HP Photosmart C4400 All-in-One series Windows-help
HP Photosmart C4400 All-in-One series
1 Hulp bij de HP Photosmart C4400 All-in-One series.............................................................3 2 Overzicht HP All-in-One Een overzicht van de HP All-in-One...........................................................................................5 Knoppen op bedieningspaneel...................................................................................................6 Overzicht van de menu's...........................................................................................
Een gescande afbeelding bewerken........................................................................................68 Een gescand document bewerken...........................................................................................68 Het scannen stoppen................................................................................................................68 Inhoudsopgave 11 Het onderhoud van de HP All-in-One Schoonmaken van de HP All-in-One..............................................
Hulp bij de HP Photosmart C4400 All-in-One series Meer informatie over de HP All-in-One vindt u hier: • • • • • • • • • • • • • "Overzicht HP All-in-One" op pagina 5 "Meer informatie zoeken" op pagina 9 "Hoe kan ik?" op pagina 11 "Informatie over verbindingen" op pagina 13 "Originelen en papier laden" op pagina 15 "Afdrukken vanaf de computer" op pagina 29 "De kopieerfuncties gebruiken" op pagina 57 "De fotofuncties gebruiken" op pagina 49 "De scanfuncties gebruiken" op pagina 65 "Het onderhoud van de HP A
Hoofdstuk 1 Hulp bij de HP Photosmart C4400 All-in-One series 4 Hulp bij de HP Photosmart C4400 All-in-One series
2 Overzicht HP All-in-One Gebruik de HP All-in-One om snel en eenvoudig taken uit te voeren als kopieën maken, documenten scannen of foto's adrukken vanaf een geheugenkaart. Veel functies van de HP All-in-One kunnen direct worden gebruikt, zonder dat u de computer hoeft in te schakelen.
Hoofdstuk 2 (vervolg) Label Beschrijving 11 USB-poort aan de achterkant 12 Aansluiting* * Gebruik het product alleen met de netadapter die door HP is geleverd. Knoppen op bedieningspaneel In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de HP All-in-One. Overzicht HP All-in-One Label Pictogram Naam en omschrijving 1 On (Aan): Hiermee schakelt u het apparaat in of uit.
(vervolg) Label Pictogram Naam en omschrijving geopend. Wanneer een geheugenkaart is ingestoken, gaat u met deze knop verder naar de volgende foto op de geheugenkaart. 6 Start Copy Black (Start kopiëren, Zwart): Hiermee maakt u een zwart-witkopie. Wanneer een geheugenkaart is ingestoken, gaat u met deze knop naar de vorige afbeelding. 7 Start Copy Color (Start kopiëren, Kleur): hiermee start u een kopieertaak in kleur.
Hoofdstuk 2 De HP Photosmart-software gebruiken De HP Photosmart-software biedt een snelle en gemakkelijke manier om afdrukken te maken van uw foto's. De software biedt ook toegang tot andere elementaire functies van de HP-beeldbewerkingssoftware, zoals het opslaan en weergeven van uw foto's. Meer informatie over het gebruiken van de HP Photosmart-software: • • Controleer het paneel Inhoud links. Zoek naar het boek Inhoud help HP Photosmart-software bovenaan.
3 Meer informatie zoeken Er is een scala aan bronnen beschikbaar, zowel gedrukt als op het scherm, waarin u informatie kunt vinden over het instellen en gebruiken van de HP All-in-One. Installatiehandleiding De installatiehandleiding bevat instructies voor de installatie van de HP All-in-One. Zorg dat u de stappen uit de installatiehandleiding in de juiste volgorde uitvoert.
Hoofdstuk 3 Meer informatie zoeken 10 Meer informatie zoeken
Hoe kan ik? Dit gedeelte bevat koppelingen naar veel voorkomende taken, zoals het delen en afdrukken van foto's en het optimaliseren van uw afdruktaken.
Hoofdstuk 4 Hoe kan ik? 12 Hoe kan ik?
5 Informatie over verbindingen De HP All-in-One is uitgerust met een USB-poort, zodat u deze met een USB-kabel rechtstreeks kunt verbinden met een computer. U kunt het apparaat ook via een thuisnetwerk delen. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Ondersteunde typen verbindingen Printers delen Ondersteunde typen verbindingen Informatie over verbindingen De volgende tabel bevat een lijst met ondersteunde verbindingstypen.
Hoofdstuk 5 Informatie over verbindingen 14 Informatie over verbindingen
6 Originelen en papier laden U kunt een groot aantal verschillende papiersoorten en papierformaten in de HP All-in-One plaatsen, waaronder papier van A4- of Letter-formaat, fotopapier, transparanten en enveloppen. De HP All-in-One detecteert standaard automatisch het papierformaat en de papiersoort die u in de invoerlade plaatst. Vervolgens worden de instellingen hierop aangepast om de beste uitvoerkwaliteit voor dit papier te verkrijgen.
Hoofdstuk 6 3. Sluit de klep. Een dik boek op de glasplaat leggen 1. Plaats de klep in de geopende stand, pak de zijden van de klep vast en duw de klep weg van het apparaat tot ze loskomt. Originelen en papier laden 2. Plaats het boek met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Tip Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van het boek.
3. Plaats de klep over het boek terwijl u bezig bent met kopiëren of scannen. Originelen en papier laden 4. Plaats de klep terug door de lipjes op de klep terug in de juiste sleuven van het apparaat te plaatsen, als u klaar bent met kopiëren of scannen. Papier voor afdrukken en kopiëren selecteren U kunt verschillende soorten en maten papier gebruiken in de HP All-in-One. Lees de volgende aanbevelingen door om de beste afdruk- en kopieerkwaliteit te krijgen.
Hoofdstuk 6 en het papierformaat detecteren. Als u andere papiersoorten gebruikt, verandert u de instellingen voor de papiersoort en het papierformaat in de software.
HP Premium Inkjet Transparant HP Premium Inkjet Transparanten maken uw kleurenpresentaties levendig en zelfs aangrijpender. Deze transparanten zijn gemakkelijk in gebruik en drogen snel en zonder vlekken. HP Premium Inkjet Papier HP Premium Inkjet Papier is het beste gecoate papier voor taken waarvoor een hoge resolutie nodig is. Dankzij de gladde, matte afwerking is het ideaal voor documenten met een zeer hoge kwaliteit.
Hoofdstuk 6 HP Brochure- & Flyerpapier HP Brochure- & Flyer-papier (glanzend of mat) is papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders. HP Premium Presentatiepapier HP Premium Presentatiepapier voorziet uw presentaties van een kwalitatief hoogwaardige uitstraling.
Opmerking Nadat u een kopieer- of afdruktaak hebt gestart, kan de papierbreedtesensor bepalen of het letter- of A4-papier is of een kleiner formaat. Tip Door alle afdrukmaterialen plat in een afsluitbare verpakking te bewaren, vermindert u de kans op scheuren, vouwen en gekrulde of omgevouwen randen. Door extreem grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid kunnen afdrukmaterialen gaan omkrullen. Dergelijke, niet goed bewaarde afdrukmaterialen functioneren niet goed in de HP All-in-One.
Hoofdstuk 6 Let op Zorg dat het apparaat inactief en stil is wanneer u papier in de invoerlade legt. Als het apparaat bezig is met het onderhoud van de printcartridges of een andere taak uitvoert, bevindt de papierstop in het apparaat zich mogelijk niet in de juiste positie. Hierdoor kunt u het papier te ver naar voren duwen, waardoor het apparaat blanco pagina's zal uitwerpen. Tip Als u briefhoofdpapier gebruikt, schuift u dit in de lade met het briefhoofd eerst en de bedrukte zijde omlaag. 3.
3. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier aankomt. Maak de invoerlade niet te vol: de stapel papier moet in de invoerlade passen en mag niet hoger zijn dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider. Indexkaarten plaatsen U kunt indexkaarten in de invoerlade van de HP All-in-One plaatsen om notities, recepten en andere tekst af te drukken. Indexkaarten in de invoerlade plaatsen 1. Verwijder alle papier uit de invoerlade. 2.
Hoofdstuk 6 3. Plaats de stapel kaarten tegen de rechterkant van de invoerlade met de afdrukzijde naar beneden. Schuif de stapel kaarten naar voren totdat de stapel niet verder kan. 4. Schuif de breedtegeleider voor het papier naar binnen totdat deze tegen de stapel kaarten komt. Maak de invoerlade niet te vol: de stapel kaarten moet in de invoerlade passen en mag niet hoger zijn dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider.
Opmerking Raadpleeg de Help-functie van uw tekstverwerkingssoftware voor informatie over het opmaken van tekst voor afdrukken op enveloppen. Voor nog betere resultaten kunt u ook een etiket gebruiken voor het retouradres op enveloppen. Enveloppen laden 1. Verwijder alle papier uit de invoerlade. 3. Plaats een of meer enveloppen tegen de rechterzijde van de invoerlade met de klep van de envelop naar boven en aan de linkerkant. Schuif de stapel enveloppen naar voren totdat de stapel niet verder kan.
Hoofdstuk 6 4. Schuif de breedtegeleider voor het papier naar binnen totdat deze tegen de stapel enveloppen komt. Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de invoerlade. Zorg dat de stapel enveloppen in de invoerlade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de papierbreedtegeleider. Verwante onderwerpen "Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen" op pagina 46 Andere papiersoorten plaatsen De volgende papiersoorten zijn bedoeld voor special projecten.
Verwante onderwerpen • "Papier voor afdrukken en kopiëren selecteren" op pagina 17 • "De papiersoort voor afdrukken instellen" op pagina 31 • "Afdrukken op transparanten" op pagina 45 • "Een afbeelding spiegelen voor opstrijkpatronen" op pagina 45 • "Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen" op pagina 46 Papierstoringen voorkomen Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. • • • • • • • • Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
Hoofdstuk 6 Originelen en papier laden 28 Originelen en papier laden
7 Afdrukken vanaf de computer U kunt de HP All-in-One gebruiken in combinatie met elke softwaretoepassing waarmee u kunt afdrukken. U kunt een grote verscheidenheid aan projecten afdrukken, zoals afbeeldingen zonder rand, nieuwsbrieven, wenskaarten, opstrijkpatronen en posters.
Hoofdstuk 7 6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. De HP All-in-One instellen als de standaardprinter U kunt de HP All-in-One instellen als standaardprinter voor alle softwaretoepassingen. Dit betekent dat de HP All-in-One automatisch wordt geselecteerd in de printerlijst wanneer u de optie Afdrukken kiest uit het menu Bestand in een softwaretoepassing.
5. Klik op het tabblad Functies. 6. Klik in het gedeelte Opties formaat wijzigen op het juiste papierformaat in de lijst Formaat. In de volgende tabel worden de voorgestelde instellingen voor het papierformaat weergegeven voor de verschillende papiersoorten die u in de invoerlade kunt plaatsen. Bekijk de uitgebreide reeks opties in de lijst Formaat goed om te bepalen of er al een papierformaat is gedefinieerd voor de papiersoort die u gebruikt.
