HP OfficeJet Pro 8720 All-in-One series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van HP Company Dankbetuigingen © 2016 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Editie 1, 4/2016 Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. 1. Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. 2. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven. 3. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen. 4.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
HP-papier bestellen ........................................................................................................................... 19 Tips voor de keuze en het gebruik van papier .................................................................................. 19 Plaats papier ........................................................................................................................................................ 20 Een origineel op de glasplaat plaatsen .........................
Scaninstellingen wijzigen (Windows) ................................................................................................ 51 Tips voor geslaagd kopiëren en scannen ............................................................................................................ 52 5 Fax ............................................................................................................................................................. 53 Een faxbericht verzenden .................................
De details van de laatste faxtransactie afdrukken ........................................................................... 71 Een rapport beller-ID's afdrukken ..................................................................................................... 72 De belgeschiedenis weergeven ......................................................................................................... 72 Bijkomende faxinstallatie ................................................................................
Als er alleen met de zwarte cartridge wordt afgedrukt, wordt er ook een beetje kleureninkt gebruikt. ........ 102 Geschatte inktniveaus controleren ................................................................................................................... 102 Vervang de cartridges ....................................................................................................................................... 103 Inktcartridges bestellen .........................................................
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen ...................................................................................... 130 Lees de algemene instructies in het menu Help om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen ......................................................................................... 130 Kopieerproblemen ............................................................................................................................................. 134 Scanproblemen ................
Voorgeschreven modelnummer: .................................................................................................... 157 FCC-verklaring ................................................................................................................................. 158 Bericht aan gebruikers in Korea ...................................................................................................... 158 VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan ...........................
Afvoer van batterijen in Taiwan ...................................................................................................... 171 California Perchloraat materiaalbericht ......................................................................................... 172 EU-batterijrichtlijn ........................................................................................................................... 173 Batterijmelding voor Brazilië ............................................................
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Met cartridges werken ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
Stille modus De stille modus vertraagt het afdrukken om het algemene geluid te verminderen zonder de afdrukkwaliteit te verminderen. Dit werkt alleen wanneer u op normaal papier afdrukt. Daarnaast wordt de stille modus uitgeschakeld als u de beste afdrukkwaliteit of presentatie afdrukkwaliteit gebruikt. Schakel de stille modus in om het geluid van de printer te verminderen. Schakel de stille modus terug uit om terug aan normale snelheid af te drukken. De stille modus is standaard uitgeschakeld.
3. Klik op Stille modus . 4. Selecteer Aan of Uit . 5. Klik op Nu toepassen. De stille modus in- of uitschakelen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS) 1. Open EWS. Zie De geïntegreerde webserver openen voor meer informatie. 2. Klik in het tabblad Instellingen . 3. In het gedeelte Voorkeuren selecteert u Stille modus en vervolgens Aan of Uit . 4. Klik op Toepassen (Apply).
3 Documentinvoerlade 4 Scannerglasplaat 5 Beeldscherm bedieningspaneel 6 Toegangsklep voor cartridges / Uitvoerlade 7 Invoerlade / Lade 1 8 Aan-/uit-knop 9 USB-poort aan de voorzijde Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Toegangsklep cartridge 2 Printkop 3 Cartridges OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd.
3 USB-poort aan de achterkant 4 Ethernet-netwerkpoort 5 Stroomaansluiting 6 Toegangspaneel aan achterkant Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Functietabbladen ● Printerinstellingen wijzigen ● Snelkoppelingen gebruiken ● Dashboard Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bediening
Label Naam en beschrijving 4 Contactloze communicatie via de ISM-frequentieband (NFC): Met Contactl. comm. via ISM-freq.band (NFC) kunt u snel uw mobiele apparaat (zoals een smartphone of tablet) met de printer verbinden door het apparaat tegen de printer aan te houden zodat een afdruktaak kan worden verzonden. Om deze functie te gebruiken moet uw mobiele apparaat NFC ondersteunen. 5 Terug-knop: Hiermee gaat u terug naar het vorige menu.
Functie tabblad Doel Toegang tot snelkoppelingen die u heeft aangemaakt. (Snelle methoden) Kopiëren Document of ID card kopiëren. Scannen Document of foto naar e-mail, USB-stick, netwerkmap of computer scannen. Afdrukken Foto of document van USB-stick afdrukken of afdruktaken beheren. Fax Fax instellen, fax verzenden of niet-ontvange fax opnieuw afdrukken. Apps Toegang tot de apps voor uw printer.
Snelkoppelingen gebruiken Door snelkoppelingen op het bedieningspaneel van de printer te gebruiken kunt u een verzameling van de taken die u vaak gebruikt aanmaken in de functiemappen. Zodra snelkoppelingen zijn aangemaakt, kunt u deze openen vanuit het Startscherm of via het tabblad Snelle methoden.
