HP LaserJet 9040/9050 Gebruikershandleiding
HP LaserJet 9040/9050 serie printers Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen Handelsmerken © 2005 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe, Acrobat en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. ENERGY STAR® is een in de V.S. gedeponeerd merk. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoud 1 Algemene informatie over uw printer Functies en voordelen van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Onderdelen of accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Buitenaanzicht van de printer en accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Lay-out en basisfuncties van het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afdrukken op speciaal papier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier (enkelzijdig) . . 69 Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier (dubbelzijdig) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Etiketten afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Informatie over de printcartridge . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 De printcartridge bestellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .92 De printcartridge vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 Recyclen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Menu Apparaat configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 Submenu Afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 Submenu Afdrukkwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171 Submenu systeeminstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Algemene informatie over uw printer Gefeliciteerd met de aanschaf van uw printer uit de HP LaserJet 9040/9050 serie. Als u dat nog niet gedaan hebt, kunt u de printer installeren aan de hand van de installatie-instructies in de Beknopte handleiding die bij de printer is geleverd. Nu de printer geïnstalleerd en gebruiksklaar is, is het verstandig om een paar minuten de tijd te nemen om de printer te leren kennen.
Geheugen ● 64 MB (megabytes) RAM (random access memory), uitbreidbaar tot 512 MB met behulp van 100-pins DDR (double data rate) DIMM’s (dual in-line memory modules) volgens industriële standaard voor het basismodel HP LaserJet 9040/9050-printer ● 128 MB RAM, uitbreidbaar tot 512 MB met behulp van 100-pins DDR DIMM’s volgens industriële standaard voor de HP LaserJet 9040n/9050n- en de HP LaserJet 9040dn/ 9050dn-printers ● MEt (Memory Enhancement Technology) comprimeert gegevens automatisch zodat het RAM
● Uitvoer • Standaarduitvoerbakken • Standaard bovenste uitvoerbak: De standaard bovenste uitvoerbak bevindt zich aan de bovenzijde van de printer en is in de fabriek ingesteld als standaarduitvoerbak. Deze bak kan maximaal 500 vel papier bevatten. • Standaard linkerbak: De linkeruitvoerbak bevindt zich aan de linkerkant van de printer. Deze bak kan maximaal 100 vel papier bevatten. • Optionele stapelaar voor 3.000 vel: Dit is een stapelsysteem.
Firmware-updates Op de HP-website vindt u informatie voor het uitvoeren van upgrades op de printer- en systeemfirmware. Ga voor het downloaden van de nieuwste firmware naar www.hp.com/go/lj9040_firmware of naar www.hp.com/go/lj9050_firmware en volg de instructies op het scherm. Gebruik de HP Web Jetadmin-software (ga naar www.hp.com/go/webjetadmin) om op eenvoudige wijze firmware-updates naar meerdere printers te sturen.
Onderdelen of accessoires In de volgende tabel vindt u een beschrijving van de onderdelen en accessoires die worden geleverd met, of verkrijgbaar zijn voor gebruik met de printer. Type optie Optie Beschrijving of gebruik Papierverwerking, invoer Optionele lade 1 (multifunctionele lade) Voor automatische invoer van maximaal C8568A 100 vel papier, of kleinere hoeveelheden speciaal afdrukmateriaal zoals enveloppen en etiketten.
Type optie Optie Beschrijving of gebruik Bestelnummer Benodigdheden voor Printcartridge Nieuwe, handige HP-printcartridge met C8543X afdrukken (gemiddeld 30.000 maximale capaciteit. pagina’s met een dekking van ongeveer 5%) Geheugen, lettertypen en massaopslagmedia Nietcassette (voor Nieuwe HP-nietcassette met nietmachine/ 5.000 nietjes. stapelaar) C8091A Nietcassette (voor Nieuwe HP-nietcassette met multifunctionele 5.000 nietjes.
Type optie Optie Beschrijving of gebruik Kabels en interfaceaccessoires EIO-kaarten ● ● ● ● Onderhoudskit NLWW Onderhoudskit voor de printer ● Bestelnummer HP Jetdirect-verbindingskaart voor USB-, seriële en LocalTalkaansluitmogelijkheden HP Jetdirect 620N-printserver voor Fast Ethernet (10/100Base-TX)netwerken (alleen RJ-45) (ingebouwde 10/100Base-TX op de HP LaserJet 9040n/9050n- en 9040dn/9050dn-modellen is standaard) HP 680n Wireless 802.
Buitenaanzicht van de printer en accessoires 1 12 1 11 1 1 13 1 2 1 14 1 3 1 10 1 4 1 9 1 8 1 15 1 16 1 17 1 7 1 6 1 5 1. Standaard bovenste uitvoerbak (uitvoerbak voor afdrukzijde onder) 2. Optionele lade 1 3. Rechterklep 4. Verticale transferklep 5. Optionele lade 4 6. Lade 3 7. Lade 2 8. Linkerklep (achter uitvoerapparaat) 9. Optioneel accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) (binnen de printer) 10. Optioneel uitvoerapparaat (stapelaar voor 3.000 vel, nietmachine/stapelaar voor 3.
Lay-out en basisfuncties van het bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat drie LED-statuslampjes, vier navigatieknoppen, specifieke Helpinformatie, twee taakspecifieke knoppen, een numeriek toetsenbord en een grafisch display (waarin maximaal vier tekstregels kunnen worden weergegeven). 1 2 1 1 3 1 4 1 5 1 12 1 11 1 10 1 9 1 8 1 7 1 6 Bijschrift- Knop nummer Functie 1 MENU Hiermee opent of verlaat u de menu’s.
Bijschrift- Knop nummer STOP 9 Functie Geeft het menu Stop weer met de volgende opties: ● ● ● De huidige afdruktaak annuleren. De printer in de pauzestand zetten. Afdrukken hervatten als de printer in de pauzestand is gezet. Verklaring van de lampjes op het bedieningspaneel Bijschrift- Lampje nummer 10 Attentie 11 Gegevens 12 Klaar Verklaring Uit Er is geen printerfout. Aan Er is een kritieke printerfout opgetreden. Zet de printer uit en weer aan. Knipperend Een handeling is vereist.
Opmerking Instellingen in de printerdriver en de software overschrijven de instellingen van het bedieningspaneel. (De instellingen in het toepassingsprogramma overschrijven de instellingen van de printerdriver). Wanneer u geen toegang hebt tot een menu of een menuoptie, betekent dit dat het menu of de optie geen onderdeel uitmaakt van de printer of dat de netwerkbeheerder de functie heeft vergrendeld. (Op het bedieningspaneel staat Toegang geweigerd MENU'S GEBLOKKEERD.) Vraag de netwerkbeheerder om advies.
Printersoftware Met de printer is een cd met afdruksysteemsoftware meegeleverd. Met de softwareonderdelen en printerdrivers op deze cd-rom kunt u de printer optimaal gebruiken. Zie de installatieinstructies op de cd-rom. Opmerking Zie het Readme-bestand op de website www.hp.com/support/lj9050_lj9040 voor de recentste informatie over de onderdelen van de afdruksysteemsoftware.
Nu bijwerken Als u de configuratie van de HP LaserJet 9040/9050-printer sinds de installatie hebt bijgewerkt, kan de driver automatisch worden bijgewerkt met de nieuwe configuratie in omgevingen die bidirectionele communicatie ondersteunen. Klik op de knop Nu bijwerken om de nieuwe configuratie automatisch bij te werken in de driver. Opmerking De functie Nu bijwerken wordt niet ondersteund door de clientmachine in een Point-and-Printomgeving (wijzen en afdrukken).
