HP OfficeJet Pro 6960 All-in-One series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van HP Company Dankbetuigingen © 2016 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Editie 1, 7/2016 Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. - Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. - Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht. - Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt. - Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) ........................................................................................ 29 Afdrukken met AirPrint™ ..................................................................................................................................... 30 Tips voor succesvol afdrukken ............................................................................................................................ 30 4 Kopiëren en scannen ...........................
Een lijst met telefoonboekcontacten afdrukken .............................................................................. 53 Faxinstellingen wijzigen ...................................................................................................................................... 53 Het faxkopschrift instellen ................................................................................................................ 54 De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) .........................
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSLmodem en een antwoordapparaat .............................................................. 80 Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail ................................................................. 82 Seriële faxinstallatie ......................................................................................................................... 83 Test Faxinstallatie ..........
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend ................................................................ 106 10 Een probleem oplossen ............................................................................................................................. 107 Papierstoringen en problemen met papieraanvoer ......................................................................................... 107 Een papierstoring oplossen .....................................................................
Testrapport draadloze verbinding .................................................................................................. 136 Testrapport webtoegang ................................................................................................................ 136 Problemen oplossen bij gebruik van Webservices ............................................................................................ 136 Onderhoud aan de printer uitvoeren .........................................................
Plastiek ............................................................................................................................................ 157 Veiligheidsinformatiebladen ........................................................................................................... 157 Kringloopprogramma ...................................................................................................................... 157 Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen ................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Met cartridges werken ● Netwerkinstallatie ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op . 2. Druk op Planning printer Aan/Uit. 3. Selecteer de gewenste optie en volg de berichten op het scherm om de dagen en tijdstippen voor de inen uitschakeling van de printer in te stellen. VOORZICHTIG: Schakel de printer altijd correct uit met Instellen uit of op de printer.
OPMERKING: De stille modus wordt alleen ingeschakeld nadat de huidige pagina is afgedrukt en wordt alleen gebruikt voor de huidige afdruktaak. Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Stille modus . 3. Selecteer Aan of Uit . 4. Klik op Instelling opslaan. Stille modus in- of uitschakelen via de printersoftware (OS X) 1. Open het HP Hulpprogramma.
Boven- en vooraanzicht 1 Documentinvoer 2 Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer 3 Documentinvoerlade 4 Toegangsklep cartridge 5 Scannerklep 6 Scannerglasplaat 7 USB-poort aan de voorzijde OPMERKING: 6 Deze functie is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Cartridges 2 Printkop 3 Toegangsklep cartridge OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Functietabbladen ● Printerinstellingen wijzigen ● Snelkoppelingen gebruiken ● Dashboard Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer.
Pictogram Doel Installatie: Geeft het installatiescherm weer voor het wijzigen van voorkeuren, netwerkinstallatie, de installatie van Wi-Fi Direct Web Services en andere onderhoudsinstellingen en het genereren van rapporten. Draadloos: Toont de draadloze status en menuopties. Zie De printer instellen voor draadloze communicatie voor meer informatie. OPMERKING: (Ethernet) en (Draadloos) zullen niet tegelijkertijd worden weergegeven.
Printerinstellingen wijzigen Gebruik het bedieningspaneel om de printerfuncties en -instellingen te wijzigen, rapporten af te drukken of de helpfunctie te openen. TIP: Als de printer met een computer is verbonden, kunt u de printerinstellingen ook aanpassen via de hulpprogramma's voor printerbeheer op de computer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over het gebruik van deze hulpprogramma's.
Elementaire informatie over papier De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HPafdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over HP-afdrukmateriaal. HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse documenten.
Zakelijke documenten ● HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar voor een indrukwekkende uitstraling. ● HP brochurepapier 180 g glanzend of HP professioneel papier 180 glanzend Papier is glanzend gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken.
● Plaats slechts een papiersoort en een maat papier tegelijkertijd in een lade of documentinvoer. ● Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst als het wordt geplaatst via de invoerlade of de documentinvoer. ● Plaats niet te veel papier in de lade of de documentinvoer.
4. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade en schuif het naar voren totdat het stopt. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 14 Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 5.
Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade en schuif het naar voren totdat het stopt. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 4.
5. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt een bericht met de herinnering om de papierinstellingen te wijzigen als u het mediatype of formaat hebt gewijzigd, of om de instellingen te behouden als u het mediatype hebt behouden. 6. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. Legal-papier plaatsen 1. Trek de papierlade naar buiten, schuif de papierbreedtegeleiders naar buiten en verwijder alle andere media uit de lade. 2. Ontgrendel en open de voorkant van de papierlade. 3. Plaats papier.
Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van het juiste formaat papier op de voorzijde van de lade. Zorg ervoor dat de stapel papier niet boven de lijnmarkering uitsteekt op de rand van de lade. OPMERKING: NLWW Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. ● Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. ● Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomen. 4. Druk de papierlade weer naar binnen. 5.
Om een enveloppe te plaatsen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Leg de enveloppen met de gewenste afdrukzijde naar beneden en plaats ze volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt.
4. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken en schuif vervolgens de lade naar binnen om hem te sluiten. 5. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt een bericht met de herinnering om de papierinstellingen te wijzigen als u het mediatype of formaat hebt gewijzigd, of om de instellingen te behouden als u het mediatype hebt behouden. 6. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
2. Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden tot het de rand links achterin van het glas raakt. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. Sluit de klep. Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. VOORZICHTIG: Plaats geen foto's in de documentinvoer; dit kan uw foto's beschadigen.
TIP: Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het plaatsen van originelen in de documentinvoer. 3. Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier. De printer bijwerken Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en webservices zijn ingeschakeld. De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1.
OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. ● Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: 4.
3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: b. 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. In het pop-upmenu kiest u Papiersoort/Kwaliteiten vervolgens de optie die de beste kwaliteit of de maximale dpi biedt. Klik op Afdrukken.
Enveloppen afdrukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. 4.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. OPMERKING: Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen. Bewaar fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in.
● Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het venster Printers en selecteer Eigenschappen server. ● Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en faxen. Klik in het menu Bestand op Servereigenschappen. 2. Selecteer het vakje Een nieuwe vorm maken. 3. Voer de naam van het aangepaste papierformaat in. 4.
3. d. Klik op + en selecteer het nieuwe onderdeel in de lijst. Typ een naam voor het aangepaste papierformaat. e. Voer de lengte en de breedte in van uw aangepaste papier. f. Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan. Gebruik het aangepaste papierformaat om af te drukken. a. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. b. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. c. Kies in het pop-upmenu Papierformaat de naam van het juiste papierformaat dat u heeft aangemaakt. d.
Afdrukken met AirPrint™ Afdrukken door middel van AirPrint van Apple wordt ondersteund voor iOS 4.2 en Mac OS X 10.7 of later. Gebruik AirPrint om draadloos vanaf een iPad (iOS 4.
OPMERKING: Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. ● Schakel de printer altijd door op de spuitkoppen te beschermen. (de Aan/uit-knop) te drukken zodat de printer tijd heeft om de Tips voor het plaatsen van papier Zie ook Plaats papier voor meer informatie.
— — ● Brochure: Een document met meerdere pagina's afdrukken als brochure. Hierbij worden twee pagina's op iedere zijde van het blad geplaatst, dat dan kan worden dichtgevouwen in de helft van het vel papier. Selecteer een bindingsmethode in de vervolgkeuzelijst en klik vervolgens op OK. ○ Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van links naar rechts leest. ○ Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Een document of ID card kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Selecteer Document , ID Card of Foto. 5.
Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant. U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X) 1. Open HP Easy Scan. HP Easy Scan bevindt zich in de map Toepassingen. 2. Klik op Scannen . 3. Kies het gewenste type scanprofiel en volg de instructies op het scherm. Naar e-mail scannen De Scannen-naar-e-mail-app is een toepassing waarmee u rechtstreeks vanaf uw HP All-in-One printer snel foto's en documenten kunt scannen en ze naar de opgegeven e-mailadressen kunt sturen.
Een document of foto scannen naar e-mail Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Tik in het Startscherm op Apps en tik dan op de app Scannen naar e-mail. 3. Selecteer op het scherm van het bedieningspaneel de account die u wilt gebruiken en druk op Doorgaan.
● Automatische login ● E-mailadres opslaan ● Uit lijst verwijderen ● PIN-code wijzigen ● Account verwijderen Scannen met Webscan Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. OPMERKING: Webscan is standaard uitgeschakeld.
● Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst Documenten scannen als bewerkbare tekst Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst. Een document scannen naar bewerkbare tekst (Windows) U kunt verschillende types afgedrukte documenten scannen naar een formaat waarin u inhoud kunt opzoeken en bewerken.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst Gebruik de volgende richtlijnen om ervoor te zorgen dat de software uw documenten succesvol converteert. ● Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het venster van de documentinvoer schoon is.
4. Klik op Nieuwe scansnelkoppeling maken . 5. Voer een beschrijvende naam in, kies een bestaande snelkoppeling waarop u uw nieuwe snelkoppeling wilt baseren en klik dan op Maken . Als u bijvoorbeeld een nieuwe snelkoppeling voor foto's maakt, kiest u ofwel Opslaan als JPEG , ofwel Emailen als jpeg . Hierdoor komen grafische opties vrij tijdens het scannen. 6.
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Gebruik de volgende tips om geslaagd te kopiëren en scannen. NLWW ● Houd de glasplaat en de achterkant van de klep schoon. De scanner interpreteert alles wat hij op de glasplaat detecteert als een onderdeel van de afbeelding. ● Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner tot het de rand links achterin van het glas raakt.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4.
Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen U kunt ook een zwartwitfax scannen naar het geheugen om de fax vervolgens vanuit het geheugen te verzenden. Deze functie is nuttig als het faxnummer dat u probeert te bereiken, in gesprek is of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan .
U kunt manueel faxen ontvangen van een telefoon die rechtstreeks is verbonden met de printer (aan de 2EXT-poort). Een fax handmatig ontvangen 1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade. 3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden.
printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken Ontvangen faxen die niet worden afgedrukt, worden in het geheugen opgeslagen. OPMERKING: Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxen in het geheugen afdrukt of verwijdert.
6. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed . Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd. 7. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op.
4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op 6. Voer een van de volgende bewerkingen uit. (plusteken) ● Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op ( Oproepgeschiedenis ) drukken. ● Voer handmatig een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
HP Digital Fax instellen of wijzigen (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en vervolgens op Wizard digitale faxinstellingen . 3. Volg de instructies op het scherm. HP Digital Fax instellen of wijzigen (OS X) 1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg HP-hulpprogramma's (OS X) voor meer informatie. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen.
6. Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . OPMERKING: Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen. 7. Druk op Toevoegen. Om telefoonboekcontacten te wijzigen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Tik op 4.
3. Tik op 4. Druk op 5. Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken. 6. Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed . 7. Druk op Aantal leden. 8. Als u een contactpersoon aan de groep wilt toevoegen, tikt u op ( Telefoonboek ) en raak vervolgens op ( Groep ). (Bewerken) om een groep te bewerken. (plus-teken). Tik op de naam van een contactpersoon en tik vervolgens op Selecteren.
● Het kiessysteem instellen ● Opties opnieuw kiezen instellen ● De faxsnelheid instellen ● Het faxgeluidsvolume instellen Het faxkopschrift instellen De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen.
OPMERKING: Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle standaard ringen . OPMERKING: Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer oproepen via een extern nummer. Het kiessysteem instellen Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure.
● Een Internet-telefoonservice ● Een PBX-systeem (private branch exchange) ● Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP) ● Een ISDN-service Als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen, probeer dan een tragere Snelheid . De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden. Instelling faxsnelheid Faxsnelheid Snel v.34 (33600 bps) Normaal v.17 (14400 bps) Langzaam v.29 (9600 bps) De faxsnelheid instellen 1.
HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices. In een digitale telefoonomgeving (zoals DSL/ADSL, PBX of ISDN) moet u eventueel digitaal-naar-analoog filters of converters gebruiken bij het instellen van de printer voor faxen. OPMERKING: HP garandeert niet dat de printer compatibel zal zijn met lijnen of providers voor digitaal telefoneren in digitale omgevingen of met alle converters voor conversie van digitaal naar analoog.
● Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken ● Foutrapporten voor faxen afdrukken ● Het faxlogboek afdrukken en bekijken ● Het faxlogboek wissen ● De details van de laatste faxtransactie afdrukken ● Een rapport beller-ID's afdrukken ● De belgeschiedenis weergeven Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken U kunt een bevestigingsrapport afdrukken als een fax is verzonden of als een fax is verzonden of ontvangen. De standaardinstelling is Aan (Fax verzonden).
