Operation Manual

Geluid voor standaardmeldingen—Druk op Geluid voor standaardmeldingen, selecteer een
geluid door erop te drukken en druk op OK.
Aanraaktonen van toetsenblok (alleen bepaalde modellen)—Deze functie kunt u aan- of
uitzetten door het selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Aanraakgeluiden—Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het selectievakje
respectievelijk in of uit te schakelen.
Geluid voor schermbeveiliging—Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het selectievakje
respectievelijk in of uit te schakelen.
Beeldscherm—Selecteer de helderheid, de achtergrond, en de grootte van het lettertype van het
beeldscherm voor uw tablet.
Helderheid—Druk op de schuifbalk om de gewenste helderheid te selecteren.
Achtergrond—Als u een afbeelding op het beginscherm wilt weergeven, selecteert u
Galerij, Live achtergronden of Achtergronden en selecteert u Achtergrond instellen.
Slaapstand—Selecteer de periode voordat de slaapstand wordt gestart.
Dagdroom—Selecteer een afbeelding die u wilt weergeven wanneer Dagdroom wordt
ingeschakeld op de tablet. Daarna drukt u op Nu starten of Dagdroom inschakelen wanneer
en selecteert u Tijdens het docken, Tijdens het opladen of Of/of.
Lettergrootte—Selecteer Klein, Normaal, Groot of Zeer groot.
Castscherm (alleen bepaalde modellen)—Als u hierop drukt, wordt er een lijst met
beschikbare draadloze apparaten weergegeven.
Opslag—Bekijk de beschikbare ruimte van het geheugen van de tablet en het geheugen van de
micro-SD-™kaart (indien geïnstalleerd).
Accu—Weergave van acculadingspercentage en accuverbruik door verschillende functies.
Apps—Weergave van apps die gedownload zijn en uitgevoerd worden. Ra
ak de app aan om
gegevens te bekijken of een app te verwijderen.
PERSOONLIJK
LocatieGrote nauwkeurigheid, Accubesparing of Alleen apparaat in of uitschakelen.
Beveiliging—Voorkeuren instellen voor de volgende functies:
Schermbeveiliging—Druk achtereenvolgens op Schermvergrendeling, Schuiven, Face
Unlock, Patroon, Speld of Wachtwoord en volg de instructies op het scherm. Zie
Uw tablet
beveiligen op pagina 14 voor meer informatie.
Eigenaarsgegevens—Als u de eigenaarsgegevens op het vergrendelingsscherm wilt
weergeven, drukt u op het selectievakje en typt u de tekst die u wilt weergeven. Om deze
functie te deactiveren, schakelt u het selectievakje uit.
SIM-kaart vergrendelen (alleen bepaalde modellen)—Als er een SIM-kaart is geïnstalleerd,
selecteert u een pincode om de SIM-kaart te vergrendelen.
Wachtwoorden zichtbaar maken—Deze functie kunt u aan- of uitzetten door het
selectievakje respectievelijk in of uit te schakelen.
Apparaatbeheer—Druk op deze optie om de apparaatbeheerders te bekijken of te
deactiveren.
10 Hoofdstuk 6 Instellingen gebruiken