Opmerking Als uw systeem niet automatisch via internet naar de recentste drivers zoekt tijdens de softwareinstallatie, kunt u deze downloaden van www.hp.com/support/lj9050_lj9040. Zodra u verbinding hebt, klikt u op Ondersteuning en drivers om de driver te zoeken die u wilt downloaden. U kunt modelscripts voor UNIX en Linux verkrijgen door deze te downloaden vanaf internet of te bestellen bij een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. U kunt de UNIXinstallatieprogramma’s downloaden via www.hp.
Toegang tot de printerdrivers Gebruik een van de volgende methoden voor toegang tot de printerdrivers vanaf uw computer: NLWW Besturingssysteem Tijdelijk wijzigen van instellingen (in een softwareprogramma) Standaardinstellingen van afdruktaken wijzigen (in alle softwareprogramma's) Configuratie-instellingen wijzigen (bijvoorbeeld een nieuwe invoerlade toevoegen) Windows 9X, Windows NT en Windows Me Klik op Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen.
Besturingssysteem Tijdelijk wijzigen van instellingen (in een softwareprogramma) Standaardinstellingen van afdruktaken wijzigen (in alle softwareprogramma's) Configuratie-instellingen wijzigen (bijvoorbeeld een nieuwe invoerlade toevoegen) Macintosh OS X.2 Klik op Druk af in het menu Archief. Wijzig de gewenste instellingen in de diverse pop-upmenu’s. Klik op Druk af in het menu Archief. Wijzig instellingen in de diverse popupmenu’s.
HP LaserJet-hulpprogramma Met het HP LaserJet-hulpprogramma kunnen functies worden bestuurd die niet beschikbaar zijn in de driver. Gebruik de geïllustreerde schermen om de gewenste printerfuncties te selecteren. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om de volgende taken uit te voeren: Opmerking ● de printer benoemen, deze toekennen aan een zone op het netwerk en bestanden en lettertypen downloaden; ● de printer configureren en instellen voor afdrukken met Internet Protocol (IP).
Windows-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken De software op de cd-rom van de printer ondersteunt netwerkinstallaties met een Microsoftnetwerk. Ga voor netwerkinstallaties in andere besturingssystemen naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040, of zie de Network Installation Guide die met de printer is meegeleverd. De HP Jetdirect-printserver die is meegeleverd met de HP LaserJet 9040n/9050n- en de HP LaserJet 9040dn/9050dn-printer heeft een 10/100Base-TX-netwerkpoort.
Macintosh-afdruksysteemsoftware installeren voor netwerken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u Macintosh-afdruksysteemsoftware installeert. De afdruksysteemsoftware ondersteunt Mac OS versies 8.6 tot en met 9.2.x, Mac OS versie 10.1 en later. De afdruksysteemsoftware bevat de volgende onderdelen: ● PostScript® Printer Description (PPD)-bestanden De PPD’s, samen met de PostScript-printerdrivers, bieden toegang tot printerfuncties.
3 Dubbelklik op de map HP LaserJet Installers. 4 Volg de instructies op het computerscherm. 5 Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma voor de betreffende taal. 6 Dubbelklik op de harde schijf van de computer op Applications, dubbelklik op Utilities en dubbelklik vervolgens op Afdrukbeheer. 7 Klik op Voeg printer toe. 8 Selecteer het AppleTalk-verbindingstype op OS X 10.1 en het Rendezvous-verbindingstype op OS X 10.2. 9 Selecteer de printernaam. 10 Klik op Voeg toe.
Software verwijderen uit Macintosh-besturingssystemen Sleep de HP LaserJet-map en de PPD’s naar de prullenmand. Software voor netwerken Zie de HP Jetdirect-beheerdershandleiding voor de printserver voor een overzicht van beschikbare softwareoplossingen voor HP-netwerkinstallatie en -configuratie. U vindt deze handleiding op de cd-rom die met de printer is meegeleverd. HP Web Jetadmin Gebruik HP Web Jetadmin om printers met HP Jetdirect-verbinding te beheren binnen het intranet met behulp van een browser.
Ingesloten webserver Deze printer bevat een ingesloten webserver die toegang geeft tot informatie over printer- en netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma’s kunnen worden uitgevoerd op een zelfde manier als een besturingssysteem zoals Windows een omgeving biedt voor het uitvoeren van programma’s op de computer. De uitvoer van deze programma’s kan vervolgens worden weergegeven in een webbrowser zoals Microsoft Internet Explorer of Netscape Navigator.
Communiceren met een optionele HP Jetdirect-printserver Als u een optionele interne HP Jetdirect-printserver aanschaft en u via het netwerk geen contact met de printer krijgt, controleert u of de printserver wel goed werkt. Controleer de Jetdirectconfiguratiepagina voor het bericht I/O-KAART KLAAR. Een configuratiepagina afdrukken 1 Druk op . 2 Gebruik of om naar Informatie te gaan en druk vervolgens op 3 Gebruik of om naar Configuratie afdrukken en druk vervolgens op . .
Ingesloten webserver Gebruik van de ingesloten webserver De HP LaserJet 9040/9050 serie printers zijn uitgerust met een ingesloten webserver.
HP-werkset De HP-werkset is een op internet gebaseerd softwareprogramma dat u kunt gebruiken voor de volgende taken: ● De printerstatus controleren. ● Interne pagina's met informatie over de printer afdrukken. U kunt de HP-werkset weergeven als de printer is verbonden met een netwerk. De HPwerksetsoftware wordt automatisch geïnstalleerd als onderdeel van de gewone softwareinstallatie. Opmerking U hebt geen internettoegang nodig om de HP-werkset te openen en te gebruiken.
Tabblad Status Het tabblad Status bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina’s: ● Status apparaat. Printerstatusinformatie weergeven. Op deze pagina worden verschillende printercondities aangegeven, zoals papierstoringen of een lege papierlade. Gebruik de virtuele knoppen op het bedieningspaneel op deze pagina om printerinstellingen te wijzigen. Zodra u een probleem met de printer hebt gecorrigeerd, klikt u op de knop Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken. ● Status benodigdheden.
HP-werksetkoppelingen De HP-werksetkoppelingen aan de linkerkant van het scherm bieden koppelingen naar de volgende opties: ● Selecteer een apparaat. U kunt uit alle HP-werksetapparaten selecteren. ● Huidige waarschuwingen bekijken. Geef de huidige waarschuwingen weer voor alle geïnstalleerde printers. (Afdrukken moet bezig zijn om huidige waarschuwingen te kunnen weergeven.) ● Pagina alleen-tekst. Geef de HP-werkset weer als een websitestructuur met koppelingen naar pagina’s met alleen tekst.
34 Hoofdstuk 1 Algemene informatie over uw printer NLWW
2 Afdruktaken In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende basisafdruktaken: NLWW ● Invoerladen vullen ● Afdrukmateriaal plaatsen ● Basisinstructies voor het afdrukken ● Uitvoerlade selecteren ● Enveloppen afdrukken ● De optionele stapelaar voor 3.
Invoerladen vullen Dit gedeelte bevat informatie over het vullen van detecteerbare en niet-detecteerbare afdrukmaterialen van standaard en speciaal formaat in de optionele lade 1, lade 2, lade 3 en de optionele lade 4. VOORZICHTIG Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in de optionele lade 1 en nooit lade 2, lade 3 of de optionele lade 4 opent terwijl u afdrukt vanuit deze lade. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Opmerking 3 Stel de papierlengtegeleiders zodanig bij dat deze de papierstapel net aanraken, maar het papier niet buigen. 4 Controleer of het papier onder de lipjes op de geleiders past, en dat de stapel niet uitsteekt boven de indicatoren voor maximale stapelhoogte. Als u afdrukt op A3, 11 x 17 of ander materiaal van lang formaat, trekt u het verlengstuk van de lade uit tot het niet verder kan. 5 Kijk binnen een paar seconden na het laden van het papier naar het display op het bedieningspaneel.
