HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

196 Bijlage D Specificaties NLWW
Etiketten
VOORZICHTIG Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn
goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Als u problemen hebt met het afdrukken van etiketten, moet u lade 1 gebruiken en de achter-
uitvoerbak openen.
Druk nooit meer dan een keer af op hetzelfde vel etiketten: dit kan leiden tot het loslaten van de
etiketten, vervuiling van de printer en beschadiging van de printer.
Etiketconstructie
Let bij het kiezen van etiketten op de kwaliteit van de diverse bestanddelen:
●
Kleefmiddel: Het kleefmiddel moet stabiel zijn bij een temperatuur van 230° C, de
maximumtemperatuur van de printer.
●
Indeling van etiketvel: Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier
zijn aangebracht. Als u etiketbladen gebruikt met ruimte tussen de etiketten, kunnen de
etiketten tijdens het afdrukken loslaten. Dit veroorzaakt ernstige storingen.
●
Krullen: Voordat ze worden afgedrukt moeten de etiketten vlak liggen met niet meer dan
13 13 mm krulling in één richting
●
Goede staat: Gebruik geen etiketten met kreukels, blaasjes of andere verschijnselen
waaruit blijkt dat het etiket van het grondpapier heeft losgelaten of los kan raken.
Zie “Afdrukken van etiketten” op pagina 58 voor het afdrukken van bladen met etiketten.
Transparanten
Transparanten die in de printer worden gebruikt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van
230° C, de maximumtemperatuur van de printer. Sluit de achterste uitvoerbak om transparanten
naar de bovenste uitvoerbak af te drukken.
Als u problemen hebt met het afdrukken van etiketten, moet u lade 1 gebruiken en de achterste
uitvoerbak openen. Let erop dat u elke transparant uit de uitvoerbak verwijdert tijdens het
afdrukken om te voorkomen dat ze aan elkaar plakken.
VOORZICHTIG Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten gebruiken die zijn
goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
Zie “Transparanten afdrukken” op pagina 59 voor het afdrukken van transparanten.










