Referentiehandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de groep bedrijven onder de naam Microsoft. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Welkom ............................................................................................................................................................. 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................... 4 Rechterkant .............
4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten .................................................. 24 Cursorbesturing gebruiken ................................................................................................................. 25 Voorkeuren voor cursorbesturing instellen ........................................................................ 25 Touchpadbewegingen gebruiken .......................................................................................
Aanvullende informatie over de accu opzoeken ............................................... 42 Accucontrole gebruiken ..................................................................................... 42 Acculading weergeven ...................................................................................... 43 Accuwerktijd maximaliseren .............................................................................. 43 Omgaan met een lage acculading .....................................................
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................. 62 HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................ 62 Status van HP 3D DriveGuard herkennen ........................................................ 62 9 Beveiliging ....................................................................................................................................................... 63 De computer beveiligen .....
12 Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken ..................................................... 85 Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................ 85 BIOS-update uitvoeren ....................................................................................................................... 85 BIOS-versie vaststellen ......................................................................
x
1 Welkom Nadat u de computer hebt ingesteld en geregistreerd, raden wij de volgende stappen aan om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Informatie zoeken U hebt Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Hulpmiddelen Informatie Beperkte garantie* Garantiegegevens Om deze handleiding te openen, selecteert u de app HP Help en ondersteuning, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Garantie en services. – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos.
2 Vertrouwd raken met de computer Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Aan-uitlampje ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel (3) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Linkerkant Onderdeel Beschrijving (1) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (2) Lampje van de netvoedingsadapter/accu ● Wit: De netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu is volledig opgeladen. ● Oranje: De computer is aangesloten op een externe voedingsbron en de accu wordt opgeladen. ● Uit: De netvoedingsadapter is niet aangesloten op een externe voedingsbron.
Beeldscherm Onderdeel Beschrijving (1) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op. (2) Webcamlampje (alleen bepaalde modellen) Aan: de webcam is in gebruik. (3) Webcam (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten. Open HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de webcam.
Bovenkant Touchpad Onderdeel 8 Beschrijving (1) Aan/uit-knop van touchpad Hiermee kunt u het touchpad in- en uitschakelen. (2) Touchpadgebied Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de pointer te verplaatsen of items op het scherm te activeren. (3) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (4) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Beschrijving Aan-uitlampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. OPMERKING: Bij bepaalde modellen is de voorziening Intel® Rapid Start Technology standaard ingeschakeld.
Onderdeel (4) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord. (5) Touchpadlampje ● Aan: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. (6) 10 Beschrijving Caps Lock-lampje Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen.
Knoppen, luidsprekers en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Beschrijving Aan-uitknop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aanuitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel 12 Beschrijving (2) Luidsprekers Hiermee wordt het computergeluid weergegeven. (3) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de esc-toets om systeeminformatie weer te geven (3) Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het Windows-bureaublad. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm. (4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Onderkant Onderdeel 14 Beschrijving (1) Ontgrendeling voor het afdekplaatje van de accu en vergrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. (2) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (3) Toetsenbordschroef Hiermee kunt u het toetsenbord verwijderen. (4) Geheugenpaneel Biedt toegang tot de schroef van het toetsenbord en geheugenmoduleslots.
Onderdeel (5) Beschrijving Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (6) Luidsprekers (2) Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd.
Voorkant Onderdeel 16 Beschrijving (1) Luidsprekers (2) Deze produceren geluid. (2) Geheugenkaartlezer Hiermee worden optionele geheugenkaarten gelezen die informatie opslaan, beheren, delen of openen.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen. U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt: 1. Typ configuratiescherm op het startscherm en selecteer Configuratiescherm. 2. Selecteer Netwerk en internet en vervolgens Netwerkcentrum. Open HP Support Assistant voor meer informatie.
WLAN configureren Om een WLAN-verbinding in te stellen en verbinding te maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: Sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u heeft.
Een firewall is een barrière die zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden controleert en eventuele verdachte onderdelen verwijdert. Er zijn zowel software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen. ● Gebruik versleuteling voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten, zoals de volgende, vroeger werden aangesloten: ● Computers (desktopcomputer, notebookcomputer, PDA) ● Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone) ● Weergaveapparaten (printer, camera) ● Audioapparaten (headset, luidsprekers) ● Muis Bluetooth-app
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Er zijn twee soorten bekabelde verbindingen: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LANverbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, steekt u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector.