Opmerking VOORZICHTIG Als u AANGEPAST selecteert als papierformaat, selecteert u ook de maateenheid (de X- en Yafmetingen). 5 Gebruik of om naar LADE 1 SOORT te gaan en druk vervolgens op . 6 Gebruik of om naar de juiste soort te gaan en druk vervolgens op . Het bericht INSTELLING OPGESL. wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel. 7 Druk op MENU om de menu’s te verlaten. 8 Open optionele lade 1. 9 Laad (richt) het papier overeenkomstig het formaat en de afwerkingsopties.
12 Kijk enkele seconden na het laden van het papier naar het bedieningspaneel. De ladeinstellingen worden weergegeven. (Als de tijd al is verstreken, opent en sluit u de lade opnieuw.) 13 Druk op MENU om de menu’s te verlaten. De lade is klaar voor gebruik. Laden 2, 3 en 4 bijvullen De invoerladen voor 500 vel (laden 2 en 3) worden bij de printer geleverd. Lade 4 is een optionele lade die maximaal 2.000 vel papier van standaardformaat kan bevatten. Zie Papierspecificaties voor meer informatie hierover.
3 Stel de voorste papiergeleider (Y) bij door op het lipje op de geleider te drukken en de geleider tegen het juiste papierformaat te schuiven. Opmerking Schuif voor lade 4 bij het laden van papier van Letter-size of 11 x 17 de papiergeleidervergrendeling omlaag. Bij alle andere papierformaten moet de papiergeleidervergrendeling zich omhoog bevinden. VOORZICHTIG Sla in lade 4 nooit papier of andere voorwerpen op in de ruimte links van de papiergeleiders.
5 Stel de schakelaar Custom/Standard (Aangepast/Standaard) in op Standard (Standaard). 6 Sluit de lade. 7 Kijk binnen een paar seconden na het sluiten van de lade naar het bedieningspaneel. (Als de tijd al is verstreken, opent en sluit u de lade.) Op het bedieningspaneel wordt de instelling voor het formaat en de soort van de lade aangegeven. Voer één van de volgende handelingen uit: • Als de instellingen voor formaat en soort correct zijn, drukt u op accepteren.
Niet-detecteerbaar papier van standaardformaat plaatsen in laden 2, 3 en 4 Volg deze procedure om niet-detecteerbaar papier van standaardformaat in de lade te plaatsen. Hier volgen niet-detecteerbare standaardformaten: VOORZICHTIG VOORZICHTIG ● A5 ● 8K ● 16K ● JIS Executive ● Statement ● 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) Zorg ervoor dat u nooit papier verwijdert uit of bijvult in een lade terwijl u vanuit deze lade afdrukt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1 Open de lade zo ver mogelijk.
Opmerking Opmerking NLWW Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor instructies over het laden van voorbedrukt en geperforeerd papier en briefpapier. 5 Stel de linkerpapiergeleider bij door op de lipjes op de geleider te drukken en de geleider te verschuiven totdat deze de rand van het papier net aanraakt. 6 Stel de voorste papiergeleider bij door op de lipjes op de geleider te drukken en de geleider te verschuiven totdat deze de rand van het papier net aanraakt.
9 Kijk binnen een paar seconden na het sluiten van de lade naar het bedieningspaneel. (Als de tijd al is verstreken, opent en sluit u de lade.) Op het bedieningspaneel wordt de instelling voor het formaat en de soort van de lade aangegeven. Voer één van de volgende handelingen uit: • Als de instellingen voor formaat en soort correct zijn, drukt u op accepteren. om de instellingen te • Als de instellingen voor formaat en soort niet correct zijn, drukt u op FORMAAT=* verschijnt. .
4 Opmerking NLWW Laad (richt) het papier in overeenstemming met het formaat. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor instructies over het laden van voorbedrukt en geperforeerd papier en briefpapier. 5 Stel de schakelaar Custom/Standard (Aangepast/Standaard) in op Custom (Aangepast). 6 Stel de linkerpapiergeleider (Y) bij door op de lipjes op de geleider te drukken en de geleider te verschuiven totdat deze de rand van het papier net aanraakt.
8 Opmerking Let op de richting van het papier en op de waarde van de X- en Y-afmetingen. De X- en Yafmeting worden aangegeven in de lade. U hebt deze informatie nodig voor een latere stap. Controleer bij het vullen van lade 4 of de papiergeleidervergrendeling omhoog staat. 9 Sluit de lade. 10 Kijk binnen een paar seconden na het sluiten van de lade naar het bedieningspaneel. (Als de tijd al is verstreken, opent en sluit u de lade.
14 Gebruik het numerieke toetsenbord of de toetsen of om de Y-afmeting (links naar rechts) op te geven en druk vervolgens op . Het bericht INSTELLING OPGESL. verschijnt kort, en vervolgens verschijnt het menu LADE X SOORT. 15 Als u de soortinstelling wilt wijzigen, gebruikt u of om naar de juiste soort te gaan en drukt u vervolgens op . Het bericht INSTELLING OPGESL. verschijnt kort, en vervolgens verschijnt de huidige soort in de afmeting die u hebt geselecteerd.
Afdrukmateriaal plaatsen Plaats de soorten en formaten afdrukmateriaal in de juiste afdrukstand in de lade van waaruit wordt afgedrukt of dubbelzijdig (op beide papierzijden) wordt afgedrukt. Papiersoort Lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand materialen Letter of A4, inclusief briefhoofd (maximaal 216 g/m2) (58 lb bankpost) 1 Nee* Met de lange zijde naar de invoerlade gericht; met de afdrukzijde naar boven.
Papiersoort Lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand materialen Letter of A4, inclusief briefhoofd (maximaal 199 g/m2) (53 lb bankpost) 2, 3 of 4 Nee* Met de lange zijde naar de invoerlade gericht; met de afdrukzijde naar beneden. Opmerking: Bij het afdrukken op papier dat zowel geperforeerd en als voorbedrukt is of briefhoofd bevat, plaatst u het papier op dezelfde manier als bij voorbedrukt papier/ briefpapier.
Papiersoort Lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand materialen Overige standaardformaten en aangepaste formaten (maximaal 199 g/m2) (53 lb bankpost) 2, 3 of 4 Nee* Met de korte zijde naar de invoerlade gericht; met de afdrukzijde naar beneden. Overige standaardformaten en aangepaste formaten (maximaal 216 g/m2) (58 lb bankpost) 1 Ja Met de korte zijde naar de invoerlade gericht; met de eerste afdrukzijde naar beneden.
Papiersoort Lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand materialen Geperforeerd A4- of Letter-papier (maximaal 216 g/m2) (58 lb bankpost) 1 Beide Met de lange geperforeerde zijde naar de invoerlade gericht, met de afdrukzijde naar boven. Opmerking: Bij het afdrukken op papier dat zowel geperforeerd en als voorbedrukt is of briefhoofd bevat, plaatst u het papier op dezelfde manier als bij voorbedrukt papier/ briefpapier.
Papiersoort Lade Dubbelzijdig afdrukken Afdrukstand materialen Etiketten, vellen van A4- of Letter-formaat of transparanten Alleen lade 1 Nee (Nooit dubbelzijdig) Met de lange zijde naar de invoerlade gericht; met de afdrukzijde naar boven. Enveloppen Alleen lade 1 Nee (Nooit dubbelzijdig) Met de korte zijde naar de invoerlade gericht; met de afdrukzijde naar boven en de frankeerzijde naar de printer. Wanneer de breedte van de envelop meer is dan 190 mm voert u eerst de flap in.
