PageWide Enterprise Color MFP 586 Gebruikershandleiding caps lock ft shi A Z @ S X alt D C F V G B H N J Officeje t Ent erprise Officeje Colo r MFP X55 6 586dn t Ent erprise K M alt , L . / ; ? : ‘ “ enter shift Officeje Colo r MFP X55 6 586f www.hp.
HP PageWide Enterprise Color MFP 586 Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © Copyright 2016 HP Development Company, L.P. Adobe®, Adobe Photoshop®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Printeroverzicht ............................................................................................................................................ 1 Printeraanzichten .................................................................................................................................................. 2 Vooraanzicht van de printer ................................................................................................................
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer .................................................................................... 32 Papier plaatsen in de papierinvoereenheid voor 3 x 500 vel ............................................................................. 33 Inleiding .............................................................................................................................................
Handmatig dubbelzijdig afdrukken (OS X) ....................................................................................... 61 Meerdere pagina's per vel afdrukken (OS X) .................................................................................... 62 De papiersoort selecteren (OS X) ...................................................................................................... 62 Overige afdruktaken ...........................................................................................
Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Office 365 Outlook (optioneel) ............... 94 Inleiding ........................................................................................................................... 94 Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) .............................. 94 Stap twee: De server voor uitgaande e-mail (SMTP) configureren om via een Office 365 Outlook-account e-mails te verzenden ......................................................
Overige opties voor scannen ............................................................................................................................. 126 HP JetAdvantage-bedrijfsoplossingen ............................................................................................................. 129 Overige scantaken ............................................................................................................................................. 130 7 Fax ..................................
Veiligheidsinformatie ...................................................................................................................... 156 Een beheerderswachtwoord instellen ............................................................................................ 156 IP Security ....................................................................................................................................... 157 De formatter vergrendelen .........................................................
Papierstoringen in lade 2 verhelpen .............................................................................................. 186 Storingen verhelpen in lade 3 (optioneel) ...................................................................................... 187 Papierstoringen verwijderen in documenttoevoer van 3 x 500 vel ............................................... 190 Storingen verhelpen in en rondom de inktafvaleenheid ...............................................................
De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen ................................. 214 Beeldkwaliteit fax verbeteren ........................................................................................................................... 217 Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ............................. 217 Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren ...............................................
Heeft uw telefoonlijn een functie voor het in wacht plaatsen van oproepen? ........... 230 De status van de faxmodule controleren ..................................................................... 230 Algemene faxproblemen ................................................................................................................ 231 De fax kan niet worden verzonden ..............................................................................
xii NLWW
1 Printeroverzicht ● Printeraanzichten ● Printerspecificaties ● Printerhardware en -software installeren Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Printeraanzichten ● Vooraanzicht van de printer ● Achteraanzicht van de printer ● Interfacepoorten ● Overzicht van het bedieningspaneel Vooraanzicht van de printer 1 2 13 3 12 caps lock ift sh A Z @ S X alt D C F V G B H N J K M alt , L .
Achteraanzicht van de printer 1 2 9 8 3 7 4 6 5 1 Klep van invoereenheid (toegang voor het verhelpen van blokkades of reinigen van rollen) 2 USB-poort met eenvoudige toegang Plaats een USB-flashstation om zonder computer af te drukken of te scannen, of om de firmware van de printer bij te werken. OPMERKING: Een beheerder moet deze poort eerst inschakelen.
2 Sleuf voor kabelslot 3 Snelle USB 2.0-afdrukpoort 4 Ethernetpoort (RJ-45) voor LAN (Local Area Network) 5 USB-poort voor het aansluiten van externe USB-apparaten (er bevindt zich mogelijk een afdekklepje op deze poort) OPMERKING: Gebruik de USB-poort naast het bedieningspaneel om gemakkelijk af te drukken via USB. Overzicht van het bedieningspaneel OPMERKING: Kantel het bedieningspaneel voor een betere weergave.
4 Knop Beginscherm U kunt altijd naar het beginscherm terugkeren door de knop Beginscherm aan te raken. 5 Printerstatus De statusregel biedt informatie over de algehele printerstatus. 6 HP-logo of de knop Beginscherm Met uitzondering van het beginscherm verandert op elk scherm het HP-logo in de knop Beginscherm. Raak de knop Beginscherm aan om terug te keren naar het beginscherm. 7 Knop Help Raak de knop Help aan om het geïntegreerde helpsysteem te openen.
● Mobiele afdrukoplossingen ● Printerafmetingen ● Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ● Bereik voor de werkomgeving Technische specificaties Modelnaam 586dn 586f 586z G1W39A G1W40A G1W41A Lade 3 (500 vel) Optioneel Optioneel Optioneel Printerstandaard Optioneel Optioneel Optioneel Papierlade voor 3 x 500 vel, met standaard (capaciteit: samen 1500 vel) Optioneel Optioneel Optioneel HP Jetdirect 3000w NFC/Wirelessaccessoire voor afdrukken vanaf mobiele
Modelnaam Apparaatnummer Fysiek toetsenbord Afdrukken 586dn 586f 586z G1W39A G1W40A G1W41A Niet ondersteund Niet ondersteund Drukt 50 pagina's per minuut (ppm) af op papier van A4-formaat en 50 ppm op papier van Letterformaat in de modus Professioneel.
Ondersteunde besturingssystemen De volgende informatie geldt voor de printerspecifieke Windows PCL 6- en HP OS X-printerdrivers en de meegeleverde software-installatie-cd. Windows: De HP software-installatie-cd installeert de driver “HP PCL.6”, “HP PCL 6” versie 3 of “HP PCL-6” versie 4, afhankelijk van het Windows-besturingssysteem, evenals optionele software bij gebruik van het volledige software-installatieprogramma. Download de driver "HP PCL.
Tabel 1-1 Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers (vervolg) Besturingssysteem De printerdriver is geïnstalleerd (vanaf de software-installatie-cd voor Windows, of het installatieprogramma op het web voor OS X) Opmerkingen Windows 8, 32-bits en 64-bits De printerspecifieke printerdriver HP PCL.6 voor dit besturingssysteem wordt geïnstalleerd als onderdeel van de basissoftware-installatie. Het basisinstallatieprogramma installeert alleen de driver.
Tabel 1-1 Ondersteunde besturingssystemen en printerdrivers (vervolg) Besturingssysteem De printerdriver is geïnstalleerd (vanaf de software-installatie-cd voor Windows, of het installatieprogramma op het web voor OS X) Opmerkingen Windows Server 2012 R2, 64-bits Het software-installatieprogramma ondersteunt Windows Server 2012 niet, maar de printerspecifieke printerdrivers ondersteunen deze wel.
● AirPrint ● Afdrukken met Android Printerafmetingen Afbeelding 1-1 Afmetingen van de printer : caps lock shift A Z X @ C V B L K J H G F D S N M “ ; enter ‘ ? . , caps jet Enter prise Color MFP lock shift 1 Office 2 : shift / alt alt A Z X @ C V B L K J H G F D S N M “ ; 1 enter ‘ ? shift / . , alt alt X556 Office jet Enter prise Color MFP X556 3 2 4 2 3 Printer geheel gesloten Printer geheel geopend 1.
3. Breedte Linkeronderklep dicht: 514 mm Linkeronderklep open: 963 mm Gewicht 5,4 kg Afbeelding 1-3 Afmetingen van de printerstandaard 1 1 3 2 3 2 1. Hoogte 640 mm 2. Diepte Lade dicht: 669 mm Lade open: 810 mm 3.
Afbeelding 1-4 Afmetingen van de papierinvoerlade voor 3 x 500 vel en standaard 1 2 1 3 1. Hoogte 642 mm 2. Diepte Lade dicht: 669 mm 3 2 Lade open: 795 mm 3. Breedte Linkeronderklep dicht: 669 mm Linkeronderklep open: 1040 mm Gewicht 35,8 kg Afbeelding 1-5 Afmetingen van de printer met lade 3 Office 2 jet Enter prise Color MFP X556 1 1 Office 3 prise Color MFP X556 4 3 2 NLWW jet Enter Printer en accessoires volledig gesloten Printer en accessoires volledig geopend 1.
Printer en accessoires volledig gesloten Printer en accessoires volledig geopend 3. Breedte 530 mm 963 mm Gewicht 37,7 kg Afbeelding 1-6 Afmetingen van de printer met de printerstandaard Office jet Enter prise Color MFP X556 Office jet Enter prise Color MFP X556 1 1 4 2 14 3 2 3 Printer en accessoires volledig gesloten Printer en accessoires volledig geopend 1. Hoogte 1307 mm 1564 mm 2. Diepte 669 mm 810 mm 3.
Afbeelding 1-7 Afmetingen van de printer met papierinvoerlade voor 3 x 500 vel en standaard 1 Officeje t Enterp rise Color MFP X556 Officeje t Enterp rise Color MFP X556 4 1 2 1 2 4 2 3 3 Printer en accessoires volledig gesloten Printer en accessoires volledig geopend 1. Hoogte 1171 mm 1428 mm 2. Diepte 669 mm 795 mm 3. Breedte 669 mm 1040 mm Gewicht 68,1 kg Deze waarden zijn onderhevig aan wijzigingen Ga voor actuele informatie naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP.
Printerhardware en -software installeren Raadpleeg de handleiding voor de hardware-installatie die u bij de printer hebt ontvangen voor eenvoudige installatie-instructies. Ga naar de HP-ondersteuningspagina voor aanvullende instructies. Ga naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP voor de uitgebreide Help van HP voor de printer.
2 Papierladen ● Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) ● Papier plaatsen in lade 2 ● Papier plaatsen in lade 3 ● Papier plaatsen in de papierinvoereenheid voor 3 x 500 vel ● Enveloppen printen en laden ● Etiketten afdrukken en plaatsen Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Papier plaatsen in lade 1 (multifunctionele lade) Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 1. Deze lade kan maximaal 50 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 (20 lb) of 5 enveloppen bevatten. OPMERKING: Selecteer de juiste papiersoort in de printerdriver voordat u begint met afdrukken. VOORZICHTIG: Ter voorkoming van storingen mag tijdens het afdrukken geen papier worden geplaatst in of verwijderd uit lade 1. 18 1. Open lade 1. 2.
3. Schuif de papiergeleider naar het juiste formaat en plaats vervolgens het papier in de lade. Raadpleeg Afdrukstand van het papier in lade 1 op pagina 19 voor informatie over de afdrukstand van het papier. 4. Zorg dat het papier onder de vullijn van de papiergeleiders past. OPMERKING: De maximale stapelhoogte is 5 mm (0,2 inch) of ongeveer 50 vellen papier van 75 gram. 5. Stel de papiergeleiders zodanig bij dat deze de papierstapel licht raken maar het papier niet buigen.
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Briefhoofdpapier of voorbedrukt Staand Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), 3 x 5, 4 x 6, 5 x 7, 5 x 8, A4, A5, A6, RA4, B5 (JIS), B6 (JIS), L (90 x 130 mm), 10 x 15 cm, Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm, Japanese Postcard (Postcard (JIS)), Double Japan Postcard Rotated (Double Postcard (JIS)) Afdrukzijde beneden Automatisch dubbelzijdig afdrukken o
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Legal, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340) Afdrukzijde boven Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), 3 x 5, 4 x 6, 5 x 7, 5 x 8, A4, A5, A6, RA4, B5 (JIS), B6 (JIS), L (90 x 130 mm), 10 x 15 cm, Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm, J
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. 22 op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Laden beheren ● Alternatieve briefhoofdmodus Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
Papier plaatsen in lade 2 Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 2. Deze lade kan maximaal 500 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 (20 lb) bevatten. VOORZICHTIG: 1. Breid niet meer dan één papierlade tegelijk uit. Open de lade. OPMERKING: Open de lade niet als deze in gebruik is. Office jet 2.
4. Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. Raadpleeg Afdrukstand van het papier in lade 2 op pagina 24 voor informatie over de afdrukstand van het papier. OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Briefhoofdpapier of voorbedrukt Staand Enkelzijdig afdrukken Letter, Executive, Statement, A4, A5, B5 (JIS), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Afdrukzijde boven Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, B5 (JIS) Afdrukzijde beneden Enkelzijdig afdrukken Letter, Executive, Statement, A4, A5, B5 (JIS), 16K 195 x 270 mm, 16K
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, B5 (JIS) Afdrukzijde beneden Enkelzijdig afdrukken Letter, Executive, Statement, A4, A5, B5 (JIS), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Gaatjes aan de achterkant van de printer Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Executive, Oficio
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. NLWW op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Laden beheren ● Alternatieve briefhoofdmodus Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
Papier plaatsen in lade 3 Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in lade 3. Deze laden kunnen maximaal 500 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 (20 lb) bevatten. VOORZICHTIG: 1. Breid niet meer dan één papierlade tegelijk uit. Open de lade. OPMERKING: Open de lade niet als deze in gebruik is. Office jet En terpri se Co lor X5 56 2 28 2.
4. Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. Raadpleeg Afdrukstand van het papier in lade 3 op pagina 29 voor informatie over de afdrukstand van het papier. OPMERKING: Schuif de papiergeleiders naar het juiste formaat en plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicator voor de maximale stapelhoogte uitkomt. 5. Sluit de lade.
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Briefhoofdpapier of voorbedrukt Staand Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), A4, A5, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Afdrukzijde boven Letter, Legal, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340) Afdrukzijde beneden Bovenhoek naar rechts 123 Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmod
Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Legal, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340) Afdrukzijde beneden Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), A4, A5, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Gaatjes aan de achterkant van de printer Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. 32 op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Laden beheren ● Alternatieve briefhoofdmodus Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
Papier plaatsen in de papierinvoereenheid voor 3 x 500 vel Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papier moet plaatsen in een lade van de papierinvoereenheid voor 3 x 500 vel. Elke lade kan maximaal 500 vel papier met een gewicht van 75 g/m2 (20 lb) bevatten. VOORZICHTIG: 1. Breid niet meer dan één papierlade tegelijk uit. Open de lade. OPMERKING: Open de lade niet als deze in gebruik is. 2.
4. Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de geleiders de stapel papier net raken zonder dat de stapel gaat opbollen. Raadpleeg Afdrukstand van het papier in lade voor 3 x 500 vel op pagina 34 voor informatie over de afdrukstand van het papier. 5. Sluit de lade. Officeje t Ente rprise Colo r X55 6 2 Afdrukstand van het papier in lade voor 3 x 500 vel Als u papier gebruikt die een bepaalde afdrukstand vereist, plaatst u dit aan de hand van de informatie in de volgende tabel.
Papiersoort Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Voorbedrukt of briefhoofdpapier Staand Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), A4, A5, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Afdrukzijde boven Letter, Legal, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340) Afdrukzijde beneden Bovenhoek naar rechts 123 Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmod
(vervolg) Stand afbeelding Duplexmodus Papierformaat Papier plaatsen Automatisch dubbelzijdig afdrukken of met Alternatieve briefhoofdmodus ingeschakeld Letter, Legal, Executive, Oficio (8,5 x 13), A4, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340) Afdrukzijde beneden Enkelzijdig afdrukken Letter, Legal, Executive, Statement, Oficio (8,5 x 13), A4, A5, RA4, B5 (JIS), Oficio (216 x 340), 16K 195 x 270 mm, 16K 184 x 260 mm, 16K 197 x 273 mm Gaatjes aan de achterkant van de printer Automatisch dubbelzijdig afdruk
De alternatieve briefhoofdmodus inschakelen via de menu's op het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op de knop Beginscherm 2. Open de volgende menu's: 3. NLWW op het bedieningspaneel van het apparaat. ● Beheer ● Laden beheren ● Alternatieve briefhoofdmodus Selecteer Ingeschakeld en raak vervolgens de knop Opslaan aan.
Enveloppen printen en laden Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u enveloppen moet afdrukken en plaatsen. Gebruik alleen lade 1 of 2 om op enveloppen af te drukken. In lade 1 passen 5 enveloppen. In lade 2 passen 30 enveloppen. Volg deze stappen om de juiste instellingen te selecteren in de printerdriver voor het printen van enveloppen met de optie handmatige invoer. Stuur daarna de afdruktaak naar de printer en plaats de enveloppen in de lade. Enveloppen afdrukken 1.
Lade Envelopformaat Papier plaatsen Envelop B5, Envelop C5, Envelop C6 Afdrukzijde beneden Bovenrand eerst in de printer Lade 2 Envelop #10, Envelop DL, Japanse envelop Chou #3 Afdrukzijde boven Envelop B5, Envelop C5 Afdrukzijde boven Bovenrand aan de rechterkant van de printer Bovenrand aan de rechterkant van de printer NLWW Enveloppen printen en laden 39
Etiketten afdrukken en plaatsen Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u etiketten moet afdrukken en plaatsen. Volg deze stappen om de juiste instellingen te selecteren in de printerdriver voor het printen van etiketten met de optie handmatige invoer. Stuur daarna de afdruktaak naar de printer en plaats de etiketten in de lade. Als u de handmatige invoer gebruikt, drukt de printer de taak niet af totdat de lade is geopend en gesloten. Handmatige invoer voor etiketten 1.
Afdrukstand van etiket Lade Papier plaatsen Lade 1 Afdrukzijde beneden Bovenrand eerst in de printer Lade 2 Afdrukzijde boven Bovenrand aan de rechterkant van de printer Lade 3 en de papierinvoereenheid voor 3 x 500 vel Afdrukzijde boven Bovenrand aan de rechterkant van de printer NLWW Etiketten afdrukken en plaatsen 41
42 Hoofdstuk 2 Papierladen NLWW
3 Benodigdheden, accessoires en onderdelen ● Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen ● Cartridges vervangen ● De inktafvaleenheid vervangen Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Benodigdheden, accessoires en onderdelen bestellen Bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
Item Omschrijving Cartridgenummer Nummer Inktafvaleenheid Vervangende inktafvaleenheid Niet van toepassing B5L09A HP 200 ADF rolvervangingskit Vervangende invoerrollen voor de documentinvoer Niet van toepassing B5L52A HP paginabrede Enterprise-papierlade voor 500 vel Optionele lade 3 (papierinvoerlade voor 1 x 500 vel) Niet van toepassing G1W43A HP paginabrede Enterpriseprinterstandaard Optionele standaard voor printer Niet van toepassing G1W44A HP paginabrede Enterprisepapierinvoereenhe
van de volgende gegevens nodig: onderdeelnummer, serienummer (op de achterkant van de printer), productnummer of printernaam. ● Onderdelen die zijn gemarkeerd met Verplicht kunnen door de klant zelf worden geïnstalleerd. U kunt de reparatie ook laten uitvoeren door servicemedewerkers van HP maar dan worden kosten in rekening gebracht. Voor deze onderdelen wordt onder uw HP-printergarantie geen ondersteuning ter plekke of reparatie in de werkplaats aangeboden.
Artikel Omschrijving Instructies voor zelf vervangen Nummer Toetsenbordoverlaykit Vervangende toetsenbordoverlay voor het z-model Verplicht 5851-6021 Vervangende toetsenbordoverlay voor het z-model Verplicht 5851-6022 Vervangende toetsenbordoverlay voor het z-model Verplicht 5851-6023 Vervangende toetsenbordoverlay voor het z-model Verplicht 5851-6024 HP Jetdirect 2900nw printserver Vervangend USB draadloze afdrukserveraccessoire Verplicht J8031-61001 HP Jetdirect 3000w NFC/Wirelessacce
Cartridges vervangen ● Inleiding ● Cartridge-informatie ● De cartridge verwijderen en vervangen Inleiding De volgende informatie biedt gegevens over de cartridges voor de printer en instructies om deze te vervangen. Cartridge-informatie De printer geeft aan wanneer de cartridge bijna leeg en vrijwel leeg is. De echte resterende levensduur van de cartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende tonercartridge hebt die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet.
Item Omschrijving Cartridgenummer Nummer Originele HP 981X paginabrede magenta cartridge met hoge capaciteit Vervangende magenta cartridge met hoge capaciteit 981X L0R10A Originele HP 981Y paginabrede magenta cartridge met extra hoge capaciteit Vervangende magenta cartridge met extra hoge capaciteit 981Y L0R14A OPMERKING: Cartridges met hoge capaciteit bevatten meer pigment dan standaardcartridges, waardoor er meer pagina's mee kunnen worden afgedrukt. Ga naar www.hp.
De cartridge verwijderen en vervangen 1. Open de cartridgeklep. Y M C K 2 2. Druk de oude cartridge naar binnen om deze te ontgrendelen. Y Y M C M C K K Mage nta B 3. 2 Pak de rand van de oude cartridge vast en trek de cartridge er recht uit.
4. Haal het nieuwe cartridge uit de verpakking. C 5. Raak de goudkleurige metalen contactpunten op de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de contactpunten kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. C 6. Plaats de nieuwe cartridge in het product. Controleer of de cartridge stevig op zijn plaats zit.
7. Sluit de cartridgeklep. Y M C K 2 8. Stop de gebruikte cartridge in de verpakking waarin de nieuwe cartridge is geleverd. Zie de bijgesloten recyclinggids voor informatie over recycling. HP helpt u uw originele HP-printcartridges te recyclen. Dat is gemakkelijk en gratis met het HP Planet Partners programma, dat beschikbaar is in meer dan 50 landen/regio's ter wereld1). Ga naar het www.hp.com/recycle voor informatie over het recyclen van gebruikte HP-cartridges.
De inktafvaleenheid vervangen ● Inleiding ● De inktafvaleenheid verwijderen en vervangen Inleiding De volgende informatie biedt gegevens over de inktafvaleenheid van de printer en instructies om deze te vervangen. De printer geeft aan wanneer de inktafvaleenheid bijna vol of volledig vol is. Als de inktafvaleenheid volledig vol is, stopt de printer met afdrukken totdat deze is vervangen. Ga naar HP Parts Store (www.hp.com/buy/parts) om een inktafvaleenheid aan te schaffen (onderdeelnummer B5L09A).
54 3. Haal de nieuwe inktafvaleenheid uit de verpakking. 4. Plaats de inktafvaleenheid. 5. Sluit de linkerklep.
4 Afdrukken ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (OS X) ● Afdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken ● Mobiel afdrukken ● Afdrukken vanaf de USB-poort Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Afdruktaken (Windows) Afdrukken (Windows) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor Windows. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer in de lijst met printers. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt of tikt u op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm-app in Windows 8 of 8.
