HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

NLWW Printersoftware 31
Toegang krijgen tot de printerdriver van Windows
Configuratie van de driver: kies één van de volgende manieren om toegang te krijgen tot de
driver:
Opmerking De instellingen van het programma en de printerdriver onderdrukken de instellingen van het
bedieningspaneel. (De instellingen in het programma hebben namelijk voorrang op de instellingen
in de printerdriver.)
Printerdriver Help
Elke printerdriver heeft Help-vensters die geactiveerd kunnen worden met de knop Help, de F1-
toets of een vraagteken-symbool in de rechterbovenhoek van de printerdriver (afhankelijk van
het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze Help-vensters geven uitgebreide informatie
over de specifieke driver. De Printerdriver Help staat los van uw programma Help.
Besturings-
systeem
Verander tijdelijk de instellingen
(in een programma)
Verander de standaard
instellingen
(voor alle programma’s)
Windows 95, 98, en
Me
Kies in het menu Bestand Afdrukken
en vervolgens Eigenschappen. (De
daadwerkelijke stappen kunnen
variëren; dit is de meest gebruikte
methode.)
Klik op de Start knop, ga naar
Instellingen, en klik dan op Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en kies
Eigenschappen.
Windows NT 4.0 Kies in het menu Bestand Afdrukken
en vervolgens Eigenschappen. (De
daadwerkelijke stappen kunnen
variëren; dit is de meest gebruikte
methode.)
Klik op de Start knop, ga naar
Instellingen, en klik dan op Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en kies
Standaardwaarden of
Eigenschappen.
Windows 2000 Kies in het menu Bestand Afdrukken
en vervolgens Eigenschappen. (De
daadwerkelijke stappen kunnen
variëren; dit is de meest gebruikte
methode.)
Klik op de Start knop, ga naar
Instellingen, en klik dan op Printers.
Klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en kies Afdrukken
Voorkeuren of Eigenschappen.
Windows XP Kies in het menu Bestand Afdrukken
en vervolgens Voorkeuren.
Klik op de knop Start en vervolgens
op Printers en Faxen. Klik met de
rechtermuisknop op het
printerpictogram en kies Afdrukken
Voorkeuren of Eigenschappen.










