HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

126 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen NLWW
Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/
stapelaar
De volgende tabel accessoire (zoals de stapelaar of nietmachine/stapelaar)-fouten die door de
accessoirelichtjes worden weergegeven in het display op het bedieningspaneel van de printer.
Accessoirelichtjes
Lichtje Uitleg en oplossing
Helder groen
●
De accessoire is op de netvoeding aangesloten en klaar.
●
De nietmachine is bijna leeg. NIETMACHINE BIJNA LEEG verschijnt in het
display op het bedieningspaneel. (Zie “NIETMACHINE BIJNA LEEG” op
pagina 122.)
●
Het aantal pagina’s in de taak is meer dan 15 pagina’s waardoor deze taak
niet geniet kan worden. TEVEEL PAGINA’S IN TAAK OM TE NIETEN
verschijnt in het display op het bedieningspaneel. (Zie “TEVEEL PAGINA’S
IN DE TAAK OM TE NIETEN” op pagina 122.)
●
De taak bevat verschillende papierformaten. VERSCHILLENDE FORMATEN IN
TAAK verschijnt op het display van de printer. (Zie “VERSCHILLENDE
PAPIERFORMATEN IN TAAK” op pagina 117.)
Helder oranje
●
De accessoire heeft een fout met betrekking tot de hardware. 66.XY.ZZ
DEFECT UITVOERAPPARAAT verschijnt in het display op het
bedieningspaneel. (Zie “66.XY.ZZ FOUT UITVOERAPPARAAT” op pagina 115.)
Knipperend oranje
●
De accessoire heeft een storing met nieten. 13.XX.YY STORING IN
NIETMACHINE verschijnt in het display op het bedieningspaneel. (Zie
“13.XX.YY STORING [PLAATS]” op pagina 112.)
●
De accessoire heeft een papierstoring of er moet een vel uit de eenheid
worden verwijderd, ook als het vel niet is vastgelopen. 13.XX.YY STORING
IN UITVOERAPPARAAT verschijnt in het display op het bedieningspaneel. (Zie
“13.XX.YY STORING [PLAATS]” op pagina 112.)
●
De bak is vol. OPTIONELE BAK 1 VOL verschijnt in het display op het
bedieningspaneel. (Zie “OPTIONELE BAK 1 VOL” op pagina 120.)
●
De nietmachine is leeg. NIETMACHINE LEEG verschijnt in het display op het
bedieningspaneel. (Zie “NIETMACHINE LEEG” op pagina 122.)
●
De bak is omhoog geklapt. DE OPTIONELE BAK OMLAAG KLAPPEN verschijnt
in het display op het bedieningspaneel. (Zie “DUW DE OPTIONELE BAK
OMLAAG” op pagina 120.)
●
De toegangsklep voor storingen is geopend. PAPIERBAAN OPEN verschijnt
op het display van de printer. (Zie “PAPIERBAAN OPEN” op pagina 120.)
●
De nietmachine is geopend. PAPIERBAAN OPEN verschijnt op het display van
de printer. (Zie “PAPIERBAAN OPEN” op pagina 120.)
Uit
●
De printer staat misschien in de PowerSave-modus. Druk op een
willekeurige knop op het bedieningspaneel van de printer.
●
De accessoire is niet op de netvoeding aangesloten. Zet de printer uit.
Controleer of de accessoire correct is geplaatst en aangesloten op de
printer zonder onderbrekingen tussen de printer en de accessoire. Zet de
printer aan.
●
De accessoire kan zijn losgekoppeld en weer aangesloten terwijl de printer
ingeschakeld was. 66.XY.ZZ DEFECT EXTERN UITVOERAPPARAAT verschijnt
in het display op het bedieningspaneel. (Zie “66.00.15 FOUT EXTERN
APPARAAT” op pagina 115.)
●
De taak kan zijn vastgelopen tussen de printer en de accessoire. TAAK
VERWERKEN verschijnt in het display op het bedieningspaneel. (Zie “TAAK
VERWERKEN” op pagina 121.) Zet de printer uit en weer aan.