4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook op het scherm navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen op het touchpad van uw computer of op een touchscreen gebruikt worden (alleen bepaalde modellen). Bepaalde computermodellen hebben speciale actietoetsen of sneltoetsfuncties op het toetsenbord waarmee u veelvoorkomende taken kunt uitvoeren.
Cursorbesturing gebruiken OPMERKING: Naast de bij de computer horende cursorbesturingen kunt u een (afzonderlijk aan te schaffen) externe USB-muis gebruiken door deze aan te sluiten op een van de USB-poorten van de computer. Voorkeuren voor cursorbesturing instellen Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor aanwijsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen.
Touchpad uit- of inschakelen Om het touchpad uit of in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan-uitknop van het touchpad. Tikken Om een selectie te maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het touchpad. ● Tik met één vinger in het touchpadgebied om een keuze te maken. Dubbeltik op een onderdeel om het te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Knijpen met twee vingers om te zoomen Door te knijpen met twee vingers kunt u afbeeldingen of tekst in- en uitzoomen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het touchpadgebied en ze daarna van elkaar af te bewegen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het touchpadgebied en ze daarna naar elkaar toe te bewegen.
Tikken met twee vingers Door met twee vingers te tikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm. OPMERKING: muis. ● 28 Het tikken met twee vingers heeft dezelfde functies als het rechtsklikken met de Plaats twee vingers op het touchpad-gebied en druk op het menu opties voor het geselecteerde object.
Toetsenbord gebruiken Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en sneltoetsen op het toetsenbord kunt u specifieke functies uitvoeren. TIP: Met de Windows-toets op het toetsenbord kunt u snel terugkeren naar het startmenu vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen in Setup Utility (BIOS). Zie Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken op pagina 85 voor instructies voor het openen van Setup Utility (BIOS), en volg daarna de instructies onder aan het scherm. Nadat u de actietoetsfunctie hebt uitgeschakeld, kunt u de functies nog wel uitvoeren door op de fntoets te drukken in combinatie met de bijbehorende actietoets.
Toetsenblokken gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt bovendien een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Het geïntegreerde numerieke toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt bovendien een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok.
● Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ● Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt ingeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer branden. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt uitgeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer uit.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over het volgende: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of -toetsen Bedieningselementen voor het afspelen van media gebruiken Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of terugspoelen: ● Mediaknoppen ●
Geluidsvolume aanpassen Afhankelijk van uw computermodel kunt u het volume aanpassen met: ● volumeknoppen; ● Volumeactietoetsen ● volumetoetsen. WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm ondersteuning en vervolgens de app HP Support Assistant.
3. Sla het bestand op het bureaublad op. 4. Open een multimediaprogramma en speel het opgenomen geluid af. U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt: 1. Typ configuratiescherm op het startscherm en selecteer Configuratiescherm. 2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid. Webcam (alleen bepaalde modellen) Sommige computers bevatten een geïntegreerde webcam.
VGA De externe-monitorpoort of VGA-poort is een analoge weergave-interface waarmee u een extern VGA-weergaveapparaat aansluit op de computer, zoals een externe VGA-monitor of VGA-projector. 1. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector zoals aangeduid aan op de VGA-poort op de computer. 2. Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavestatussen: ● Alleen computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
U sluit een video- of audioapparaat als volgt aan op de HDMI-poort: 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat. 3. Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavestatussen: ● Alleen computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer. ● Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.
38 1. Klik op het Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik vervolgens op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/ uit-knop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan/uit-knoppen. Computer afsluiten (uitschakelen) VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
● Koppel de computer los van de externe voedingsbron. ● Verwijder de accu (bij modellen met een door de gebruiker vervangbare accu). Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken De slaapstand wordt ingeschakeld in de fabriek. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen.
