Operation Manual

Een optionele geheugenkaart plaatsen en formatteren
De camera ondersteunt SD- en SDHC-geheugenkaarten (Secure Digital en Secure
Digital High Capacity). Het betreft standaardgeheugenkaarten, geheugenkaarten met
een hoge snelheid en geheugenkaarten met een grote capaciteit van 32 MB tot 8 GB.
1. Schakel de camera uit en open
het klepje van de batterij/
geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de geheugenkaart in de
kleinere sleuf, zoals afgebeeld.
Let erop dat de geheugenkaart
op zijn plaats vastklikt.
3. Sluit het klepje van de batterij/
geheugenkaartsleuf en zet de
camera aan.
Opmerking Als u uw camera
inschakelt, terwijl er een
geheugenkaart in het apparaat is
geïnstalleerd, wordt het aantal
opnames weergegeven dat u op
de geheugenkaart kunt opslaan
wanneer u gebruikmaakt van de
huidige
Fotokwaliteit. U kunt
met deze camera maximaal 2000
opnames op een geheugenkaart
opslaan.
U moet een nieuwe geheugenkaart altijd formatteren voordat u deze voor de eerste keer
gebruikt. Bij het formatteren worden alle opnames van de geheugenkaart verwijderd, dus
zorg ervoor dat u bestaande opnames hebt overgebracht voordat u de kaart formatteert
(zie "
Opnames overbrengen en afdrukken" op pagina 25).
1. Als de camera is ingeschakeld, schuift u
naar .
2.
Druk op
.
3.
Gebruik de knoppen
om Kaart formatteren te selecteren en druk vervolgens
op de knop
.
4.
Gebruik de knoppen
om Ja te selecteren en druk vervolgens op de knop
om de kaart te formatteren.
Opmerking Wanneer u een geheugenkaart hebt geplaatst, worden alle nieuwe
foto's en videoclips op de kaart en niet in het interne geheugen opgeslagen. Wanneer
u het interne geheugen wilt gebruiken en de daarin opgeslagen opnames wilt
bekijken, schakelt u de camera uit en verwijdert u de geheugenkaart. Wanneer u
opnames vanuit het interne geheugen wilt overbrengen naar een optionele
geheugenkaart, raadpleegt u Opnames naar kaart onder "
Het menu Weergave
gebruiken" op pagina 20.
Zie "Opslag" op pagina 46 voor informatie over ondersteunde geheugenkaarten.
Hoofdstuk 1
6 Beginnen