Hoofdstuk 7 5. Klik op het tabblad Functies. 6. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte Basisopties. 7. Selecteer de papiersoort die u hebt geladen, en klik op OK. De afdrukresolutie weergeven De afdrukresolutie wordt in dots per inch (dpi) weergegeven. De dpi varieert, afhankelijk van de papiersoort en de afdrukkwaliteit die u in de printersoftware selecteert. De afdrukresolutie weergeven 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2.
De afdrukstand wijzigen Met de instelling voor de afdrukstand kunt u het document verticaal of horizontaal op de pagina afdrukken. Doorgaans stelt u de afdrukstand in de softwaretoepassing in waarmee u het document of het project maakt. Als u echter speciaal HP-papier of papier van een aangepast formaat gebruikt, of als u de afdrukstand niet kunt instellen in de softwaretoepassing, kunt u de afdrukstand wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen voordat u begint met afdrukken. De afdrukstand wijzigen 1.
Hoofdstuk 7 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 5. Klik op het tabblad Kleur. 6. Klik op de knop Kleurenopties. 7. Pas met de schuifregelaars de verzadiging, helderheid of schakering aan. • Helderheid geeft aan hoe licht of donker een afgedrukt document is. • Verzadiging is de relatieve zuiverheid van afgedrukte kleuren.
Snel afdrukopties instellen Afdruksnelkoppelingen gebruiken om af te drukken met afdrukinstellingen die u vaak gebruikt. De printersoftware heeft verscheidene speciaal ontworpen afdruksnelkoppelingen die beschikbaar zijn in de lijst Snel afdrukopties instellen. Opmerking Wanneer u een afdruksnelkoppeling selecteert, worden automatisch de juiste afdrukopties weergegeven. U kunt ze laten zoals ze zijn, ze veranderen of uw eigen snelkoppelingen maken voor vaak gebruikte taken.
Hoofdstuk 7 3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen. 5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling. De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven. 6. Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt hebben. 7.
• • • Een reeks adressen afdrukken op etiketten of enveloppen Een poster afdrukken Een webpagina afdrukken Een afbeelding zonder rand afdrukken Met afdrukken zonder rand kunt u tot bovenaan, onderaan en tot aan de randen van het papier afdrukken op fotopapier van 10 x 15 cm en 13 x 18 cm. Tip Gebruik voor het beste resultaat HP°Premium Fotopapier of HP°Premium Plus Fotopapier om uw foto's af te drukken. Een afbeelding zonder rand afdrukken 1. Verwijder alle papier uit de invoerlade. 2.
Hoofdstuk 7 9. Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is ingeschakeld. Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere papiersoort selecteren. 10. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken. Opmerking Laat ongebruikte vellen fotopapier niet in de invoerlade liggen.
8. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. Opmerking Voor de resolutie met het maximum aantal dpi gaat u naar het tabblad Geavanceerd en selecteert u Ingeschakeld in het vervolgkeuzemenu Maximum aantal dpi. Zie "Afdrukken met Maximum aantal dpi" op pagina 39 voor meer informatie. 9.
Hoofdstuk 7 U drukt als volgt af in de modus Maximum dpi: 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6.
• Als u de pagina's aan de zijkant wilt binden zoals bij een boek of magazine, schakelt u het selectievakje Pagina's naar boven omslaan uit. Hierdoor worden de oneven en even pagina's van het document tegenoverliggend afgedrukt van links naar rechts. Hierdoor bevindt de bovenkant van de pagina zich altijd aan de bovenkant van het papier als u de pagina's omslaat in het gebonden document. 1 3 5 8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken.
Hoofdstuk 7 Een document met meerdere pagina's afdrukken als brochure 1. Plaats papier in de invoerlade. Het papier moet dik genoeg zijn zodat afbeeldingen niet doorschijnen naar de andere kant van het papier. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afbeelding 7-2 Rechts binden voor talen die van rechts naar links worden geschreven Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Hoofdstuk 7 Een document met meerdere pagina's in omgekeerde volgorde afdrukken Als gevolg van de wijze waarop het papier door de HP All-in-One wordt gevoerd, ligt de eerste afgedrukte pagina met de bedrukte zijde naar boven onder op de stapel. Doorgaans betekent dit dat u de afgedrukte pagina's handmatig in de juiste volgorde moet plaatsen. Het is beter om het document in omgekeerde volgorde af te drukken zodat de pagina's op de juiste wijze worden gestapeld.
Een afbeelding spiegelen voor opstrijkpatronen Met deze functie kunt u een afbeelding spiegelen zodat u deze als opstrijkpatroon kunt afdrukken. U kunt deze functie ook gebruiken als u paranten wilt afdrukken en u op de achterzijde aantekeningen wilt maken zonder het origineel te beschadigen. Een afbeelding spiegelen voor opstrijkpatronen 1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 2. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 3.
Hoofdstuk 7 6. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte Basisopties. Selecteer vervolgens de juiste papiersoort. Tip Als u op de achterzijde van de transparanten aantekeningen wilt maken en deze later wilt verwijderen zonder het origineel te beschadigen, klikt u op het tabblad Geavanceerd en schakelt u het selectievakje Spiegelbeeld in. 7. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte Formaatwijzigingsopties. Selecteer vervolgens een geschikt formaat. 8.
Een poster afdrukken 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing. 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren. 5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Vouw Documentopties uit en vouw vervolgens Printerfuncties uit. 7.
Hoofdstuk 7 3. Controleer of het product de geselecteerde printer is. 4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken (als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt). Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals op het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten afdrukken. 5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken. Tip Mogelijk moet u de afdrukstand Liggend instellen om de webpagina's goed af te drukken.
8 De fotofuncties gebruiken De HP All-in-One is voorzien van sleuven waarin geheugenkaarten passen, zodat u direct foto's van de digitale camera kunt afdrukken zonder dat u de foto's eerst naar de computer hoeft over te brengen. Als de HP All-in-One via een USB-kabel op een computer is aangesloten, kunt u uw foto's desgewenst ook naar de computer overbrengen om deze af te drukken, te bewerken of te delen.
Hoofdstuk 8 2 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate, Memory Stick Duo of Duo Pro (adapter optioneel), of Memory Stick Micro (adapter vereist) Een geheugenkaart plaatsen 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. 2. Plaats de geheugenkaart in de juiste sleuf. De geheugenkaart heeft een fotolampje (onder het camerapictogram) dat de status van de geheugenkaart aangeeft. Indien het lampje continu groen brandt, zijn uw foto's klaar om te worden bekeken.
Tip U kunt stap 3 tot 8 herhalen om foto's aan de afdrukwachtrij toe te voegen. 8. Druk op het scherm op de knop naast Print (Afdrukken). Tip Terwijl de foto wordt afgedrukt, kunt u door de foto's op uw geheugenkaart blijven bladeren. Als u een foto ziet die u wilt afdrukken, kunt u op de knop Afdrukken drukken om de foto in de afdrukwachtrij te zetten. Vergrotingen afdrukken U kunt de foto's op uw geheugenkaart in een hele reeks formaten afdrukken, tot het formaat van Letterpapier (8.
Hoofdstuk 8 Foto's 3. Druk op het scherm op de knoppen naast de pictogrammen met de pijl omhoog en de pijl omlaag om door de foto's op uw geheugenkaart te bladeren tot de foto die u wilt afdrukken, verschijnt. 4. Druk op Settings (Instellingen). 5. Voer een van de volgende handelingen uit: • Druk op de knop naast Size (Grootte) tot de instelling Resize to Fit (Formaat aanpassen) op het scherm is geselecteerd.
Foto's afdrukken die via de camera zijn geselecteerd (DPOF) Met de camera geselecteerde foto's zijn de foto's die voor afdrukken met de digitale camera zijn gemarkeerd. Als u foto's selecteert met uw camera, maakt de camera een DPOF-bestand (Digital Print Order Format) op de geheugenkaart waarin wordt aangegeven welke foto's zijn aangemerkt als foto's die moeten worden afgedrukt.
Hoofdstuk 8 Foto's opslaan 1. Plaats uw geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat. De software wordt geopend op de computer. 2. Volg de aanwijzingen op de computer om de foto's op de computer op te slaan. Opmerking Enkel de afbeeldingen die voorheen nog niet waren opgeslagen worden gekopieerd naar uw computer.
Foto's Foto's delen 1. Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat. De software wordt geopend op de computer. 2. Gebruik de software op uw computer om de foto's van uw geheugenkaart naar de computer over te brengen. 3. Stuur uw foto's via e-mail naar familie en vrienden of ga naar www.snapfish.com om een online account aan te maken waar u uw foto's kunt delen of afdrukken kunt bestellen.
Hoofdstuk 8 Foto's 56 De fotofuncties gebruiken
9 De kopieerfuncties gebruiken Met de HP All-in-One kunt u op gewoon papier of op fotopapier hoogwaardige kopieën maken in kleur en zwart-wit. U kunt het formaat van een origineel vergroten of verkleinen zodat dit op een bepaald papierformaat past, de kopieerkwaliteit aanpassen en fotokopieën van hoge kwaliteit maken (inclusief kopieën zonder rand).
Hoofdstuk 9 3. Druk op de knop naast Start Copy Black (Start kopiëren, Zwart) of Start Copy Color (Start kopiëren, Kleur) om te beginnen kopiëren. De kopieerinstellingen wijzigen voor de huidige taak U kunt de kopieerinstellingen van de HP All-in-One aanpassen aan vrijwel elke kopieertaak.
3. Druk op Settings (Instellingen). Het Settings (Instellingen)-menu wordt weergegeven. 4. Druk op de knop naast Copies (Kopieën) om het aantal kopieën te verhogen. Als u het maximum aantal hebt bereikt, gaat de instelling terug naar 1. Tip Gebruik de software die bij uw printer is geleverd om een hoger aantal kopieën in te stellen. Als het aantal kopieën meer dan 9 bedraagt, wordt uitsluitend het laatste cijfer van het aantal kopieën op het bedieningspaneel weergegeven. De kopieerfuncties gebruiken 5.
Hoofdstuk 9 2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. De kopieerfuncties gebruiken 3. Druk op Settings (Instellingen). Het Settings (Instellingen)-menu wordt weergegeven. 4. Druk op de knop naast Quality (Kwaliteit) om een ster, twee sterren of drie sterren te selecteren. 5. Druk op OK. 6. Druk op de knop naast Start Copy Black (Start kopiëren, Zwart) of Start Copy Color (Start kopiëren, Kleur).
Als u bij het kopiëren van foto de best mogelijke kwaliteit wilt bereiken, moet u fotopapier in de invoerlade plaatsen. Tip U kunt met een fotoprintcartridge kleurenfoto’s op de HP All-in-One afdrukken en kopiëren met een veel betere kwaliteit. Haal de zwarte printcartridge uit het apparaat en plaats een fotoprintcartridge. Met een driekleurenprintcartridge en een fotoprintcartridge hebt u een afdruksysteem met zes inkten waarmee u kleurenfoto's van hogere kwaliteit kunt afdrukken.
Hoofdstuk 9 Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4formaat past U kunt de functie Resize to Fit (Formaat aanpassen) gebruiken om een origineel te kopiëren zodat het binnen de bedrukbare marges van een pagina past zonder dat de kans bestaat dat een deel van het origineel wordt bijgesneden. Dit is handig om een origineel document te verkleinen of vergroten.