3. Druk op Rapporten en vervolgens op Rapporten faxfouten. 4. Raak een van de volgende aan om te selecteren. Aan (Fax verzenden en ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt. Aan (Fax verzenden) Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de standaardinstelling. Aan (Fax ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Raak Rapport Beller-ID's aan. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. De belgeschiedenis weergeven U kunt een lijst bekijken met alle oproepen die vanaf de printer werden gedaan. OPMERKING: U kunt de oproepgeschiedenis niet afdrukken. Om de oproepgeschiedenis te bekijken 1.
telefonie (modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek worden aangesloten op de 2-EXT-poort op de printer. In dit geval moet alle apparatuur worden aangesloten op de telefoonaansluiting. OPMERKING: In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij de printer is meegeleverd soms voorzien van een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op dezelfde telefoonaansluiting aansluiten waarop ook de printer is aangesloten.
● Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en een antwoordapparaat ● Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor Om goed te faxen, moet u weten welke apparatuur en diensten (indien van toepassing) dezelfde telefoonlijn delen met de printer.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Situatie B: De printer configureren voor DSL Situatie C: De printer configureren met een PBXtelefoonsysteem of een ISDNlijn Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/fa
Afbeelding 5-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer instellen met een aparte faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: regio.
Afbeelding 5-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer. 3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
OPMERKING: Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: regio. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/ Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Afbeelding 5-4 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de printer geen faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
OPMERKING: regio. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/ Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-7 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
Afbeelding 5-8 Voorbeeld van een parallelle splitter Afbeelding 5-9 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. 3 Parallelle splitter 4 Computer met modem 5 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
7. ● Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten automatisch. In dit geval kan de printer geen onderscheid maken tussen een fax en een gewoon telefoongesprek. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u de telefoon opnemen voor de printer de oproep beantwoordt.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-10 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
Afbeelding 5-11 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Antwoordapparaat: 4 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) 8. Voer een faxtest uit. Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn.
Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat: 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Antwoordapparaat: 8 Telefoon (optioneel) OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1.
of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de printer faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Denemarken www.hp.dk/faxconfig Zweden www.hp.se/faxconfig Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.
NLWW ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een ontbrekende of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken. ● Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen problemen.
6 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Webservices gebruiken ● Webservices verwijderen Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Webservices instellen Zorg ervoor dat uw printer via Ethernet of draadloos is verbonden met het internet alvorens u webservices instelt. Gebruik een van onderstaande methodes om Web services te gebruiken: Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3.
Om Webservices te configureren via de HP-printersoftware (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Dubbelklik in het verschijnende venster op Afdrukken, scannen en faxen en selecteer vervolgens Printer verbinden met het web onder Afdrukken. De startpagina van de printer (geïntegreerde webserver) opent. 3. Klik op de tab Webservices . 4. Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Installatie en vervolgens op Doorgaan.
Het HP ePrint -e-mailadres opzoeken 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt of veegt u over het tabblad bovenaan het scherm om het dashboard te openen en gaat u als volgt te werk. a. Tik op ( Installatie ), tik vervolgens op Setup webservices en tik vervolgens op E-mailadres weergeven. b. Tik of veeg over het tabblad bovenaan het scherm om het dashboard te openen, tik op ( Installatie ) en tik vervolgens op Setup webservices. 2. Tik op Afdrukinfo.
Webservices verwijderen via de geïntegreerde webserver 90 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Webservices, en klik vervolgens op Webservices verwijderen in de sectie Instellingen Webservices. 3. Klik op Webservices verwijderen. 4. Klik op Ja om de Webservices van uw printer te verwijderen.
7 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. TIP: Zie Problemen met afdrukken als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
Verwante onderwerpen ● Geschatte inktniveaus controleren Geschatte inktniveaus controleren U kunt de geschatte inktniveaus controleren via de printersoftware of via het bedieningspaneel van de printer. Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ▲ Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Inkt) om het geschatte inktniveau te controleren.
2. Open de toegangsklep van de printcartridges. OPMERKING: 3. NLWW Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. 5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. Zorg ervoor dat de kleurcodering op de cartridge overeenkomt met die op de houder. 94 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke cartridge die u wilt vervangen. 7. Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
Cartridges bestellen Ga naar www.hp.com om cartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Tik op Voorkeuren en vervolgens op Informatie anoniem gebruik opslaan om het uit te schakelen. OPMERKING: Herstel de fabrieksinstellingen om de functie gebruiksinformatie in te schakelen. Zie De fabrieksinstellingen herstellen voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Draadloos). 2. Druk op 3. Druk op Draadloze instellingen. 4.
Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (Windows) ● Sluit de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer. Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (OS X) 1. Open Systeemvoorkeuren . 2. Klik op Printers & scanners . 3. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst. Doe hetzelfde voor de faxinvoer als er een aanwezig is voor de huidige verbinding. 4.
netwerkinstellingen, het herstellen van netwerkstandaarden en het in- of uitschakelen van de draadloze functie. VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
4. Raak IP-instellingen aan. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan. 5. Kies om handmatig de instellingen te wijzigen Handmatig (statisch) en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: ● IP-adres ● Subnetmasker ● Standaard gateway ● DNS-adres 6. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 7. Raak OK aan.
De verbindingsmethode wijzigen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Wi-Fi Direct). 2. Druk op 3. Tik op Verbindingsmethode en selecteer vervolgens Automatisch of Handmatig . ( Instellingen ). Om vanaf een mobiel toestel met Wi-Fi af te drukken dat Wi-Fi Direct ondersteunt Zorg dat u de meest recente versie van de HP Print Service-plugin op uw mobiele toestel hebt geïnstalleerd.
Afdrukken vanaf een computer met Wifi (Windows) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding van uw computer in. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de computer. OPMERKING: 3. Als uw computer geen Wi-Fi ondersteunt, kunt u Wi-Fi Direct niet gebruiken. Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw computer. Gebruik uw normale werkwijze om een verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. OPMERKING: De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand. Dit bevindt zich op de cd met HPprintersoftware die bij uw printer werd geleverd.
● Over cookies ● De geïntegreerde webserver openen ● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
4. Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de naam van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet Pro 6960 (waarbij ** unieke tekens zijn om uw printer te identificeren). Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 5. Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http:// 192.168.223.1.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Een papierstoring in de invoerlade verhelpen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Druk de knoppen aan beide kanten van de invoerlade in en trek om de invoerlade te verwijderen. 4. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Als er vastgelopen papier aanwezig is, grijp dan in de opening en neem het papier met beide handen vast en trek het naar u toe.
5. Plaats de invoerlade terug, plaats er papier in en laat de uitvoerlade zakken. Een papierstoring in de afdrukzone verhelpen 1. Druk op 2. Open de toegangsklep van de inktcartridges. 3. Controleer de papierbaan in de printer. a. NLWW (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Til de hendel van de papierbaankap op en verwijder de kap.
b. Als u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pak het dan met beide handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. c. 4. Plaats de papierbaankap terug tot ze terug op haar plaats zit.
b. Verplaats de wagen naar de linkerkant van de printer en doe hetzelfde als in de vorige stap om afgescheurde stukjes papier te verwijderen. 5. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges. 6. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. NLWW Til de kap van de documentinvoer op.
2. Til het groene lipje op de voorste rand van de documentinvoer op. 3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig tussen de rollers vandaan. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. 4.
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. ● Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade. ● Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier. ● Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te bewaren. ● Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer. ● Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten.
● — Zorg ervoor dat het papier in de invoerlade is uitgelijnd met de papierbreedtegeleiders. Indien nodig trekt u de invoerlade uit de printer, plaatst u het papier correct terug in de lade en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd. — Plaats alleen papier in de printer als deze niet aan het afdrukken is.
4. ● Windows 10: Vanuit het Start-menu in Windows klikt u op Alle apps, selecteer Windows systeem, Configuratiescherm en klik op Apparaten en printers onder het menu Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers. ● Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
Windows 10 i. Klik vanuit het Start-menu van Windows op Alle apps en klik vervolgens op Windows systeem. ii. Klik in het Configuratiescherm op Systeem en beveiliging en klik vervolgens op Systeembeheer. iii. Dubbelklik op Services. iv. Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen. v. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. vi.
b. iii. Dubbelklik op Services en dubbelklik vervolgens op Printspooler. iv. Klik met uw rechtermuisknop op Printspooler en klik op Opnieuw starten om de service opnieuw te starten. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. c. Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste printer en selecteerInstellen als standaardprinter. d.
1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer de knop Aan/uit op de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de knop Aan/uit om de printer aan te zetten. OPMERKING: aan. Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact 3. Koppel het netsnoer los van de achterzijde van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5. Wacht minstens 15 seconden. 6.
d. 4. ● Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten. ● Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Start de computer opnieuw op.
