Operation Manual

Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen of Printer.
4 Breng wijzigingen aan in de afdrukinstellingen en klik op OK.
5 Klik op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken om de taak af te
drukken.
Macintosh-gebruikers
Gebruik de dialoogvensters Pagina-instelling en Afdrukken om de instellingen voor
de afdruktaak te wijzigen. De instelling die u wilt wijzigen, bepaalt welk dialoogvenster
u gebruikt.
Het papierformaat, de afdrukstand en het vergrotings- of
verkleiningspercentage wijzigen
1 Selecteer de HP all-in-one in de Kiezer (OS 9), het Afdrukcentrum (OS 10.2 of
ouder) of Printer Setup Utility (OS 10.3 of ouder) voordat u met afdrukken begint.
2 Klik op Pagina-instelling in het menu Archief van uw softwaretoepassing.
3 Wijzig de instellingen voor het papierformaat, de afdrukstand en het vergrotings-
of verkleiningspercentage en klik vervolgens op OK.
Alle overige afdrukinstellingen wijzigen
1 Selecteer de HP all-in-one in de Kiezer (OS 9), het Afdrukcentrum (OS 10.2 of
ouder), of Printer Setup Utility (OS 10.3 of ouder) voordat u met afdrukken
begint.
2 Kies Print in het menu Archief in de softwaretoepassing.
3 Wijzig de afdrukinstellingen en klik op Print of Afdrukken om de taak af te
drukken.
Een afdruktaak stoppen
Hoewel u een afdruktaak kunt stoppen via de HP all-in-one of via de computer, is het
raadzaam om dit te doen via de HP all-in-one.
Een afdruktaak stoppen via de HP all-in-one
Druk op Annuleren op het bedieningspaneel. Kijk of op het kleurenbeeldscherm
het bericht Afdrukken geannuleerd verschijnt. Als het bericht niet verschijnt,
drukt u opnieuw op Annuleren.
Gebruikershandleiding 71
Afdrukken vanaf de computer