NLWW 4. Klik of tik op de knop OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken. Geef op dit scherm het aantal af te drukken exemplaren op. 5. Klik of tik op de knop OK om de taak af te drukken.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) Gebruik deze procedure voor printers met een automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Als er op de printer geen automatische eenheid voor dubbelzijdig afdrukken is geïnstalleerd of als u op papiersoorten wilt afdrukken die de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken niet ondersteunt, kunt u handmatig dubbelzijdig afdrukken. 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2.
Meerdere pagina's per vel afdrukken (Windows) 1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma. 2. Selecteer de printer in de lijst met printers en klik of tik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om de printerdriver te openen. OPMERKING: De naam van de knop verschilt per softwareprogramma. OPMERKING: Als u deze functies wilt openen vanaf een Startscherm-app in Windows 8 of 8.1, selecteert u Apparaten, Afdrukken en vervolgens de printer. 3. Klik of tik op het tabblad Afwerking. 4.
Er zijn instructies beschikbaar voor het uitvoeren van specifieke afdruktaken afdrukken, zoals: 60 ● Afdruksnelkoppelingen of voorinstellingen maken en gebruiken ● Selecteer het papierformaat of gebruik een aangepast papierformaat ● Afdrukstand maken ● Een brochure maken ● Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat ● De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken ● Watermerken op een document afdrukken Hoofdstuk 4 Afdrukken NLWW
Afdruktaken (OS X) Afdrukken (OS X) De volgende procedure beschrijft het standaardafdrukproces voor OS X. 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en selecteer vervolgens andere menu's om de afdrukinstellingen aan te passen. OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma. 4. Klik op de knop Afdrukken.
7. Haal de bedrukte stapel uit de uitvoerbak en plaats die met de bedrukte zijde omlaag in de invoerlade. 8. Raak, wanneer u hierom wordt gevraagd, de desbetreffende knop op het bedieningspaneel aan om door te gaan. Meerdere pagina's per vel afdrukken (OS X) 1. Klik op de optie Afdrukken in het menu Bestand. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Details weergeven of Exemplaren en pagina's en klik vervolgens op het menu Lay-out. OPMERKING: De naam van het item verschilt per softwareprogramma. 4.
NLWW ● Een brochure maken ● Een document schalen zodat het past op een bepaald papierformaat ● De eerste of laatste pagina's van het document op ander papier afdrukken ● Watermerken op een document afdrukken Afdruktaken (OS X) 63
Afdruktaken opslaan op de printer om later of privé af te drukken Inleiding De volgende informatie biedt procedures voor het maken en afdrukken van documenten die zijn opgeslagen op de printer. Deze taken kunnen later of privé worden afgedrukt.
3. Klik op het tabblad Taakopslag. 4. Selecteer een optie voor Modus Taakopslag. 5. ● Controleren en vasthouden: Er wordt één exemplaar van een taak afgedrukt,zodat u dit kunt controleren. Hierna worden de volgende exemplaren afgedrukt. ● Persoonlijke taak: De taak wordt pas afgedrukt wanneer u dit aangeeft op het bedieningspaneel van de printer. In deze taakopslagmodus kunt u een van de opties voor Taak privé/beveiligd maken selecteren.
Een opgeslagen taak maken (OS X) Sla taken op de printer op voor privé- of vertraagde afdrukken. 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de printer in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Taakopslag. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Modus het type opgeslagen taak. 5.
Een opgeslagen taak verwijderen Wanneer u een opgeslagen taak naar het printergeheugen stuurt, overschrijft de printer alle voorgaande taken met dezelfde gebruiker- en taaknaam. Als een taak nog niet is opgeslagen onder dezelfde gebruikersen taaknaam en als de printer extra ruimte nodig heeft, kunnen andere opgeslagen taken automatisch worden verwijderd, te beginnen met de oudste taak.
Mobiel afdrukken Inleiding HP biedt diverse mobiele en ePrint-oplossingen voor gemakkelijk afdrukken naar een HP-printer vanaf een laptop, tablet, smartphone of ander mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/go/LaserJetMobilePrinting om de volledige lijst te zien en te bepalen wat de beste keuze is.
OPMERKING: In omgevingen waar meer dan één model van dezelfde printer is geïnstalleerd, kan een unieke Wireless Direct-naam voor elke printer handig zijn voor printerherkenning bij HP Wireless Directafdrukken. De Wireless Direct-naam is ook beschikbaar op de pagina Verbinding maken door knop Netwerk aan te raken in het beginscherm van het bedieningspaneel. Volg deze procedure om de Wireless Direct-naam van de printer te wijzigen: 1.
OPMERKING: Het inschakelen van de webservices kan enige minuten duren. 4. Ga naar www.hpconnected.com om een HP ePrint-account te maken en voltooi het installatieproces. HP ePrint-software Met de HP ePrint-software kunt u vanaf een Windows- of Mac-desktop of laptop gemakkelijk afdrukken naar een printer met HP ePrint-functionaliteit. Met deze software kunt u gemakkelijk de printers met HP ePrintfunctionaliteit vinden die zijn geregistreerd bij uw HP Connected-account.
Voor meer informatie gaat u naar www.google.com/cloudprint/learn/printers.html en selecteer vervolgens de HP-koppeling. Android-geïntegreerd afdrukken Met de afdrukoplossing van HP voor Android en Kindle kunnen mobiele apparaten automatisch HP-printers in een netwerk zoeken en hiermee afdrukken. De printer moet verbonden zijn met hetzelfde netwerk (subnet) als waarmee het Android-apparaat is verbonden.
Afdrukken vanaf de USB-poort Inleiding Deze printer beschikt over USB met eenvoudige toegang. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. De USB-poort bij het bedieningspaneel is geschikt voor standaard USB-flashstations. U kunt de volgende bestandstypen openen: ● .pdf ● .prn ● .pcl ● .ps ● .cht De USB-poort inschakelen voor het afdrukken De USB-poort is standaard uitgeschakeld. Schakel de USB-poort in voordat u deze functie gebruikt.
4. Schakel het selectievakje Ophalen van USB inschakelen in. 5. Klik op Apply (Toepassen). USB-documenten afdrukken 1. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort voor direct afdrukken. OPMERKING: De poort is mogelijk afgedekt. Op sommige printers moet u het klepje openklappen. Op andere printers moet u het klepje er recht uittrekken. 2. De printer detecteert het USB-flashstation.
74 Hoofdstuk 4 Afdrukken NLWW
5 Kopie ● Een kopie maken ● Dubbelzijdig kopiëren (duplex) ● Overige opties voor kopiëren ● Overige kopieertaken Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Een kopie maken 76 1. Plaats het document met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of plaats het met de afdrukzijde naar boven in de documentinvoer en stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. U kunt het aantal exemplaren aanpassen door het veld Exemplaren aan te raken om een toetsenblok te openen.
4. Voer het aantal exemplaren in en raak vervolgens de knop OK aan. 5. Raak de knop Kopiëren aan. De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: ● Tekst: Gebruik deze instelling voor documenten die voornamelijk uit tekst bestaan. ● Afgedrukte afbeelding: Gebruik deze instelling voor lijntekeningen en voorgedrukte afbeeldingen, zoals tijdschriftknipsels of pagina's uit boeken. ● Foto: Gebruik deze instelling voor fotografische afbeeldingen.
Dubbelzijdig kopiëren (duplex) Automatisch dubbelzijdig kopiëren 1. Leg de originele documenten in de documentinvoer met de tekst naar boven en met bovenkant van de pagina eerst. Stel de papiergeleiders in op het documentformaat. 2. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren aan. 3. Raak de knop Zijden aan. 4. Raak de knop Enkelzijdig origineel, dubbelzijdige uitvoer aan om een dubbelzijdige kopie van een enkelzijdig origineel te maken.
Overige opties voor kopiëren De volgende instellingen zijn beschikbaar in de lijst met Meer opties voor kopiëren. OPMERKING: De volgende lijst bevat de hoofdset met beschikbare opties voor HP Enterprise MFP-printers. Sommige opties zijn niet beschikbaar op alle printers. Aantal exemplaren Geef op hoeveel kopieën u wilt maken. Zijden Geef aan of het originele document op één of twee zijden is afgedrukt en of de kopieën op één of twee zijden moeten worden afgedrukt.
Afbeelding aanpassen Scherpte: Maak de afbeelding duidelijker of zachter. Als u voor meer scherpte kiest, wordt de tekst bijvoorbeeld duidelijker weergegeven, en als u voor minder scherpte kiest, kunnen foto's vloeiender lijken. Donkerheid: Vergroot of verklein de hoeveelheid zwart en wit in de kleuren op gescande afbeeldingen. Contrast: Vergroot of verklein het verschil tussen de lichtste en donkerste kleur op de pagina.
Overige kopieertaken Ga naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP.
82 Hoofdstuk 5 Kopie NLWW
6 Scan ● Scannen naar e-mail instellen met de geïntegreerde webserver van HP ● Scannen naar netwerkmap instellen via de geïntegreerde webserver van HP ● Opslaan op USB-station instellen met behulp van de geïntegreerde webserver van HP ● Opslaan in SharePoint® instellen (alleen flowmodellen) ● Quick Sets maken met de geïntegreerde webserver van HP ● Scannen en verzenden naar e-mail ● Scannen en verzenden naar netwerkmap ● Scannen en verzenden naar USB-flashstation ● Overige opties voor sca
Scannen naar e-mail instellen met de geïntegreerde webserver van HP ● Inleiding ● Voordat u begint ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Stap twee: De netwerkidentificatie-instellingen configureren ● Stap drie: De functie Verzenden naar e-mail configureren ● Instellen dat Verzenden naar e-mail gebruikmaakt van Office 365 Outlook (optioneel) Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een of meer e-mailadressen te verzenden.
2. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend. OPMERKING: Als de webbrowser een bericht weergeeft dat toegang tot de website mogelijk niet veilig is, selecteert u de optie om door te gaan naar de website. Toegang tot deze website zal de computer niet beschadigen.
Stap drie: De functie Verzenden naar e-mail configureren De twee opties voor het instellen van Verzenden naar e-mail zijn de wizard E-mail instellen voor basisconfiguratie en E-mail instellen voor geavanceerde configuratie.
Optie drie: SMTP-server toevoegen a. Selecteer SMTP-server toevoegen b. Voer de Servernaam en het Poortnummer in en klik vervolgens op Volgende. OPMERKING: In de meeste gevallen hoeft het standaardpoortnummer niet te worden gewijzigd. OPMERKING: Als u een gehoste SMTP-service zoals Gmail gebruikt, controleert u het SMTPadres, het poortnummer en de SSL-instellingen op de website van de serviceprovider of andere bronnen. Voor Gmail is het SMTP-adres standaard smtp.gmail.
Optie Omschrijving Onderwerp Geef een standaardonderwerp voor e-mailberichten op. (Optioneel) 6. Bericht Voer een berichttekst in. (Optioneel) Om dit bericht te gebruiken voor alle e-mails die vanaf de printer worden verzonden, schakelt u het selectievakje Door gebruiker aan te passen voor Bericht: uit. Stel in het gebied Instellingen voor bestandsscans configureren de standaardscanvoorkeuren in en klik vervolgens op Volgende.
Optie Omschrijving Standaarduitvoerkwaliteit Selecteer de standaarduitvoerkwaliteit voor het gescande document: Standaardresolutie 7. ● Laag (klein bestand) ● Gemiddeld ● Hoog (groot bestand) Selecteer de standaardscanresolutie voor het gescande document: ● 75 dpi ● 150 dpi ● 200 dpi ● 300 dpi ● 400 dpi ● 600 dpi Controleer het gebied Overzicht en klik vervolgens op Voltooien om de installatie te voltooien. Optie twee: Geavanceerde configuratie met behulp van E-mail instellen 1.
OPMERKING: Als er al een SMTP-server is gemaakt voor een andere productfunctie, wordt de optie Een server gebruiken die al door een andere functie wordt gebruikt weergegeven. Selecteer deze optie en configureer dat deze moet worden gebruikt voor de e-mailfunctie. 2. Stel in het dialoogvenster Instellen van de noodzakelijke basisinformatie voor verbinding met de server de te gebruiken opties in en klik op Volgende.
OPMERKING: Quick Sets zijn taken die snel kunnen worden gestart vanaf het beginscherm of de Quick Sets-toepassing op het product. 5. Voer in het gedeelte Beheer van adres- en berichtveld een instelling voor Standaardafzender: in en configureer alle overige optionele instellingen. Instellingen Beheer van adres- en berichtveld: Functie Omschrijving Adresveldbeperkingen Specificeer of gebruikers een e-mailadres uit een adresboek moeten selecteren of dat gebruikers handmatig een e-mailadres mogen invoeren.
Functie Omschrijving Ondertekening Selecteer of het beveiligingscertificaat moet worden ondertekend. Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op het bedieningspaneel van het product kan worden bewerkt. Hash-algoritme Selecteer het algoritme dat moet worden gebruikt voor het ondertekenen van het certificaat. Codering Selecteer of het e-mailbericht moet worden gecodeerd.
9. Functie Omschrijving Taak creëren Selecteer deze instelling om meerdere sets met originele documenten te combineren tot één e-mailbijlage. Gebruik deze instelling ook om een origineel document te scannen dat uit meer pagina's bestaat dan tegelijkertijd in de documentinvoer passen. Automatische tint Selecteer deze instelling om Donkerheid, Contrast en Achtergrond opruimen in te stellen op automatisch, waardoor deze instellingen niet meer beschikbaar zijn op deze pagina.
Functie Omschrijving PDF-codering Als het bestandstype PDF is, wordt met deze optie het PDF-uitvoerbestand gecodeerd. Als onderdeel van de codering moet een wachtwoord worden opgegeven. Hetzelfde wachtwoord moet worden ingevoerd om het bestand te openen. Als er nog geen wachtwoord is opgegeven wanneer op Start wordt gedrukt, wordt de gebruiker gevraagd om voorafgaand aan het scannen van de taak een wachtwoord op te geven.
3. Klik in het gebied TCP/IP-instellingen op het tabblad Netwerkidentificatie. 4. Als het netwerk DNS vereist, controleert u in het gebied TCP/IP-domeinachtervoegsel of het DNSachtervoegsel voor de e-mailclient dat u gebruikt is genoemd. DNS-achtervoegsels hebben het volgende formaat: bedrijfsnaam.com, Gmail.com, enz. OPMERKING: Als het domeinnaamachtervoegsel niet is ingesteld, gebruikt u het IP-adres. 5. Klik op Toepassen. 6. Klik op het tabblad Scannen/digitaal verzenden. 7.
a. Selecteer Server vraagt om verificatie. b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken c. Typ in het veld Gebruikersnaam het Office 365 Outlook-e-mailadres. d. Typ in het veld Wachtwoord het Office 365 Outlook-accountwachtwoord en klik vervolgens op Volgende. 14. Selecteer in het dialoogvenster Servergebruik de printerfuncties die via deze SMTP-server e-mail verzenden en klik op de knop Volgende. 15.
Scannen naar netwerkmap instellen via de geïntegreerde webserver van HP ● Inleiding ● Voordat u begint ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP ● Stap twee: Opslaan in netwerkmap instellen Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een netwerkmap op te slaan. Om deze scanfunctie te gebruiken, moet de printer met een netwerk zijn verbonden. Deze functie is niet beschikbaar totdat deze is geconfigureerd via de geïntegreerde webserver van HP (EWS).
Methode 1: De wizard Opslaan in netwerkmap gebruiken Met deze optie opent u de installatiewizard die aanwezig is in de geïntegreerde webserver van HP (Embedded Web Server - EWS) voor de printer. De installatiewizard bevat de opties voor basisconfiguratie. 1. Klik op het tabblad Scannen/digitaal verzenden. 2. Klik op de koppeling Wizard van de Quick Set voor opslaan in netwerkmap. 3.
● Gebruik gebruikersgegevens om verbinding te maken na aanmelding op het bedieningspaneel ● Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken OPMERKING: Als Altijd deze aanmeldgegevens gebruiken is geselecteerd, moet een gebruikersnaam en wachtwoord in de bijbehorende velden worden ingevoerd en moet de toegang van de printer tot de map worden gecontroleerd door op Toegang controleren te klikken. c. Typ in het veld Windows-domein het Windows-domein.
OPMERKING: De functie Opslaan in netwerkmap kan minimaal worden geconfigureerd zonder een Quick Set te maken. Zonder een Quick Set moet de gebruiker echter de bestemmingsmap bij iedere scantaak opnieuw invoeren in het bedieningspaneel. Een snelinstelling is vereist om metagegevens voor het opslaan naar netwerkmap in te sluiten. Vul alle dialoogvensters van de Quick Set-wizard in om de functie Opslaan in netwerkmap volledig te configureren.
Dialoogvenster twee: Mapinstellingen Gebruik het dialoogvenster Mapinstellingen om de mapsoorten in te stellen waarnaar de printer de gescande documenten moet verzenden. Er zijn twee soorten bestemmingsmappen waaruit u kunt kiezen: ● Gedeelde mappen of FTP-mappen ● Persoonlijke gedeelde mappen Er zijn twee soorten mapmachtigingen waaruit u kunt kiezen: ● Lees- en schrijftoegang ● Alleen schrijftoegang De volgende informatie beschrijft hoe u de mapinstellingen kunt configureren.
OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over het maken van gedeelde netwerkmappen Een gedeelde map maken (c04345591). 2. Typ in het veld UNC-mappad een mappad. Het mappad kan de volledige gekwalificeerde domeinnaam (FQDN) (bijv. \ \servernaam.us.bedrijfsnaam.net\scans) zijn of het IP-adres van de server (bijv. \ \16.88.20.20\scans). Controleer of het mappad (bijv. \scans) na de FQDN of het IP-adres komt. OPMERKING: De FQDN is mogelijkerwijs betrouwbaarder dan het IP-adres.
OPMERKING: Als een gedeelde map is opengesteld voor iedereen, moeten de waarden voor de werkgroepnaam- (standaard is 'Werkgroep'), een gebruikersnaam en wachtwoord in de bijbehorende velden worden ingevoerd. Als de map echter in een map van een individuele gebruiker staat en Publiek, moet de gebruikersnaam en het wachtwoord van die gebruiker worden gebruikt. OPMERKING: Een IP-adres kan noodzakelijk zijn in plaats van een pc-naam.
9. Klik op Controleren om na te gaan of de bestemming toegankelijk is. 10. Klik op OK. Optie 2: Persoonlijke gedeelde mappen Om gescande documenten in een persoonlijke gedeelde map op te slaan, voert u de volgende stappen uit: OPMERKING: Deze mogelijkheid wordt gebruikt in domeinomgevingen waarin de beheerder een gedeelde map voor iedere gebruiker configureert.
OPMERKING: Als deze optie is geselecteerd, kan de printer de bestandsnaam van de scan niet vermeerderen. Het zend de zelfde bestandsnaam voor alle scans. Kies een tijd-gerelateerd voor- of achtervoegsel bij de bestandsnaam van de scan, zodat iedere scan wordt opgeslagen als een uniek bestand en eerdere bestanden zodoende niet worden overschreven. Deze bestandsnaam wordt bepaald met de informatie in het dialoogvenster Bestandsinstellingen in de Quick Setwizard. 1.
Dialoogvenster vier: Scaninstellingen Stel in het dialoogvenster Scaninstellingen de standaardscanvoorkeuren voor de Quick Set in en klik vervolgens op Volgende. Scaninstellingen: Functie Omschrijving Formaat origineel Selecteer het paginaformaat van het originele document. Zijden origineel Selecteer of het originele document enkel- of dubbelzijdig is. Tekst/afbeelding optimaliseren Selecteer deze optie om de uitvoer van een bepaald soort inhoud te optimaliseren of selecteer Handmatig aanpassen.
Functie Omschrijving standaardbestandsnaam Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen. Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt. Achtervoegsel voor bestandsnaam Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in een netwerkmap worden opgeslagen.
Opslaan op USB-station instellen met behulp van de geïntegreerde webserver van HP ● Inleiding ● Voordat u begint ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP ● Stap twee: Opslaan op USB instellen inschakelen ● Standaardscaninstellingen voor Opslaan op USB instellen ● Standaardbestandsinstellingen voor Opslaan op USB instellen Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit op een USB-station op te slaan.
Tabel 6-1 Scaninstellingen voor Opslaan naar USB instellen: (vervolg) Optienaam Omschrijving Zijden origineel Selecteer of het originele document enkel- of dubbelzijdig is. Tekst/afbeelding optimaliseren Selecteer deze optie om de uitvoer van een bepaald soort inhoud te optimaliseren of selecteer Handmatig aanpassen. Optimaliseren voor Deze instelling is alleen beschikbaar als Tekst/afbeelding optimaliseren is ingesteld op Handmatig aanpassen. Selecteer een waarde voor handmatig aanpassen.
Optienaam Omschrijving Standaardbestandstype Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand. Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt. OPMERKING: Op workflowprinters bevat het menu Standaardbestandstype OCRbestandsindelingen. Voorbeeld bestandsnaam Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld bijwerken.
Opslaan in SharePoint® instellen (alleen flowmodellen) ● Inleiding ● Voordat u begint ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Stap twee: Opslaan in SharePoint® inschakelen ● Een bestand scannen en rechtstreeks opslaan op een Microsoft® SharePoint-site Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit rechtstreeks naar een Microsoft® SharePointsite te verzenden.
8. Een Startoptie voor Quick Sets selecteren: ● Open toepassing, daarna klikt de gebruiker op Start: De printer opent de scantoepassing voor de Quick Set, zodat u de instellingen kunt herzien en bewerken voordat u op Start drukt om de taak te beginnen. ● Begin onmiddellijk na de selectie: de taak begint onmiddellijk wanneer u de Quick Set aanraakt.
OPMERKING: Het menu Standaardbestandstype bevat ook OCR-bestandsindelingen. 18. Klik op Volgende voor een voorbeeld van de Quick Set-knop zoals deze wordt weergegeven op het bedieningspaneel en klik vervolgens op Gereed om de configuratie te voltooien. Stap twee: Opslaan in SharePoint® inschakelen Volg deze stappen om de functie in te schakelen: 1. Klik in de bovenste navigatietabbladen op Scannen/Digitaal verzenden. 2. Klik in het linkerdeelvenster op de link Opslaan in SharePoint®. 3.
13. Klik bij het invoeren van gebruikersgegevens op Toegang controleren om ervoor te zorgen dat het pad en andere gegevens juist zijn en klik vervolgens op OK om terug te keren naar het venster SharePoint®bestemmingsinstellingen. 14. Optioneel: Voer een extra SharePoint-pad in. Klik op Volgende om verder te gaan. 15. Optioneel: Configureer de Quick Set om e-mailberichten te verzenden of een overzichtspagina af te drukken als een taak is voltooid of is mislukt.
Quick Sets maken met de geïntegreerde webserver van HP ● Inleiding ● Stap één: Toegang tot de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Stap twee: Een Quick Set maken Inleiding Quick Sets zijn taken die snel kunnen worden gestart vanaf het beginscherm of de functie Quick Sets op het bedieningspaneel van de printer en hebben geen invloed op de standaardinstellingen van de basistoepassing. Om een Quick Set op het bedieningspaneel van de printer te gebruiken, schakelt u de basistoepassing in.
5. Voer een Titel Quick Set en een Beschrijving Quick Set in. 6. Selecteer een Locatie knop voor de Quick Set om te bepalen of de Quick Set op het beginscherm of in het gedeelte Quick Sets op het bedieningspaneel van de printer moet worden weergegeven. 7. Selecteer een Startoptie voor Quick Sets om te bepalen wat er moet gebeuren nadat een Quick Set op het bedieningspaneel van de printer is geselecteerd en klik vervolgens op de knop Volgende. 8.
Scannen en verzenden naar e-mail Inleiding De printer bevat de functie om een document te scannen en dit naar een of meer e-mailadressen te verzenden. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de functie eerst inschakelen en instellen via de geïntegreerde webserver van HP. Een document naar e-mail scannen en verzenden 1.
OPMERKING: De printer kan u vragen om uw e-mailadres aan het adresboek of de lijst met contactpersonen toe te voegen. Afbeelding 6-1 Voorbeeld van het voorbeeldscherm voor scannen 1 2 1 3 Paginanavigatie Raak de pijltoetsen aan om pagina voor pagina vooruit of achteruit door het document te bladeren. Als u een specifieke pagina wilt weergeven, raak dan het tekstvak aan en voer het paginanummer in. OPMERKING: U kunt ook over het scherm vegen om door de pagina's te bladeren.
Afbeelding 6-2 Voorbeeld van scherm met scan-voorbeeldopties 1 2 3 4 1 Knop Pagina's toevoegen Gebruik de knop Pagina's toevoegen om meer pagina's aan het document toe te voegen. Als u pagina's wilt toevoegen, raak dan de knop Pagina's toevoegen aan, plaats extra pagina's in de documentinvoer of op de glasplaat en raak vervolgens de knop Start aan. 2 Knop Pagina's verplaatsen Met de knop Pagina's verplaatsen kunt u de pagina's opnieuw rangschikken in het document.
Scannen en verzenden naar netwerkmap Inleiding De printer kan een bestand scannen en opslaan in een gedeelde map op het netwerk. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de functie eerst inschakelen en de gedeelde mappen configureren via de geïntegreerde webserver van HP. De systeembeheerder kan voorgedefinieerde Quick Sets-mappen configureren. Anders moet u voor elke taak het mappad opgeven.
Afbeelding 6-3 Voorbeeld van het voorbeeldscherm voor scannen 1 2 1 3 Paginanavigatie Raak de pijltoetsen aan om pagina voor pagina vooruit of achteruit door het document te bladeren. Als u een specifieke pagina wilt weergeven, raak dan het tekstvak aan en voer het paginanummer in. OPMERKING: U kunt ook over het scherm vegen om door de pagina's te bladeren. 2 Knop Bekijken Raak de knop Bekijken aan om te schakelen tussen de standaardweergave van één pagina en de weergave van meerdere pagina's.
Afbeelding 6-4 Voorbeeld van scherm met scan-voorbeeldopties 1 2 3 4 1 Knop Pagina's toevoegen Gebruik de knop Pagina's toevoegen om meer pagina's aan het document toe te voegen. Als u pagina's wilt toevoegen, raak dan de knop Pagina's toevoegen aan, plaats extra pagina's in de documentinvoer of op de glasplaat en raak vervolgens de knop Start aan. 2 Knop Pagina's verplaatsen Met de knop Pagina's verplaatsen kunt u de pagina's opnieuw rangschikken in het document.
Scannen en verzenden naar USB-flashstation Inleiding De printer kan een bestand scannen en vervolgens opslaan op een USB-flashstation. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de functie eerst inschakelen en configureren via de geïntegreerde webserver van HP. Een document scannen en opslaan op een USB-flashstation OPMERKING: Het is mogelijk dat u zich moet aanmelden op de printer om deze functie te kunnen gebruiken. NLWW 1.
Afbeelding 6-5 Voorbeeld van het voorbeeldscherm voor scannen 1 2 1 3 Paginanavigatie Raak de pijltoetsen aan om pagina voor pagina vooruit of achteruit door het document te bladeren. Als u een specifieke pagina wilt weergeven, raak dan het tekstvak aan en voer het paginanummer in. OPMERKING: U kunt ook over het scherm vegen om door de pagina's te bladeren. 2 Knop Bekijken Raak de knop Bekijken aan om te schakelen tussen de standaardweergave van één pagina en de weergave van meerdere pagina's.
Afbeelding 6-6 Voorbeeld van scherm met scan-voorbeeldopties 1 2 3 4 1 Knop Pagina's toevoegen Gebruik de knop Pagina's toevoegen om meer pagina's aan het document toe te voegen. Als u pagina's wilt toevoegen, raak dan de knop Pagina's toevoegen aan, plaats extra pagina's in de documentinvoer of op de glasplaat en raak vervolgens de knop Start aan. 2 Knop Pagina's verplaatsen Met de knop Pagina's verplaatsen kunt u de pagina's opnieuw rangschikken in het document.
Overige opties voor scannen De volgende instellingen zijn beschikbaar in de lijst met Meer opties voor scannen. OPMERKING: De volgende lijst bevat de hoofdset met beschikbare opties voor HP Enterprise MFP-printers. Sommige opties zijn niet beschikbaar op alle printers. Opslaan als... Geef de map en de bestandsnaam voor het gescande bestand op Instellingen ophalen en opslaan Quick Set ophalen: Haal de scaninstellingen op uit een opgeslagen Quick Set.
tekstverwerkingsprogramma. De opmaak van het origineel wordt bij deze optie niet opgeslagen. ● Unicode-tekst (OCR): Unicode Text (OCR) is een industriestandaard die wordt gebruikt om tekst consistent weer te geven en te bewerken. Dit bestandstype is handig voor internationalisatie en lokalisatie. ● RTF (OCR): Met RTF (OCR) maakt u een bestand met de indeling Rich Text Format via tekstherkenning (optical character recognition) tijdens het scannen van het origineel.
Afbeelding aanpassen Scherpte: Maak de afbeelding duidelijker of zachter. Als u voor meer scherpte kiest, wordt de tekst bijvoorbeeld duidelijker weergegeven, en als u voor minder scherpte kiest, kunnen foto's vloeiender lijken. Donkerheid: Vergroot of verklein de hoeveelheid zwart en wit in de kleuren op gescande afbeeldingen. Contrast: Vergroot of verklein het verschil tussen de lichtste en donkerste kleur op de pagina.
HP JetAdvantage-bedrijfsoplossingen HP JetAdvantage-oplossingen zijn gebruiksvriendelijke workflow- en afdrukoplossingen voor netwerken en de cloud. HP JetAdvantage oplossingen zijn geschreven waarmee grote en kleine organisaties in allerlei bedrijfstakken, zoals gezondheidszorg, financiële dienstverlening, productiebedrijven en de publieke sector, meerdere printers en scanners kunnen beheren.
Overige scantaken Ga naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP.
7 Fax ● Fax instellen ● Faxconfiguratie wijzigen ● Overige faxtaken Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Fax instellen Inleiding Deze informatie is van toepassing op fax- en Flow-modellen of op andere printers als een optioneel analoog faxaccessoire is geïnstalleerd. Sluit voordat u doorgaat de printer aan op een telefoonlijn (voor de analoge fax) of op een internet- of netwerkfaxservice. Fax instellen via het bedieningspaneel van de printer 1. Blader op het beginscherm van de printer naar Beheer en raak dit aan. 2.
Faxconfiguratie wijzigen OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver van HP. ● Kiesinstellingen voor fax ● Algemene instellingen faxverzending ● Instellingen faxontvangst Kiesinstellingen voor fax 1. Blader in het beginscherm van het product naar Beheer en raak dit aan 2.
Menuoptie Omschrijving Opnieuw kiezen bij bezet Met de instelling Opnieuw kiezen bij bezet geeft u op hoe vaak (0 - 9 keer) de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen wanneer het nummer bezet is. Het interval tussen de herkiespogingen wordt bepaald met de instelling Interval opnieuw kiezen. Opnieuw kiezen bij geen antwoord Met de instelling Opnieuw kiezen bij geen antwoord geeft u op hoe vaak de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen als er niet wordt opgenomen.
Menuoptie Omschrijving Foutcorrectiemodus Normaal gesproken worden de signalen op de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd door de faxmodule. Als de faxmodule tijdens de verzending een fout vaststelt en de instelling Foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan de faxmodule een verzoek verzenden om het foutieve gedeelte van de fax nogmaals te verzenden. De functie Foutcorrectiemodus is standaard ingeschakeld.
Menuoptie Omschrijving Snelheid faxontvangst Raak de vervolgkeuzelijst Snelheid faxontvangst aan en selecteer een van de volgende opties: ● Snel (standaard) — v.34/max. 33.600 bps ● Gemiddeld — v.17/max. 14.400 bps ● Langzaam — v.29/max. 9.600 bps Beltooninterval Raak het vak onder de kop Beltooninterval aan om het toetsenblok weer te geven. Voer met het toetsenblok een waarde voor het beltooninterval in en raak vervolgens op de knop OK aan. De standaardinstelling voor het belinterval is 600 ms.
Overige faxtaken Ga naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP.
138 Hoofdstuk 7 Fax NLWW
8 De printer beheren ● Geavanceerde configuratie met de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Geavanceerde configuratie met HP Utility voor OS X ● IP-netwerkinstellingen configureren ● Functies voor beveiliging van de printer ● Instellingen voor energiebesparing ● HP Web Jetadmin ● Software- en firmware-updates Voor meer informatie: De volgende informatie is correct op het moment van uitgave. Zie www.hp.com/support/ pagewidecolor586MFP voor actuele informatie.
Geavanceerde configuratie met de geïntegreerde webserver van HP (EWS) ● Inleiding ● De geïntegreerde webserver van HP (EWS) openen ● Functies van de geïntegreerde webserver van HP Inleiding Met de geïntegreerde webserver van HP kunt u via de computer afdrukfuncties beheren in plaats van via het bedieningspaneel van de printer.
Windows® 7 ● Internet Explorer (versie 8.x of hoger) ● Google Chrome (versie 34.x of hoger) ● Firefox (versie 20.x of hoger) Windows® 8 of hoger ● Internet Explorer (versie 9.x of hoger) ● Google Chrome (versie 34.x of hoger) ● Firefox (versie 20.x of hoger) ● Safari (versie 5.x of hoger) ● Google Chrome (versie 34.x of hoger) ● Google Chrome (versie 34.x of hoger) ● Firefox (versie 20.