De kopieerfuncties gebruiken 3. Druk op Settings (Instellingen). Het Settings (Instellingen)-menu wordt weergegeven. 4. Druk op de knop naast Size (Grootte) om Resize to Fit (Formaat aanpassen) te selecteren. 5. Druk op OK. 6. Druk op de knop naast Start Copy Black (Start kopiëren, Zwart) of Start Copy Color (Start kopiëren, Kleur). Het kopiëren stoppen Stoppen met kopiëren ▲ Druk op Cancel (Annuleren).
Hoofdstuk 9 De kopieerfuncties gebruiken 64 De kopieerfuncties gebruiken
10 De scanfuncties gebruiken Scannen is het proces waarbij tekst en afbeeldingen naar een elektronische bestandsindeling voor de computer worden geconverteerd. U kunt met de HP All-in-One bijna alles scannen (foto's, tijdschriftartikelen en tekstdocumenten). Met de scanfuncties van de HP All-in-One kunt u het volgende te doen: • • • • • De tekst van een artikel naar uw tekstverwerker scannen en deze in een verslag citeren.
Hoofdstuk 10 4. Druk op OK. Er verschijnt een voorbeeld van de scan op het scherm. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: Uw originele foto opnieuw afdrukken met behulp van de standaard afdrukinstellingen ▲ Druk op de knop naast Print (Afdrukken). Scannen De afdrukinstellingen veranderen voor u de originele foto opnieuw afdrukt a. Druk op Settings (Instellingen) om de afdrukinstellingen te wijzigen. Het scherm Settings (Instellingen) verschijnt. b.
Opmerking Wanneer u het pictogram HP Digital Imaging Monitor in het systeemvak van Windows sluit, kan dit tot gevolg hebben dat de HP All-in-One ietwat aan scanfunctionaliteit inboet. Als dit gebeurt, kunt u de volledige functionaliteit herstellen door de computer opnieuw op te starten of door de HP Photosmartsoftware opnieuw te starten. Opmerking Tijdens het scannen kunt u met de HP Photosmart-software een afbeelding opslaan in de volgende bestandsindelingen: BMP, DCX, FPX, GIF, JPG, PCD, PCX en TIF.
Hoofdstuk 10 Een gescande afbeelding bewerken U kunt een gescande afbeelding, zoals een foto of afbeelding, bewerken met de software die bij de HP All-in-One is meegeleverd. Met deze software kunt u de afbeelding draaien of bijsnijden, plus de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen. Opmerking Als u HP Photosmart-software gebruikt, is de OCR-software (Optical Character Recognition) mogelijk niet op de computer geïnstalleerd.
11 Het onderhoud van de HP All-in-One De HP All-in-One heeft weinig onderhoud nodig. Af en toe kan het nodig zijn om stof en vuil van de glasplaat en de binnenkant van de klep te verwijderen om ervoor te zorgen dat uw kopieën en scans helder blijven. Ook is het nodig van tijd tot tijd de printcartridges te vervangen, uit te lijnen of schoon te maken. Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de HP All-in-One optimaal blijft functioneren.
Hoofdstuk 11 De glasplaat reinigen 1. Zet het product uit, neem het netsnoer uit het stopcontact en open het deksel. 2. Reinig de glasplaat met een zachte doek of spons, die u vochtig hebt gemaakt met een niet-schurend glasschoonmaakmiddel. Let op Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloormethaan op het glas. Dit kan hierdoor worden beschadigd. Giet of spuit geen vloeistof rechtstreeks op de glasplaat. Deze kan onder de glasplaat lopen en het apparaat beschadigen. 3.
4. Als de documentplaat nog niet schoon is, herhaalt u de voorgaande stappen met isopropylalcohol. Veeg daarna de plaat grondig schoon met een vochtige doek, om alle alcoholresten te verwijderen. Let op Zorg dat er geen alcohol op de glasplaat of de buitenkant van het apparaat terechtkomt. Het apparaat kan erdoor beschadigd raken. 5. Sluit het netsnoer aan en schakel het apparaat in.
Hoofdstuk 11 Verwante onderwerpen • "De printcartridges reinigen" op pagina 81 • "De printcartridges vervangen" op pagina 73 • "De printcartridges uitlijnen" op pagina 80 Werken met printcartridges Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de HP All-in-One optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. In dit deel vindt u richtlijnen voor het hanteren van printcartridges en instructies voor het vervangen, uitlijnen en schoonmaken daarvan.
Opmerking Hanteer de printcartridges met zorg. Door printcartridges te laten vallen of er hard tegenaan te stoten kunnen tijdelijke afdrukproblemen of zelfs permanente schade ontstaan. Geschatte inktniveaus controleren U kunt gemakkelijk de inktniveaus controleren als u wilt nagaan hoelang de printcartridge nog kan meegaan. De inktniveaus geven ongeveer aan hoeveel inkt de printcartridges nog bevatten. De reële inktniveaus kunnen verschillen.
Hoofdstuk 11 Als u nog geen printcartridges voor de HP All-in-One hebt, kunt u ze bestellen via www.hp.com/buy/supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina. Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.
1 Sleuf van printcartridge voor de driekleurencartridge 2 Sleuf van printcartridge voor de zwarte printcartridge en fotocartridge Tip Als u de zwarte printcartridge wilt verwijderen om een fotoprintcartridge te installeren, bergt u de zwarte cartridge op in de cartridgebeschermer of in een luchtdichte kunststof verpakking.
Hoofdstuk 11 6. Hou de printcartridge vast met het HP-logo naar boven, en plaats de nieuwe cartridge in de lege houder. Duw de cartridge stevig vast totdat deze vastklikt. Als u een driekleurencartridge installeert, schuift u deze in de linkersleuf. Als u een zwarte-printcartridge of een fotocartridge installeert, schuift u deze in de rechtersleuf. 7. Sluit het vak met de printcartridge. Het onderhoud van de HP All-in-One 8. Druk desgevraagd op OK.
Verwante onderwerpen "De printcartridges uitlijnen" op pagina 80 Een fotoprintcartridge gebruiken U kunt met een fotoprintcartridge kleurenfoto’s op de HP All-in-One afdrukken en kopiëren met een veel betere kwaliteit. Haal de zwarte printcartridge uit het apparaat en plaats een fotoprintcartridge. Met een driekleurenprintcartridge en een fotoprintcartridge hebt u een afdruksysteem met zes inkten waarmee u kleurenfoto’s van hogere kwaliteit kunt afdrukken.
Hoofdstuk 11 De printcartridge uit de beschermer halen ▲ Druk de bovenkant van de beschermer naar beneden en naar achteren zodat de printcartridge wordt ontgrendeld. Schuif vervolgens de cartridge uit de beschermer. Inkt verwijderen van de huid en van kleding Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen: Het onderhoud van de HP All-in-One Oppervlak Reinigingsmethode Huid Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel.
uisluitend taken vanop de computer afdrukken. U kunt geen afdruktaak starten vanop het bedieningspaneel (zoals het kopiëren of scannen van een origineel). Opmerking Wanneer de HP All-in-One in de modus Inktback-up werkt, wordt een bericht op het scherm weergegeven. Als het bericht verschijnt dat er twee printcartridges in het apparaat zijn geïnstalleerd, controleert u of de beschermende kunststof tape van beide printcartridges is verwijderd.
Hoofdstuk 11 • • De contactpunten van de printcartridge reinigen Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen De printcartridges uitlijnen Het apparaat lijnt de cartridges elke keer dat een nieuwe printcartridge is geïnstalleerd uit. U kunt de printcartridges ook uitlijnen met de software die u met het apparaat hebt geïnstalleerd om problemen met de afdrukkwaliteit op te helpen lossen. Als u de printcartridges uitlijnt, weet u zeker dat de afdrukkwaliteit optimaal is.
6. Ga, wanneer u dit wordt gevraagd, na of er gewoon wit letter- of A4-papier in de invoerlade zit en druk vervolgens op de knop naast OK. Opmerking Als bij het uitlijnen van de printcartridges gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier in de invoerlade en probeer vervolgens opnieuw uit te lijnen. Het apparaat drukt een pagina voor de uitlijning van de printcartridge af. 7.
Hoofdstuk 11 De contactpunten van de printcartridge reinigen Let op Reinig de contactpunten van de printcartridge niet, tenzij u problemen ondervindt met de afdrukkwaliteit en andere maatregelen niet hebben geholpen. Zie "Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen" op pagina 102 voor meer informatie.
4. Druk voorzichtig op de printcartridge om deze te ontgrendelen en trek hem naar u toe uit de houder. Opmerking Verwijder de twee printcartridges niet tegelijk. Verwijder en reinig de printcartridges een voor een. Laat een printcartridge niet langer dan dertig minuten uit het apparaat. 5. Controleer de contactpunten van de printcartridge op aangekoekte inkt en vuil. 6. Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit. 7.
Hoofdstuk 11 Verwante onderwerpen • "Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen" op pagina 84 • "De printcartridges vervangen" op pagina 73 Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen Als het apparaat in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan zich binnenin het apparaat wat vuil verzamelen. Deze vuildeeltjes kunnen stof, haren, tapijt en andere kledingvezels bevatten. Als de vuildeeltjes in de printcartridges terechtkomen, kan de inkt er streperig en vlekkerig uitzien in de afdruk.
3. Wacht tot de wagen met de printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los van de achterkant van het apparaat. 4. Druk voorzichtig op de printcartridge om deze te ontgrendelen en trek hem naar u toe uit de houder. Opmerking Verwijder de twee printcartridges niet tegelijk. Verwijder en reinig de printcartridges een voor een. Laat een printcartridge niet langer dan dertig minuten uit het apparaat. 5. Plaats de printcartridge op een vel papier met de inktsproeiers naar boven. 6.
Hoofdstuk 11 9. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere printcartridge. 10. Sluit voorzichtig de klep voor de printcartridge en sluit het netsnoer aan op de achterkant van het apparaat. Verwante onderwerpen "De printcartridges reinigen" op pagina 81 De HP All-in-One uitschakelen Om te vermijden dat het apparaat wordt beschadigd, moet u deze correct afsluiten met de knop On (Aan), die op het apparaat staat.
Zie voor een lijst met nummers van printcartridges de gedrukte documentatie bij de HP All-in-One. U kunt met de software bij de HP All-in-One ook het bestelnummer voor alle printcartridges vinden. Op de website van HP kunt u online printcartridges bestellen. Daarnaast kunt u bij de plaatselijke HP-leverancier printcartridges kopen of de bestelnummers vragen van de juiste printcartridges voor uw apparaat. Om echte HP-producten te bestellen voor de HP All-in-One gaat u naar www.hp.com/ buy/supplies.
Hoofdstuk 12 Winkel voor inktbenodigdheden 88 Winkel voor inktbenodigdheden
13 Probleemoplossing Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • Leesmij-bestand weergeven Problemen met de installatie oplossen Papierstoringen Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Problemen met afdrukken oplossen Problemen met geheugenkaarten oplossen Problemen met kopiëren oplossen Problemen met scannen oplossen Fouten U kunt het Leesmij-bestand raadplegen voor meer informatie over systeemvereisten en mogelijke installatieproblemen.
Hoofdstuk 13 Let op Sluit de USB-kabel pas op de computer aan als er op het scherm een bericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te sluiten.
• • Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en netsnoeradapter 3 Stopcontact Controleer bij gebruik van een stekkerdoos of deze is ingeschakeld. U kunt het apparaat ook rechtstreeks op een stopcontact aansluiten. Test het stopcontact om te zien of er stroom op staat. Sluit een apparaat aan waarvan u zeker weet dat dit werkt en controleer of het apparaat stroom ontvangt. Als dat niet het geval is, kan er een probleem zijn met het stopcontact.
Hoofdstuk 13 Let op Als het apparaat nog steeds niet kan worden ingeschakeld, heeft deze misschien een mechanisch mankement. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over technische ondersteuning per telefoon. Oorzaak: U hebt te snel op de knop On (Aan) gedrukt.
Oorzaak: De USB-kabel is aangesloten voordat de software is geïnstalleerd. Als u de USB-kabel aansluit voordat dit wordt gevraagd, dan kunnen er fouten optreden. Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken Oplossing: • Kijk naar de knop On (Aan) op het apparaat. Als deze niet is verlicht, is het apparaat uitgeschakeld. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en op een stopcontact. Druk op de knop On (Aan) om het apparaat aan te zetten.
Hoofdstuk 13 • • Probleemoplossing • • • • • Zorg ervoor dat uw computer USB-klaar is en dat u een ondersteunend besturingssysteem gebruikt. Voor meer informatie, gelieve het Leesmij-bestand te raadplegen. Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer of de USBkabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van het apparaat. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een USB-poort van uw computer.
Als de cd-rom in het cd-romstation van de computer wordt geplaatst, gebeurt er niets Oplossing: Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, kunt u deze handmatig starten. De installatie starten op een Windows-computer 1. Klik in het Windowsmenu Start op In werking stellen (of klik op Accessoires en dan op In werking stellen). 2. Typ d:\setup.exe in het vak Uitvoeren en klik op OK. Als het cd-romstation niet aan de stationsletter D is toegewezen, moet u de juiste stationsletter gebruiken.
Hoofdstuk 13 c. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP Photosmart-software. Let op Als de computer vervaardigd is door HP of Compac, verwijder dan geen andere toepassingen dan deze die hieronder worden weergegeven.
e. Als het selectievakje naast Opstartonderdelen laden is geselecteerd, klikt u op de selectiemarkering om deze te verwijderen. f. Klik op het tabblad Services en schakel het vakje Alle Microsoft Services verbergen in. g. Klik op Alles uitschakelen. h. Klik op Toepassen en klik vervolgens op Sluiten. Opmerking Als u een bericht ontvangt met Toegang geweigerd terwijl u veranderingen aanbrengt, klik dan op OK en ga door. Dit bericht verhindert u niet de wijzigingen aan te brengen.
Hoofdstuk 13 5. Installeer de software. Ga als volgt te werk om de software te installeren: a. Plaats de software-cd in het cd-romstation van de computer. De software-installatie moet nu automatisch opstarten. Opmerking Als de installatie niet automatisch wordt uitgevoerd, klikt u in het Windowsmenu Start op Zoeken starten (of Uitvoeren). In het dialoogvenster Zoeken starten (of Uitvoeren) tikt u d:\setup.exe in en vervolgens drukt u op Enter.
4. Klik op Opnieuw om opnieuw verbinding proberen te maken. 5. Ga door met de installatie en start de computer opnieuw op wanneer dat wordt gevraagd. Oorzaak: De USB-verbinding tussen de printer en de computer is mislukt. Het registratiescherm wordt niet weergegeven Oplossing: U kunt het registratiescherm (Nu aanmelden) openen vanuit de Windows-taakbalk. Klik hiertoe op Start, wijs Programma's of Alle programma's aan, wijs HP aan, wijs Photosmart C4400 series aan en klik op Productregistratie.
Hoofdstuk 13 6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. Opmerking Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)' geladen.
• • • Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade niet buigen. Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade. Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • Papierstoringen verhelpen Informatie over papier Papierstoringen verhelpen Oplossing: Bij een papierstoring controleert u eerst de achterklep.
Hoofdstuk 13 Informatie over papier De HP All-in-One is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste papiersoorten. Test diverse soorten papier alvorens grote hoeveelheden aan te schaffen. Zoek een papiersoort die de gewenste resultaten biedt en die gemakkelijk is aan te schaffen. HP Papier is ontwikkeld voor resultaten van de beste kwaliteit.
Foute, onnauwkeurige of uitlopende kleuren Als uw afdruk een van de volgende problemen met de afdrukkwaliteit vertoont, probeert u de oplossingen in de hulp. • • De kleuren zien er iets anders uit dan verwacht. De kleuren in uw afbeelding of foto zien er bijvoorbeeld anders uit op uw computerscherm dan op de afdruk, of magenta werd op uw afdruk vervangen door cyaan. De kleuren lopen in elkaar over of zien eruit alsof ze op de pagina werden uitgesmeerd.
Hoofdstuk 13 Oplossing 2: zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is geplaatst Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt of te dik is. • Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld glanzend fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden. • Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet gekreukt is.
Als u tevreden bent met de afdrukkwaliteit, blijft u in de modus Inktback-up afdrukken. Zoniet plaatst u de ontbrekende printcartridge terug. Zie voor meer informatie: • • "Modus Inktback-up" op pagina 78 "De printcartridges vervangen" op pagina 73 Oorzaak: Er ontbrak een printcartridge en het product drukt af in de modus Inktback-up. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
Hoofdstuk 13 Als er nog inkt in de printcartridges zit, maar u toch problemen ondervindt, drukt u een zelftestrapport af om vast te stellen of er een probleem is met de printcartridges. Als het rapport een probleem aangeeft, reinigt u de printcartridges. Als het probleem niet is opgelost, moet u de printcartridges wellicht vervangen.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen. Opmerking Er is geen probleem met de inktvoorraden en het is niet nodig om de printcartridges te vervangen.
Hoofdstuk 13 Als het rapport een probleem aangeeft, reinigt u de printcartridges. Als het probleem niet is opgelost, moet u de printcartridges wellicht vervangen. Zie voor meer informatie: • • • "Geschatte inktniveaus controleren" op pagina 73 "Een zelftestrapport afdrukken" op pagina 71 "De printcartridges reinigen" op pagina 81 Oorzaak: De printcartridges moesten worden schoongemaakt of er was onvoldoende inkt. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen. Opmerking Er is geen probleem met de inktvoorraden en het is niet nodig om de printcartridges te vervangen.
Hoofdstuk 13 • • • • • • Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geladen Oplossing 2: Gebruik een hogere instelling voor de afdrukkwaliteit. Oplossing 3: als de printcartridge is neergelaten, wacht u tot hij weer in de juiste positie staat Oplossing 4: Reinig de sproeiers van de printcartridge Oplossing 5: Controleer de printcartridges. Oplossing 6: Vervang de printcartridge Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geladen Oplossing: geplaatst.
Oplossing 4: Reinig de sproeiers van de printcartridge Oplossing: Controleer de printcartridges. Als het ernaar uitziet dat er vezels en stof zijn opgehoopt rondom de inktsproeiers, reinigt u het gedeelte met de inktsproeiers op de printcartridge. Zie voor meer informatie: "Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen" op pagina 84 Oorzaak: De inktsproeikers van de printcartridge moesten worden gereinigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 Controleer of uw printcartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van de garantieperiode nog niet is bereikt. • • Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe printcartridge kopen. Als de einddatum van de garantieperiode nog niet is bereikt, moet u contact opnemen met HP-ondersteuning. Bezoek www.hp.com/support.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak. Hierdoor zal het fotopapier niet krullen. Opmerking Er is geen probleem met de inktvoorraden en het is niet nodig om de printcartridges te vervangen.
Hoofdstuk 13 Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
• • Oplossing 2: Gebruik een afbeelding van een betere kwaliteit. Oplossing 3: Druk de afbeelding in een kleiner formaat af. Oplossing 1: controleer de afdrukinstellingen Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen. • Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort in de invoerlade. • Controleer de instelling van de kopieerkwaliteit. Gebruik een hogere afdrukkwaliteit om meer inkt te gebruiken bij het afdrukken.
Hoofdstuk 13 Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt, plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat. Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Oorzaak: De achterklep was niet goed geplaatst. Inktstrepen op de achterkant van het blad Probeer de volgende oplossingen als er inktvlekken op de achterkant van de afdruk zitten. • • Oplossing 1: druk af op een gewoon blad papier Oplossing 2: wacht terwijl de inkt opdroogt Oplossing: Bedruk een of meerdere pagina's gewoon papier om alle overtollige inkt in het apparaat op te zuigen. Overtollige inkt verwijderen met gewoon papier 1. Plaats een aantal vellen gewoon papier in de invoerlade. 2.
Hoofdstuk 13 • Oplossing 4: neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud Oplossing 1: controleer of het papier op de juiste manier is geladen Oplossing: geplaatst. Zorg ervoor dat het papier op de juiste manier in de invoerlade is Zie voor meer informatie: "Papier laden" op pagina 20 Oorzaak: Het papier is niet op de juiste wijze geladen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
3. Dompel een pluisvrije doek in zuiver of gedistilleerd water en wring al het overtollige water eruit. 4. Reinig de rubber rollers om stof en vuil te verwijderen. 5. Plaats de achterklep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 6. Koppel het netsnoer weer aan en schakel het toestel in. 7. Probeer nogmaals af te drukken. Oorzaak: De rollen waren vuil en moesten worden gereinigd.
Hoofdstuk 13 (vervolg) TrueType-pictogram OpenType-pictogram Oorzaak: Het lettertype was een speciaal formaat. Sommige programma's werken met eigen lettertypen die kartelranden vertonen wanneer ze worden vergroot of afgedrukt. Als u tekst in bitmaps wilt afdrukken, kunnen deze ook gekarteld zijn wanneer u de bitmap vergroot of afdrukt. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Zorg ervoor dat u al het papier uit de invoerlade verwijdert voordat u de enveloppen plaatst. Zie voor meer informatie: "Enveloppen plaatsen" op pagina 24 Oorzaak: Een stapel enveloppen was niet goed geladen. Oplossing 2: Controleer de soort envelop Oplossing: Gebruik geen glanzende of gebosseleerde enveloppen of enveloppen met vensters of klemmetjes. Oorzaak: De verkeerde soort envelop is geladen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 • • • • • • • • • Oplossing 2: Plaats papier in de invoerlade Oplossing 3: Selecteer de juiste printer. Oplossing 4: Controleer de printerstatus Oplossing 5: Wacht tot het toestel de huidige bewerking heeft voltooid. Oplossing 6: Verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij Oplossing 7: Verwijder het vastgelopen papier.
Oplossing 4: Controleer de printerstatus Oplossing: De status van de printerdriver is mogelijk gewijzigd in off line of stoppen met afdrukken. De status van de printerdriver controleren 1. Klik op het tabblad Instellingen in HP Solution Center. 2. Klik op Status. Als de status Offline of Stoppen met afdrukken is, wijzigt u de status in Klaar. Oorzaak: De status van de printerdriver werd gewijzigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 8: Controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer of de printcartridgewagen vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit. Let op Zorg ervoor dat u de printcartridgewagen niet forceert.