OPMERKING: Als u een wachtwoord op de computer hebt ingesteld voor het beëindigen van de sluimerstand, dan moet u uw Windows-wachtwoord invoeren voordat de computer uw werk opnieuw weergeeft. De door de gebruiker geïnitialiseerde sluimerstand inschakelen en afsluiten U kunt gebruikers als volgt de sluimerstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en time-outs laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer: 1. Typ energiebeheer op het startscherm en selecteer vervolgens Energiebeheer. 2.
4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen). OPMERKING: Als u een wachtwoord voor een gebruikersaccount moet instellen of het huidige wachtwoord voor uw gebruikersaccount wilt wijzigen, klikt u op Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Als u geen gebruikerswachtwoord hoeft te maken of te wijzigen, gaat u naar stap 5. 5. Klik op Wijzigingen opslaan.
1. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer. OPMERKING: voedingsbron. 2. Accucontrole werkt alleen goed als de computer is aangesloten op een externe Om accu-informatie te openen, selecteert u de HP Ondersteuningsassistent app op het startscherm en selecteert u daarna Accuprestaties. Accucontrole test de accu en de accucellen om te controleren of deze naar behoren functioneren en rapporteert vervolgens de resultaten van de test.
Als de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij niet-opgeslagen werk verloren gaat.
1. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toe. 2. Schuif de ontgrendeling van de accu (1) en accuvergrendeling (2) naar binnen om de accu te ontgrendelen. 3. Verwijder de accu uit de computer (3). Accuvoeding besparen ● Typ energie in het startscherm en selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer. ● Open het onderdeel Energiebeheer en selecteer instellingen voor een lager energieverbruik.
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren WAARSCHUWING! Verminder het risico van brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren; veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten; laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.
Externe netvoeding gebruiken WAARSCHUWING! Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter. OPMERKING: Zie de poster Installatie-instructies in de doos van de computer voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: OPMERKING: De volgende instructies gelden voor computers met een door de gebruiker vervangbare accu. 1. Zet de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
7 Externe kaarten en apparaten Geheugenkaartlezers gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Zie Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types geheugenkaarten die worden ondersteund op de computer.
1. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. 2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Volg daarna de instructies op het scherm. 3. Druk op de kaart (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2). OPMERKING: Als de kaart niet vanzelf naar buiten komt, trekt u deze uit het slot.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software, stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer. U sluit als volgt een extern apparaat aan op de computer: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald. 1.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
Externe vaste schijven gebruiken VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: ● Sla uw werk op en sluit de computer af voordat u een geheugenmodule of een vaste schijf plaatst of vervangt. ● Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld, zet u de computer aan door op de aan-uitknop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem.
2. Wanneer de accuruimte van u af wijst, verwijdert u de schroef (1), kantelt u het onderpaneel omhoog (2) en tilt u het (3) op. De onderhoudsklep terugplaatsen Plaats de onderhoudsklep terug nadat u de vaste schijf en andere onderdelen hebt bekeken. 1. Wanneer de accuruimte van u af wijst, legt u de onderhoudsklep neer en lijn de voorste rand van de onderhoudsklep uit met de voorste rand van de computer (1). 2.
3. Plaats de schroef (3) en draai deze vast. 4. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 44). Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de hibernationstand staat.
5. Wanneer de accuruimte van u af wijst, verwijdert u de schroef (1), kantelt u het onderpaneel omhoog (2) en tilt u het (3) op. 6. Til de connector (1) op om de vaste schijf los te koppelen. Trek aan het lipje om de kabel van de vaste schijf los te maken (2) en til de vaste schijf uit de vasteschijfruimte (3).
Vaste schijf installeren OPMERKING: uw computer kan er iets anders uitzien dan de hier afgebeelde computer. U installeert een vaste schijf als volgt: 1. Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1) en trek aan het plastic lipje (2) om de kabel van de vaste schijf opnieuw aan te sluiten. Druk vervolgens de connector naar beneden om de vaste schijf (3) opnieuw aan te sluiten. 2. Plaats de onderhoudsklep terug (zie De onderhoudsklep verwijderen of plaatsen op pagina 54). 3.
Optischeschijfeenheid vervangen VOORZICHTIG: Neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de optischeschijfeenheid uit de upgraderuimte verwijdert. Verwijder de optischeschijfeenheid niet wanneer de computer aan staat, of in de slaapstand of de sluimerstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
9. Verwijder de optische schijf uit de upgraderuimte (3). Ga als volgt te werk om een optische schijf in de upgraderuimte te plaatsen: 1. 60 Plaats de optische schijf in de upgraderuimte (1).
2. Draai de schroef van de upgraderuimte vast (2). 3. Plaats de accu (zie Accu plaatsen op pagina 44). 4. Zet de computer weer rechtop en sluit vervolgens de netvoedingsbron en de externe apparaten weer aan. 5. Schakel de computer in. Prestaties van de vaste schijf verbeteren Schijfdefragmentatie gebruiken Wanneer u de computer gebruikt, raken de bestanden op de vaste schijf gefragmenteerd.
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt: 1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron. 2. Typ schijf op het startscherm. 3. Klik op Optimaliseren. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren. Mogelijk wordt om uw toestemming of wachtwoord gevraagd bij taken als het installeren van software, het uitvoeren van hulpprogramma's of het wijzigen van Windows-instellingen. Raadpleeg HP Support Assistant.
9 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
● Beheerderswachtwoorden worden ingesteld in Computer Setup en beheerd door het systeemBIOS. ● Windows-wachtwoorden worden alleen in het Windows-besturingssysteem ingesteld. U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor een voorziening van Computer Setup en een beveiligingsvoorziening van Windows. U kunt hetzelfde wachtwoord gebruiken voor meerdere voorzieningen van Computer Setup.
Een nieuw beheerderswachtwoord instellen 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen. 3. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password (Beheerderswachtwoord) en druk vervolgens op enter. 4. Typ een wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter. 5.
Beheerderswachtwoord verwijderen 1. Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer onder aan het scherm het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten) verschijnt. 2. Druk op f10 om Computer Setup te openen. 3. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password (Beheerderswachtwoord) en druk vervolgens op enter. 4. Typ uw huidige wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter. 5.
Beheerderswachtwoord in Computer Setup* invoeren Naast de prompt Beheerderswachtwoord typt u uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen) en drukt u op enter. Na drie mislukte pogingen om het beheerderswachtwoord op te geven, moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan een softwareprogramma zijn dat u op uw computer en/of netwerk installeert of het kan een oplossing zijn die zowel uit hardware als software bestaat.
Optionele beveiligingskabel bevestigen OPMERKING: Er is een beveiligingskabel ontworpen waarvan op de eerste plaats een ontmoedigingseffect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. OPMERKING: Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte.
Vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op bepaalde computermodellen zijn geïntegreerde vingerafdruklezers beschikbaar. Als u de vingerafdruklezer wilt gebruiken, moet u op de computer een gebruikersaccount en een wachtwoord instellen, en vervolgens met de HP SimplePass-software één of meer vingerafdrukken registreren.
4. Veeg 3 keer met uw vinger om de registratie te voltooien. Als de registratie is gelukt, wordt er boven de vinger een groene cirkel weergegeven. 5. Selecteer Windows-aanmelding instellen om een wachtwoord voor Windows in te stellen. Vastgelegde vingerafdruk gebruiken om u aan te melden bij Windows U meldt u als volgt aan bij Windows met uw vingerafdruk: 1. Nadat u uw vingerafdrukken heeft vastgelegd, start u Windows opnieuw. 2.
10 Onderhoud Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft één geheugenmodulecompartiment. U kunt de capaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule in het beschikbare slot voor geheugenuitbreidingsmodules te plaatsen of door een upgrade van de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule uit te voeren. OPMERKING: Voordat u een geheugenmodule toevoegt of vervangt, controleert u of de computer de meest recente BIOS-versie bevat.
5. a. Verwijder de schroef met de accuruimte van u af (1). b. Kantel het onderpaneel van het geheugen (2). c. Til het onderpaneel van het geheugen weg (3). Voor het vervangen van een geheugenmodule verwijdert u de bestaande geheugenmodule: a. Trek de borgklemmetjes (1) aan beide zijden van de geheugenmodule weg. De geheugenmodule komt omhoog.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 6. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: Zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 7. Plaats het onderpaneel van het geheugen terug. a. Kantel met de accuruimte van u af de onderhoudsklep van het geheugen (1) om de linkerrand van de onderhoudsklep van het geheugen op één lijn te brengen met de computerruimte.
8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen op pagina 44). 9. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 10. Schakel de computer in.
Computer reinigen Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van uw computer: ● Dimethyl benzyl ammoniumchloride 0,3 procent maximale concentratie (bijvoorbeeld wegwerpdoekjes die in verschillende merken worden geleverd) ● Glasreinigingsmiddel zonder alcohol ● Water met milde zeepoplossing ● Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie) ● Antistatische veegdoekjes VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer kunnen
Touchpad, toetsenbord of muis reinigen WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, zorgt u ervoor dat er geen vloeistof tussen de toetsen komt.
11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten De volgende processen komen in dit hoofdstuk aan bod: ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen 79
Herstelmedia en back-ups maken 1. Maak HP Recovery-media als u de computer hebt ingesteld. Met deze stap maakt u een backup van de HP Recovery-partitie op de computer. De back-up kan worden gebruikt om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de harde schijf is beschadigd of vervangen. HP Recovery-media die u maakt bieden de volgende herstelopties: ● Systeemherstel—Installeert het originele besturingssysteem opnieuw en de programma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd.
gebruikt, moet deze direct aangesloten worden op een USB-poort op de computer; de schijf kan niet verbonden worden met een USB-poort op een extern apparaat, zoals een USB -hub. ● Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia maakt. ● Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet. ● U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van alle hersteldvd's. HP Recovery Manager zal de huidige dvd branden.
Herstellen Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en expertiseniveau: ● Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up, het vernieuwen van de computer en het terugzetten van de computer naar de oorspronkelijke staat. Raadpleeg Help en ondersteuning voor meer informatie en stappen. Typ help op het scherm Start en selecteer Help en ondersteuning.
● Systeemherstel—Installeert het originele besturingssysteem opnieuw en configureert de instellingen vervolgens voor de programma's die in de fabriek zijn geïnstalleerd. ● Herstellen met geminimaliseerde installatiekopie (alleen bepaalde modellen)—Installeert het besturingssysteem en alle hardware-gerelateerde stuurprogramma's en software opnieuw, maar geen andere softwaretoepassingen.
Houd f11 ingedrukt als u op de aan/uit-knop drukt. 2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties. 3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm. HHP-herstelmedia gebruiken om te herstellen U kunt HP Recovery-media gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt worden als uw systeem geen HP Recovery-partitie heeft of als de harde schijf niet goed werkt. 1. Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden. 2.
12 Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
OPMERKING: Nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen. HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt.
4. Selecteer achtereenvolgens uw computermodel en uw besturingssysteem. 5. Klik in het gedeelte Diagnostic op Omgeving voor HP UEFI-ondersteuning. – of – Klik op Downloaden en selecteer Uitvoeren.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in HP Support Assistant geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html. Hier kunt u: ● online chatten met een technicus van HP; OPMERKING: Engels.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Alle labels die in dit gedeelte worden beschreven, bevinden zich op een van de 3 plaatsen, afhankelijk van uw computermodel: aan de onderkant van de computer, in de accuruimte of onder het onderpaneel. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie voor het identificeren van uw computer.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf (schrijven naar optische schijf) 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
15 Toegankelijkheid HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt, inclusief door personen met een handicap, zowel op een zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten. Ondersteunende technologie die ondersteund wordt HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en kunnen worden geconfigureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën.
A Reizen met de computer Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht: ● U maakt als volgt uw computer gereed voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten. VOORZICHTIG: Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit de schijfhouder haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt of opbergt.
◦ Vraag de douanebepalingen voor computers op voor de landen/regio's die u gaat bezoeken. ◦ Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken. De netspanning, frequentie en stekkers kunnen verschillen per land/regio. WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
B Problemen oplossen Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg HP Support Assistant voor meer informatie over de computer en koppelingen naar websites. Om HP Support Assistant vanuit het startscherm te openen, selecteert u de app HP Support Assistant. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP.