Basisinstructies voor het afdrukken In dit hoofdstuk vindt u de basisinstructies voor het afdrukken wanneer de afdrukopties voor deze printer worden ingesteld in de printerdriver voor deze printer (Windows) of voor de Apple LaserWriter (Macintosh). U kunt de printeropties het beste instellen in het programma waarin u werkt of in het dialoogvenster Afdrukken of Print. In de meeste Windows- en Macintoshprogramma's kunt u printeropties instellen.
Uitvoerlade selecteren De printer heeft meerdere uitvoerlocaties: de bovenste standaardbak, de linkeruitvoerbak en de optionele uitvoerapparaten. 1 2 1 De linkeruitvoerbak (1), aan de linkerkant van de printer, kan maximaal 100 vel papier bevatten. De bovenste standaarduitvoerbak (2) bevindt zich aan de bovenzijde van de printer en is in de fabriek ingesteld als standaardbak. In deze bak kunnen maximaal 500 afgedrukte vellen papier in de juiste richting (afdrukzijde naar beneden) worden geplaatst.
Uitvoerbakken van stapelaars of stapelaar/nietmachines Voor de stapelaar voor 3.000 vel of de stapelaar/nietmachine voor 3.000 vel zijn als uitvoerbakken de bovenste bak (1) (afdrukzijde boven) en de onderste bak (2) (afdrukzijde onder) beschikbaar. De bovenste bak (afdrukzijde boven) (1) is de bovenste bak van de stapelaar of de stapelaar/ nietmachine. In deze bak kunnen maximaal 100 afgedrukte vellen papier met de afdrukzijde naar boven worden afgeleverd.
Enveloppen afdrukken U kunt enveloppen afdrukken via de optionele lade 1, waarin u maximaal 10 enveloppen kunt plaatsen. Vanuit de optionele lade 1 kunnen diverse soorten enveloppen worden afgedrukt. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van het soort envelop. Probeer dus altijd een paar proefenveloppen voordat u een grote hoeveelheid koopt. Zie Papierspecificaties of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040 voor specificaties voor enveloppen.
3 Schuif de geleiders tegen het stapeltje enveloppen, zonder dat deze echter gaan opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen. 4 Verplaats de fuserhendels (zie De fuserhendels verplaatsen). De fuserhendels verplaatsen WAARSCHUWING! NLWW 1 Als een optionele uitvoerlade geïnstalleerd is, moet deze eerst worden verwijderd om de linkerklep te kunnen openen. 2 Open de linkerklep. Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Deze kan heet zijn.
3 Opmerking Zoek de twee blauwe hendels en breng deze omhoog. Nadat u de envelop heeft afgedrukt, dient u de fuserhendels weer naar beneden te verplaatsen. 4 Sluit de linkerklep. Enveloppen vanuit een programma afdrukken VOORZICHTIG VOORZICHTIG 1 Plaats de enveloppen in de optionele lade 1. 2 In het programma of in de printerdriver selecteert u de optionele lade 1 als bron. 3 Selecteer het juiste type en formaat envelop. Zie Papierspecificaties of ga naar www.hp.
De optionele stapelaar voor 3.000 vel gebruiken Uitvoerfuncties De optionele stapelaar voor 3.000 vel biedt de volgende uitvoerfuncties: ● Stapelt maximaal 3.000 vel A4- of Letter-papier ● Stapelt maximaal 1500 vel A3- of Ledger-papier ● Offset voor (de eerste pagina) van afdruktaken Bak 2 (afdrukzijde naar beneden op de stapelaar en de stapelaar/nietmachine voor 3.000 vel) op de uitvoerapparaten is de standaardbak voor alle afdrukken.
Nietjes bijvullen Volg voor het bijvullen van nietjes de onderstaande procedure. Nietjes bijvullen 1 Haal de stapelaar/nietmachine uit de printer. 2 Open de klep van de stapelaar/nietmachine. 3 Til de groene tab op de lege nietcassette op en trek deze naar buiten.
NLWW 4 Plaats de nieuwe nietcassette en klik deze vast. 5 Sluit de klep van de nietmachine en plaats de stapelaar/nietmachine in de printer.
De optionele multifunctionele afwerkeenheid gebruiken Zie de Beknopte handleiding van de HP LaserJet 9040/9050 op www.hp.
Nietjes bijvullen NLWW 1 Open de klep van de nietmachine. 2 Schuif de nietmachine naar buiten naar u toe. 3 Draai aan de grote groene knop totdat de blauwe stip in het venster van de nietmachine verschijnt.
4 VOORZICHTIG Draai de kleine groene knop van de nietmachine met de klok mee totdat de nietcassette naar de linkerkant van de nietmachine gaat. De blauwe stip moet verschijnen in het venster van de nietmachine voordat u de nietcassette verwijdert. Als u de nietcassette probeert te verwijderen voordat de blauwe stip in het venster verschijnt, kunt u het afwerkingsapparaat beschadigen. 5 Knijp in de blauwe lipjes van de lege nietcassette en verwijder de lege cassette.
7 Schuif de nietmachine in het afwerkingsapparaat. 8 Sluit de klep van de nietmachine. Brochures maken U hebt toegang tot de functie voor brochures afdrukken via bepaalde programma's zoals DTP-programma's. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het programma voor informatie over het maken van brochures. Als u een programma gebruikt dat het maken van brochures niet ondersteunt, kunt u brochures maken met uw HP-drivers.
Met de functie voor het afdrukken van brochures van de multifunctionele afwerkeenheid kunt u brochures rugnieten en vouwen met de volgende papierformaten: ● A3 ● A4-Rotated (A4-R)* ● Letter-Rotated (Letter R)* ● Legal ● 11 x 17 Zie de handleiding bij de multifunctionele afwerkeenheid op www.hp.com/support/lj9050_lj9040 voor meer details over het maken van brochures. *A4-R en Letter-R zijn A4- en Letter-papierformaten die in de lade 90 graden worden gedraaid.
Optionele postbus met 8 bakken gebruiken Uitvoerfuncties ● Verwerkt een grote hoeveelheid uitvoer en vergroot hierdoor de uitvoercapaciteit van de printer tot 2.000 vel standaardmateriaal ● Gebruikt de bovenste bak voor 125 vel stapelcapaciteit met de afdrukzijde boven ● Levert afdruktaken met de afdrukzijde naar beneden af in de acht bakken met de afdrukzijde naar beneden.
Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken De vier opties voor afdruklay-out zijn hieronder weergegeven. Selecteer zo mogelijk de opties voor binden en afdrukstand voor deze printer in het dialoogvenster Afdrukken. De terminologie in het dialoogvenster Afdrukken voor de bindzijde kan verschillen van de termen in het onderstaande overzicht. Als u deze opties niet kunt instellen vanuit het dialoogvenster Afdrukken, stelt u deze in vanuit het bedieningspaneel.
Afdrukken op speciaal papier In dit gedeelte worden richtlijnen gegeven voor het afdrukken op speciaal afdrukmateriaal zoals briefhoofden, transparanten, ansichtkaarten en aangepast en zwaar papier, en rondom aflopende illustraties. Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier (enkelzijdig) ● Bij het afdrukken op papier met briefhoofd, geperforeerd papier of voorbedrukt papier is het belangrijk om het papier in de juiste afdrukstand in de lade te plaatsen.
Op transparanten afdrukken VOORZICHTIG ● Transparanten die in de printer worden gebruikt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C, de maximumtemperatuur van de printer. ● Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. ● Gebruik de linkeruitvoerbak voor transparanten. Als u de optionele stapelaar, de stapelaar/ nietmachine, de multifunctionele afwerkeenheid of de postbus met 8 bakken selecteert, gebruikt u de bovenste bak voor transparanten.
3 Geavanceerde afdruktaken Overzicht In dit gedeelte worden de volgende geavanceerde afdruktaken behandeld: ● Gebruik van de functies in de printerdriver ● Kalibratie instellen ● Een afwijkende eerste pagina gebruiken ● Een blanco achterblad opnemen ● Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken ● Werking lade 1 aanpassen ● Papier opgeven om op af te drukken ● De taakopslagfuncties gebruiken • Een privé-taak afdrukken • Een afdruktaak opslaan • Snelkopiëren van een taak (QuickCopy) • Een t
Gebruik van de functies in de printerdriver Als u afdrukt vanuit een softwareprogramma, zijn veel van de functies van de printer beschikbaar vanuit de printerdriver. Zie Toegang tot de printerdrivers voor toegang tot Windowsprinterdrivers. Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven meestel de bedieningspaneelinstellingen. (De instellingen in het softwareprogramma overschrijven meestal de instellingen in de printerdriver.
Kalibratie instellen Gebruik de functie Kalibratie instellen om het beeld op de voor- en achterkant van een dubbelzijdig bedrukte pagina te centreren. Met deze functie kunt u tevens het afdrukken van rand-tot-rand instellen tot op circa twee millimeter afstand van alle randen van de pagina. De plaatsing van de afbeelding zal voor elke invoerlade iets verschillen. De uitlijningsprocedure moet voor elke lade worden uitgevoerd.
Een afwijkende eerste pagina gebruiken Een afwijkende eerste pagina afdrukken Volg onderstaande instructies op als de eerste pagina van een afdruktaak afwijkend moet worden afgedrukt dan de rest. De instructies worden gegeven voor lade 1, maar u kunt ook een afwijkende eerste pagina afdrukken vanuit andere laden. 1 Opmerking Selecteer in de Windows-driver "Gebruik ander papier voor eerste pagina". Selecteer één lade voor de eerste pagina en een van de andere laden voor de resterende pagina's.
Een blanco achterblad opnemen Met deze optie kunt u blanco pagina's toevoegen aan het eind van een afdruktaak. Selecteer voor Windows de optie Gebruik ander papier voor eerste pagina op het tabblad Papier van de printerdriver en selecteer vervolgens Achterblad. U kunt vervolgens de papierbron kiezen die u wilt gebruiken voor het achterblad. Om deze functie uit te schakelen selecteert u Geen achterblad. Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken.
In het programma of in het dialoogvenster Afdrukken selecteert u de papiersoort en het papierformaat voor een lade, indien mogelijk. Als dit niet mogelijk is, stelt u deze in vanaf het bedieningspaneel op de printer. (Zie Papier opgeven om op af te drukken.
Afdrukken per soort en formaat papier Opmerking Instellingen in de printerdriver en het softwareprogramma overschrijven de instellingen in het bedieningspaneel. (De instellingen in het softwareprogramma overschrijven de instellingen in de printerdriver.) 1 Plaats het papier in de laden en stel ze af. (Zie Invoerladen vullen of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040.) 2 Op het bedieningspaneel van de printer drukt u op PAPIERVERWERKING en drukt u vervolgens op .
De taakopslagfuncties gebruiken Er zijn vier speciale taakopslagfuncties beschikbaar voor deze printer. Deze zijn allevier alleen beschikbaar als er een harde schijf is geïnstalleerd. Privé-taken en 'Controleren en vasthouden'taken zijn beschikbaar in het RAM (als er geen harde schijf is geïnstalleerd). ● Privé-taken. Wanneer u een privé-taak naar de printer stuurt, wordt de taak pas afgedrukt nadat u een PIN-code hebt ingevoerd bij de printer. ● Opgeslagen taken.
Privé-taken vrijgeven Een privé-taak kan worden afgedrukt via het bedieningspaneel. Privé-taken vrijgeven 1 Druk op . 2 Gebruik of 3 Blader naar GEBRUIKERSNAAM en druk op 4 Gebruik 5 Gebruik of om naar Afdrukken te gaan en druk vervolgens op afdrukpictogram moet worden weergegeven.) 6 Gebruik het numerieke toetsenbord om de pincode in te voeren en druk op of om naar Taak ophalen te gaan en druk vervolgens op . . om naar uw taak te gaan en druk vervolgens op . . (Naast het .
Een opgeslagen taak afdrukken Een afdruktaak die is opgeslagen op de harde schijf van de printer, kan via het bedieningspaneel worden afgedrukt. Een opgeslagen taak afdrukken 1 Druk op . 2 Gebruik of 3 Ga naar GEBRUIKERSNAAM en druk op 4 Gebruik 5 Voor het afdrukken van het standaardaantal exemplaren drukt u op . Wanneer is geselecteerd, wordt het scherm gewijzigd in Aantal=n.
Extra exemplaren afdrukken van QuickCopy-taken In dit gedeelte wordt beschreven hoe u via het bedieningspaneel extra exemplaren kunt afdrukken van een taak die op de harde schijf van de printer is opgeslagen. Meer exemplaren afdrukken van een QuickCopy-taak 1 Druk op . 2 Gebruik of 3 Ga naar GEBRUIKERSNAAM en druk op 4 Gebruik 5 Wanneer u het standaardaantal exemplaren wilt afdrukken, gaat u naar de volgende stap. Zo niet, dan controleert of wijzigt u het aantal af te drukken exemplaren.
Een 'Controleren en vasthouden'-taak aanmaken VOORZICHTIG Wanneer de printer extra ruimte nodig heeft voor het opslaan van nieuwe 'Controleren en vasthouden'-taken dan worden de oudste 'Controleren en vasthouden'-taken gewist. Om een taak permanent op te slaan en te voorkomen dat de printer een taak verwijdert wanneer ruimte nodig is, selecteert u de optie Opgeslagen taak in de driver in plaats van de optie Controleren en vasthouden.
4 Beveiligingsfuncties Overzicht In dit hoofdstuk worden belangrijke beveiligingsfuncties besproken die op de printer beschikbaar zijn: NLWW ● Schijf beveiligd wissen ● Beveiligingsvergrendeling ● Taakopslagfuncties Overzicht 83
Schijf beveiligd wissen U moet mogelijk verwijderde gegevens op de harde schijf van de printer beveiligen tegen onbevoegde toegang. Schijf beveiligd wissen (Secure Disk Erase) is een beveiligingsfunctie waarmee u afdruktaken veilig van de harde schijf van de printer kunt wissen. Beveiligingsniveaus worden ingesteld via HP Web Jetadmin. Er zijn drie niveaus beschikbaar voor Schijf beveiligd wissen: ● Niet-beveiligd snel wissen (Non-Secure Fast Erase) Dit is een eenvoudige wisfunctie voor bestandstabellen.
Beveiligingsvergrendeling De beveiligingsvergrendeling is een mechanische vergrendeling die kan worden gebruikt om het verwijderen van interne computeronderdelen te verhinderen. Optionele EIO-accessoires zijn echter niet beveiligd. Schaf de vergrendeling apart aan en installeer deze op het product. Taakopslagfuncties Er zijn diverse taakopslagfuncties voor de printer beschikbaar.
86 Hoofdstuk 4 Beveiligingsfuncties NLWW
5 Printeronderhoud Overzicht In dit hoofdstuk wordt het normale printeronderhoud toegelicht.
Reinigen van de printer Algemene reiniging Om de printerkwaliteit te handhaven, dient u de printer grondig te reinigen: ● telkens wanneer u de printcartridge verwisselt; ● telkens wanneer er zich afdrukproblemen voordoen. Reinig de buitenkant van de printer met een met water licht bevochtigde doek. Reinig de printer van binnen met een droge, niet pluizende doek. Neem alle waarschuwingen en aanbevelingen over reinigen in acht die op de volgende pagina’s worden gegeven.
Opmerking NLWW Als er toner op uw kleding komt, kunt u deze met een droge doek afvegen en de kleding in koud water wassen. Met warm water maakt de toner een blijvende vlek in de stof. 3 Veeg tonerresten met een droge, niet pluizende doek af van de papierbaan, de registratierol en de ruimte voor de printcartridge. 4 Vervang de printcartridge. 5 Plaats de groene hendel weer terug in de vergrendelde stand. 6 Sluit de voorklep, sluit alle kabels weer aan en zet de printer aan.
Printeronderhoudskit Opmerking De printeronderhoudskit is een verbruiksartikel en valt niet onder de garantie. Voor een optimale afdrukkwaliteit raadt HP aan de printeronderhoudskit bij ongeveer elke 350.000 pagina's te gebruiken. Afhankelijk van het type afdrukken moet u de kit mogelijk vaker vervangen. Als u vragen hebt over hoe vaak u een onderhoudskit moet gebruiken, kunt u contact opnemen met het ondersteuningscentrum op www.hp.com/support/lj9050_lj9040.
Gebruik van de printcartridge Wanneer u een nieuwe printcartridge van HP gebruikt, (C8543X) is de volgende informatie over benodigdheden beschikbaar: ● resterende levensduur van de cartridge ● geschatte aantal resterende pagina's ● aantal afgedrukte pagina's ● overige productinformatie Echtheidscontrole van printcartridge De printer kan herkennen of een cartridge een echte HP-printcartridge is wanneer u deze in de printer plaatst.
Gebruik van de ingesloten webserver 1 Typ in uw internetbrowser het IP-adres van de home-pagina van de printer. U komt nu in de statuspagina van de printer. 2 Klik links op het scherm op Status benodigdheden. U komt nu op de statuspagina van printerbenodigdheden waar u informatie over het tonerniveau kunt vinden. Zie Statuspagina benodigdheden voor informatie over de statuspagina printerbenodigdheden.
De printcartridge vervangen Wanneer de printcartridge bijna leeg is, wordt op het bedieningspaneel van de printer het bericht VERVANG CARTRIDGE weergegeven. De printer gaat door met afdrukken (als de gebruiker niet ingrijpt) totdat de drum leeg is, maar na weergave van dit bericht kan HP de afdrukkwaliteit niet meer garanderen.
Waarschuwingen instellen U kunt HP Web Jetadmin of de ingesloten webserver van de printer gebruiken om uw systeem in stellen voor het geven van waarschuwingen bij problemen met de printer. De waarschuwingen worden gegeven in de vorm van een e-mailbericht aan het door u opgegeven e-mailadres.
6 Problemen oplossen Overzicht In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen kunt oplossen. NLWW Papierstoringen verhelpen Het komt soms voor dat er tijdens het afdrukken een papierstoring optreedt. In deze paragraaf vindt u aanwijzingen voor het opsporen en verwijderen van vastgelopen papier en het verhelpen van herhaaldelijke papierstoringen. Printerberichten begrijpen Op het display van het bedieningspaneel van de printer kunnen diverse berichten verschijnen.
Papierstoringen verhelpen Wanneer via een bericht op het bedieningspaneel van de printer een papierstoring wordt gemeld, controleert u de aanwezigheid van papier op de plaatsen die worden aangegeven in de volgende afbeelding. Het is mogelijk dat u ook op plaatsen moet zoeken die niet worden aangegeven in het papierstoringsbericht. Wanneer de locatie van de papierstoring niet duidelijk is, kijkt u eerst in het gedeelte bij de voorklep.
Papierstoringen verhelpen bij de invoerladen Papierstoringen verhelpen in optionele lade 1 1 Controleer de aanwezigheid van papier bij optionele lade 1 en verwijder eventueel papier uit dit gedeelte. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier heeft verwijderd. 2 Open en sluit de rechterklep om de printer opnieuw te initialiseren. Papierstoringen verhelpen bij de rechterklep NLWW 1 Open de rechterklep.
3 Open de klep voor toegang tot de papierstoring. Trek het groene lipje omhoog. 4 Verwijder papier uit dit gedeelte door het uit de printer te trekken. 5 Druk het groene lipje terug in de oorspronkelijke positie. 6 Sluit de rechterklep. Papierstoringen verhelpen in lade 2 en lade 3 1 Open de lade zo ver mogelijk. 2 Controleer de aanwezigheid van papier bij de lade en verwijder eventueel papier uit dit gedeelte. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier heeft verwijderd.
3 Sluit de lade. 4 Open en sluit de rechterklep om de printer opnieuw te initialiseren. Papierstoringen verhelpen in optionele lade 4 NLWW 1 Open de verticale transferklep van de optionele lade 4. 2 Controleer de aanwezigheid van papier verwijder eventueel papier uit dit gedeelte. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier hebt verwijderd.
3 Als u geen papier hebt gezien in de rechterklep, opent u de optionele lade 4. 4 Controleer de aanwezigheid van papier bij de lade en verwijder eventueel papier uit dit gedeelte. Controleer zorgvuldig of u alle stukjes gescheurd papier heeft verwijderd. 5 Sluit optionele lade 4. 6 Sluit de verticale transferklep.
Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid van de printer Papierstoringen verhelpen in de duplexeenheid van de printer WAARSCHUWING! NLWW 1 Wanneer een optionele uitvoerlade geïnstalleerd is, dan moet deze eerst worden verwijderd om de linkerklep te kunnen openen. 2 Open de linkerklep en verwijder eventueel papier zorgvuldig uit dit gedeelte. Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Deze kan heet zijn.
5 Open de voorklep. 6 Controleer de aanwezigheid van papier in de duplexeenheid en verwijder papier door het uit de printer te trekken. Zorg ervoor dat u het papier niet scheurt. 7 Plaats de duplexeenheid terug in de printer door deze in de sleuf te laten glijden totdat de eenheid op zijn plaats wordt vergrendeld. 8 Sluit alle geopende kleppen. Wanneer een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd, moet deze worden teruggeplaatst op de printer.
Papierstoringen verhelpen in de uitvoergedeelten Papierstoringen verhelpen in de standaarduitvoerbak 1 Wanneer zich een papierstoring voordoet in het uitvoergedeelte, trek het vastgelopen papier dan langzaam en voorzichtig in een rechte baan uit de printer zodat het papier niet scheurt. 2 Open de linkerklep en verwijder eventueel papier zorgvuldig uit dit gedeelte. (Wanneer een optionele uitvoerlade geïnstalleerd is, dan moet deze eerst worden verwijderd om de linkerklep te kunnen openen.
2 WAARSCHUWING! Open de linkerklep. Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Deze kan heet zijn. 3 Verwijder vastgelopen of beschadigd papier uit dit gedeelte door het uit de printer te trekken. 4 Druk de groene hendel naar beneden en controleer zorgvuldig of er papier aanwezig is. Zorg ervoor dat alle stukjes gescheurd papier zijn verwijderd. 5 Sluit de linkerklep. Wanneer een optionele uitvoerlade is geïnstalleerd, moet deze worden teruggeplaatst op de printer.
