HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

48 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
Voor afdrukken per type en formaat papier
1 Zorg ervoor dat u de laden op de juiste manier van papier voorziet. (Zie de gedeelten over
het plaatsen van papier, te beginnen met “Laden vullen” op pagina 42.)
2 Open het menu Papierverwerking op het bedieningspaneel van de printer. Selecteer het
papiersoort voor elke lade. Als u niet zeker weet welk soort het is (bijvoorbeeld
bankpostpapier of kringlooppapier), kijk dan op het etiket van de verpakking.
3 Kies de instellingen voor het gewenste papier formaat vanaf het bedieningspaneel
• Lade 1: Stel in het menu Papierverwerking het papierformaat van de printer in als de
printer is ingesteld op LADE 1 SOORT= een ander soort dan WILLEKEURIG. Als er
aangepast papier is geladen, dient u ook het aangepaste papierformaat in het menu
Papierverwerking in te stellen. (Zie voor meer informatie “Richtlijnen voor aangepaste
papierformaten” op pagina 62)
• Lade 2 en optionele laden voor 500 vel: Standaard papierformaten worden
automatisch herkend als het papier correct is geladen in de lade en de geleiders juist zijn
aangepast. (Zie “Lade 2 of een optionele lade voor 500 vel laden” op pagina 43 voor
informatie over aanpassingen in de lade.) Als er aangepast papier is geladen, stelt u de
knop in de lade in op Aangepast en stelt u het aangepaste papierformaat in op het menu
Papierverwerking. (Zie voor meer informatie “Richtlijnen voor aangepaste
papierformaten” op pagina 62)
• Optionele lade voor 1500 vel: Standaard papierformaten worden automatisch herkend
als het papier correct is geladen in de lade en de geleiders juist zijn aangepast. (Zie “Een
optionele lade voor 1500 vel laden” op pagina 45 voor informatie over aanpassingen in de
lade.) Aangepast papier wordt niet ondersteund.
• Optionele envelopinvoer: Stel het papierformaat in vanuit het menu Papierverwerking.
4 Selecteer het gewenste papiersoort en papierformaat in het programma of de printerdriver.
Opmerking Voor printers in een netwerk kunnen de papiersoort en het papierformaat ook worden
geconfigureerd via de HP Web Jetadmin-software.