Oplossing 10: Stel het toestel opnieuw in Oplossing: Schakel het toestel uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop On (Aan) om het toestel in te schakelen. Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het toestel. Het apparaat drukt betekenisloze tekens af Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst.
Hoofdstuk 13 • Oplossing 10: Stel het toestel opnieuw in Oplossing 1: Schakel de printer in Oplossing: Bekijk het lampje On (Aan) op het apparaat. Als dit niet oplicht, is het apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop On (Aan) om de printer in te schakelen. Oorzaak: Het apparaat stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Wacht tot het toestel de huidige bewerking heeft voltooid. Oplossing: Als het apparaat bezig is met een andere taak, zoals een kopieer- of scantaak, wordt de afdruktaak pas uitgevoerd wanneer het apparaat klaar is met de huidige taak. Sommige documenten worden langzamer afgedrukt dan andere. Als er enkele minuten na het verzenden van een afdruktaak naar het apparaat nog niets is gebeurd, kijkt u of er op het display van het apparaat berichten staan.
Hoofdstuk 13 Zie voor meer informatie: "Wagen loopt vast" op pagina 207 Oorzaak: De wagen met printcartridges was vastgelopen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 9: Controleer de verbinding van de printer met de computer Oplossing: Controleer de verbinding van de printer met de computer. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer.
De pagina's in mijn document worden in de verkeerde volgorde uitgevoerd Oplossing: Druk het document in omgekeerde volgorde af. Als het document is afgedrukt, liggen de pagina's in de juiste volgorde. Zie voor meer informatie: "Een document met meerdere pagina's in omgekeerde volgorde afdrukken" op pagina 44 Oorzaak: De afdrukinstellingen zijn ingesteld om de eerste pagina van het document eerst af te drukken.
Hoofdstuk 13 Oplossing 2: Controleer de instelling van het papierformaat Oplossing: Controleer of u de juiste instelling voor het papierformaat voor het project hebt geselecteerd. Zorg dat het juiste papierformaat in de invoerlade is geladen. Oorzaak: De instelling voor het papierformaat was mogelijk niet geschikt voor het project dat u afdrukte. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: Plaats de stapel papier op de juiste wijze.
• • • • Oplossing 1: Controleer de instellingen voor de marges Oplossing 2: Controleer de lay-out van het document Oplossing 3: Plaats de stapel papier op de juiste wijze Oplossing 4: Probeer met randen af te drukken Oplossing 1: Controleer de instellingen voor de marges Marge-instellingen controleren 1. Bekijk de afdruktaak voordat u deze naar het apparaat zendt. In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op Afdrukvoorbeeld. 2. Controleer de marges.
Hoofdstuk 13 Oplossing 3: Plaats de stapel papier op de juiste wijze Oplossing: Als het papier niet goed wordt geladen, kunnen delen van het document worden afgesneden. Haal de papierstapel uit de invoerlade en leg het papier weer terug. Zie voor meer informatie: "Papier met volledig formaat of fotopapier met een klein formaat plaatsen" op pagina 21 Oorzaak: Het papier was niet goed geladen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
papierstapel, maakt u de stapel recht door deze tegen een vlakke ondergrond te tikken en plaatst u het papier weer terug in de invoerlade. Zie voor meer informatie: "Papier met volledig formaat of fotopapier met een klein formaat plaatsen" op pagina 21 Oorzaak: Het apparaat heeft twee vellen papier opgenomen. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: Controleer de printcartridge Probleemoplossing Oplossing: Kijk de printcartridges na.
Hoofdstuk 13 "Papier met volledig formaat of fotopapier met een klein formaat plaatsen" op pagina 21 Oorzaak: U gebruikte de verkeerde papiersoort. Voor de instellingen voor het afdrukken zonder rand moet u op fotopapier afdrukken.
Oplossing 1: Verwijder de geheugenkaart uit de sleuf en plaats deze opnieuw Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en plaats deze opnieuw. Mogelijk is de kaart niet goed in het apparaat ingebracht. Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden. Als het probleem zich blijft voordoen, is de geheugenkaart wellicht beschadigd.
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat. Oplossing: Controleer of de geheugenkaart volledig in de juiste sleuf op het apparaat is gestoken. Als de geheugenkaart niet op de juiste manier is geplaatst, zal het apparaat niet reageren en zal het groene lampje Foto (naast de geheugenkaartsleuven) snel beginnen knipperen.
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • • • Oplossing 1: Installeer de productsoftware Oplossing 2: Schakel de printer in Oplossing 3: Zet de computer aan Oplossing 4: Controleer de verbinding van de printer met de computer Oplossing 1: Installeer de productsoftware Oplossing: Installeer de printersoftware die bij de printer is geleverd. Start de computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
Hoofdstuk 13 Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de computer, raadpleegt u de installatiehandleiding die is meegeleverd met de printer. Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer.
Oorzaak: De printer stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Plaats het origineel goed op de glasplaat. Probleemoplossing Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven. Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat geplaatst. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 Oplossing 5: Verwijder het vastgelopen papier. Oplossing: Verhelp de papierstoring en verwijder eventueel gescheurd papier dat in het apparaat is achtergebleven. Zie voor meer informatie: "Papierstoringen verhelpen" op pagina 101 Oorzaak: Het papier in het apparaat is vastgelopen. Delen van het origineel ontbreken of zijn afgesneden Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven.
Oorzaak: U probeerde het formaat van een origineel dat te klein is te vergroten. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Plaats het origineel goed op de glasplaat. Probleemoplossing Oplossing: Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat, zoals hieronder wordt weergegeven.
Hoofdstuk 13 • Oplossing 2: Gebruik Resize to Fit (Formaat aanpassen) om het origineel te verkleinen zodat het op het papier past Oplossing 1: Gebruik Resize to Fit (Formaat aanpassen) om de foto te vergroten Oplossing: Als u een foto zodanig wilt vergroten dat deze op een volledige pagina past zonder dat de randen worden bijgesneden, gebruikt u de optie Resize to Fit (Formaat aanpassen).
Oorzaak: Het origineel was niet goed op de glasplaat geplaatst. Een kopie zonder rand vertoont witruimte langs de randen Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 13 • • • • • • De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden De gescande afbeelding heeft onjuiste paginalay-out De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst De tekstopmaak is onjuist Tekst is onjuist of weggevallen De scanfunctie werkt niet Het scannen wordt onderbroken Oplossing: Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in. Schakel de computer uit en vervolgens weer in. Als dit geen resultaat oplevert, probeert u met een lagere resolutie te scannen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: De HP Photosmart-software starten Oplossing: Start de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd en voer de scanbewerking opnieuw uit. Oorzaak: De HP Photosmart-software was geïnstalleerd, maar het programma was niet opgestart. Het scannen mislukt omdat de computer over te weinig geheugen beschikt Als dit niet werkt, helpt het wellicht om de computer opnieuw op te starten.
Hoofdstuk 13 De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden Oplossing: Met de softwarefunctie Automatisch bijsnijden wordt alles bijgesneden wat niet tot de hoofdafbeelding behoort. Dit komt niet altijd overeen met wat u wilt. Schakel in dat geval de functie voor automatisch bijsnijden uit in de software. U kunt de scan dan met de hand bijsnijden of helemaal niet bijsnijden. Oorzaak: De software was ingesteld om gescande afbeeldingen automatisch bij te snijden.
Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan Oplossing: Pas de helderheid aan in de software en scan het origineel opnieuw. Oorzaak: De helderheid was niet goed ingesteld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon. Oplossing: Schakel het apparaat uit, haal het netsnoer los en maak de glasplaat en de binnenzijde van het deksel schoon met een zachte doek.
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: De kabels controleren Oplossing: computer. Controleer de kabels waarmee het apparaat is aangesloten op de Oorzaak: Het apparaat was niet goed aangesloten op de computer met een USBkabel. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
• • • • • Toestel niet gevonden Het apparaat kon geen beschikbare scanbestemmingen vinden Een vereist software-component werd niet gevonden of was onjuist geïnstalleerd Er is een fout opgetreden bij het verbinden met het apparaat Ontbrekende HP Photosmart-software Wagen vastgelopen • • • • • • • Oplossing 1: Verhelp de papierstoring via de achterklep Oplossing 2: Verhelp de papierstoring via de voorkant Oplossing 3: Controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen Oplossing 4: Controleer o
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: Controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen Oplossing: Koppel het netsnoer los als dit nog niet was losgekoppeld. Controleer of de printcartridgewagen vrij kan bewegen van de ene zijde van de printer naar de andere. Probeer de wagen niet te forceren indien deze ergens vastzit. Let op Zorg ervoor dat u de printcartridgewagen niet forceert.
5. Probeer af te drukken van uw computer. Als het apparaat afdrukt als het rechtstreeks op een stopcontact en niet op stekkerblokken of piekbeveiligers is aangesloten, dan leiden de stekkerblokken of piekbeveiligers wellicht onvoldoende voltage naar het apparaat. 6. Als het apparaat niet kan afdrukken en de wagen met printcartridges nog steeds vastgelopen is, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Ga naar: www.hp.com/support.
Hoofdstuk 13 3. Controleer of de testpatronen een volledig raster vertonen en of de dikke gekleurde lijnen compleet zijn. • Als er meer dan enkele lijnen in het patroon worden onderbroken, kan er een probleem zijn met de inktsproeiers. Mogelijk moet u de printcartridges reinigen. • Als de zwarte balk ontbreekt, onduidelijk is, gestreept is of lijnen vertoont, kan dit betekenen dat er een probleem is met de zwarte printcartridge of de fotoprintcartridge in de rechtersleuf.
De wagen met printcartridges moet geheel naar de rechterkant van de printer bewegen. 10. Plaats de printcartridges opnieuw in de juiste sleuven. 11. Sluit het vak met de printcartridge. 12. Plaats papier in de invoerlade. 13. Druk desgewenst een kalibratiepagina af en scan deze. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Verwijder voorwerpen die de wagen met printcartridges blokkeren Oplossing: Open de klep van de printcartridges voor toegang tot het gedeelte met de printcartridges. Verwijder alle objecten die de wagen met de printcartridges blokkeren, inclusief eventueel verpakkingsmateriaal. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in. Oorzaak: De wagen met de printcartridges was geblokkeerd.
Oorzaak: De klep van de printcartridge was geopend. Verkeerde firmwareversie Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: Het versienummer van de firmware van het apparaat kwam niet overeen met het versienummer van de software. Geheugen is vol Oplossing: Druk minder exemplaren tegelijk af.
Hoofdstuk 13 Probeer elk van de volgende oplossingen afzonderlijk. Na het uitvoeren van de stappen voor een oplossing, probeert u opnieuw te scannen. Als het apparaat nog steeds niet werkt, gaat u verder naar de volgende oplossing.
6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. Opmerking Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)' geladen.
Hoofdstuk 13 Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: Controleer of de Digital Imaging Monitor actief is Oplossing: Controleer dat de Digital Imaging Monitor actief is. Controleer of de Digital Imaging Monitor wordt uitgevoerd 1. Zoek naar het Digital Imaging Monitor-pictogram in de systeembalk onderaan rechts op het scherm, in de buurt van de klok. 2. Als het Digital Imaging Monitor-pictogram niet aanwezig is, start u de computer opnieuw op. 3.
Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en -adapter 3 Stopcontact 2. Zorg ervoor dat het apparaat aan staat. 3. Als het apparaat geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact aan. 4. Schakel het apparaat uit en reset het door het netsnoer los te koppelen. 5. Wacht 5 seconden en sluit het netsnoer weer aan. 6. Schakel het apparaat in. 7. Probeer nogmaals te scannen. Oorzaak: Het product was niet juist aangesloten op een voedingseenheid of moest worden gereset.
Hoofdstuk 13 Probleemoplossing 3. Probeer nogmaals te scannen. Als de scan mislukt, gaat u naar de volgende stap. 4. Voer een van de volgende stappen uit, afhankelijk van de wijze waarop het apparaat is aangesloten op de computer: • Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, probeer de USB-kabel dan los te koppelen uit de hub te trekken en weer aan te sluiten. Als dat niet werkt, probeert u de hub uit en vervolgens weer aan te zetten.
Oplossing 7: Probeer met WIA (Windows Image Acquisition) te scannen Oplossing: Probeer met WIA (Windows Image Acquisition) te scannen in plaats van de HP Solution Center. Probleemoplossing Scannen met WIA 1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde van de printer. Het USB-pictogram op de kabel wijst naar boven als de kabel goed is aangesloten. 3.
Hoofdstuk 13 Als een toestel van Lexmark of Dell All-in-One met een USB-kabel is aangesloten op een computer waarop het apparaat is geïnstalleerd, scant de HP-software mogelijk niet omdat de Lexbces-service actief is. Opmerking Deze oplossing is alleen van toepassing als u een Lexmark of een Dell All-in-One heeft. De service controleren en uitschakelen 1. Meld u aan bij Windows als beheerder. 2. Druk op Ctrl + Alt + Delete om het venster Taakbeheer te openen. 3. Klik op het tabblad Processen. 4.
Het register bewerken a. Selecteer de registersleutel HKEY_LOCAL_MACHINE\System \CurrentControlSet\Services\Spooler. Details van de registersleutel verschijnen in het deelvenster rechts. b. Controleer de gegevensstring AfhankelijkVanService (in het deelvenster rechts) om te zien of lexbces in de kolom Gegevens is weergegeven. c. Als de kolom Gegevens lexbces bevat, klikt u met de rechtermuisknop op AfhankelijkVanService en selecteert u Wijzigen.
Hoofdstuk 13 Oorzaak: De Lexbceserver-service geïnstalleerd door een Lexmark-printer, Lexmark-All-in-One, of Dell All-in-One, heeft een scancommunicatie fout veroorzaakt. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 9: Voer het hulpprogramma Diagnose scan uit Oplossing: Download en voer het hulpprogramma Diagnose scan uit om problemen met uw apparaat te vinden en te corrigeren. Probleemoplossing Het hulpprogramma Scan Diagnostic downloaden en uitvoeren 1.
5. Dubbelklik op de patch om deze op de computer te installeren. 6. Proberen te scannen Oorzaak: U moest de patch voor onverwachte interne fouten en communicatiefouten installeren. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 11: Controleer de USB-chipset en controller Oplossing: Controleer de USB-chipset en controller. Scancommunicatiefouten kunnen optreden door compatibiliteitsproblemen met USBchipsets die op de computer zijn geïnstalleerd.
Hoofdstuk 13 8. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en de netsnoeradapter. Plaats het netsnoer in een wandcontactdoos, piekbeveiliging of stekkerblok. Probleemoplossing 1 Aansluiting 2 Netsnoer en -adapter 3 Stopcontact 9. Schakel de printer in. 10. Druk een zelftestrapport af om de autonome basisfunctionaliteit van het apparaat te testen. Raadpleeg de volgende procedure voor meer informatie over het afdrukken van een zelftestrapport. 11. Proberen te scannen.
13. Test de scanfunctionaliteit na elke aansluiting, totdat u kunt bepalen welk apparaat het probleem veroorzaakt. 14. Als het scannen mislukt. Of het apparaat geen communicatie tot stand brengt met de computer samen met de aangesloten USB-apparaten, sluit u een USB-hub met eigen voeding aan tussen het apparaat en de computer. Dit zou kunnen helpen om communicatie tot stand te brengen of te behouden tussen de computer en het apparaat. Zie het volgende gedeelte voor meer informatie over USB-hubs.
Hoofdstuk 13 • • Sommige hubs kunnen niet meer dan 4 full-power USB-apparaten aan. U kunt maximaal vijf hubs op het systeem aansluiten. Als het apparaat problemen ondervindt met een hub die weer op een andere hub is aangesloten of waarop meer dan vijf apparaten zijn aangesloten, sluit u het apparaat aan op de hub die rechtstreeks met de computer is verbonden, tenzij bij deze configuratieproblemen bekend zijn.
• HP Software Update • HP Share to Web • HP Solution Center • HP Director (HP-dirigent) • HP Memories Disk Greeting Card Creator 32 d. Ga naar C:\Program Files\HP of C:\Program Files\HewlettPackard (voor sommige oudere producten) en verwijder de map Digital Imaging. e. Ga naar C:\WINDOWS en wijzig de naam van de map twain_32 in twain_32 old. Opmerking Wanneer de computer wordt ingeschakeld, wordt automatisch een softwaregroep met de naam 'Terminate and Stay Resident (TSR)' geladen.
Hoofdstuk 13 i. Klik op Opnieuw opstarten om de wijzigingen toe te passen op de computer tijdens de volgende keer opnieuw opstarten. Nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, verschijnt het bericht U hebt met het hulpprogramma voor systeemconfiguratie wijzigingen aangebracht in de manier waarop Windows start. j. Klik op het selectievakje naast Dit bericht niet meer weergeven. 4. Voer het hulpprogramma Schijfopruiming uit om tijdelijke bestanden en mappen te verwijderen.
Er kan niet worden afgedrukt Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Hoofdstuk 13 Oplossing 2: verwijder de taken uit de afdrukwachtrij Oplossing: Start uw computer opnieuw op om de afdrukwachtrij leeg te maken. De afdrukwachtrij leegmaken 1. Start de computer opnieuw op. 2. Nadat de computer opnieuw is opgestart, controleert u de wachtrij. a. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: • Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers.
Na het opnieuw aansluiten moet het apparaat beginnen met de taken in de afdrukwachtrij. Opmerking Zorg dat de hub is ingeschakeld als u het apparaat aansluit via een USB-hub. Als de hub aan staat, sluit u het apparaat direct op uw computer aan. 5. Als het product niet automatisch begint af te drukken, start u nog een afdruktaak. Oorzaak: De USB-kabel moest worden losgekoppeld. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 5. Klik op het tabblad Geavanceerd. 6. Controleer het stuurprogramma weergegeven in het vervolgkeuzemenu Stuurprogramma om te controleren of het apparaat het juiste stuurprogramma gebruikt. De naam van uw apparaat moet zijn weergegeven als het stuurprogramma. 7. Als het verkeerde stuurprogramma is geselecteerd, selecteert u het juiste stuurprogramma in het vervolgkeuzemenu Stuurprogramma. 8. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Oplossing 6: verwijder de taken manueel uit de afdrukwachtrij De afdrukwachtrij manueel leegmaken 1. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: • Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers. • Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten. 2. Dubbelklik op het pictogram van uw apparaat om de afdrukwachtrij te openen. 3.
Hoofdstuk 13 Oplossing 8: Controleer of de softwaretoepassing een probleem heeft Oplossing: Controleer of de softwaretoepassing het probleem veroorzaakt. De softwareapplicatie controleren 1. Sluit de softwareapplicatie en open ze weer. 2. Probeer opnieuw af te drukken vanaf de softwareapplicatie. Opmerking Mogelijk wordt afdrukken vanuit een DOS-applicatie niet door de printer ondersteund. Ga na of de software een op Windows gebaseerd programma of een op DOS gebaseerd programma is.
Oplossing 2: Controleer het netsnoer en de USB-kabel Oplossing: Zorg ervoor dat het netsnoer en de USB-kabel goed zijn aangesloten en bevestigd. Ga ook na of het product is ingeschakeld. 1 Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en -adapter 3 Stopcontact Probleemoplossing De stroomtoevoer controleren 1. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en de netsnoeradapter. Plaats het netsnoer in een wandcontactdoos, piekbeveiliging of stekkerblok. 2.
Hoofdstuk 13 Probleemoplossing 3. Probeer nogmaals te scannen. Als de scan mislukt, gaat u naar de volgende stap. 4. Voer een van de volgende stappen uit, afhankelijk van de wijze waarop het apparaat is aangesloten op de computer: • Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, probeer de USB-kabel dan los te koppelen uit de hub te trekken en weer aan te sluiten. Als dat niet werkt, probeert u de hub uit en vervolgens weer aan te zetten.
Oorzaak: Het is mogelijk dat u de computer niet opnieuw hebt opgestart nadat u de software van het apparaat hebt geïnstalleerd. Of misschien was er een ander probleem met de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: Maak de installatie van het apparaat ongedaan en installeer deze opnieuw De apparaatinstallatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Koppel de USB-kabel tussen het apparaat en de computer los. 2.
Hoofdstuk 13 6. Plaats de cd-rom van de HP Photosmart in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. 7. Volg de instructies op het scherm en in de Installatiehandleiding die met het apparaat werden meegeleverd. 8.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Controleer het netsnoer en de USB-kabel Oplossing: Controleer dat het netsnoer en de USB-kabel juist zijn aangesloten en van stroom voorzien. Controleer ook dat het apparaat is ingeschakeld. Probleemoplossing De stroomtoevoer controleren 1. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en de netsnoeradapter. Plaats het netsnoer in een wandcontactdoos, piekbeveiliging of stekkerblok.
Hoofdstuk 13 Probleemoplossing 3. Probeer nogmaals te scannen. Als de scan mislukt, gaat u naar de volgende stap. 4. Voer een van de volgende stappen uit, afhankelijk van de wijze waarop het apparaat is aangesloten op de computer: • Als de USB-kabel is aangesloten op een USB-hub, probeer de USB-kabel dan los te koppelen uit de hub te trekken en weer aan te sluiten. Als dat niet werkt, probeert u de hub uit en vervolgens weer aan te zetten.
Oorzaak: Het is mogelijk dat u de computer niet opnieuw hebt opgestart nadat u de software van het apparaat hebt geïnstalleerd. Of misschien was er een ander probleem met de computer. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 4: Maak de installatie van het apparaat ongedaan en installeer deze opnieuw De installatie van het apparaat ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Koppel de USB-kabel los tussen het apparaat en de computer. 2.
Hoofdstuk 13 6. Plaats de cd-rom van de HP Photosmart in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand. 7. Volg de instructies op het scherm en in de Installatiehandleiding die met het apparaat werden meegeleverd. 8.
Oplossing 2: Maak de HP Photosmart software-installatie ongedaan en installeer deze opnieuw. Oplossing: Maak de installatie van de HP Photosmart-software volledig ongedaan op de computer en herinstalleer het apparaat met behulp van de cd die met het apparaat werd geleverd. Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas aan op de computer nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. 6.