Papierstoringen verhelpen in de multifunctionele afwerkeenheid NLWW 1 Open de klep van de afwerkeenheid. 2 Trek het papier langzaam en voorzichtig recht uit de afwerkeenheid zodat het niet scheurt. 3 Sluit de klep van de afwerkeenheid.
4 Haal de afwerkeenheid weg bij de printer. 5 Verwijder voorzichtig eventueel papier uit het uitvoergebied van de printer. 6 Verwijder voorzichtig eventueel papier uit het invoergebied van de afwerkeenheid. 7 Open de klep van de nietmachine.
8 Als u een brochurestoring wilt verhelpen, draait u de onderste groene knop met de klok mee om de brochure te verwijderen. 9 Sluit de klep van de nietmachine. 10 Sluit de afwerkeenheid weer aan.
Vastgelopen nietjes verwijderen uit de optionele stapelaar/nietmachine 1 Schuif de stapelaar/nietmachine weg bij de printer. 2 Open de klep van de nietmachine. 3 Til op de nietcassette de groene tab op en trek de cassette naar buiten.
NLWW 4 Trek de cassettehendel omhoog. 5 Verwijder het vastgelopen nietje. 6 Duw de cassettehendel weer naar beneden. 7 Plaats de nieuwe nietcassette en klik deze vast. 8 Sluit de klep van de nietmachine.
9 Opmerking Plaats de stapelaar/nietmachine terug op de printer. Na het verwijderen van vastgelopen nietjes moet de nietmachine opnieuw worden gevuld. Hierdoor is het mogelijk dat de eerste paar documenten (niet meer dan vijf) niet worden geniet. Wanneer een afdruktaak wordt verzonden en de nietmachine is vastgelopen of leeg is, dan wordt de taak afgedrukt zolang de baan naar de uitvoerlade niet geblokkeerd is.
VOORZICHTIG 3 Draai aan de grote groene knop totdat de blauwe stip in het venster van de nietmachine verschijnt. 4 Draai de kleine groene knop van de nietmachine met de klok mee totdat de nietcassette naar de linkerkant van de nietmachine gaat. De blauwe stip moet verschijnen in het venster van de nietmachine voordat u de nietcassette verwijdert. Als u de nietcassette probeert te verwijderen voordat de blauwe stip in het venster verschijnt, kunt u de afwerkeenheid beschadigen.
6 Trek de hendel met de groene stip omhoog. 7 Verwijder het beschadigde nietje. 8 Druk de hendel met de groene stip omlaag. 9 Installeer de nietcassette opnieuw. 10 Schuif de nietmachine in de afwerkeenheid.
11 Sluit de klep van de nietmachine. In zeldzame gevallen kan een nietje vastlopen in het bovenste deel van de nietkop. NLWW 1 Volg stappen 1 tot en met 4 voor het verwijderen van vastgelopen nietjes van de multifunctionele afwerkeenheid (zie Vastgelopen nietjes verwijderen uit de optionele afwerkeenheid). 2 Zoek het beschadigde nietje aan de achterkant van de nietmachine en verwijder het.
Storingen verhelpen in de postbus met 8 bakken Opmerking Controleer of het gebruikte papier niet te dik of te zwaar is voor de postbus met 8 bakken. Zie Papierspecificaties. 1 Haal de de postbus met 8 bakken weg van de printer. Ga hiervoor aan de linkerkant van de printer staan en trek de postbus met 8 bakken recht naar u toe. 2 Verwijder voorzichtig de bovenste bak (afdrukzijde naar boven).
Herhaalde papierstoringen verhelpen Situatie Oplossing Herhaaldelijke papierstoringen van algemene aard 1. Controleer of het papier correct in de laden is geplaatst en of alle breedtegeleiders juist zijn ingesteld (zie Afdruktaken). 2. Zorg dat de papierlade is ingesteld op het geplaatste papierformaat en dat er niet te veel papier in de lade is geplaatst. 3. Probeer de stapel papier in de lade om te draaien.
Printerberichten begrijpen In het display van het bedieningspaneel verschijnen printerberichten die de normale status van de printer aangeven (zoals Taak wordt verwerkt), of een foutstatus (zoals Sluit rechterklep) waaraan de gebruiker aandacht dient te besteden. In Berichten op het bedieningspaneel oplossen wordt een overzicht gegeven van belangrijke berichten en berichten die mogelijk onduidelijk zijn. Berichten worden weergegeven in alfabetische volgorde.
Berichten op het bedieningspaneel oplossen Bericht Uitleg of aanbevolen handeling Toegang geweigerd MENUS GEBLOKKEERD De functie op het bedieningspaneel van de printer die u wilt gebruiken, is vergrendeld om ongeoorloofde toegang te verhinderen. Vraag de netwerkbeheerder om advies. HANDELING NU NIET MOG. IN LADE X ELK FORM./ELK AANG. niet mog. bij lade De gebruiker wil een dubbelzijdig document afdrukken vanuit een lade die is ingesteld op Elk formaat of Elk aangepast.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling Reinigen... De printer verwerkt de reinigingspagina. SCHIJF REINIGEN % VOLTOOID... De harde schijf of de compactflash-schijf wordt gereinigd. Neem contact op met de netwerkbeheerder. Niet uitschakelen wordt afgewisseld met Druk voor Help op SLUIT RECHTERKLEP Zet uit en weer aan voor doorgaan De rechterklep is open en moet worden gesloten om het afdrukken te kunnen hervatten. wordt afgewisseld met SLUIT RECHTERKLEP Druk voor Help op Maken...
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling PLAATS OF SLUIT LADE xx De aangegeven laden moet worden geplaatst of worden gesloten om het afdrukken te hervatten. Druk voor Help op Druk voor Help op De printcartridge is verwijderd of is op onjuiste wijze geplaatst. Plaats de printcartridge opnieuw om het afdrukken te hervatten. Onvoldoende geh. om lettertypen/gegevens te laden De printer heeft onvoldoende geheugen om de gegevens te laden (bijvoorbeeld lettertypen of macro’s) van de opgegeven locatie.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling BESTEL CARTRIDGE XXXX PAGINA’S OVER De printcartridge is bijna op en de instelling CARTRIDGE BIJNA LEEG in het submenu SYSTEEMINSTELLINGEN is ingesteld op DOORGAAN. Er zit nog toner in de printcartridge voor ongeveer 2 weken normale afdrukcapaciteit. Dit biedt voldoende tijd om een nieuwe printcartridge te bestellen. Druk voor Help op Pauze Terug naar Klaar: druk op STOP Het product is gepauzeerd, maar er zijn geen fouten.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling NIETMACHINE LEEG De nietmachine is leeg en er moeten nietjes worden bijgevuld. Druk voor Help op NIETEN ONDERBROKEN Verwijder het vastgelopen nietje. TEVEEL PAGINA’S OM TE NIETEN De taak is te groot om te nieten. De taak wordt ongeniet afgedrukt. Verklein het aantal pagina's in de taak om te nieten. Druk voor Help op TEVEEL PAGINA’S IN TAAK De taakhoogte is groter dan de capaciteit van de afwerkeenheid.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 21 PAGINA TE COMPLEX Het opmaakproces van de pagina verliep niet snel genoeg voor de printer. Druk voor Help op Druk op om de verstuurde gegevens af te drukken (Sommige gegevens kunnen verloren zijn gegaan.) Doorgaan: druk op Wanneer dit bericht vaak verschijnt, moet de afdruktaak worden vereenvoudigd of moet er geheugen worden toegevoegd. 22 EIO x BUFFER OVERFLOW Er zijn te veel gegevens verzonden naar de EIO-kaart in de opgegeven sleuf (x).