Tabel 8-1 Tabblad Informatie van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Taaklogboek Toont een overzicht van alle taken die door de printer zijn verwerkt. Configuratiepagina Toont de informatie op de configuratiepagina. Pagina Status benodigdheden Toont de status van de benodigdheden voor de printer. Pagina Gebeurtenislogboek Hierin staan alle printergebeurtenissen en -fouten.
Tabel 8-2 Tabblad Algemeen van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving taal Hiermee stelt u de taal in voor de geïntegreerde webserver van HP. Datum en tijd Hiermee stelt u de datum en tijd in of kunt u de tijd synchroniseren met een netwerktijdserver. Energy Settings (Energie-instellingen) Hiermee kunt u sluimerinstellingen instellen en bewerken zakelijke en niet-zakelijke uren, wekken, sluimertijd en feestdagen voor de printer.
Tabblad Scannen/digitaal verzenden Tabel 8-4 Tabblad Scannen/digitaal verzenden van de geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving E-mail instellen Hiermee kunt u de standaard-e-mailinstellingen voor digitaal verzenden configureren, waaronder de volgende instellingen: Opslaan naar netwerkmap instellen Opslaan op SharePoint® Opslaan naar USB instellen Contactpersonen 144 Hoofdstuk 8 De printer beheren ● Instellingen voor de uitgaande mailserver (SMTP) ● Standaardinstellingen voor E-mail Quic
Tabel 8-4 Tabblad Scannen/digitaal verzenden van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Voorkeuren Hiermee configureert u instellingen voor het geval dat het formaat niet kan worden gedetecteerd op de glasplaat. Snelle wizards voor instellingen voor email en opslaan in netwerkmappen Hiermee configureert u de printer om gescande afbeeldingen als e-mailbijlagen te verzenden. Hiermee configureert u de printer om gescande afbeeldingen op te slaan in Quick Sets voor netwerkmappen.
Tabblad Probleemoplossing Tabel 8-6 Tabblad Probleemoplossing van de geïntegreerde webserver van HP Menu Omschrijving Algemene probleemoplossing Hiermee kunt u een verscheidenheid aan rapporten afdrukken om u te helpen bij het oplossen van problemen met de printer. Hiermee kunt u instellingen voor Fax, OXPd en Automatisch herstel configureren. Diagnostische gegevens ophalen OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als er een beheerderswachtwoord is ingesteld op het tabblad Beveiliging.
Tabel 8-7 Tabblad Beveiliging van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Beveiliging Webservices Hiermee staat u toe dat webpagina's van verschillende domeinen toegang hebben tot de informatiebronnen op deze printer. Als er geen locaties aan de lijst worden toegevoegd, worden alle sites vertrouwd. Zelftest Hiermee kunt u controleren of de beveiligingsfuncties overeenkomstig de verwachte systeemparameters functioneren.
Tabel 8-9 Tabblad Netwerk van de geïntegreerde webserver van HP (vervolg) Menu Omschrijving Instellingen U kunt de huidige beveiligingsinstellingen bekijken en instellen op de fabriekswaarden. Gebruik de wizard Beveiligingsconfiguratie om beveiligingsinstellingen te configureren. OPMERKING: Gebruik de wizard Beveiligingsconfiguratie niet om de beveiligingsinstellingen te configureren met behulp van een toepassing voor netwerkbeheer, zoals HP Web Jetadmin. Bevoegdheid Mgmt. Protocollen 802.
Lijst Overige koppelingen OPMERKING: Hiermee bepaalt u welke koppelingen worden weergegeven in de lijst Overige koppelingen via het menu Overige koppelingen bewerken op het tabblad Algemeen. De volgende koppelingen worden standaard weergegeven. Tabel 8-10 Lijst Overige koppelingen van de geïntegreerde webserver van HP NLWW Menu Omschrijving Productondersteuning Hiermee gaat u naar de ondersteuningswebsite voor de printer waar u meer informatie kunt zoeken over verschillende onderwerpen.
Geavanceerde configuratie met HP Utility voor OS X Gebruik de HP Utility om de status van de printer te controleren of de printerinstellingen via de computer weer te geven of te wijzigen. Gebruik de HP Utility als de printer beschikt over een USB-kabel of als deze is aangesloten op een TCP/IPnetwerk. HP Utility openen 1. Open op de computer het menu Systeemvoorkeuren en klik vervolgens op Afdrukken en faxen of Afdrukken en scannen of Printers & scanners. 2. Selecteer de printer in de lijst. 3.
Item Omschrijving Opdrachten Stuurt na de afdruktaak speciale tekens of afdrukopdrachten naar de printer. OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar nadat u in het menu Weergave de optie Toon geavanceerde opties hebt geselecteerd. Beheer van benodigdheden Configureert wat de printer moet doen wanneer benodigdheden het einde van de geschatte levensduur naderen. Configuratie van laden Hiermee wijzigt u de standaardlade-instellingen.
IP-netwerkinstellingen configureren ● Disclaimer voor printer delen ● Netwerkinstellingen weergeven of wijzigen ● De naam van de printer in het netwerk wijzigen ● IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ● IPv6 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel ● Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet v
b. Open een internetbrowser en voer in de adresregel het IP-adres of de hostnaam in zoals die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer. Druk op de toets Enter op het toetsenbord van de pc. De geïntegreerde webserver wordt geopend. OPMERKING: Als de webbrowser een bericht weergeeft dat toegang tot de website mogelijk niet veilig is, selecteert u de optie om door te gaan naar de website. Toegang tot deze website zal de computer niet beschadigen. 2. Open het tabblad Algemeen. 3.
● Netwerkinstellingen ● Jetdirect-menu ● TCP/IP ● IPv6-instellingen ● Adres ● Handmatige instellingen ● Inschakelen 3. Selecteer de optie Aan en raak vervolgens de knop Opslaan aan. 4. Raak de knop Adres aan en raak vervolgens het veld aan om een toetsenblok te openen en het adres te configureren. 5. Gebruik het toetsenblok om het adres in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak de knop Opslaan aan.
4. NLWW ● 100TX half: 100 Mbps, half-duplexwerking ● 100TX vol: 100 Mbps, volledige duplexwerking ● 100TX auto: 100 Mbps, automatische duplexwerking ● 1000T vol: 1000 Mbps, volledige duplexwerking Raak de knop Opslaan aan. De printer wordt uit- en weer ingeschakeld.
Functies voor beveiliging van de printer Inleiding De printer bevat beveiligingsopties waarmee toegang tot configuratie-instellingen en beveiligde gegevens kan worden beperkt. Ook kan toegang tot belangrijke hardwarecomponenten worden ontzegd.
OPMERKING: Noteer het wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Enkele functies op het bedieningspaneel kunnen beveiligd zijn, zodat mensen zonder de juiste rechten deze niet kunnen gebruiken. Wanneer een functie beveiligd is, vraagt de printer u om u aan te melden voordat u de functie kunt gebruiken. U kunt zich ook aanmelden voordat u ernaar wordt gevraagd door op het bedieningspaneel op de knop Aanmelden te drukken. De aanmeldgegevens voor de printer zijn doorgaans hetzelfde als voor het netwerk.
Instellingen voor energiebesparing Inleiding ● Snelheid of energieverbruik optimaliseren ● De sluimertimer instellen en de printer zo configureren dat het maximaal 1 watt verbruikt ● Het sluimerschema instellen Snelheid of energieverbruik optimaliseren Het apparaat blijft tussen taken standaard warm, zodat de snelheid optimaal blijft en de eerste pagina van een taak sneller wordt afgedrukt. Stel het product in op koelen tussen taken om energie te besparen.
● Alle gebeurtenissen: De printer wordt geactiveerd zodra het een afdruktaak ontvangt (via de USBpoort, netwerkpoort of een draadloze verbinding) of wanneer iemand een knop op het bedieningspaneel aanraakt of een deur of lade opent. ● Netwerkpoort: De printer wordt geactiveerd zodra het een afdruktaak ontvangt via de netwerkpoort, of wanneer iemand een knop op het bedieningspaneel aanraakt of een deur of lade opent.
9. Raak de knop Toevoegen Activeren of Sluimer. aan en selecteer vervolgens het type gebeurtenis dat u wilt inplannen: 10. Configureer de volgende instellingen: ● Tijd ● Dagen gebeurtenis 11. Raak de knop OK aan en raak dan de knop Opslaan aan.
HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een bekroond, toonaangevend hulpprogramma voor het efficiënt beheren van een groot scala aan HP-apparaten binnen een netwerk, inclusief printers, multifunctionele printers en digitale verzendapparatuur.
Software- en firmware-updates HP geeft regelmatig updates uit voor functies die beschikbaar zijn in de firmware van de printer. Update de printerfirmware om gebruik te maken van de meest actuele functies. Download de meest recente firmwareupdate van internet: Ga naar www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP. Klik op Drivers & software.
9 Problemen oplossen ● Klantondersteuning ● Help-systeem op het bedieningspaneel ● Fabrieksinstellingen herstellen ● Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer ● De printer pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd ● Papierstoringen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Beeldkwaliteit kopie verbeteren ● Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Beeldkwaliteit fax verbeteren ● Problemen met bekab
Klantondersteuning Telefonische ondersteuning voor uw land/regio Zorg dat u de printernaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van de printer of op www.hp.com/support/. 24 uur per dag ondersteuning via internet en hulpprogramma's en drivers downloaden www.hp.com/support/pagewidecolor586MFP Aanvullende HP service- of onderhoudsovereenkomsten bestellen www.hp.
Help-systeem op het bedieningspaneel De printer heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Help-systeem door de knop Help Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
Fabrieksinstellingen herstellen Inleiding Gebruik een van de volgende methoden om de fabrieksinstellingen van de printer terug te zetten. OPMERKING: Met deze functie worden de meeste printerinstellingen opnieuw ingesteld op de fabriekswaarden. Sommige instellingen, zoals taal, datum, tijd en bepaalde netwerkconfiguratieinstellingen, blijven echter ongewijzigd. Methode 1: Fabrieksinstellingen herstellen via het bedieningspaneel van de printer 1.
Het bericht 'Cartridge bijna leeg' of 'Cartridge vrijwel leeg' wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer Cartridge bijna leeg: De printer geeft aan wanneer een cartridge vrijwel leeg is. De werkelijke resterende levensduur van een cartridge kan variëren. Zorg dat u een vervangende tonercartridge heeft die u kunt plaatsen wanneer de afdrukkwaliteit niet meer voldoet. De cartridge hoeft nu nog niet te worden vervangen.
Bij apparaten met faxfunctionaliteit Wanneer de printer is ingesteld op de optie Stoppen of Vragen om door te gaan, is er enig risico dat faxberichten niet worden afgedrukt wanneer de printer het afdrukken hervat. Dit kan gebeuren als de printer tijdens het wachten meer faxberichten heeft ontvangen dan in het geheugen kunnen worden opgeslagen.
De printer pakt geen papier op of het papier wordt verkeerd ingevoerd Inleiding U kunt het volgende proberen wanneer de printer geen papier of meerdere vellen tegelijkertijd oppakt uit de papierlade. In de volgende situaties kan een papierstoring optreden.
4. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders aan tot de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd met de markering op de lade. OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
5. Controleer of de vochtigheid in de ruimte voldoet aan de specificaties voor deze printer en of het papier in ongeopende pakken wordt bewaard. Papier wordt meestal in vochtwerende pakken verkocht om het papier droog te houden. In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid kan het papier bovenaan op de stapel in de lade vocht absorberen en er golvend of ongelijkmatig uitzien. Als dit gebeurt, verwijdert u de bovenste 5 tot 10 vellen papier van de stapel.
1. Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem vervolgens om. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade. OPMERKING: Het uitwaaieren van het papier veroorzaakt statische elektriciteit. In plaats van het papier uit te waaieren, buigt u de stapel door deze aan beide uiteinden vast te houden en de uiteinden omhoog te duwen in de vorm van een U. Duw de uiteinden daarna omlaag om de U-vorm om te keren.
5. Zorg dat de lade niet te vol is door de markeringen voor de stapelhoogte in de lade te controleren. Als de lade te vol is, verwijdert u de hele stapel papier uit de lade, legt u de stapel recht en plaatst u een deel van de stapel papier terug in de lade. In de volgende afbeeldingen staan voorbeelden van de inkepingen voor de stapelhoogte in de laden voor verschillende printers. De meeste HP-printers hebben vergelijkbare markeringen.
6. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders aan tot de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd met de markering op de lade. OPMERKING: Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
Het papier in de documentinvoer loopt vast of scheef of er worden meerdere vellen tegelijk doorgevoerd OPMERKING: Deze informatie is alleen van toepassing op MFP-printers. ● Mogelijk zit er iets op het origineel, zoals een nietje of een zelfhechtend memoblaadje, dat moet worden verwijderd. ● Controleer of alle rollen goed zijn geplaatst en of de klep van de rollen in de documentinvoer gesloten is. ● Zorg dat de bovenste klep van de documentinvoer gesloten is.
2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. 4. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Controleer of de hendel aan de bovenkant van de klep van de documentinvoer volledig is gesloten.
Papierstoringen verhelpen Inleiding De volgende informatie beschrijft hoe u papierstoringen op de printer kunt verhelpen.
5 Linkerklep en inktafvaleenheid 6 Lade 1 7 Linkeronderklep 8 Optionele papierinvoerlade voor 3 x 500 vel Autonavigatie voor het verhelpen van storingen Bij het verhelpen van storingen verschaft de autonavigatiefunctie stapsgewijze instructies op het bedieningspaneel. Nadat u een stap hebt uitgevoerd, toont de printer instructies voor de volgende stap tot u alle stappen van de procedure hebt voltooid.
1. Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. 2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Verwijder vastgelopen papier.
4. Til de invoerlade van de documentinvoer omhoog. 5. Verwijder vastgelopen papier.
6. Laat de documentinvoerlade zakken. 7. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Controleer of de hendel aan de bovenkant van de klep van de documentinvoer volledig is gesloten. OPMERKING: Zorg ervoor dat de geleiders in de documentinvoerlade stevig tegen het papier aanzitten zonder dit te buigen. Gebruik voor het kopiëren van smalle documenten de flatbedscanner. Verwijder alle nietjes en paperclips uit de originele documenten.
1. Open de linkerklep. 2. Trek vastgelopen papier voorzichtig uit de rollen en uitvoerlade. Zorg ervoor dat u alle overblijfselen verwijdert indien het papier scheurt. 3. Sluit de linkerklep. Storingen in lade 1 (multifunctionele lade) oplossen Gebruik de volgende procedure om te controleren op papier in alle mogelijke blokkadelocaties in en bij lade 1. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade.
1. Als het vel papier zichtbaar is in de lade, trekt u het papier langzaam uit de printer. Zorg ervoor dat het gehele vel is verwijderd. Ga door met de volgende stappen als het vel scheurt, om de rest van het papier te vinden. Als het vel papier in de printer is getrokken, gaat u verder met de volgende stappen. 2. Trek lade 2 geheel uit de printer door deze uit te trekken en daarbij iets op te tillen Office jet En 3.
4. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Controleer of de lade niet te vol is en of de papiergeleiders juist zijn ingesteld. 5. Open de linkerklep. 6. Trek vastgelopen papier voorzichtig uit de rollen en uitvoerlade. Zorg ervoor dat u alle overblijfselen verwijdert indien het papier scheurt.
7. Verwijder de inktafvaleenheid door deze met beide handen eruit te trekken. Zet de eenheid rechtop opzij, op een vel papier om te voorkomen dat er wordt gemorst. VOORZICHTIG: Zorg dat u, wanneer u de inktafvaleenheid verwijdert, de zwarte cilinder niet aanraakt om pigmentvlekken op uw huid of kleding te voorkomen. 8. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. De printer probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren.
10. Plaats de inktafvaleenheid. 11. Sluit de linkerklep. Papierstoringen in lade 2 verhelpen Volg de onderstaande procedure om storingen in lade 2 te verhelpen. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade. 1. Trek de lade geheel uit de printer door deze uit te trekken en daarbij iets op te tillen.
2. Verwijder het vastgelopen papier uit de invoerrollen in de printer. Trek eerst het papier naar rechts en trek het vervolgens naar voren om het te verwijderen. Office jet 3. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Controleer of de lade niet te vol is en of de papiergeleiders juist zijn ingesteld. 4. Plaats lade terug en sluit deze.
1. Open de linkeronderklep. Offic 2. Trek al het vastgelopen papier er voorzichtig uit. 3. Sluit de linkeronderklep.
4. Trek de lade geheel uit de printer door deze uit te trekken en daarbij iets op te tillen. Office jet En terpri se Co lor X5 56 2 5. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Controleer of de lade niet te vol is en of de papiergeleiders juist zijn ingesteld.
6. Verwijder eventueel vastgelopen papier uit de invoerrollen in de printer. Trek eerst het papier naar rechts om het vrij te maken en trek het vervolgens naar voren om het te verwijderen. Officeje t Ent erprise Color X55 6 2 7. Plaats lade terug en sluit deze. Office jet En terpri se Co lor X5 56 2 Papierstoringen verwijderen in documenttoevoer van 3 x 500 vel Gebruik de volgende procedure om te controleren op papier in alle mogelijke blokkadelocaties in en bij de 3x500-velleninvoer.
2. Trek al het vastgelopen papier er voorzichtig uit. 3. Sluit de linkeronderklep. Offic 4. Trek de lade geheel uit de printer door deze uit te trekken en daarbij iets op te tillen.
5. Verwijder vastgelopen of beschadigde vellen papier. Controleer of de lade niet te vol is en of de papiergeleiders juist zijn ingesteld. 6. Verwijder eventueel vastgelopen papier uit de invoerrollen in de printer. Trek eerst het papier naar rechts om het vrij te maken en trek het vervolgens naar voren om het te verwijderen. 7. Plaats lade terug en sluit deze.
1. Open de linkerklep. 2. Trek vastgelopen papier voorzichtig uit de rollen en uitvoerlade. Zorg ervoor dat u alle overblijfselen verwijdert indien het papier scheurt. 3. Verwijder de inktafvaleenheid door deze met beide handen eruit te trekken. Zet de eenheid rechtop opzij, op een vel papier om te voorkomen dat er wordt gemorst. VOORZICHTIG: Zorg dat u, wanneer u aan de inktafvaleenheid trekt, de zwarte cilinder niet aanraakt om pigmentvlekken op uw huid of kleding te voorkomen.
4. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. De printer probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren. Mogelijkerwijs moet u voorzichtig aan het vel trekken, indien het niet wordt opgepakt. Verwijder het vel. 5. Til het groene tabje op om de degel terug te plaatsen in de werkingspositie.
6. Plaats de inktafvaleenheid. 7. Sluit de linkerklep. storingen verhelpen in de uitvoerbak Volg de onderstaande procedure om storingen in de uitvoerbak te verhelpen. Wanneer er een blokkade is, geeft het bedieningspaneel een animatie weer die helpt bij het verhelpen van de blokkade.
1. Als in de uitvoerbak vastgelopen papier zichtbaar is, pakt u dit vast bij de voorste rand en verwijdert u het. caps lock sh A ift Z @ S X alt D C F V G B H N J K M alt , L . / ; ? : ‘ “ enter shift Officeje 2. t Ent erprise Color MFP X55 6 Open en sluit de linkerklep om het bericht op het bedieningspaneel te verwijderen.
De afdrukkwaliteit verbeteren Inleiding ● Afdrukken vanuit een ander softwareprogramma ● De papiersoort voor de afdruktaak controleren ● Status van de cartridge controleren ● De printer reinigen ● De cartridge visueel inspecteren ● Papier en afdrukomgeving controleren ● Kleurinstellingen aanpassen (Windows) ● De afdrukkwaliteitspagina afdrukken en interpreteren ● De printer kalibreren om de kleuren uit te lijnen ● Een andere printerdriver proberen Als de printer problemen heeft met de af
De instelling voor de papiersoort controleren (OS X) 1. Klik op het menu Bestand en vervolgens op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de printer in het menu Printer. 3. Het menu Exemplaren & pagina's wordt standaard weergegeven door de printerdriver. Open de menuvervolgkeuzelijst en klik op het menu Afwerking. 4. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Media een papiersoort. 5. Klik op de knop Afdrukken.
1. Selecteer in het beginscherm van het bedieningspaneel Apparaatonderhoud 2. Open de volgende menu's: ● Kalibratie/reiniging ● Reinigingspagina Er verschijnt een bericht Reinigen op het bedieningspaneel van de printer. Het volledige reinigingsproces duurt enkele minuten. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina weg als het reinigingsproces is voltooid.
3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze beschadigen.
Papier en afdrukomgeving controleren Stap een: Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP Sommige problemen met de afdrukkwaliteit kunnen ontstaan wanneer u papier gebruikt dat niet voldoet aan de specificaties van HP. ● Gebruik altijd papier van een type en gewicht dat door deze printer wordt ondersteund. ● Gebruik papier van goede kwaliteit en dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, gaten, nietjes en gekrulde of verbogen randen.
4. Selecteer de knop Testpagina afdrukken en volg de instructies op de afgedrukte pagina's. 5. Selecteer nogmaals de knop Testpagina afdrukken om de resultaten te controleren en breng indien nodig verdere wijzigingen aan. 6. Raak de knop Opslaan aan om de nieuwe instellingen op te slaan.
5. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● Instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur. ● Instelling Handmatig: Selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van andere instellingen aan te passen. Klik op de knop Instellingen om het venster voor handmatige kleurenaanpassing te openen. OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken.
3. Raak de knop Start aan om het kalibratieproces te starten. Er wordt een bericht over kalibreren weergegeven op het bedieningspaneel van het product. Het kalibratieproces duurt enkele minuten. Schakel het apparaat pas uit nadat het kalibratieproces is voltooid. 4. Wacht tot het product is gekalibreerd en probeer vervolgens opnieuw te printen.
Beeldkwaliteit kopie verbeteren Als de printer problemen heeft met kopieerkwaliteit, probeer dan de volgende oplossingen in de gegeven volgorde om het probleem op te lossen.
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze beschadigen.