Hoofdstuk 13 Een vereist software-component werd niet gevonden of was onjuist geïnstalleerd Oplossing: Maak de installatie van de HP Photosmart-software volledig ongedaan op de computer en herinstalleer het apparaat met behulp van de cd die met het apparaat werd geleverd. De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op Software. 3. Verwijder alle items die gerelateerd zijn aan de HP scansoftware.
Er is een fout opgetreden bij het verbinden met het apparaat Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost. • • • • • • Oplossing 1: Stel het toestel opnieuw in Oplossing 2: Controleer het netsnoer en de USB-kabel Oplossing 3: Start de computer opnieuw op.
Hoofdstuk 13 1 Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en -adapter 3 Stopcontact Probleemoplossing 2. Zorg ervoor dat het apparaat aan staat. 3. Als het apparaat geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact aan. 4. Schakel het apparaat uit en reset het door het netsnoer los te koppelen. 5. Wacht 5 seconden en sluit het netsnoer weer aan. 6. Schakel het apparaat in. 7. Probeer nogmaals te scannen. De USB-verbinding controleren 1.
Opmerking Als u een oudere kabel gebruikt, werkt deze mogelijk niet goed. Sluit de kabel op een ander product aan en controleer of de USB-kabel werkt. Als u problemen ondervindt, moet de USB-kabel waarschijnlijk worden vervangen. De kabel mag niet langer zijn dan 3 meter lang zijn. 7. Als u een andere USB-kabel beschikbaar hebt, probeer die dan te gebruiken. 8. Start de computer opnieuw op. 9. Probeer nogmaals te scannen nadat de computer opnieuw is opgestart.
Hoofdstuk 13 Oplossing 4: Maak de installatie van het apparaat ongedaan en installeer deze opnieuw Oplossing: Verwijder het apparaat van het bedieningspaneel Printers en faxen en installeer het vervolgens opnieuw. De apparaatinstallatie ongedaan maken en opnieuw installeren 1. Koppel de USB-kabel tussen het apparaat en de computer los. 2. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Printers en faxen. 3. Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer Verwijderen. 4.
Let op Als de computer door HP of Compaq is gefabriceerd, verwijder dan geen andere toepassingen dan die hieronder zijn vermeld.
Hoofdstuk 13 Oplossing 1: De HP Photosmart software installeren Oplossing: Installeer de HP Photosmart-software die bij de printer is geleverd. Start de computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. De HP Photosmart-software installeren. 1. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. 2. Klik op Meer software installeren om de HP Photosmart-software te installeren. 3.
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de computer, raadpleegt u de installatiehandleiding die is meegeleverd met de printer. Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer. Bestanden Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met het bestand: Fout tijdens lezen of schrijven van bestand Onleesbare bestanden.
Hoofdstuk 13 Oorzaak: Enkele bestanden op de ingevoerde geheugenkaart zijn beschadigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 2: Foto's afdrukken vanaf de computer Oplossing: Als u wat foto's maakt met uw digitale camera, of als u voordien foto's op uw computer hebt opgeslagen, kunt u ze afdrukken met de HP Photosmartsoftware. Oorzaak: Er zijn geen foto's gevonden op de geheugenkaart.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart opnieuw in het apparaat Oplossing: Plaats de geheugenkaart opnieuw in het apparaat. Als dit niet werkt, maakt u de foto's opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al hebt overgebracht naar de computer, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de HP Photosmart-software. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd. Oorzaak: Enkele bestanden op de ingevoerde geheugenkaart zijn beschadigd.
Hoofdstuk 13 Oplossing 1: Sluit een aantal toepassingen of start uw computer opnieuw op Oplossing: Sluit alle onnodig geopende toepassingen, Dit geldt ook voor toepassingen die op de achtergrond draaien, zoals screensavers en antivirusprogramma's. (Vergeet niet het antivirusprogramma weer te activeren als u klaar bent.) Start de computer opnieuw op om het geheugen vrij te maken. Mogelijk moet u meer geheugen aanschaffen. Raadpleeg de documentatie bij de computer.
Oplossing 2: Duw de geheugenkaart helemaal vooruit Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat. Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken. Niet verbonden Oplossing: Controleer of de computer is ingeschakeld en is aangesloten op het apparaat. Controleer bovendien of de software die bij het apparaat is meegeleverd, daadwerkelijk is geïnstalleerd.
Hoofdstuk 13 Oplossing 2: Duw de geheugenkaart helemaal vooruit Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat. Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken. Gebruik slechts één kaart tegelijk Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen.
De kaart is niet volledig ingebracht Oplossing: Controleer of de geheugenkaart volledig in de juiste sleuf op het apparaat is gestoken. Als de geheugenkaart niet op de juiste manier is geplaatst, zal het apparaat niet reageren en zal het groene lampje Foto (naast de geheugenkaartsleuven) snel beginnen knipperen. Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto enkele seconden knipperen en dan blijven branden. Oorzaak: De geheugenkaart zat niet helemaal in de sleuf.
Hoofdstuk 13 Inkt is bezig te drogen Oplossing: Laat het vel in de uitvoerlade zitten zolang het bericht wordt weergegeven. Als u het bedrukte vel moet verwijderen voor dit bericht is verdwenen, houdt u het bedrukte vel voorzichtig aan de onderzijde of bij de randen vast en legt u het op een vlak oppervlak om te drogen. Oorzaak: Transparanten en bepaalde andere media hebben een langere droogtijd nodig dan normaal. Papier is op Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 3: controleer de afdrukinstellingen Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen. • Controleer de instelling Papiersoort zodat deze overeenkomt met de papiersoort in de invoerlade. • Controleer de instelling van de kopieerkwaliteit. Gebruik een hogere afdrukkwaliteit om meer inkt te gebruiken bij het afdrukken.
Hoofdstuk 13 3. Dompel een pluisvrije doek in zuiver of gedistilleerd water en wring al het overtollige water eruit. 4. Reinig de rubber rollers om stof en vuil te verwijderen. 5. Plaats de achterklep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 6. Koppel het netsnoer weer aan en schakel het toestel in. 7. Probeer nogmaals af te drukken. Oorzaak: De rollen waren vuil en moesten worden gereinigd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, controleert u de rollen en wieltjes op gescheurde stukjes papier die in het apparaat kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit het toestel verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 4. Druk op OK op het bedieningspaneel om verder te gaan met de huidige afdruktaak. Oorzaak: Papier is vastgelopen in de printer.
Hoofdstuk 13 Verkeerde papierbreedte Oplossing: Verander de afdrukinstelling of plaats het juiste papier in de invoerlade. Zie voor meer informatie: "De papiersoort voor afdrukken instellen" op pagina 31 Oorzaak: De gekozen afdrukinstelling voor de afdruktaak kwam niet overeen met het papier dat in het apparaat is geladen.
• Oplossing 2: Sluit de printer aan op de computer Oplossing 1: Schakel de printer in Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop On (Aan) niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop On (Aan) om de printer in te schakelen. Oorzaak: De printer stond uit. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 • • Oplossing 1: Schakel de printer in Oplossing 2: Sluit de printer aan op de computer Oplossing 1: Schakel de printer in Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop On (Aan) niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop On (Aan) om de printer in te schakelen. Oorzaak: De printer stond uit.
• • • • • • • • Printcartridge verdwenen of niet gedetecteerd De printcartridges zijn niet compatibel Printcartridge is niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat Printcartridges in de verkeerde sleuf Probleem met printcartridge Een geïnstalleerde originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt De originele HP-inkt is op Algemene printerfoutmelding Printcartridge bijna leeg Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de in
Hoofdstuk 13 Oplossing 2: Verhelp de papierstoring via de voorkant Oplossing: Schakel het apparaat uit en open de toegangsklep van de printcartridges om bij de wagen met printcartridges te komen. Verwijder voorzichtig papier dat tussen de rollen vastzit en schakel het apparaat weer aan. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oorzaak: Er zat papier vast tussen de rollen aan de voorkant. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Aansluiting van netsnoer 2 Netsnoer en adapter 3 Stopcontact 5. Probeer af te drukken van uw computer. Als het apparaat afdrukt als het rechtstreeks op een stopcontact en niet op stekkerblokken of piekbeveiligers is aangesloten, dan leiden de stekkerblokken of piekbeveiligers wellicht onvoldoende voltage naar het apparaat. 6. Als het apparaat niet kan afdrukken en de wagen met printcartridges nog steeds vastgelopen is, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Ga naar: www.hp.
Hoofdstuk 13 Oplossing 6: Stel het toestel opnieuw in Oplossing: Schakel het toestel uit en haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop On (Aan) om het toestel in te schakelen. Het apparaat herstellen 1. Verwijder al het papier dat in de invoerlade zit. 2. Controleer of het product is ingeschakeld en verwijder de USB-kabel aan de achterzijde van het apparaat. 3. Open het vak met de printcartridge. Probleemoplossing 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing. Oplossing 7: neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud. Bezoek: www.hp.com/support. Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor technische ondersteuning.
Hoofdstuk 13 van de printcartridges. Raak de inktsproeiers en de koperkleurige contactpunten niet aan. 1 Koperkleurige contactpunten 2 Beschermende tape met roze lipje (moet worden verwijderd vóór de installatie) 3 Inktsproeiers onder tape Probleemoplossing Verwijder de printcartridges en installeer deze opnieuw. Controleer of de printcartridges goed zijn geplaatst en zijn vastgeklikt. Oorzaak: De beschermende tape zat nog op de printcartridges.
Als de uitlijningsfout niet is verholpen en u de melding niet kunt wissen, is de printcartridge mogelijk defect. Controleer of uw printcartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van de garantieperiode nog niet is bereikt. • • Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe printcartridge kopen. Als de einddatum van de garantieperiode nog niet is bereikt, moet u contact opnemen met HP-ondersteuning. Bezoek www.hp.com/support.
Hoofdstuk 13 Probleemoplossing 3. Controleer of u de juiste printcartridges voor uw product gebruikt. Raadpleeg voor een lijst met nummers van compatibele printcartridges de gedrukte documentatie bij het product. 4. Verwijder de zwarte printcartridge uit de uitsparing rechts. Raak de inktsproeiers en de koperkleurige contactpunten niet aan. Controleer de koperkleurige contactpunten en inktsproeiers op eventuele beschadigingen. Controleer of de doorzichtige plastic tape is verwijderd.
6. Herhaal stap 1 en 2 voor de driekleurencartridge aan de linkerzijde. Er werden cartridges geïnstalleerd die niet van HP zijn Oplossing: Volg de instructies op het display om door te gaan of om de aangegeven printcartridges te vervangen door originele HP-cartridges. Wij raden u aan originele HP-printcartridges te gebruiken. Originele HPprintcartridges zijn speciaal ontworpen voor HP-printers en ook getest in HP-printers.
Hoofdstuk 13 • Oplossing 4: Neem contact met HP support. Oplossing 1: Plaats de inktpatronen Oplossing: Een of beide printcartridges ontbreken. Verwijder de printcartridges, installeer ze opnieuw en controleer of de cartridges goed zijn geplaatst en vastgeklikt. Als het probleem hiermee niet is opgelost, reinigt u de contactpunten van de printcartridges. Zie voor meer informatie: "De contactpunten van de printcartridge reinigen" op pagina 82 Oorzaak: De printcartridge ontbrak.