6. c. Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen en dan op Uw printer onderhouden om de printerwerkset te openen. d. Klik op Diagnostische informatie afdrukken in het tabblad Apparaatrapporten om een diagnosepagina af te drukken. Bekijk de blauwe, magenta, gele en zwarte vakken op de diagnostiekpagina. Indien u strepen ziet in de gekleurde en zwarte vakken, of geen inkt ziet in gedeeltes van de vakken, reinig de printkop dan automatisch De printkop reinigen vanuit de printersoftware 7.
6. d. Klik op Uitlijnen. e. Klik op Lijn uit en volg de instructies op het scherm. f. Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning. Druk een testpagina af. Een testpagina afdrukken a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade. b. Open HP-hulpprogramma. OPMERKING: U vindt HP-hulpprogramma in de map HP in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf. 7. c. Selecteer uw printer uit de apparatenlijst links van het venster.
De printkop uitlijnen vanaf het printerscherm 5. a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). c. Druk op Printeronderhoud , druk op Printkop uitlijnen en volg vervolgens de instructies op het scherm. Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is.
Scanproblemen HP Print and Scan Doctor De HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem automatisch vast te stellen en op te lossen. OPMERKING: Scanproblemen oplossen Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windows-besturingssysteem. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP. Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als u geen scan kunt maken of als uw scans van lage kwaliteit zijn.
Wat moet u doen als de faxtest is mislukt Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen.
● Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt ● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. ● Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals stommige PBX-systemen (private branch exchange), dan kan de test mislukken.
● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven. 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de "1-LINE"-poort.
● Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/ regio (als dat mogelijk is). ● De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-modem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken.
— Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. — Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht.
antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt. ● Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Lees de algemene instructies in het menu Help voor draadloze probleemoplossing Controleer de netwerkconfiguratie of druk het draadloze testrapport af om u te helpen bij het vinden van problemen met de netwerkverbinding. 1. Raak in het startscherm 2. Raak Rapporten afdrukken aan, en raak dan Netwerkconfiguratiepagina of Draadloos testrapport aan. (Draadloos) aan en raak dan ( Instellingen ) aan. Netwerkinstellingen voor draadloze verbinding vinden Kies een van onderstaande probleemoplossingsopties.
Ethernet-aansluiting herstellen Controleer het volgende: ● Het netwerk is operationeel en de hub, de schakelaar of de router van het netwerk is ingeschakeld. ● De Ethernet-kabel is goed aangesloten op de printer en de router. De Ethernet-kabel is aangesloten op de Ethernet-poort van de printer en het lampje bij de connector is verlicht bij een verbinding. ● Antivirusprogramma's, inclusief programma's ter bescherming tegen spyware, hebben geen invloed op uw netwerkverbinding met de printer.
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Alle HP-contacten voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Een printerfout oplossen Voer de volgende stappen uit om dergelijke problemen op te lossen. 1. Druk op 2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. 3. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten.
Netwerkconfiguratiepagina Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken samen met de lijst van netwerken die door uw printer werden gedetecteerd. De laatste pagina van het rapport bevat een lijst met detecteerbare draadloze netwerken in de omgeving met hun signaalsterkte en gebruikte kanalen.
● Indien u de printer aansluit met een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat het draadloos netwerk correct werkt. Zie Netwerk- en verbindingsproblemen voor meer informatie. ● Als u HP ePrint gebruikt, controleert u het volgende: ● — Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is. — Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in de regel "Naar" van het e-mailbericht.
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 1 Rollen 2 Scheidingskussen 3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na alle reinigingsfasen, probeer dan de printkop uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. ● Lijn de printkop uit als de printerstatuspagina strepen of witte lijnen door een kleurenblok vertoont of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken. OPMERKING: Het reinigen kost inkt.
Om de printer terug te zetten naar de originele fabrieksinstellingen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Fabrieksinstellingen terugzetten. Er verschijnt een bericht waarin staat dat de fabrieksinstelling worden teruggezet. 5. Druk op Doorgaan.