HP Digital Fax Met HP Digitale fax kunt u binnenkomende zwart-witfaxen in een computermap in uw netwerk op de computer opslaan, zodat u gemakkelijk kunt delen en bewaren. Faxen kunnen ook worden doorgestuurd via e-mail, wat u de mogelijkheid biedt om ook als u niet op kantoor bent, op elke gewenste locatie belangrijke faxen te ontvangen. Daarenboven kunt u het afdrukken van faxen volledig uitschakelen — hiermee bespaart u geld op papier en inkt, en vermindert u ook het papierverbruik en -afval.
Voor Scannen naar e-mail, Faxen naar e-mail ● Een geldig e-mailadres ● Uitgaande SMTP-serverinformatie ● Een actieve internetverbinding Als u Scannen naar e-mail of Faxen naar e-mail instelt op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kan de installatiewizard automatisch de e-mailinstellingen voor de volgende e-mailtoepassingen detecteren: ● Microsoft Outlook 2007–2016 (Windows XP, Windows Vista en Windows 7, Windows 8/8.
OPMERKING: Om gebruik te maken van Scannen-naar-netwerkmap moet u de map die u gebruikt op een netwerkcomputer aangemaakt en geconfigureerd hebben. U kunt geen map maken vanaf het bedieningspaneel van de printer. Zorg er ook voor dat de mapvoorkeuren zo zijn ingesteld dat u lees- en schrijftoegang hebt tot de map. Meer informatie over het aanmaken van mappen op het netwerk en het instellen van mapvoorkeuren vindt u in de documentatie van het besturingssysteem van uw computer.
Beheer de lijst van mensen naar wie u e-mailberichten kunt verzenden vanaf de printer. U kunt maximaal 15 e-mailadressen van contactpersonen toevoegen, plus de corresponderende namen. U kunt ook emailgroepen maken. Voor het toevoegen van e-mailadressen kunt u de geïntegreerde webserver van de printer of het bedieningspaneel van de printer gebruiken.
Stap 2: Voeg e-mailadressen toe aan het e-mailadresboek 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Scannen op E-mailadresboek. 3. Klik op Nieuw als u één e-mailadres wilt toevoegen. -OfKlik op Groep als u een e-maildistributielijst wilt maken. OPMERKING: Voordat u een e-maildistributielijst kunt maken, moet u al ten minste één e-mailadres aan het e-mailadresboek hebben toegevoegd. 4. Volg de instructies op het scherm.
HP Digital Fax instellen met de printersoftware (OS X) 1. Open het HP Hulpprogramma. Zie HP-hulpprogramma's (OS X) voor meer informatie. 2. Klik op Digitaal faxarchief. 3. Volg de instructies op het scherm. 4. Nadat u de vereiste gegevens hebt ingevoerd, klikt u op Opslaan en testen om te controleren of de link naar de netwerkmap naar behoren werkt. HP Digital Fax instellen met de Embedded web server (EWS) 1. Open de geïntegreerde webserver (EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
OPMERKING: De verbinding kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van het netwerkverkeer en de verbindingssnelheid. HP Digital Fax gebruiken Nadat u HP Digital Fax hebt geïnstalleerd, worden zwart-witfaxen die u ontvangt, standaard afgedrukt en vervolgens opgeslagen op de aangewezen bestemming. Hiervoor wordt de door u opgegeven netwerkmap of het door u opgegeven e-mailadres gebruikt: ● Als u Fax naar netwerkmap gebruikt, wordt dit proces op de achtergrond uitgevoerd.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld. Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn. Foto's printen ● HP Premium Plus fotopapier HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn.
Standaard afdrukken Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper zwart en heldere kleuren. ● HP Helderwit Inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. ● HP -afdrukpapier HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Plaats papier Om papier met standaardformaat te laden 20 1. Trek de invoerlade geheel uit. 2. Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift. ● Om de papierlengtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierlengtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
3. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden en verticaal volgens de onderstaande afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen zo ver mogelijk naar binnen is ingevoerd zodat deze de achterste rand van de lade raakt. OPMERKING: 22 Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade aan tot ze de rand van de stapel enveloppen raken. 5.
6. Schuif de papierlengtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken. 7. Controleer de invoerlade onder de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 8. Duw de invoerlade weer terug in de printer. Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de invoerlade geheel uit. 2. Als de invoerlade ander papier bevat, verwijdert u het papier. 3. Plaats de kaarten of het fotopapier met de afdrukzijde naar beneden en verticaal.
5. Zorg ervoor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering op de linker papierbreedtegeleider. 6. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken. 7. Controleer de invoerlade onder de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 8. Duw de invoerlade weer terug in de printer. Papier in lade 2 plaatsen OPMERKING: Lade 2 is beschikbaar voor sommige modellen van de printer.
3. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: NLWW Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. 5. Controleer lade 2 onder de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 6. Schuif lade 2 weer in de printer. Een origineel op de glasplaat plaatsen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen. OPMERKING: Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn.
2. Plaats uw origineel met afgedrukte zijde naar beneden zoals hieronder afgebeeld. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. Sluit de klep. Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. VOORZICHTIG: Plaats geen foto's in de documentinvoer; dit kan uw foto's beschadigen. Gebruik enkel papier dat door de documentinvoer wordt ondersteund.
2. Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier. Toebehoren instellen en gebruiken Raadpleeg de volgende secties als u toebehoren wilt installeren en instellen (bijvoorbeeld een tweede lade). Wanneer u meer dan een lade gebruikt, kunt u de ladefuncties gebruiken voor een beter gebruikscomfort. OPMERKING: Lade 2 is beschikbaar voor sommige modellen van de printer. U kunt toebehoren online kopen op www.hp.com .
Om dit te verwezenlijken: Voer de volgende stappen uit Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een lade als de andere lade leeg is. ● Plaats papier in beide laden. Zie Plaats papier voor meer informatie. ● Schakel de ladevergrendeling uit. Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een van de laden als eerste. ● Plaats papier van dezelfde grootte in beide laden. ● Stel de gewenste lade in als standaardlade.
De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op ( Installatie ) 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op De printer bijwerken . De printer automatisch laten zoeken naar updates OPMERKING: 1. De standaardinstelling van Automatische updates is Aan .
De printer uitschakelen Schakel de printer uit door te drukken op (de Aan/uit-knop) op de printer. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet. Een eventuele andere manier om de printer uit te schakelen is verkeerd. VOORZICHTIG: Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
Voor meer afdruktips, zie Tips voor succesvol afdrukken. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3.
Om brochures af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: b. 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt.
6. Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Enveloppen afdrukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. OPMERKING: Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen. Bewaar fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken.
7. Raak Gereed en Doorgaan aan om een voorbeeld van de geselecteerde foto te bekijken. Indien u de layout of de papiersoort wilt aanpassen, raakt u 8. (Instellingen) en uw selectie aan. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. Afdrukken op speciaal en aangepast papier Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt. Zo niet, stelt u het papierformaat in het printerstuurprogramma in.
OPMERKING: Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP-software. 5. Klik in het tabblad Layout of Papier/kwaliteit op de knop Geavanceerd. 6. Selecteer in de zone Papier/uitvoer het aangepaste papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren. OPMERKING: Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP-software. 5.
● Safari ● Ondersteunde toepassingen van derden, bijvoorbeeld Evernote Om AirPrint te kunnen gebruiken, moet u voor het volgende zorgen: ● De printer moet verbonden zijn met hetzelfde netwerk als uw apparaat met AirPrint. Meer informatie over het gebruik van AirPrint en de HP producten die compatibel zijn met AirPrint is te vinden op de website van HP mobiel printen op www.hp.com/go/mobileprinting .
Tips voor het plaatsen van papier Zie ook Plaats papier voor meer informatie. ● Zorg ervoor dat het papier correct in de invoerlade is geplaast, en stel de correcte grootte en het correcte type van het materiaal in. Als u papier in de invoerlade plaatst, wordt u gevraagd de grootte en het type van het materiaal in te stellen. ● Plaats een stapel papier (niet slechts een pagina). Al het papier in de stapel moet van hetzelfde formaat en dezelfde soort zijn om een papierstoring te voorkomen.
◦ ● ● Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van links naar rechts leest. ● Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van rechts naar links leest. Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in twee of meer pagina's per blad afdrukt. Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Een document of ID card kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Selecteer Document of ID Card . 5.
Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant. U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X) 1. Open HP Easy Scan. HP Easy Scan bevindt zich in de map Toepassingen. 2. Klik op Scannen . 3. Kies het gewenste type scanprofiel en volg de instructies op het scherm. Scannen naar geheugenapparaat Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u rechtstreeks naar een USB-stick scannen zonder gebruik van een computer of de HP-printersoftware die bij de printer is geleverd.
1. Raak in het Startscherm Scannen aan en raak dan E-mail aan. 2. In het scherm E-mailprofiel niet ingesteld raakt u Volgende aan. 3. Tik op De HP-software gebruiken die op een computer is geïnstalleerd of Een webbrowser gebruiken en volg het bericht op het scherm om het e-mailprofiel in te stellen. Een document of foto scannen naar e-mail Een document of foto scannen naar e-mail vanaf het bedieningspaneel 1.
3. Druk in het scherm Welkom op Doorgaan. 4. Druk in het kadertje E-mail: om uw e-mailadres in te voeren en druk vervolgens op Gereed. 5. Druk op Doorgaan. 6. Er wordt een PIN-code naar het ingevoerde e-mailadres gestuurd. Druk op Doorgaan. 7. Druk op PIN om uw PIN-code in te voeren en druk vervolgens op Gereed. 8. Druk op E-mailadres opslaan of Automatische login, afhankelijk van hoe u wilt dat de printer uw logingegevens opslaat. 9. Selecteer uw scantype door te drukken op Foto of Document.
3. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Scannen . 4. Klik op Een document of foto scannen . 5. Selecteer het gewenste type scan en klik vervolgens op Scannen . Kies E-mailen als pdf of E-mailen als jpeg om uw e-mailsoftware te openen met het gescande bestand als bijlage. OPMERKING: Op het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen.
Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 3. Klik in het tabblad Scannen . 4.
Documenten scannen als bewerkbare tekst (OS X) 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open HP Scan. U vindt HP Scan in de map Toepassingen / HP op het hoogste niveau van de harde schijf. 3. Klik op de knop Scannen. Er verschijnt een dialoogvenster waarin om bevestiging wordt gevraagd van uw scanapparaat en de vooraf ingestelde scaninstellingen. 4.
● Kies het juiste profiel. Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Windows: Gebruik de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. OS X: Gebruik de vooraf ingestelde Documenten met tekst. ● Sla het bestand op met de juiste indeling.
5. Klik op de link Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan. Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts. De linkse kolom vat de huidige instellingen voor iedere sectie samen. Met de rechtse kolom kunt u instellingen in het gemarkeerde deel veranderen. 6. Klik op iedere sectie aan de linkerkant van het deelvenster gedetailleerde instellingen om de instellingen in die sectie te controleren. U kunt de meeste instellingen bekijken en veranderen via vervolgkeuzemenu's.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4.
Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen U kunt ook een zwartwitfax scannen naar het geheugen om de fax vervolgens vanuit het geheugen te verzenden. Deze functie is nuttig als het faxnummer dat u probeert te bereiken, in gesprek is of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen. Een fax verzenden in foutcorrectiemodus Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen.
Een faxbericht handmatig ontvangen Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken. U kunt manueel faxen ontvangen van een telefoon die rechtstreeks is verbonden met de printer (aan de 2EXT-poort). Een fax handmatig ontvangen 1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2.
worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd. Uit Faxberichten worden nooit in het geheugen opgeslagen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Backupfaxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor de printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
6. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed . Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd. 7. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op.
4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op + (plusteken) 6. Voer een van de volgende bewerkingen uit. ● Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op ( Oproepgeschiedenis ) drukken. ● Voer handmatig een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
HP Digital Fax instellen of wijzigen (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en klik vervolgens op Fax. 3. Klik op Wizard digitale faxinstellingen . 4. Volg de instructies op het scherm. HP Digital Fax instellen of wijzigen (OS X) 1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg HP-hulpprogramma's (OS X) voor meer informatie. 2. Selecteer de printer. 3.
4. Druk op (Plusteken) om een contact toe te voegen. 5. Druk op Naam en voer de naam in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . 6. Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . OPMERKING: Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen. 7. Druk op Toevoegen.
Om telefoonboekgroepen te wijzigen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. 4. Tik op Druk op ( Telefoonboek ) en raak vervolgens op ( Groep ). (Bewerken) om een groep te bewerken. 5. Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken. 6. Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed . 7. Druk op Aantal leden. 8. Als u een contactpersoon aan de groep wilt toevoegen, tikt u op (plus-teken).
● Het faxkopschrift instellen ● De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) ● Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen ● Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen ● Het kiessysteem instellen ● Opties opnieuw kiezen instellen ● De faxsnelheid instellen ● Het faxgeluidsvolume instellen Het faxkopschrift instellen De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord. De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Druk op Ja aan om verder te gaan. 6. Voer een van de volgende handelingen uit: ● Tik op een belsignaal, tik vervolgens op Faxwizard en volg dan de wizard. ● Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies op het bedieningspaneel van de printer.
De faxsnelheid instellen U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
● ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network) ● VoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP) genoemd. Zie Fax over voice over Internet Protocol voor meer informatie. HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. OPMERKING: Controleer of de printkoppen en cartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd.
Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Druk op Rapporten en vervolgens op Rapporten faxfouten. 4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Druk op Logboek laatste transacties. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. Een rapport beller-ID's afdrukken U kunt een lijst afdrukken met faxnummers die de nummerherkenning heeft herkend Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Raak Rapport Beller-ID's aan. 5.
● Seriële faxinstallatie ● Test Faxinstallatie Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) Voordat u begint met het instellen van de printer voor het uitvoeren van faxtaken, moet u vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De instructies voor het instellen van de fax verschillen afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt. ● Als uw land of regio niet in de tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk een serieel telefoonsysteem.
● Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn ● Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn ● Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn ● Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail ● Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) ● Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem ● Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat ● Situatie J: Gedeel
3. ● Antwoordapparaat: Een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op hetzelfde telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op de printer. ● Voicemail-service: Een voice-mailservice bij uw telefoonmaatschappij op hetzelfde nummer dat u gebruikt voor faxoproepen op de printer. Selecteer in volgende tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw kantoor wordt gebruikt. Zoek vervolgens de aanbevolen faxinstelling.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax computermodem en een antwoordapparaat Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. Situatie C: De printer configureren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen: ● Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDNconverter/terminaladapter gebruikt.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: regio.
Afbeelding 5-4 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1.
Als u de telefoon opneemt voordat de printer reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de printer geen faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
OPMERKING: regio. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/ Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-7 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
OPMERKING: Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 6. 7. Vervolgens moet u bepalen hoe u met de printer faxoproepen wilt beantwoorden: automatisch of handmatig: ● Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten automatisch.
5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-10 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
Afbeelding 5-11 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Antwoordapparaat 4 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) 8. Voer een faxtest uit. Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn.
Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 7. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 9.
7 Antwoordapparaat 8 Telefoon (optioneel) OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1.
stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren. Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Zweden www.hp.se/faxconfig Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Test Faxinstallatie U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen.
96 ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een ontbrekende of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken. ● Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen problemen.
6 Webservices De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. OPMERKING: Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Webservices instellen Zorg ervoor dat uw printer via Ethernet of draadloos is verbonden met het internet alvorens u webservices instelt. Gebruik een van onderstaande methodes om Web services te gebruiken: Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3.
4. Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Installatie en vervolgens op Doorgaan. Volg de instructies op het scherm om de gebruiksvoorwaarden te accepteren. 5. Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates en deze te installeren. OPMERKING: Als er updates beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en geïnstalleerd, en vervolgens start de printer opnieuw op.
Om HP ePrint uit te schakelen. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( HP ePrint ) en vervolgens op (Instellingen Webservices). 2. Druk op HP ePrint , en vervolgens op Uit . OPMERKING: Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen. Print-apps Met print-apps kunt u eenvoudig en rechtstreeks vanaf uw printer vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en afdrukken.
7 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. TIP: Zie Problemen met afdrukken als u problemen hebt met het kopiëren van documenten. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Informatie over cartridges en de printkop ● Als er alleen met de zwarte cartridge wordt afgedrukt, wordt er ook een beetje kleureninkt gebruikt.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken. OPMERKING: Deze printer is niet ontworpen voor het gebruik van een continue inktsysteem. Om het printen te hervatten verwijdert u het continue inktsysteem en plaatst u originele HP-cartridges (of compatibele cartridges).
Vervang de cartridges OPMERKING: Zie Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen voor meer informatie over het recyclen van gebruikte inkten. Als u nog geen vervangende cartridges voor de printer hebt, zie dan Inktcartridges bestellen. OPMERKING: Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels. OPMERKING: Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit. Zorg ervoor dat de kleurcodering op de cartridge overeenkomt met die op de houder. 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke cartridge die u wilt vervangen. 7. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. Inktcartridges bestellen Ga naar www.hp.com om inktcartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
het gebruik van de printer, waaronder: het aantal afgedrukte pagina's met de cartridge, de paginadekking, de afdrukfrequentie en de gebruikte afdrukmodi. Deze informatie helpt HP om printers in de toekomst te ontwerpen die aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen. De gegevens die door de cartridgegeheugenchip worden verzameld, bevatten geen informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of de printer te identificeren.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: 1. Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 2. Druk op (Draadloos). ( Instellingen ). 3. Druk op Draadloze instellingen. 4.
Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (Windows) ● Sluit de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer. Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (OS X) Voeg de printer toe aan de afdrukwachtrij. 1. Open Systeemvoorkeuren . 2. Klik, afhankelijk van uw besturingssysteem, op Printers & scanners . 3. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst.
netwerkinstellingen, het herstellen van netwerkstandaarden en het in- of uitschakelen van de draadloze functie. VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
3. Raak Geavanceerde instellingen aan. 4. Raak IP-instellingen aan. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan. 5. Kies om handmatig de instellingen te wijzigen Handmatig (statisch) en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: ● IP-adres ● Subnetmasker ● Standaard gateway ● DNS-adres 6. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 7. Raak OK aan.
Wi-Fi Direct inschakelen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 2. 3. Druk op (Wi-Fi Direct). ( Instellingen ). Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct is Uit , druk dan op Wi-Fi Direct en schakel het vervolgens in. TIP: U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf de EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
unieke tekens die uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel dat op de printer wordt aangegeven). Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 4. Druk het document af. Afdrukken vanaf een computer met Wifi (Windows) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding van uw computer in. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de computer. OPMERKING: 3.
a. Open Systeemvoorkeuren . b. Klik op Printers & scanners . c. Klik op + onder de printerlijst links. d. Selecteer de printer uit de lijst met gevonden printers (het woord "Bonjour" staat in de rechterkolom naast de printernaam) en klik op Toevoegen. Klik hier voor online probleemoplossing voor Wi-Fi Direct, of voor meer hulp bij de instelling.Wi-Fi Direct. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver ● HP Web Jetadmin-software Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. OPMERKING: De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand.
OPMERKING: U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar. ● Over cookies ● De geïntegreerde webserver openen ● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend ● Kleur beperken Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
De geïntegreerde webserver openen via Wi-Fi Direct 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 2. Druk op (Wi-Fi Direct). ( Instellingen ). 3. Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct is Uit , druk dan op Wi-Fi Direct en schakel het vervolgens in. 4.
Controleer het IP-adres van de printer ● Zorg ervoor dat het IP-adres van de printer correct is. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op (Draadloos) of (Ethernet) om het IP-adres te weten te komen.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Een papierstoring oplossen in lade 1 1. Trek lade 1 volledig uit de printer. 2. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Reik in het gat en verwijder het vastgelopen papier. 3. Plaats Lade 1 terug in de printer. Een papierstoring oplossen in lade 2 OPMERKING: ▲ Lade 2 is beschikbaar voor sommige modellen van de printer. Trek lade 2 in zijn geheel uit de printer en verwijder vervolgens indien mogelijk eventueel vastgelopen papier.
2. Als niets de wagen met printcartridges in de weg staat, verplaats dan de wagen met printcartridges helemaal naar de rechterzijde van de printer en verwijder het vastgelopen papier. Verplaats indien nodig de wagen met printcartridges helemaal naar de linkerzijde van de printer en verwijder het vastgelopen papier. 3. Schuif naar beneden om de cartridgetoegangsklep te sluiten Een papierstoring vanaf de uitvoerlade verhelpen 1. Open de toegangsklep voor de cartridges door het omhoog te schuiven. 2.
5. Schuif naar beneden om de cartridgetoegangsklep te sluiten 6. Verwijder lade 1 door deze weg te trekken van de printer. 7. Open de deur van de duplexeenheid (boven waar de lade zich bevond) door het midden vast te houden en hem in uw richting te trekken. 8. Open de klep aan de binnenkant door op het midden naar beneden te duwen. 9. Verwijder het vastgelopen papier. 10. Til de klep aan de binnenkant op en sluit deze.
11. Til de deur van de duplexeenheid op, duw hem naar achteren en sluit hem. 12. Plaats de invoerlade. Een papierstoring in de duplexeenheid verhelpen 1. Verwijder lade 1 door deze weg te trekken van de printer. 2. Open de deur van de duplexeenheid (boven waar de lade zich bevond) door het midden vast te houden en hem in uw richting te trekken. 3. Verwijder het vastgelopen papier. 4. Til de deur van de duplexeenheid op, duw hem naar achteren en sluit hem. 5. Plaats de invoerlade.
4. Druk op de twee knoppen van de papierbaankap en trek de kap volledig uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Plaats de papierbaankap terug in de printer. 7. Sluit de toegangsklep aan de achterzijde. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. NLWW Til de kap van de documentinvoer op.
2. Trek het vastgelopen papier tussen de rollers vandaan. 3. Sluit de kap van de documentinvoer tot deze vastklikt. 4. Til de documentinvoerlade op. 5. Verwijder eventueel vastgelopen papier onder de lade. 6. Plaats de documentinvoer weer terug. Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges Los een storing van de wagen met inktcartridges op.
● Gebruik geen papier dat te dik of te dun is voor de printer. ● Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer informatie naar Plaats papier. ● Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn. ● Plaats niet teveel papier in de documentinvoerlade. Zie Specificaties voor informatie over het maximale aantal vellen dat de documentinvoer mag bevatten.
◦ Zorg ervoor dat de breedtegeleiders voor het papier zijn ingesteld op de correcte markeringen in de lade voor het papierformaat dat u plaatst. Controleer ook of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten. ◦ Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op een of meerdere etiketten aan de zijkant van de papierbreedtegeleider van de invoerlade niet overschrijdt.
4. ● Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers. ● Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers. ● Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en faxen. b. Dubbelklik op het printerpictogram of klik rechts op het printerpictogram en selecteer Afdruktaken bekijken om de afdrukwachtrij te openen. c.
v. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. vi. Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK. Windows 8.1 en Windows 8 i. Wijs of tik in de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-werkbalk te openen. Klik vervolgens op het pictogram Instellingen. ii. Klik op tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Systeem en beveiliging. iii.
6. Start de computer opnieuw op. 7. De afdrukwachtrij leegmaken. De afdrukwachtrij leegmaken a. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: ● Windows 10: Klik in het menu Start in Windows op Alle apps, klik op Windows-systeem, klik op Configuratiescherm en klik vervolgens op Apparaten en printers onder het menu Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen.
3. Koppel het netsnoer los van de zijkant van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5. Wacht minstens 15 seconden. 6. Sluit het netsnoer weer aan op het wandstopcontact. 7. Sluit het netsnoer weer aan de zijkant van de printer aan. 8. Als de printer niet automatisch wordt ingeschakeld, druk dan op de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. 9. Probeer de printer opnieuw te gebruiken. Afdrukproblemen oplossen (OS X) 1.
De afdrukkwaliteit verbeteren(Windows) 1. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt. 2. Controleer de printersoftware om na te gaan of u de juiste papiersoort en hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal en de afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit. ● Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen en dan op Voorkeuren instellen om de afdrukeigenschappen te openen. 3.
Een diagnosepagina afdrukken met behulp van het printerbeeldscherm a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 6. c. Druk op Rapporten . d. Druk op Rapport afdrukkwaliteit. ( Installatie ). Bekijk de blauwe, magenta, gele en zwarte vakken op de diagnostiekpagina.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet. 5. De printkop uitlijnen. Om de printkop vanuit de software uit te lijnen a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade.
OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit na het reinigen nog steeds zwak lijkt, probeer dan de printkop uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. f. Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning.
● Controleert de status van de telefoonlijnverbinding ● Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer 1. Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor. 2. Zorg ervoor dat de inktcartridges zijn geïnstalleerd en dat er papier van normaal formaat in de invoerlade is geplaatst voor u met de test begint. 3.
land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Alle HP-contacten voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is mislukt ● Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd. ● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
Afbeelding 10-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort 2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen. 3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. ● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
De faxlijnconditietest is mislukt ● Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
geleverd niet lang genoeg is, kunt u een langer telefoonsnoer gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijk snoer kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. ● Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur van de haak liggen of niet in gebruik zijn.
● Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet. ● Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces.
● Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als de printer, moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch overgenomen. In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat de printer geen faxoproepen kan ontvangen.
een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555. Om een pauze in te voegen in het faxnummer dat u vormt, drukt u meermaals op * tot er een streepje (-) op het scherm verschijnt. U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest.
OPMERKING: Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windowsbesturingssysteem. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP ● Uw draadloos probleem oplossen, als uw printer nooit is verbonden of als hij was verbonden maar niet langer werkt. ● Uw firewall- of antivirusprobleem oplossen, als u vermoedt dat het verhindert dat uw computer verbinding maakt met de printer.
Lees de algemene instructies in het menu Help om de problemen met Wi-Fi Direct op te lossen 1. Controleer de printer om te bevestigen dat Wi-Fi Direct is ingeschakeld: ▲ Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Wi-Fi Direct). 2. Op uw draadloze computer of uw mobiel apparaat schakelt u de Wi-Fi-verbinding in zoekt u naar en maakt u verbinding met de naam van Wi-Fi Direct van uw printer.
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Alle HP-contacten voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Een printerfout oplossen Voer de volgende stappen uit om dergelijke problemen op te lossen. 1. 2. 3. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten.
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken. Netwerkconfiguratiepagina Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken samen met de lijst van netwerken die door uw printer werden gedetecteerd. De laatste pagina van het rapport bevat een lijst met detecteerbare draadloze netwerken in de omgeving met hun signaalsterkte en gebruikte kanalen.
● Als u de printer aansluit met een Ethernet-kabel, moet u controleren of u geen telefoonsnoer of crosskabel gebruikt om de printer met het netwerk te verbinden en of de Ethernet-kabel goed op de printer is aangesloten. Zie Netwerk- en verbindingsproblemen voor meer informatie. ● Indien u de printer aansluit met een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat het draadloos netwerk correct werkt. Zie Netwerk- en verbindingsproblemen voor meer informatie.
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
De rollers of het scheidingskussen reinigen WAARSCHUWING! Vooraleer u de printer reinigt, moet u de printer uitschakelen door op (de Aan/uit- knop) te drukken en de stekker uit het stopcontact trekken. 1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader. 2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 1 Rollen 2 Scheidingskussen 3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na alle reinigingsfasen, probeer dan de printkop uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. ● Lijn de printkop uit als de printerstatuspagina strepen of witte lijnen door een kleurenblok vertoont of als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit van uw afdrukken.
Druk op Terugzetten. Er verschijnt een bericht waarin staat dat de instellingen worden teruggezet. 6. Raak Ja aan. Om de printer terug te zetten naar de originele fabrieksinstellingen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Fabrieksinstellingen terugzetten. ( Installatie ).
