HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

52 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
Laden van enveloppen in lade 1
Veel soorten enveloppen kunnen worden afgedrukt vanuit lade 1. De
lade kan maximaal 10 enveloppen bevatten. (Zie “Enveloppen” op
pagina 197 voor specificaties.)
Laden van enveloppen in lade 1
1 Open lade 1, maar trek het verlengstuk niet uit. (Het invoeren van
de meeste enveloppen verloopt gemakkelijker zonder het
verlengstuk. Voor sommige enveloppen van groot formaat kan het
gebruik van het verlengstuk echter nodig zijn.)
2 Laad maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 met de
afdrukzijde naar boven en de frankeerzijde naar de printer toe.
Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te
forceren.
3 “Schuif de geleiders tegen het stapeltje enveloppen, zonder dat
deze echter gaan opbollen.” Let erop dat de enveloppen onder de
tabs passen en niet boven de maximale papier hoogte-indicator
komt.
4 Voor het verminderen van krullen en storingen, opent u de achterste
uitvoerbak om de rechte papierbaan te gebruiken. (Zie “Afdrukken
naar de achterste uitvoerbak” op pagina 37.)
1
2
3