Neem contact op met HP Als u de hulp van een vertegenwoordiger van HP's technische ondersteuning nodig hebt, ga dan naar de Ondersteuningswebsite. De volgende contactmogelijkheden zijn gratis beschikbaar voor klanten binnen de garantieperiode (voor ondersteuning door HP-medewerker buiten de garantie kan er een geldbedrag worden gevorderd): Chat met een HP supportagent. Een HP supportagent bellen.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Wettelijk verplichte informatie ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.support.hp.com . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
● Overdracht tot 33,6 Kbps. ● Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en nemen meer geheugen in beslag. ● Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
— Bericht voor gebruikers in Brazilië — Bericht voor gebruikers in Canada — Bericht aan gebruikers in Taiwan — Bericht aan gebruikers in Mexico — Kennisgeving aan gebruikers in Japan — Bericht aan gebruikers in Korea Voorgeschreven identificatienummer van het model Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SNPRC-1501-02.
FCC-verklaring Bericht aan gebruikers in Korea NLWW Wettelijk verplichte informatie 147
VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland 148 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten NLWW Wettelijk verplichte informatie 149
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk 150 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
telefoonnetten in de verschillende landen, biedt deze algemene Europese goedkeuring geen volledige garantie dat het apparaat vanaf elk aansluitingspunt op het openbare netwerk naar behoren zal functioneren. Als u problemen hebt met het apparaat, neemt u in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
Conformiteitverklaring NLWW Wettelijk verplichte informatie 153
Wettelijke informatie inzake draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Kennisgeving aan gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Korea Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië 154 Bijl
Bericht voor gebruikers in Canada Bericht aan gebruikers in Taiwan NLWW Wettelijk verplichte informatie 155
Bericht aan gebruikers in Mexico Kennisgeving aan gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Korea Programma voor milieubeheer HP streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● China energielabel voor printer, fax en kopieermachine ● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/ elementen en hun inhoud) ● EPEAT ● Afvoer van batterijen in Taiwan ● California Perchloraat materiaalbericht ● EU-batterijrichtlijn ● Batterijmelding voor Brazilië Eco-Tips HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen.
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.
Beperking voor gevaarlijke producten (India) Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel NLWW Programma voor milieubeheer 159
China energielabel voor printer, fax en kopieermachine 160 Bijlage A Technische informatie NLWW
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) EPEAT Afvoer van batterijen in Taiwan NLWW Programma voor milieubeheer 161
California Perchloraat materiaalbericht 162 Bijlage A Technische informatie NLWW
EU-batterijrichtlijn NLWW Programma voor milieubeheer 163
Batterijmelding voor Brazilië 164 Bijlage A Technische informatie NLWW
Index A ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 65 afdrukken details laatste fax 60 diagnosepagina 136 dubbelzijdig 29 faxen 48 faxen vanuit het geheugen 48 faxlogs 60 faxrapporten 58 problemen oplossen 134 afdrukken, aan beide zijden 29 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 139 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 29 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 78 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 76 opgenomen faxtonen 131 automatisch fax verkleinen 49 B back-upfax 47 bedie
problemen oplossen 123 specificaties 144 test mislukt 124 verzenden 42 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 76 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 64 automatisch antwoorden 54 bevestigingsrapporten 59 doorsturen 48 DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 65 foutrapporten 59 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 68 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 67 installatie test 84 instellingen wijzigen 53 ki
installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 70 instellen antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 78 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 78 instellen, opties opnieuw kiezen 56 instellingen faxscenario's 63 netwerk 99 snelheid, fax 56 Instellingen volume, fax 57 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 58 IP-adres printer opsporen 106 IP-instellingen 100 ISDN-lijn, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 66 J juiste poort testen, fax 125
printersoftware (Windows) openen 22, 104 over 104 printkop 139 schoonmaken 140 printkop, uitlijnen 139 printkop uitlijnen 139 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 113 problemen oplossen afdrukken 134 antwoordapparaten 131 Fax 123 faxen ontvangen 128, 130 faxen verzenden 128, 131 faxhardwaretest is mislukt 124 faxkiestoontest mislukt 126 faxlijntest is mislukt 127 faxtests 124 geïntegreerde webserver (EWS) 106 hulp van het bedieningspaneel 135 meerdere vellen opgenomen 114 netwerkconfiguratiepa
USB-verbinding poort, locatie 6, 7 V verbindingssnelheid, instellen 100 verkleinen van fax 49 vochtigheidsspecificaties 143 voeding problemen oplossen 134 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 82 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 70 volume faxgeluiden 57 voorschriften voorgeschreven identificatienummer van het model 146 W wagen storingen met de wagen oplossen 112 Webscan 37 websites milieuprogramma's 156 toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerk