User Manual - Windows 7

DriveLock-wachtwoord instellen
Ga als volgt te werk om een DriveLock-wachtwoord in te stellen in Computer Setup:
1. Schakel de computer in en druk vervolgens op esc of houd de knop Volume omlaag ingedrukt
terwijl het bericht "Hold the Volume Down button to enter the BIOS Startup Menu (Houdt de
knop Volume omlaag ingedrukt om het BIOS-startmenu te openen)" onder aan het scherm wordt
weergegeven.
2. Druk of tik op f10 om Computer Setup te openen.
3. Selecteer met een aanwijsapparaat, de pijltoetsen of het aanraakscherm Security (Beveiliging) >
Hard Drive Tools (Hulpmiddelen harde schijf) > DriveLock en volg de instructies op het scherm.
4. Klik op Wachtwoord voor DriveLock instellen (algemeen).
5. Typ het BIOS-beheerderswachtwoord en volg de instructies op het scherm.
6. Selecteer met een aanwijsapparaat, de pijltoetsen of het aanraakscherm de vaste schijf die u
wilt beschermen en volg de instructies op het scherm.
7. Lees de waarschuwing. Selecteer YES (JA) om verder te gaan.
8. Typ een hoofdwachtwoord wanneer u daarom wordt gevraagd en volg de instructies op het
scherm.
9. Typ nogmaals het hoofdwachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en volg de instructies op
het scherm.
10. Typ een gebruikerswachtwoord wanneer u daarom wordt gevraagd en volg de instructies op het
scherm.
11. Typ nogmaals het gebruikerswachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en volg de instructies
op het scherm.
12. Bevestig de DriveLock-beveiliging van de geselecteerde schijfeenheid door DriveLock te typen
in het bevestigingsveld en vervolgens de instructies op het scherm te volgen.
OPMERKING: De DriveLock-bevestiging maakt onderscheid tussen hoofdletters en kleine
letters.
13. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, klikt u op het pictogram Save
(Opslaan) linksonder in het scherm en volgt u de instructies op het scherm.
– of –
Selecteer Main (Hoofdmenu) > Save Changes and Exit (Veranderingen opslaan en afsluiten) en
volg de instructies op het scherm.
De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart.
56 Hoofdstuk 8 Beveiliging