HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide

Table Of Contents
138 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen NLWW
4 Drukt de taak af volgens verwachting?
JA Ga naar stap 5.
NEE
Afdruk is vervormd of er wordt slechts een
gedeelte van de pagina afgedrukt.
Afdrukken stopt
tijdens het afdrukken
van de taak.
De afdruksnelheid is
langzamer dan
verwacht.
Een
bedieningspaneelinst
elling van de printer
werkt niet.
Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt.
(Zie Kies de juiste printerdriver voor uw
specifieke behoeften op pagina 30.)
Het gegevensbestand dat naar de printer
verstuurd is, kan beschadigd zijn. Probeer af te
drukken op een andere printer (indien
mogelijk) om dit uit te proberen of probeer een
ander bestand.
Controleer de interfacekabelaansluitingen. Test
de kabel door deze op een andere computer
uit te proberen (indien mogelijk).
Vervang de interface kabel door een kabel van
goede kwaliteit (zie Bestelinformatie op
pagina 17).
Vereenvoudig de afdruktaak of gebruik een
lagere resolutie. Zie de omschrijving van
RESOLUTIE op pagina 165, of installeer meer
printergeheugen. (Zie Printergeheugen en
uitbreiding op pagina 175.)
Het is mogelijk dat u een printerbericht mist dat
u zou kunnen helpen het probleem op te
lossen. In het submenu Systeeminstellingen
(in het menu Apparaat configureren) op het
bedieningspaneel, dient u tijdelijk de
instellingen Verwijderbare waarschuwingen en
Auto doorgaan uit te schakelen. (Zie
VERWIJDERBARE WAARSCHUWINGEN op
pagina 168 en AUTO-DOORGAAN op
pagina 168.) Vervolgens drukt u de taak
opnieuw af.
T
AAK
ANNULEREN
kan
zijn ingedrukt
Controleer of de
netvoeding van de
printer regelmatig is
en voldoet aan de
printerspecificaties.
(Zie
Voedingsspecificati
es op pagina 200.)
Vereenvoudig de
afdruktaak.
Voeg meer
geheugen toe aan de
printer. (Zie
Printergeheugen en
uitbreiding op
pagina 175.)
Schakel voorbladen
uit. (Raadpleeg uw
netwerkbeheerder.)
Wij herinneren u
eraan dat de
afdruksnelheid
afneemt bij het
afdrukken van smal
papier vanuit
lade 1, in de
fusermodus HOOG 2
en wanneer u de de
instelling Snelheid
klein papier op
LANGZAAM heeft
ingesteld.
Controleer de
instellingen in de
pritnerdriver of het
programma. (De
instellingen in de
printerdriver en het
programma
onderdrukken de
bedieningspaneelin
stellingen.)
De afdruktaak is niet goed geformatteerd. Papier is niet correct ingevoerd of is
beschadigd.
Er zijn problemen met
de afdrukkwaliteit.
Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt.
(Zie Kies de juiste printerdriver voor uw
specifieke behoeften op pagina 30.)
Controleer de programma-instellingen. (Zie het
programma Help.)
Probeer een ander lettertype.
Gedownloade bronnen kunnen verloren gaan.
U moet ze misschien opnieuw downloaden.
Controleer of het papier goed geladen is en of
de geleiders niet te vast of te los tegen de
papierstapel zitten.
Bij problemen met het afdrukken op aangepast
papier, zie Richtlijnen voor aangepaste
papierformaten op pagina 62.
Bij gekreukte of gekrulde pagina's of wanneer
afbeeldingen scheef worden afgedrukt, zie
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen op
pagina 128.
Pas de
afdrukresolutie aan.
(Zie RESOLUTIE op
pagina 165.)
Controleer of REt is
ingeschakeld. (Zie
RET op
pagina 165.)
Ga naar
Problemen met
afdrukkwaliteit
oplossen op
pagina 128.