HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register
110 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen NLWW
Herhaalde papierstoringen oplossen
Als het papier vaak vastloopt, probeer dan het volgende:
● Controleer alle plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden. (Zie “Storingen verhelpen”
op pagina 98.) Het is mogelijk dat er ergens een stukje papier in de printer vastzit. Zelfs een
klein stukje afgescheurd papier in het printerpad kan herhaaldelijke papierstoringen
veroorzaken.
● Controleer of de laden juist zijn aangepast. (Zie “Laden vullen” op pagina 42.) De geleiders
moeten in de juiste positie worden geschoven, niet te strak tegen het papier.
● Controleer of het papier correct in de laden is geladen en dat er niet teveel papier in de laden
zit. Let erop dat het papier onder de tabs past en niet boven de maximale papier hoogte-
indicator komt. Zie de gedeelten over het plaatsen van papier, te beginnen met “Laden
vullen” op pagina 42.
● Controleer of alle papierladen en papierverwerkingsaccessoires volledig in de printer zijn
aangebracht. (Als een lade tijdens een afdruktaak wordt geopend, kan dit een storing
veroorzaken.)
● Controleer of alle kleppen gesloten zijn. (Als een klep tijdens een afdruktaak wordt geopend,
kan dit een storing veroorzaken.)
● Probeer naar een andere uitvoerbak af te drukken. (Zie “De uitvoerbak selecteren” op
pagina 36.)
● Het is mogelijk dat de vellen aan elkaar plakken. Probeer de papierstapel om te buigen om
de vellen los te maken. Open de stapel echter niet als een waaier.
● Als u afdrukt vanuit lade 1, probeer dan de stapel wat minder hoog te maken.
● Als u afdrukt vanuit de optionele envelopinvoer, zorg dan dat deze juist is gevuld en duw de
onderste enveloppen iets verder naar binnen dan de bovenste enveloppen.) (Zie
“Enveloppen in de optionele envelopinvoer laden” op pagina 56.)
● Als u op kleine formaten afdrukt, zorg dan dat het papier met de korte zijde eerst in de
printer wordt ingevoerd. (Zie “Richtlijnen voor aangepaste papierformaten” op pagina 62.)
● Draai de papierstapel in de papierinvoerbak om. Probeer het papier 180
°
te draaien.
● Controleer de kenmerken van het papier of van het overige afdrukmateriaal dat u gebruikt.
Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van HP. (Zie “Papierspecificaties” op
pagina 188.) Probeer eens op een ander soort papier af te drukken en kijk of het probleem
nu nog steeds optreedt. Gebruik geen omgekruld, gekreukt, beschadigd of onregelmatig
papier.
● Controleer of aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie “Omgevingseisen” op
pagina 200.)
● Gebruik geen papier dat eerder in een printer of kopieerapparaat is gebruikt.
● Probeer papier uit een nieuwe verpakking.
● Probeer een ander merk papier.
● Enveloppen of transparanten niet aan beide zijden bedrukken. (Zie “Afdrukken van
enveloppen” op pagina 51 of “Transparanten afdrukken” op pagina 59.)
● Druk alleen af op volle etikettenvellen en druk niet dubbelzijdig af op etikettenvellen. (Zie
“Afdrukken van etiketten” op pagina 58.)
● Controleer of de aan de printer toegevoegde stroom constant is en voldoet aan de
printerspecificaties. (Zie “Voedingsspecificaties” op pagina 200.)
● De printer reinigen. (Zie “Reinigen van de printer” op pagina 89.)
● Voer preventief printeronderhoud uit indien nodig. (Zie “Uitvoeren van preventief onderhoud”
op pagina 93.)










