Operation Manual
Audiofuncties controleren
U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Volume op de taakbalk en selecteer vervolgens
Geluiden.
– of –
Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Geluid.
2. Wanneer het venster Geluid verschijnt, klikt u op het tabblad Geluiden. Selecteer onder
Programmagebeurtenissen het gewenste geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en
klik op de knop Test.
Als het goed is, hoort u het geluid door de luidsprekers of de aangesloten hoofdtelefoon.
U controleert de opnamefuncties van de computer als volgt:
1. Selecteer Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Geluidsrecorder.
2. Klik op Opname starten en spreek in de microfoon. Sla het bestand op het bureaublad op.
3. Open Windows Media Player of MediaSmart en speel het geluid af.
OPMERKING: Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon
en neemt u geluid op in een omgeving die vrij is van achtergrondruis.
Als u de audio-instellingen van de computer wilt bevestigen of wijzigen, selecteert u Start >
Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Geluid.
Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang) gebruiken
WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg Informatie over voorschriften, veiligheid
en milieu voor aanvullende informatie over veiligheid.
VOORZICHTIG: Voorkom mogelijke schade aan een extern apparaat door geen connector met een
enkel geluidskanaal (monoconnector) aan te sluiten op de hoofdtelefoonuitgang.
Naast het aansluiten van een hoofdtelefoon kunt u de hoofdtelefoonuitgang ook gebruiken voor
audio-uitvoer van audioapparaten, zoals luidsprekers met externe voeding of een stereosysteem.
Gebruik alleen een stereostekker van 3,5 mm als u een apparaat aansluit op de
hoofdtelefoonuitgang.
Wanneer u een extern audioapparaat aansluit op een hoofdtelefoonuitgang, worden de luidsprekers
uitgeschakeld.
Audio-ingang (microfooningang) gebruiken
De computer is voorzien van een stereomicrofooningang. Deze ingang ondersteunt een optionele
stereomicrofoonarray of een monomicrofoon. Met behulp van geluidsopnamesoftware en een externe
stereomicrofoon kunt u stereo-opnamen maken.
Gebruik een microfoon met een stekker van 3,5 mm als u een microfoon aansluit op de
microfoonuitgang.
38 Hoofdstuk 4 Multimedia










