HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide

Table Of Contents
46 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
U kunt selecteren hoe de printer het papier uit de laden haalt.
Begrip van ladevolgorde
Wanneer de printer een afdruktaak ontvangt, wordt de lade geselecteerd door vergelijking van
het vereiste papiersoort en -formaat met het papier dat in de laden is geplaatst. Bij een
autoselectie-proces zoekt de printer in alle beschikbare laden naar het papier dat voldoet aan
de afdruktaak. De printer begint bij de onderste lade en eindigt in de bovenste lade (lade 1). De
printer begint met afdrukken zodra het juiste papier (soort en formaat) is gevonden.
Opmerking Het autoselectie-proces verschijnt alleen als er geen specifieke lade voor de taak is aangegeven.
Als een bepaalde lade is aangegeven, wordt de taak vanuit de aangegeven lade afgedrukt.
Als papier in lade 1 is geladen en lade 1 is ingesteld op LADE 1 TYPE=ALLE en LADE 1
FORMAAT=ALLE in het menu Papierverwerking, zal de printer altijd het papier eerst uit lade 1
halen. Zie Gebruik van lade 1 aanpassen op pagina 47 voor meer informatie.
Indien de printer geen geschikt papier vindt, wordt een bericht weergegeven op het
bedieningspaneel dat u het juiste papiersoort en -formaat dient te laden. U kunt het
gevraagde papiersoort / papierformaat laden of het verzoek negeren door een ander
papiersoort / papierformaat in het bedieningspaneel in te voeren.
Indien een lade leeg raakt tijdens een afdruktaak schakelt de printer automatisch over op
een andere lade die hetzelfde papiersoort / papierformaat bevat.
U kunt het autoselectieproces aanpassen door het aanpassen van het gebruik van lade 1 (zoals
uitgelegd in Gebruik van lade 1 aanpassen op pagina 47 of u kunt lade 1 instellen op
handmatig (Zoals uitgelegd in Handmatig papier invoeren in lade 1 op pagina 49).