HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

62 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
Op klein formaat, aangepast formaat of zwaar papier
Op papier zwaarder dan 120 g/m
2
(32 lb) dient alleen vanuit lade 1 op worden afgedrukt.
Aangepast papierformaat kan vanuit lade 1, lade 2, of een optionele lade voor 500 vel worden
afgedrukt.
Opmerking De printer kan tijdens het afdrukken op klein formaat, aangepast formaat of op zwaar papier
langzamer afdrukken.
Voor meer informatie over papier met een speciale afwerking, zoals bankpostpapier, zie “Papier
afdrukken op papier met een speciale afwerking” op pagina 61.
Gewicht en formaten
Zie hieronder voor specificaties als u op aangepast of zwaar papier afdrukt. Meer informatie
vindt u in “Papierspecificaties” op pagina 188.
Richtlijnen voor zwaar papier
Volg deze richtlijnen voor het afdrukken op zwaar papier:
● In het menu Papierverwerking, stelt u LADE SOORT=RUW in voor de lade die u gebruikt.
● Enkele zware papiersoorten vereisen dat u ook een hogere fusermodus selecteert om te
voorkomen dat er tonervegen op het papier ontstaan. Open het menu Apparaat configureren
op het bedieningspaneel van de printer. In het submenu Afdrukkwaliteit, selecteert u
FUSERMODI en vervolgens selecteert u RUW=HOOG 2. De instelling HOOG 2 kan de problemen
met betrekking tot krullen en storingen verergeren.
● Om overige problemen en krullen te verminderen, dient u zwaar papier uit lade 1 af te
drukken naar de achterste uitvoerbak. (Zie “Afdrukken naar de achterste uitvoerbak” op
pagina 37.)
Richtlijnen voor aangepaste papierformaten
Volg deze richtlijnen voor het afdrukken op een willekeurig aangepast papierformaat:
● Voer eerst het papier met de korte zijde in.
● In uw programma, stelt u de paginamarges in op minimaal 4,23 mm (0,17 inch) vanaf de
randen.
● Stel het aangepaste formaat in het programma, in de printerdriver of op het
bedieningspaneel van de printer in. Let erop dat u de schakelaar in de lade op Aangepast
instelt. (Zie “Instelling voor speciale papierformaten” op pagina 64.)
papierlade Minimumformaat Maximumformaat Ondersteunde
gewichten
Lade 1 76 bij 127 mm
(3 bij 5 inch)
216 bij 356 mm
(8,5 bij 14 inch)
60 tot 200 g/m
2
(16 tot 53 lb)
Lade 2 en optionele
lade voor 500 vel
148 bij 210 mm
(5,8 bij 8,2 inch)
216 bij 356 mm
(8,5 bij 14 inch)
60 tot 120 g/m
2
(16 tot 32 lb)










