HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

198 Bijlage D Specificaties NLWW
Enveloppen bewaren
Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen
moeten plat opgeslagen worden. Als zich lucht in de envelop bevindt, waardoor zich een luchtbel
vormt, kan de envelop tijdens het afdrukken gaan kreukelen.
Kaarten en zwaar papier
Vanuit lade 1 kunnen diverse soorten kaarten worden afgedrukt, met inbegrip van indexkaarten
en briefkaarten. Sommige kaarten geven betere resultaten dan andere, omdat de afwerking
beter geschikt is om door een laserprinter te worden gevoerd.
Gebruik voor de beste prestaties van uw printer geen papier dat zwaarder is dan 200 g/m
2
in de
optionele lade 1 of 120 g/m
2
in andere laden. Papier dat te zwaar is kan verkeerd worden
ingevoerd, problemen geven met stapelen en leiden tot papierstoringen, slecht smelten van de
toner, slechte afdrukkwaliteit en sterke mechanische slijtage.
Opmerking Men kan op zwaarder papier afdrukken als de lade niet helemaal vol is en kort-vezelig papier met
een gladheid van 100 tot 180 Sheffield wordt gebruikt.
Afwerking van kaarten
●
Gladheid: Kaarten moeten een gladheid van 100 tot 180 Sheffield hebben
●
Afwerking: De kaarten moeten plat liggen met minder dan 5 mm krul. Het papier dient
kort-vezelig te zijn voor een betere invoer en ter voorkoming van printerslijtage.
●
Staat: Controleer of de kaarten niet gekreukeld zijn, inkepingen bevatten of anderszins
beschadigd zijn.
●
Formaten: Gebruik alleen kaarten met de volgende afmetingen:
• minimaal: 76 bij 127 mm (3 bij 5 inch)
• maximaal: 216 bij 356 mm (8,5 bij 14 inch)
Voordat u kaarten in lade 1 aanbrengt, dient u te controleren of ze regelmatig van vorm zijn en
niet beschadigd. Zorg bovendien dat de kaarten niet aan elkaar plakken.
Richtlijnen voor kaarten
● Als de kaarten krullen of vastlopen, kunt u proberen ze vanuit lade 1 af te drukken en de
achterste uitvoerbak te openen.
● Stel de marges in op ten minste 6 mm van de randen van het papier.










