HP LaserJet 4200 and 4300 series printer - User Guide
Table Of Contents
- Inhoud
- Info over de documentatie
- Basisinformatie over uw printer
- Afdruktaken
- Overzicht
- De uitvoerbak selecteren
- Documenten nieten
- Laden vullen
- Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt
- De juiste fusermodus selecteren
- Afdrukken van enveloppen
- Afdrukken op speciaal papier
- Dubbelzijdig afdrukken (optioneleduplexeenheid)
- Functies van de printerdriver gebruiken
- Functie Taakopslag gebruiken
- Beheer en onderhoud van de printer
- Problemen oplossen
- Overzicht
- Storingen verhelpen
- Storingen oplossen van de bovenklep en gedeelten van inktpatronen
- Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer
- Storingen in de laden verhelpen
- Verhelpen van storingen in de optionele duplexeenheid
- Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten
- Verhelpen van storingen in het fusergedeelte
- Verhelpen van storingen van de optionele stapelaar of nietmachine/stapelaar
- Herhaalde papierstoringen oplossen
- Begrijpen van printerberichten
- Uitleg accessoirelichtjes voor de stapelaar en nietmachine/ stapelaar
- Problemen met afdrukkwaliteit oplossen
- Bepalen van printerproblemen
- Problemen oplossen met de optionele harde schijf
- Problemen oplossen met PS-fouten
- Communiceren met een optionele HPJetdirect printserver
- Klantenservice en - ondersteuning
- Menu's van het bedieningspaneel
- Printergeheugen en uitbreiding
- Printercommando's
- Specificaties
- Overheidsinformatie
- Register

68 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken
Onderstaande figuur geeft een beeld van de vier verschillende afdrukstanden. Deze opties
kunnen worden geselecteerd in de printerdriver (de meest geprefereerde methode) of op het
bedieningspaneel van de printer). (Als u het bedieningspaneel gebruikt, gaat u naar het menu
Apparaat configureren en vervolgens naar het submenu Afdrukken). Selecteer DUPLEX BINDEN.
In het PCL-submenu, selecteert u een instelling voor ORIËNTATIE.)
* Bij gebruik van Windows-drivers moet u
Voorkant boven
selecteren om de gewenste bindopties te krijgen.
1. Lange kant, staand Dit is de standaard printerinstelling en de meest algemeen gebruikte
afdrukstand, waarbij de afgedrukte afbeelding rechtop staat. Pagina’s naast
elkaar worden op de linkerpagina van boven naar beneden gelezen en dan
op de rechterpagina van boven naar beneden.
2. Lange kant, liggend* Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt bij boekhouden, gegevensverwerking
en spreadsheetprogramma’s. De beelden worden om en om ondersteboven
afgedrukt. Pagina’s naast elkaar worden steeds van boven naar beneden
gelezen.
3. Korte kant, liggend Elke afgedrukte afbeelding wordt rechtop afgedrukt. Pagina’s naast elkaar
worden op de linkerpagina van boven naar beneden gelezen en dan op de
rechterpagina van boven naar beneden.
4. Korte kant, staand* Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt met klemborden. De afbeeldingen
worden om en om ondersteboven afgedrukt. Pagina’s naast elkaar worden
steeds van boven naar beneden gelezen.
2
3
5
25
3
3
5
2
3
5
2
3. Korte kant
liggend
4. Korte kant,
staand*
2. Lange kant
liggend*
1. Lange kant,
staand