HP-ondersteuningsforums: Ga naar de ondersteuningsforums van HP voor antwoorden op algemene vragen en problemen. U kunt vragen van andere HP-klanten bekijken of u kunt zich aanmelden en uw eigen vragen en opmerkingen indienen. Problemen oplossen: Gebruik HP Online-tools om uw printer te detecteren en de aanbevolen oplossingen te vinden. Neem contact op met HP Als u de hulp van een vertegenwoordiger van HP's technische ondersteuning nodig hebt, ga dan naar de Ondersteuningswebsite.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Wettelijk verplichte informatie ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.support.hp.com . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
● Systeemkaarten: maximaal 80 ● Vellen fotopapier: maximaal 100 Capaciteit documentinvoer ● Normaal papier (60 tot 90 g/m2): maximaal 50 Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
Faxspecificaties ● Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat. ● Fax handmatig verzenden en ontvangen. ● Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model). ● Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model). ● Bevestigings- en activiteitenrapporten. ● CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus. ● 33,6 Kbps overdracht. ● Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie).
● Verklaring vaste fax Australië ● Bericht voor de Europese Unie — Producten met draadloze functionaliteit — Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax) ● Conformiteitverklaring ● Wettelijke informatie inzake draadloze producten — Blootstelling aan straling op radiofrequentie — Bericht voor gebruikers in Brazilië — Bericht voor gebruikers in Canada — Bericht aan gebruikers in Taiwan — Bericht aan gebruikers in Mexico — Kennisgeving aan gebruikers in Japan — Bericht aan gebruikers
FCC-verklaring Bericht aan gebruikers in Korea 158 Bijlage A Technische informatie NLWW
VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland NLWW Wettelijk verplichte informatie 159
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten 160 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië NLWW Wettelijk verplichte informatie 161
Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Conformiteit met deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen).
Conformiteitverklaring NLWW Wettelijk verplichte informatie 163
Wettelijke informatie inzake draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Kennisgeving aan gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Korea Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië 164 Bijl
Bericht voor gebruikers in Canada Bericht aan gebruikers in Taiwan NLWW Wettelijk verplichte informatie 165
Bericht aan gebruikers in Mexico Kennisgeving aan gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Korea Programma voor milieubeheer HP streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● China energielabel voor printer, fax en kopieermachine ● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/ elementen en hun inhoud) ● EPEAT ● Afvoer van batterijen in Taiwan ● California Perchloraat materiaalbericht ● EU-batterijrichtlijn ● Batterijmelding voor Brazilië Eco-Tips HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen.
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.
Beperking voor gevaarlijke producten (India) Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel NLWW Programma voor milieubeheer 169
China energielabel voor printer, fax en kopieermachine 170 Bijlage A Technische informatie NLWW
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) EPEAT Afvoer van batterijen in Taiwan NLWW Programma voor milieubeheer 171
California Perchloraat materiaalbericht 172 Bijlage A Technische informatie NLWW
EU-batterijrichtlijn NLWW Programma voor milieubeheer 173
Batterijmelding voor Brazilië 174 Bijlage A Technische informatie NLWW
Index A accessoires instellen 28 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 77 afdrukken details laatste fax 71 diagnosepagina 147 dubbelzijdig 38 faxen 59 faxen vanuit het geheugen 59 faxlogs 71 faxrapporten 69 problemen oplossen 145 afdrukken, aan beide zijden 38 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 150 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 38 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 89 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 87 opgenomen faxtonen 143 automatisch fax verkleinen
problemen oplossen 134 test mislukt 135 verzenden 53 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 87 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 76 automatisch antwoorden 65 bevestigingsrapporten 70 doorsturen 59 DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 77 foutrapporten 71 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 79 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 78 installatie test 95 instellingen wijzigen 64 kiessysteem, instell
installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 81 instellen accessoires 28 antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 89 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 89 instellen, opties opnieuw kiezen 67 instellingen faxscenario's 74 netwerk 108 snelheid, fax 68 Instellingen volume, fax 68 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 69 IP-adres printer opsporen 117 IP-instellingen 109 ISDN-lijn, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 78 J juiste poort
pictogrammen voor draadloze verbindingen 8 pictogram Setup: 8 printersoftware (Windows) openen 30, 114 over 114 printkop 150 schoonmaken 151 printkop, uitlijnen 150 printkop uitlijnen 150 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 125 problemen oplossen afdrukken 145 antwoordapparaten 143 Fax 134 faxen ontvangen 140, 141 faxen verzenden 140, 142 faxhardwaretest is mislukt 135 faxkiestoontest mislukt 138 faxlijntest is mislukt 139 faxtests 135 geïntegreerde webserver (EWS) 116 hulp van het bedienings
U uitvoerlade zoeken 5 USB-verbinding poort, locatie 5, 6 V verbindingssnelheid, instellen 109 verkleinen van fax 60 voeding problemen oplossen 145 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 93 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 81 volume faxgeluiden 68 voorgeschreven modelnummer 157 W wagen storingen met de wagen oplossen 124 Webscan 48 websites milieuprogramma's 166 toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerkinstelllingen 109 wettelijke informatie 164