig is voor de huidige verbinding. 4. Sluit een USB-kabel aan op de computer en de printer. 5. Klik op + onder de printerlijst links. 6. Selecteer de nieuwe USB-printer uit de lijst. 7. Kies de modelnaam van de printer in het pop-upmenu Gebruiken. 8.
Om netwerkinstellingen af te drukken Voer een van de volgende bewerkingen uit: ● Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm op (Draadloos) om het scherm met de netwerkstatus te tonen. Druk op Afdrukdetails om de netwerkconfiguratiepagina af te drukken. ● ( Installatie ), vervolgens op Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Hulpprogramma's, en ten slotte op Rapport netwerkconfiguratie.
— Zorg ervoor dat u de printersoftware, die bij de printer wordt geleverd, hebt geïnstalleerd als u een computer gebruikt. Als u de HP-software niet op de computer hebt geïnstalleerd, moet u eerst verbinding maken met Wi-Fi Direct en vervolgens de printersoftware installeren. Selecteer Draadloos wanneer de printersoftware u vraagt om een verbindingstype. — Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat gebruikt. Ga naar www.hp.
unieke tekens die uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel dat op de printer wordt aangegeven). Als het mobiele apparaat niet automatisch wordt verbonden met de printer, volgt u de instructies op het bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken met de printer. Als op het bedieningspaneel van de printer een pincode wordt weergegeven, voert u deze code in op uw mobiele apparaat. Wanneer het mobiele apparaat verbonden is met de printer, begint de printer met afdrukken.
5. e. Selecteer uw HP-printer in de lijst met gedetecteerde printers. f. Volg de instructies op het scherm. Druk het document af. Afdrukken vanaf een computer met Wifi (OS X) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel Wi-Fi op de computer in. Zie de documentatie bij uw Apple voor meer informatie. 3. Klik op het Wi-Fi-pictogram en selecteer de naam Wi-Fi Direct, zoals DIRECT-**-HP OfficeJet 6950 (waarbij ** de unieke tekens zijn om uw printer te identificeren).
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. OPMERKING: De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand. Dit bevindt zich op de cd met HPprintersoftware die bij uw printer werd geleverd.
● Over cookies ● De geïntegreerde webserver openen ● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
4. Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de naam van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet 6950 (waarbij ** unieke tekens zijn om uw printer te identificeren). Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 5. Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http:// 192.168.223.1.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Een papierstoring in de invoerlade verhelpen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Druk de knoppen aan beide kanten van de invoerlade in en trek om de invoerlade te verwijderen. 4. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Als er vastgelopen papier aanwezig is, grijp dan in de opening en neem het papier met beide handen vast en trek het naar u toe.
5. Plaats de invoerlade terug, plaats er papier in en laat de uitvoerlade zakken. Een papierstoring in de afdrukzone verhelpen 1. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. 2. Open de toegangsklep van de inktcartridges. 3. Controleer de papierbaan in de printer. a. Til de hendel van de papierbaankap op en verwijder de kap.
b. Als u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pak het dan met beide handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. c. 4. Plaats de papierbaankap terug tot ze terug op haar plaats zit.
b. 5. 6. Verplaats de wagen naar de linkerkant van de printer en doe hetzelfde als in de vorige stap om afgescheurde stukjes papier te verwijderen. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. Til de kap van de documentinvoer op.
2. Til het groene lipje op de voorste rand van de documentinvoer op. 3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig tussen de rollers vandaan. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. 4.
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. ● Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade. ● Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier. ● Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te bewaren. ● Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer. ● Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten.
● — Zorg ervoor dat het papier in de invoerlade is uitgelijnd met de papierbreedtegeleiders. Indien nodig trekt u de invoerlade uit de printer, plaatst u het papier correct terug in de lade en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd. — Plaats alleen papier in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
4. ● Windows 10: Vanuit het Start-menu in Windows klikt u op Alle apps, selecteer Windows systeem, Configuratiescherm en klik op Apparaten en printers onder het menu Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers. ● Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
Windows 10 i. Klik vanuit het Start-menu van Windows op Alle apps en klik vervolgens op Windows systeem. ii. Klik in het Configuratiescherm op Systeem en beveiliging en klik vervolgens op Systeembeheer. iii. Dubbelklik op Services. iv. Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen. v. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. vi.
b. iii. Dubbelklik op Services en dubbelklik vervolgens op Printspooler. iv. Klik met uw rechtermuisknop op Printspooler en klik op Opnieuw starten om de service opnieuw te starten. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. c. Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste printer en selecteerInstellen als standaardprinter. d.
1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer de knop Aan/uit op de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de knop Aan/uit om de printer aan te zetten. OPMERKING: aan. Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact 3. Koppel het netsnoer los van de achterzijde van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5. Wacht minstens 15 seconden. 6.
d. 4. ● Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten. ● Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Start de computer opnieuw op.
6. c. Klik in de printersoftware onder Afdrukken, scannen en faxen op het gedeelte Afdrukken en klik vervolgens op Onderhoudstaken om naar de printerwerkset te gaan. d. In Printerwerkset klikt u op Printkoppen uitlijnen in het tabblad Apparaatservices. De printer drukt een uitlijningspagina af. Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is. Een diagnosepagina afdrukken met behulp van printersoftware 7. a.
4. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Overweeg op de printcartridges te vervangen als ze bijna leeg zijn. 5. De printkop uitlijnen. Om de printkop vanuit de software uit te lijnen a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade. b. Open HP-hulpprogramma. OPMERKING: 6. HP Utility bevindt zich in de map HP in de map Toepassingen. c. Selecteer uw printer uit de apparatenlijst links van het venster. d. Klik op Uitlijnen. e.
De printerkwaliteit verbeteren vanuit het bedieningspaneel van de printer 1. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt. 2. Zorg ervoor dat u de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit selecteerde. 3. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie. Overweeg de cartridges te vervangen als de inkt bijna op is. 4. Lijn de printkop uit. De printkop uitlijnen vanaf het printerscherm a. b.
Kopieerproblemen Kopieerproblemen oplossen OPMERKING: Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP. Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als de printer geen kopie maakt of als uw afdrukken van lage kwaliteit zijn. De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer 1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor. 2. Zorg ervoor dat de inktcartridges zijn geïnstalleerd en dat er papier van normaal formaat in de invoerlade is geplaatst voor u met de test begint. 3. Druk op het bedieningspaneel van de printer, vanuit het Startscherm, op Fax, druk op Installatie , en op Installatiewizard, en volg vervolgens de instructies op het scherm.
Het is niet gelukt de aansluiting van de fax op een actieve telefoonaansluiting te testen ● Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd. ● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen.
Afbeelding 10-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de "1-LINE"-poort. 2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen. 3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. ● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
De faxlijnconditietest is mislukt ● Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langer telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. ● Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur van de haak liggen of niet in gebruik zijn.
van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet. ● Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost. ● Er is sprake van ruis op de telefoonlijn.
modemsoftware is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat de printer geen faxoproepen kan ontvangen. ● Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen: — Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de printer.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. ● Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort.
● Uw firewall- of antivirusprobleem oplossen, als u vermoedt dat het verhindert dat uw computer verbinding maakt met de printer. OPMERKING: De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar. Lees de algemene instructies in het menu Help voor draadloze probleemoplossing Controleer de netwerkconfiguratie of druk het draadloze testrapport af om u te helpen bij het vinden van problemen met de netwerkverbinding. 1.
▲ Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm (Wi-Fi Direct) aan . 2. Op uw draadloze computer of uw mobiel apparaat schakelt u de Wi-Fi-verbinding in zoekt u naar en maakt u verbinding met de naam van Wi-Fi Direct van uw printer. 3. Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 4. Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd als u een mobiel apparaat gebruikt. Ga naar www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.
Een printerfout oplossen Voer de volgende stappen uit om dergelijke problemen op te lossen. 1. 2. 3. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten. Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie over contact opnemen met HP-ondersteuning.
Netwerkconfiguratiepagina Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken samen met de lijst van netwerken die door uw printer werden gedetecteerd. De laatste pagina van het rapport bevat een lijst met detecteerbare draadloze netwerken in de omgeving met hun signaalsterkte en gebruikte kanalen.
● — Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is. — Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in de regel "Naar" van het e-mailbericht. Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel "Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt. — Zorg ervoor dat u documenten verstuurt die voldoen aan de HP ePrint vereisten. Ga voor meer informatie naar HP Connected Deze website is niet in alle landen/regio's beschikbaar..
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 1 Rollen 2 Scheidingskussen 3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na alle reinigingsfasen, probeer dan de printkop uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. ● Lijn de printkop uit als de printerstatuspagina strepen of witte lijnen door een kleurenblok vertoont of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken. OPMERKING: Het reinigen kost inkt.
TIP: Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.support.hp.com voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. (Windows) Start de HP Print and Scan Doctor om print-, scan- en kopieerproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar. HP-ondersteuning Ga voor de nieuwste productupdates en ondersteuningsinformatie naar de ondersteuningswebsite van de printer op www.support.hp.com.
Printer registreren In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere ondersteuning en productondersteuning. Indien u uw printer nog niet registreerde tijdens het installeren van de software, kunt u dit nu doen op http://www.register.hp.com. Extra garantiemogelijkheden U kunt voor de printer een verlengde garantie kopen. Ga naar www.support.hp.com , selecteer uw land/regio en taal en verken de uitgebreide garantiemogelijkheden voor uw printer.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Informatie over regelgeving ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.support.hp.com . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
● Overdracht tot 33,6 Kbps. ● Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en nemen meer geheugen in beslag. ● Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
— Blootstelling aan straling op radiofrequentie — Bericht voor gebruikers in Brazilië — Bericht voor gebruikers in Canada — Bericht aan gebruikers in Taiwan — Bericht aan gebruikers in Mexico — Kennisgeving aan gebruikers in Japan — Bericht aan gebruikers in Korea Voorgeschreven identificatienummer van het model Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SNPRC-1501-02.
FCC-verklaring Bericht aan gebruikers in Korea 140 Bijlage A Technische informatie NLWW
VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland NLWW Informatie over regelgeving 141
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten 142 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk NLWW Informatie over regelgeving 143
Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax) HP-producten met FAX-functionaliteit voldoen aan de vereisten van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC (Bijlage II) en kregen daarom een CE-markering. Omdat er echter technologische verschillen bestaan tussen de telefoonnetten in de verschillende landen, biedt deze algemene Europese goedkeuring geen volledige garantie dat het apparaat vanaf elk aansluitingspunt op het openbare netwerk naar behoren zal functioneren.
Conformiteitverklaring 146 Bijlage A Technische informatie NLWW
Overheidsinformatie voor draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Kennisgeving aan gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Korea Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië NLWW Inform
Bericht voor gebruikers in Canada Bericht aan gebruikers in Taiwan 148 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers in Mexico Kennisgeving aan gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Korea Programma voor milieubeheer HP streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel ● China energielabel voor printer, fax en kopieermachine ● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/ elementen en hun inhoud) ● EPEAT ● Afvoer van batterijen in Taiwan ● California Perchloraat materiaalbericht ● EU-batterijrichtlijn ● Batterijmelding voor Brazilië Eco-Tips HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen.
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.
Beperking voor gevaarlijke producten (India) Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Turkije) Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel 152 Bijlage A Technische informatie NLWW
China energielabel voor printer, fax en kopieermachine NLWW Programma voor milieubeheer 153
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) EPEAT Afvoer van batterijen in Taiwan 154 Bijlage A Technische informatie NLWW
California Perchloraat materiaalbericht NLWW Programma voor milieubeheer 155
EU-batterijrichtlijn 156 Bijlage A Technische informatie NLWW
Batterijmelding voor Brazilië NLWW Programma voor milieubeheer 157
B Fouten (Windows) ● Inkt bijna op ● Inkt bijna op ● Probleem met de inktpatroon ● Papierformaat foutief ● Wagen met inktcartridges geblokkeerd ● Papierstoring of probleem met de lade ● Het papier is op ● Printerfout ● Klep is open ● Probleem met de inktcatrtride ● Upgrade printerbenodigdheden mislukt ● Advies omtrent nagemaakte cartridges ● Incompatibele cartridges ● Gebruik SETUP-cartridges ● Gebruik geen SETUP-cartridges ● Probleem met de instelling van de cartridges ● P
vervanginktcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te vervangen als de printer hierom vraagt. Meer informatie over het vervangen van cartridges vindt u bij Vervang de cartridges . Zie Cartridges bestellen voor informatie over het bestellen van cartridges. Zie Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Papierformaat foutief Het papierformaat of papiertype (papiersoort) dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd, komt niet overeen met dat van het papier dat in de printer is geplaatst. Zorg ervoor dat het juiste papier is geladen in de printer en druk vervolgens het document opnieuw af. Zie Papier plaatsen voor meer informatie.
Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie over contact opnemen met HP-ondersteuning. Klep is open Voordat de printer documenten kan afdrukken, moeten alle deuren en kleppen gesloten zijn. TIP: Bij de meeste deuren en kleppen is een klik hoorbaar als ze volledig worden gesloten.
Gebruik geen SETUP-cartridges Nadat de printer is geïnitialiseerd, kunt u de SETUP-cartridges niet meer gebruiken. Verwijder de SETUPcartridges en plaats gewone cartridges. Raadpleeg Vervang de cartridges voor meer informatie. Probleem met de instelling van de cartridges Er is een probleem met de instelling van de cartridges en de printer kan de initialisatie van het inktsysteem niet voltooien. Neem contact op met HP-ondersteuning.
3. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Zorg ervoor dat gekleurde letter op de cartridge overeenkomt met die op de houder. 5. Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed contact wordt gemaakt. 6. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. Meer informatie over het vervangen van cartridges vindt u bij Vervang de cartridges .
Gebruikte HP Instant Ink cartridge De cartridge is niet compatibel met uw printer. Deze fout kan optreden wanneer u een HP Instant Ink cartridge plaatst in een printer die niet werd ingeschreven in het Instant Ink-programma van HP. Ze kan ook optreden als de HP Instant-inktcartridge eerder in een andere printer werd geplaatst die is ingeschreven in het Instant Ink-programma van HP. Bezoek de website van het Instant Ink-programma van HP voor meer informatie.
Index A aansluiting testen, fax 118 ADSL, faxinstallatie met parallelle telefoonsystemen 63 afdrukken details laatste fax 58 diagnosepagina 129 dubbelzijdig 27 fax 45 faxlogboeken 57 faxrapporten 55 problemen oplossen 127 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 132 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 74 faxtonen opgenomen 125 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 73 automatisch fax verkleinen 46 C cartridges 88 controleren van inktniveaus 85 Tips 84 vervangen 85 zoeken 7 Cartridges 7 car
modem en antwoordapparaat, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 74 modem en gewone telefoonlijn, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 70 modem en voicemail, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 78 nummers blokkeren 46 ontvangen 43 ontvangen, problemen oplossen 122, 123 opnieuw afdrukken 45 opties opnieuw bellen 53 parallelle telefoonsystemen 59 PBX-systeem, installatie (parallele telefoonsystemen) 64 problemen oplossen 116 rapporten 55 snelheid 54 specificaties 137 specifiek belsignaal, belsi
knoppen, bedieningspaneel 8 kopie specificaties 137 kopregel, fax 51 L laden afbeelding breedtegeleider voor het papier 6 papier plaatsen 13 papierstoringen verhelpen 100 problemen met het invoeren oplossen 106 zoeken 6 lampjes, bedieningspaneel 8 lijnconditietest, fax 121 logboek, fax afdrukken 57 M Mac OS 22 media dubbelzijdig 27 meerdere vellen, problemen oplossen 107 milieubeschermingsprogramma 149 modem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 67 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle tel
faxen verzenden 122, 124 faxhardwaretest mislukt 117 faxkiestoontest, mislukt 120 faxlijntest mislukt 121 faxtests 117 geïntegreerde webserver 99 hulp van het bedieningspaneel 128 meerdere vellen opgenomen 107 netwerkconfiguratiepagina 129 ontvangen van faxen 122, 123 papier wordt niet van de lade aangevoerd 106 problemen met de papieraanvoer 106 scheef invoeren van pagina's 106 statusrapport voor de printer 128 stroomvoorziening 127 test type faxsnoer, mislukt 119 test verbinding faxsnoer, mislukt 118 wand
voorschriften voorgeschreven identificatienummer van het model 139 W wagen storingen met de wagen oplossen 105 Webscan 36 websites milieuprogramma's 149 toegankelijkheidsinformatie weergeven netwerkinstelllingen 93 Windows brochures afdrukken 22 systeemvereisten 136 2 Z zwart-wit pagina's Fax 39 NLWW Index 169