● Kalibratie/reiniging ● Kalibratie scanner 3. Raak de knop Volgende aan om het kalibratieproces te starten. Volg de instructies op het scherm op. 4. Wacht tot de printer is gekalibreerd en probeer vervolgens opnieuw te kopiëren. Papierinstellingen controleren Volg deze stappen als gekopieerde pagina's vlekken bevatten, onscherp of donker zijn afgedrukt, als het papier is gekruld, of als pigmentgebieden zijn weggevallen. De papiersoort en het configuratietype controleren 1.
1. Selecteer op het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Kopiëren. 2. Raak de knop Afbeelding aanpassen aan. 3. Pas de schuifknoppen aan om de niveaus in te stellen en raak vervolgens de knop OK aan. 4. Raak de knop Starten aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de taak hebt voltooid, keert de printer terug naar de standaardinstellingen.
1. Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. 2. Open de klep van de documentinvoer.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. 4. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Controleer of de hendel aan de bovenkant van de klep van de documentinvoer volledig is gesloten. Als het probleem voortbestaat, controleer dan het scheidingskussen en rollen van de documentinvoer op schade of slijtage en vervang ze wanneer dat noodzakelijk is.
Beeldkwaliteit scan verbeteren ● Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten ● Resolutie-instellingen controleren ● Kleurinstellingen controleren ● De instellingen voor beeldaanpassing controleren ● Scankwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen ● De instellingen voor de uitvoerkwaliteit controleren ● De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Probeer eerst deze eenvoudige stappen: ● Gebruik de flatbedscanner in plaats van de
2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen. Plaats geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze beschadigen.
5. Raak de knop Resolutie aan. 6. Selecteer een van de gedefinieerde opties. Raak de knop Opslaan aan. 7. Raak de knop Starten aan. Kleurinstellingen controleren Volg deze stappen om de kleurinstelling aan te passen: 1. Schuif vanuit het beginscherm op het bedieningspaneel van het product naar de knop Beheer en raak de knop aan. 2. Open het menu Instellingen voor scannen/digitaal verzenden. 3. Selecteer de categorie instellingen voor scannen en verzenden die u wilt configureren. 4.
6. Pas de schuifknoppen aan om de niveaus in te stellen en raak vervolgens de knop Opslaan aan. 7. Raak de knop Starten aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de taak hebt voltooid, keert de printer terug naar de standaardinstellingen. Scankwaliteit optimaliseren voor tekst of afbeeldingen Optimaliseer de scantaak voor het type afbeelding dat u wilt scannen: tekst, afbeeldingen of foto's. 1.
1. Trek de vergrendeling omhoog om de klep van de documentinvoer te ontgrendelen. 2. Open de klep van de documentinvoer.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. 4. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Controleer of de hendel aan de bovenkant van de klep van de documentinvoer volledig is gesloten. Als het probleem voortbestaat, controleer dan het scheidingskussen en rollen van de documentinvoer op schade of slijtage en vervang ze wanneer dat noodzakelijk is.
Beeldkwaliteit fax verbeteren Als de printer problemen heeft met de faxkwaliteit, probeer dan de volgende oplossingen in de aangegeven volgorde om het probleem te verhelpen.
1. Druk op de aan-uitknop om de printer uit te schakelen en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat, de strip van de documentinvoer en de witte plastic achterplaat met een zachte doek of spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer omdat deze de printer kunnen beschadigen.
4. Droog de scannerglasplaat en de witte plastic onderdelen met een zeemleren spons of cellulosespons om vlekken te voorkomen. 5. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en druk op de aan-uitknop om de printer in te schakelen. Resolutie-instellingen voor het verzenden van faxen controleren Volg deze stappen om de resolutie-instelling van uitgaande faxen aan te passen. OPMERKING: Als u de resolutie verhoogt, wordt de fax groter en duurt het verzenden langer. 1.
● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaardtaakopties 3. Raak de knop Afbeelding aanpassen aan. 4. Pas de schuifknoppen aan om de niveaus in te stellen en raak vervolgens de knop Opslaan aan. 5. Raak de knop Starten aan. OPMERKING: Deze instellingen zijn tijdelijk. Nadat u de taak hebt voltooid, keert de printer terug naar de standaardinstellingen.
1. Blader op het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Standaardtaakopties ● Aanpassen aan pagina Raak de optie Ingeschakeld aan als u de instelling wilt inschakelen of raak de optie Uitgeschakeld aan als u de instelling wilt uitschakelen. Raak de knop Opslaan aan.
3. Verwijder zichtbare pluizen of stof van de doorvoerrollen en het scheidingskussen met behulp van perslucht of een een schone, pluisvrije doek die is bevochtigd met warm water.. 4. Sluit de klep van documentinvoer. OPMERKING: Controleer of de hendel aan de bovenkant van de klep van de documentinvoer volledig is gesloten. Als het probleem voortbestaat, controleer dan het scheidingskussen en rollen van de documentinvoer op schade of slijtage en vervang ze wanneer dat noodzakelijk is.
Problemen met bekabelde netwerken oplossen Inleiding Controleer de volgende items om na te gaan of de printer met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van de printer en zoek het IP-adres van de printer op deze pagina.
2. ● In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ vervolgens cmd en druk op Enter. ● In OS X: ga naar Programma's, naar Hulpprogramma's en open daar Terminal. b. Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw printer. c. Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Inleiding ● Controlelijst draadloze verbinding ● Er kan niet worden afgedrukt met de printer na het voltooien van de draadloze configuratie ● Er kan niet worden afgedrukt met de printer en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd ● De draadloze verbinding functioneert niet meer nadat de draadloze router of de printer is verplaatst ● Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op de draadloze printer ● De verbinding van de draadloz
● Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten tussen het toegangspunt en de printer. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken van metaal of beton tussen de printer en het draadloos toegangspunt staan. ● Zorg dat de printer niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze signaal kunnen storen.
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op de draadloze printer 1. Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt. 2. Zorg dat de printer is ingeschakeld en gereed is. 3. Controleer of er niet meer dan 5 gelijktijdige Wireless Direct Print-gebruikers zijn. 4. Schakel firewalls van derden uit op uw computer.
Diagnose van draadloos netwerk uitvoeren Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u een diagnose uitvoeren die u informatie geeft over de instellingen van het draadloze netwerk. 1. Blader op het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. ● Probleemoplossing ● Diagnostische tests Selecteer Test voor draadloze verbinding uitvoeren om de test te starten.
Faxproblemen oplossen ● Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen ● Algemene faxproblemen Controlelijst voor het oplossen van faxproblemen Gebruik de onderstaande controlelijst om de oorzaak van faxproblemen te bepalen: ● Gebruikt u het faxsnoer dat bij de faxmodule is geleverd? Deze faxmodule is met het bijgeleverde faxsnoer getest en voldoet met gebruik van dit snoer aan de RJ11-specificaties en functionele eisen. Gebruik geen ander faxsnoer.
Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? Als de instelling voor het aantal beltonen voor de berichtenservice lager is dan voor de faxmodule, beantwoordt de berichtenservice de oproep en kan de faxmodule geen faxberichten ontvangen. Als de instelling voor het aantal beltonen voor de faxmodule lager is dan voor de berichtenservice, worden alle oproepen door de faxmodule beantwoord.
Beschadigd/Aan/Uit1 1 Er heeft zich een fout in de faxmodule voorgedaan. Plaats de faxmodulekaart opnieuw en controleer of de pinnetjes niet verbogen zijn. Vervang de faxmodulekaart als de status BESCHADIGD blijft. AAN geeft aan dat de analoge faxmodule is ingeschakeld. UIT geeft aan dat de LAN-fax is ingeschakeld (en de analoge fax is uitgeschakeld). Algemene faxproblemen Hieronder volgen enkele veelvoorkomende faxproblemen.
Er worden zowel namen als nummers weergegeven in het vak met ontvangers Er kunnen zowel namen als nummers worden weergegeven. Dit is afhankelijk van hun herkomst. Ontvangers die in het faxadresboek staan, worden met hun naam weergegeven. Ontvangers uit een andere database worden met hun nummer weergegeven Dit is normaal. Eén faxpagina wordt afgedrukt over twee pagina's Doordat de faxkopregel wordt ingevoegd aan de bovenzijde van de fax wordt de tekst aan de onderzijde verschoven naar een tweede pagina.
Index Symbolen en getallen 3 x 500 vel invoereenheid storingen 190 3 x 500 vel papierinvoereenheid en standaard onderdeelnummer 44 500 vel papierlade onderdeelnummer 44 A aan/uit-knop locatie 2 aanmeldknop locatie 4 aanraakscherm locatiefuncties 4 aantal exemplaren, wijzigen 76 accessoires bestellen 44 gewicht 11 onderdeelnummers 44 accessoires, afmetingen 11 afdrukinstellingen geïntegreerde webserver van HP 143 afdrukken opgeslagen taken 66 vanaf USB-opslagaccessoires 72 afdrukken op beide zijden handmati
problemen met papierinvoer 175 storingen 178 draadloos netwerk problemen oplossen 225 draadloos netwerk, storing 228 draadloze printserver onderdeelnummer 44 drivers, ondersteund 8 dubbelzijdig afdrukken instellingen (Windows) 58 Mac 61 Windows 58 dubbelzijdig kopiëren 78 duplex handmatig (Mac) 61 handmatig (Windows) 58 duplex afdrukken Mac 61 duplex afdrukken (dubbelzijdig) instellingen (Windows) 58 Windows 58 duplex-instellingen voor netwerk, wijzigen 154 E e‑mail documenten verzenden 117 energieverbruik
hulpmiddelen voor probleemoplossing geïntegreerde webserver van HP 146 I informatiepagina's geïntegreerde webserver van HP 141 inktafvaleenheid locatie 3 storingen 192 instellingen fabrieksinstellingen herstellen 166 vereist 133 instellingen van de netwerkverbindingssnelheid, wijzigen 154 instellingen voor digitaal verzenden geïntegreerde webserver van HP 144 instellingen voor scannen geïntegreerde webserver van HP 144 interfacepoorten locatie 3 Internet Explorer, ondersteunde versies geïntegreerde webserve
papierladen 44 vervangingsonderdelen 45 ondersteuning online 164 online help, bedieningspaneel 165 online ondersteuning 164 opgeslagen taken afdrukken 66 maken (Mac) 66 maken (Windows) 64 verwijderen 67 opslaan,taken in Windows 64 Opslaan op USB inschakelen 108 opslag,taak Mac-instellingen 66 OS X HP Utility 150 overige koppelingen, lijst geïntegreerde webserver van HP 149 P pagina's per minuut 6 pagina's per vel selecteren (Mac) 62 selecteren (Windows) 59 papier afdrukstand lade 2 35 plaatsen in de papieri
technische ondersteuning online 164 te kopiëren afbeeldingen optimaliseren 76, 208 toetsenblok locatie 2 transparanten afdrukken (Windows) 59 wizard, fax instellen 133 U uitvoerbak locatie 2 storingen verhelpen 195 USB verzenden naar 123 USB-opslagaccessoires afdrukken vanaf 72 USB-poort inschakelen 72 locatie 3 USB-poorten onderdeelnummer 44 USB-printen met eenvoudige toegang 72 V vereiste instellingen fax 132 land/regio 133 vergrendelen formatter 157 vervangingsonderdelen onderdeelnummers 45 verwijdere
238 Index NLWW