HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

NLWW Afdrukken op speciaal papier 59
Transparanten afdrukken
Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zie
“Transparanten” op pagina 196 voor specificaties van transparanten.
● Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. In het
submenu Afdrukkwaliteit, selecteert u FUSERMODI. Let erop dat de fusermodus is ingesteld
op TRANSPARANTEN=LAAG.
● In de printerdriver, stelt u de papiersoort in op Transparanten.
●
Open het menu Papierverwerking op het bedieningspaneel van de printer. Stel de soort lade
in op TRANSPARANTEN voor de lade die u gebruikt.
VOORZICHTIG Door de fusermodus niet in te stellen op LAAG kunt u de printer en de fuser permanent
beschadigen.
●
Laad transparanten met de afdrukzijde naar boven in lade 1 met de bovenzijde naar de
printer toe. Vanuit lade 1 kunnen maximaal 50 transparanten worden afgedrukt.
● Vanuit lade 2 en de optionele laden kan een stapel van max. 100 transparanten worden
afgedrukt (stapels van meer dan 50 transparanten tegelijk worden echter afgeraden). Omdat
transparanten zwaarder zijn dan papier moeten de laden niet geheel gevuld worden. Laad
het papier in de laden met de afdrukzijde naar beneden en de bovenste, korte zijde naar u
toegekeerd.
●
Om te voorkomen dat transparanten te heet worden of aan elkaar gaan plakken, dient u de
bovenste uitvoerbak te gebruiken en elke transparant uit de uitvoerbak te verwijderen
voordat u de volgende afdrukt.
● Gebruik slechts één zijde van transparanten voor het afdrukken.
● Plaats de transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit de printer hebt verwijderd en
laat ze zo afkoelen.
●
Wanneer twee of meer transparanten tegelijk in de printer worden gevoerd kunt u proberen
de stapel te drogen met lucht.
● Gebruik transparanten nooit meer dan één keer.