Problemen oplossen In de volgende gedeelten vindt u informatie over algemene problemen en oplossingen. Computer kan niet worden ingeschakeld Als de computer niet wordt ingeschakeld wanneer u op de aan-uitknop drukt, kunnen de volgende suggesties u wellicht helpen te achterhalen waarom de computer niet opstart: ● Als de computer is aangesloten op een stopcontact, controleert u of het stopcontact voldoende voeding levert door een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan te sluiten.
VOORZICHTIG: Noodprocedures voor afsluiten resulteren in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. ● Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt. ● Koppel de externe voedingsbron los en verwijder de accu uit de computer. Computer is ongewoon warm Als de computer in gebruik is, kan deze warm aanvoelen. Dit is een normaal verschijnsel. Wanneer de computer echter ongewoon warm aanvoelt, is de computer mogelijk oververhit als gevolg van een geblokkeerde ventilatieopening.
● Controleer of de draadloze antennes van de computer nergens door worden geblokkeerd. ● Controleer of het kabel- of DSL-modem en het netsnoer daarvan correct zijn aangesloten en of de lampjes op het kabel- of DSL-modem branden. ● Controleer of de draadloze router of het draadloze toegangspunt correct is aangesloten op de netvoedingsadapter en het kabel- of DSL-modem, en of de lampjes branden. ● Koppel alle kabels los en sluit ze opnieuw aan. Schakel vervolgens het apparaat uit en opnieuw in.
Branden van een schijf begint niet of stopt voordat het brandproces is voltooid ● Controleer of alle programma's zijn afgesloten. ● Schakel de slaapstand uit. ● Controleer of u het juiste type schijf voor uw schijfeenheid gebruikt. ● Controleer of de schijf correct is geplaatst. ● Selecteer een lagere schrijfsnelheid en probeer het opnieuw. ● Als u een schijf kopieert, slaat u de informatie van de bronschijf op de vaste schijf op voordat u probeert de inhoud te branden op een nieuwe schijf.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is de ontlading van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u ontvangt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit Accu 42 besparen 45 opties 40 aan/uit-knop 39 aan/uit-schakelaar 39 aan-uitknop herkennen 11 Aan-uitlampjes 9 Aan-uit-lampjes 4 Aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 25 accu lage acculading 43 ontladen 43 resterende lading weergeven 43 vervangen 46 verwijderen 44 voeding besparen 45 Accu afvoeren 46 opbergen 45 plaatsen 44 accu, temperatuur 45 Accucontrole 42 Accuhendel, herkennen 14 Accu-informatie zoeken 42 Accuruimte 90 Accuvoeding 42 actietoetsen afspelen, onderbreken, hervatten 30 dra
F firewallsoftware 68 Fn-toets, herkennen 13, 29 G gebruiken externe netvoeding 47 standen voor energiebesparing 40 Gebruikerswachtwoord 64 geheugenkaart 40 Geheugenkaart ondersteunde types 49 geheugenkaartlezer, herkennen 16 Geheugenmodule herkennen 15 plaatsen 74 vervangen 72 verwijderen 73 Geheugenpaneel, herkennen 14 geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 31 Geluidsvolume aanpassen 34 knoppen 34 toetsen 34 geminimaliseerde image terugzetten 83 geminimaliseerde installatiekopie maken 82 H harde schi
Lampje voor draadloze communicatie 9 Leesbare media 40 Luchthavenbeveiliging 53 luidsprekers herkennen 12, 16 M Media, actietoetsen 33 Media afspelen, bedieningselementen 33 Microfooningang (audio-ingang) herkennen 5 Microsoft, certificaat van echtheid, label 90 Muis, externe voorkeuren instellen 25 N Netvoedingsadapter, testen 48 netvoedingsadapter testen 48 Netvoedingsconnector herkennen 6 Netwerkconnector, herkennen 6 Num lock, extern toetsenblok 32 num lock-toets, herkennen 31 O Omgevingsvereisten 92 On
Touchpadbewegingen knijpen met twee vingers om te zoomen 27 schuiven 26 Touchpadgebied herkennen 8 Touchpadlampje herkennen 10 U Uitwerpknop van de optischeschijfeenheid, herkennen 5 upgraderuimte optischeschijfeenheid vervangen 59 USB 3.