Oplossing 3: Verwijder de printcartridges en plaats ze opnieuw Oplossing: Een van de printcartridges of beide printcartridges zijn niet of verkeerd geïnstalleerd. Verwijder de printcartridges en installeer ze opnieuw en controleer of deze goed zijn geplaatst en zijn vastgeklikt. Als het probleem hiermee niet is opgelost, reinigt u de koperkleurige contactpunten van de printcartridges.
Hoofdstuk 13 één printcartridge afdrukken, maar het afdrukken verloopt langzamer en de kwaliteit van de afdrukken is minder goed. Printcartridge verdwenen of niet gedetecteerd Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
Koperkleurige contactpunten 2 Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden verwijderd) 3 Inktsproeiers onder tape 5. Plaats de printcartridge terug door deze naar voren te schuiven in de sleuf aan de rechterkant. Duw de printcartridge naar voren totdat deze vastklikt in de houder. 6. Herhaal stap 1 en 2 voor de driekleurencartridge aan de linkerzijde. Oorzaak: De aangegeven inktpatroon is incorrect geïnstalleerd.
Hoofdstuk 13 Zorg dat u het volgende bij de hand hebt: • Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat of vezels achterlaat. Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van printcartridges. • Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes bevatten waardoor de printcartridges kunnen worden beschadigd).
• Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud Oplossing 1: Controleer de printcartridge Oplossing: Controleer of u de juiste printcartridges voor uw product gebruikt. Raadpleeg voor een lijst met nummers van compatibele printcartridges de gedrukte documentatie bij het product. Als u printcartridges gebruikt die niet compatibel zijn met het product, vervangt u de aangegeven printcartridges door compatibele printcartridges.
Hoofdstuk 13 Zorg er ook voor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de printcartridges in de printer zijn geplaatst 1. Controleer of de printer aanstaat. Let op Als het apparaat is uitgeschakeld wanneer u de toegangsklep voor de printcartridges omhoog tilt, kunt u de printcartridges niet vervangen. Als de printcartridges zich niet op de juiste plaats bevinden wanneer u de cartridges wilt verwijderen, kan het apparaat beschadigd raken. 2.
6. Herhaal stap 1 en 2 voor de driekleurencartridge aan de linkerzijde. Opmerking Als de printcartridges in de verkeerde sleuven zijn geïnstalleerd en u ze niet uit het apparaat kunt verwijderen, kunt u contact opnemen met HP voor ondersteuning. Ga naar: www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Oorzaak: De aangegeven inktpatronen zijn incorrect geïnstalleerd.
Hoofdstuk 13 Als het bericht niet aangeeft welke cartridge het probleem veroorzaakt, volgt u deze stappen om vast te stellen welke cartridge het probleem is. Nadat u hebt vastgesteld welke cartridge het probleem veroorzaakt, gaat u verder met de eerste oplossing. Vaststellen welke printcartridge een probleem ondervindt 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
Probleemoplossing 5. Sluit de klep voor de printcartridge. 6. Controleer of de fout is opgelost. • Als de fout is opgelost, is er een probleem met de zwarte printcartridge. • Als de fout niet is opgelost, gaat u verder met de volgende stap. 7. Open de toegangsklep voor de printcartridges en plaats de zwarte printcartridge terug door deze naar voren te schuiven in de sleuf aan de rechterkant. Duw de printcartridge naar voren totdat deze vastklikt in de houder. 8.
Hoofdstuk 13 Zorg er ook voor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de printcartridges in de printer zijn geplaatst 1. Controleer of de printer aanstaat. Let op Als het apparaat is uitgeschakeld wanneer u de toegangsklep voor de printcartridges omhoog tilt, kunt u de printcartridges niet vervangen. Als de printcartridges zich niet op de juiste plaats bevinden wanneer u de cartridges wilt verwijderen, kan het apparaat beschadigd raken. 2.
Probleemoplossing 5. Plaats de printcartridge terug door deze naar voren te schuiven in de sleuf aan de rechterkant. Duw de printcartridge naar voren totdat deze vastklikt in de houder. 6. Herhaal stap 1 en 2 voor de driekleurencartridge aan de linkerzijde. Oorzaak: De aangegeven printcartridges zijn incorrect geïnstalleerd. Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13 Oplossing 3: Vervang de printcartridge Oplossing: Vervang de printcartridges die het probleem ondervinden. Als slechts een van de printcartridges het probleem ondervindt, kunt u deze ook verwijderen en afdrukken in de modus Inktback-up. Opmerking In de modus Inktback-up, kan de printer alleen taken vanaf de computer afdrukken. U kunt geen afdruktaak starten vanaf het bedieningspaneel (zoals het afdrukken van een foto vanaf een geheugenkaart).
www.hp.com/support Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning. Probleemoplossing Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het toestel.
Hoofdstuk 13 Probleemoplossing 230 Probleemoplossing
14 Garantie en ondersteuning van HP Hewlett-Packard biedt ondersteuning via het Internet en per telefoon voor de HP All-in-One.
Hoofdstuk 14 betrouwbaarste bron van actuele productinformatie en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen: 3. • Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici • Updates van software en stuurprogramma's voor het apparaat • Handige informatie over producten en het oplossen van veel voorkomende problemen • Proactieve productupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-nieuwsbrieven die beschikbaar zijn wanneer u het product registreert Bel HP-ondersteuning.
Telefonische ondersteuning van HP Voor een lijst van telefoonnummers voor ondersteuning, zie de documentatie bij het apparaat. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Periode voor telefonische ondersteuning • Telefonisch contact opnemen • Na de periode van telefonische ondersteuning Periode voor telefonische ondersteuning Gedurende één jaar kunt u gratis een beroep doen op telefonische ondersteuning in Noord-Amerika, Azië en Oceanië, en Latijns-Amerika (met inbegrip van Mexico). Ga naar www.hp.
Hoofdstuk 14 HP Quick Exchange Service (Japan) Garantie en ondersteuning van HP Raadpleeg "De HP All-in-One verpakken" op pagina 235 voor instructies voor het verpakken van uw apparaat voor retournering of vervanging.
• De printcartridges • Netsnoer, USB-kabel en eventuele andere kabels die op de HP All-in-One zijn aangesloten • Eventueel papier in de invoerlade • Eventuele originelen in de HP All-in-One. Printcartridges verwijderen voor verzending 1. Schakel het apparaat in en wacht totdat de wagen met printcartridges stilstaat. Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, slaat u deze stap over en gaat u door met stap 2. 2. Open het vak voor de printcartridge. 3. Verwijder de printcartridges uit de sleuven.
Hoofdstuk 14 2. Als u het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal niet meer hebt, gebruikt u ander geschikt verpakkingsmateriaal. Beschadiging tijdens verzending die ontstaat door onjuiste verpakking of onjuist transport, valt niet onder de garantiebepalingen. Plaats het etiket voor retourverzending op de buitenkant van de doos. 3.
15 Technische informatie Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de HP All-in-One. Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP All-in-One. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • Specificaties • Programma voor milieubeheer • Overheidsvoorschriften Specificaties In dit gedeelte worden de technische specificaties voor de HP All-in-One beschreven.
Hoofdstuk 15 (vervolg) Type Gewicht papier A4-formaat (210 mm x 297 mm) van 252 g/m² * † Invoerlade* Uitvoerlade† Fotolade* Maximale capaciteit De capaciteit van de uitvoerlade is afhankelijk van de papiersoort en de hoeveelheid inkt die u gebruikt. Wij adviseren u de uitvoerlade regelmatig leeg te maken. * Opmerking Zie de printerdriver voor een volledige lijst van de ondersteunde afdrukmaterialen en hun afmetingen.
Programma voor milieubeheer Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden.
Hoofdstuk 15 ENERGY STAR is een in de V.S. gedeponeerd servicemerk van het Amerikaanse EPA. Als partner van ENERGY STAR heeft HP vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor laag energieverbruik. Ga voor meer informatie over de ENERGY STAR-richtlijnen naar de volgende website: www.energystar.
Dansk Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr.
Hoofdstuk 15 Overheidsvoorschriften De HP All-in-One voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
FCC statement FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
Hoofdstuk 15 Notice to users in Japan about the power cord Noise emission statement for Germany Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19 Toxic and hazardous substance table Declaration of conformity (European Economic Area) The Declaration of Conformity in this document complies with ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1. It identifies the product, manufacturer’s name and address, and applicable specifications recognized in the European community.
Technische informatie HP Photosmart C4400 All-in-One series declaration of conformity Overheidsvoorschriften 245
Hoofdstuk 15 Technische informatie 246 Technische informatie
Index 2 pagina's op 1 afdrukken 43 4 pagina's op 1 afdrukken 43 4 x 6 inch (10 x 15 cm) foto's zonder rand afdrukken 37 A A4-papier, laden 21 aan-knop 6 aan pagina aanpassen 62 aanpassen aan pagina mislukt 140 Aansluitproblemen apparaat niet gevonden 204 HP All-in-One kan niet worden ingeschakeld 90 aantal exemplaren kopiëren 58 adressen afdrukken 46 afbeeldingen bewerken van gescande 68 scannen 65 afdruk adressen 46 afdrukopties 30, 34 beide zijden van de pagina 40 Enveloppen 46 etiketten 46 Internet-pagi
European Economic Area 244 documenten bewerken van gescande 68 scannen 65 doorgeveegde inkt 103 DPOF-bestand 53 dubbelzijdig afdrukken 40, 41 E Index een kopie maken 57 enveloppen laden 24 specificaties 237 Enveloppen 46 etiketten plaatsen 26 specificaties 237 exemplaren zonder rand foto van 13 x 18 cm (5 x 17,78 cm) 60 F faxen papierbreedte onjuist 204 slechte kwaliteit afdrukken 106 faxproblemen slechte afdrukkwaliteit 106 folder afdrukken 41 foto's afdrukken op fotopapier 38 afdrukken uit DPOFbestand
aantal exemplaren 58 annuleren 63 bijsnijden is niet goed 141 een kopie maken 57 leeg 142 problemen oplossen 138 specificaties 238 kwaliteit afdrukken 32 kwaliteit, kopiëren 59 L laden enveloppen 24 origineel 15 leeg kopiëren 142 scannen 145 Leesmij-bestand 89 Legal-papier plaatsen 21 specificaties 237 Letter-papier plaatsen 21 specificaties 237 liggende afdrukstand 33 M marges niet correct 129 tekst of afbeelding afgesneden 130 media.
Index printers delen 13 printkwaliteit 32 problemen afdrukken 120 foutberichten 148 kopiëren 138 scannen 143 problemen oplossen afdrukken 120 afdrukkwaliteit 103 faxproblemen 106 foutberichten 148 installatie 89 kopiëren 138 Leesmij-bestand 89 scannen 143 storingen, papier 27 USB-kabel 92 Problemen oplossen geheugenkaart 134 R rapporten printcartridges 79 zelftest 71 recycling printcartridges 239 regulatory notices declaration of conformity (European Economic Area) 244 reinigen binnenkant van klep 70 buit
Index vastgelopen 149 Wagen loopt vast 207 wat te doen bij problemen 231 Webpagina's afdrukken 47 wenskaarten plaatsen 26 Z Index zelftestrapport 71 zonder randen, foto's afdrukken 37 251