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 41.3 ONVERW. FORMAAT IN LADE xx In lade ( xx) is papier geplaatst dat in de invoerrichting langer of korter is dan het formaat dat voor de lade is ingesteld. Druk voor Help op Druk op om naar LADE xx FORMAAT= te gaan. Stel het formaat in de lade opnieuw in zodat de printer een lade gebruikt met het vereiste formaat voor de afdruktaak. wordt afgewisseld met Om lade te wijzigen druk op Als de foutmelding niet verdwijnt, zet dan de printer uit en weer aan.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 55.xx.yy DC CONTROLLERFOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. Druk voor Help op Als de foutmelding niet verdwijnt, zet dan de printer uit en weer aan. wordt afgewisseld met Zet uit en weer aan voor doorgaan Wanneer het bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een erkende HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de HP-ondersteuningsbrochure of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040.) 56.xx FOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden.
Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 68.x OPSLAGFOUT INSTELL GEWIJZIGD Er is een fout opgetreden in het permanente geheugen van de printer (NVRAM) en één of meer printerinstellingen zijn op de standaardwaarde ingesteld. Druk voor Help op wordt afgewisseld met U kunt doorgaan met afdrukken, maar er kunnen zich enkele onverwachte functies voordoen omdat een fout is opgetreden in het permanent geheugen. Doorgaan: druk op Wanneer u op drukt, wordt het bericht gewist.
Problemen met de uitvoerkwaliteit verhelpen Gebruik de voorbeelden in de storingentabel voor het bepalen van het kwaliteitsprobleem dat u ondervindt en raadpleeg vervolgens de pagina's waarnaar wordt verwezen om het probleem op te lossen. Opmerking In de voorbeelden hieronder is papier van Letter-formaat gebruikt dat in de printer is ingevoerd met de lange kant eerst.
Lichte of vage afdrukken ● De printcartridge is bijna leeg. Vervang de printcartridge. ● Onderhoud kan noodzakelijk zijn. Controleer dit door een exemplaar van de statuspagina benodigdheden af te drukken (zie Statuspagina benodigdheden). Als de printer aan onderhoud toe is, kunt u een printeronderhoudskit bestellen en installeren. (Zie de HP-ondersteuningsbrochure of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040.) ● De printcartridge is bijna leeg. Vervang de printcartridge.
Tonervegen Zie ook Losse toner. ● Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. ● Probeer een andere papiersoort te gebruiken. ● Controleer of aan de omgevingseisen van de printer is voldaan (zie Omgevingseisen). ● Reinig de binnenkant van de printer (zie Reinigen van de printer, of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040) en druk handmatig een reinigingspagina af om de fuser te reinigen (zie De reinigingspagina van de printer gebruiken).
Scheve afdruk ● Druk nog enkele pagina's af om te zien of het probleem zich vanzelf oplost. ● Kijk of er geen afgescheurde stukjes papier binnen in de printer aanwezig zijn. ● Controleer of het papier correct is geplaatst, of alle aanpassingen zijn gemaakt en of het papier zich onder de hoeklipjes bevindt (zie Afdrukmateriaal plaatsen). ● Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook het papier 180° te draaien.
Het kreuken van enveloppen voorkomen Wanneer enveloppen kreuken bij het afdrukken, zorg dan eerst dat u ondersteunde enveloppen gebruikt. Voer vervolgens de volgende procedure uit om de fuserhendels in een hogere stand te plaatsen voor het afdrukken van enveloppen. Het kreuken van enveloppen voorkomen 1 WAARSCHUWING! Open de linkerklep (wanneer een optionele uitvoerlade geïnstalleerd is, dan moet deze eerst worden verwijderd). Voorkom contact met de naastliggende fuserzone. Deze kan HEET zijn.
Algemene printerproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen Opmerking NLWW ● Controleer of het materiaal dat in de laden is geplaatst, uit een nieuw geopende riem komen, geen defecten heeft en goed is geladen met aangepaste papiergeleiders. ● Controleer of het product gebruikmaakt van een speciaal circuit en direct op een wandcontactdoos is aangesloten. Voor meer informatie over optionele HP-apparatuur kunt u de gebruikershandleiding van het betreffende apparaat raadplegen.
Situatie Oplossing Er wordt een pagina niet afgedrukt. Gebruik de instelling PS-FOUTEN AFDRUKKEN=AAN en stuur de afdruktaak opnieuw naar de printer om een pagina met PS-fouten af te drukken. Als dit het probleem niet oplost, probeer dan Instellingen voor opslaan van bronnen en I/O-bufferinstellingen uit te schakelen of meer geheugen te installeren (zie PCL- of PS-lettertypenlijst). Er wordt een pagina met afgesneden marges afgedrukt.
Situatie Oplossing Het bericht HANDMATIG INVOEREN [SOORT] [FORMAAT] kan niet worden gewist. ● Probleem met computersoftware. Controleer of uw computer correct werkt door af te drukken vanuit een programma waarvan u zeker weet dat het goed werkt of door een tekstbestand zonder opmaak af te drukken om na te kunnen gaan of het een probleem met uw programma of met de printerdriver betreft. (Bijvoorbeeld C:\dir>LPTn waarin n het nummer is van de computerpoort waarop de printer is aangesloten, zoals LPT1.
Situatie Oplossing Storingen in duplexeenheid. Controleer of u papier gebruikt waarvan het gewicht en het formaat worden ondersteund. (Zie Papierspecificaties of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040.) Het afdrukken van de eerste pagina duurt veel langer dan het afdrukken van de overige pagina's. ● Vervormde afdrukken, afdrukken die elkaar overlappen of onvolledige afdrukken. ● ● ● ● ● ● Herhaaldelijke nietmachinestoringen van algemene aard. ● Taak bevat onjuiste lettertypen.
Situatie Oplossing De afdruktaak wordt afgedrukt in Courier (het standaardlettertype van de printer) in plaats van het door u gevraagde lettertype. ● ● ● ● De taak wordt op de verkeerde zijde van het papier afgedrukt. ● ● ● Taak niet dubbelzijdig afgedrukt. ● ● ● Taak niet geniet. ● ● ● ● ● ● ● NLWW Controleer of u het papier correct heeft geplaatst. (Zie Invoerladen vullen of ga naar www.hp.com/support/lj9050_lj9040.
Situatie Oplossing De laatste pagina is niet afgedrukt en het gegevenslampje brandt. ● ● ● ● ● ● Controleer of u de juiste printerdriver gebruikt. Mogelijk wordt nog een complexe afdruktaak verwerkt. De printer wacht mogelijk op het einde van een bestand dat niet met de taak is verstuurd. Druk op om het te versturen. Zorg dat de printer niet in de pauzestand staat. Controleer of VERWERKEN… op het display van het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Situatie Oplossing Printer herkent de harde schijf niet. Zet de printer uit en controleer of de harde schijf correct is geïnstalleerd en goed vastzit in de sleuf. Printer herkent optionele lade 4 niet. ● ● ● ● Controleer of u de optionele lade 4 hebt geselecteerd in de printerdriver (zie Printersoftware). Zet de printer uit en weer aan. Controleer of het stroomsnoer is bevestigd in optionele lade 4.
Situatie Oplossing Printer reageert gewoonlijk langzaam. ● ● De snelheid van de printer is in grote mate afhankelijk van de instelling van uw softwareprogramma, de printerdriver die u gebruikt en de drukte op het netwerk. Raadpleeg de beknopte handleiding voor configuratie-informatie. Mogelijk moet u geheugen toevoegen (zie Geheugen en lettertypen installeren). Probleem met printerpoort. Controleer of de computerpoort goed is geconfigureerd en op de juiste wijze functioneert.
Situatie Oplossing De software selecteert de verkeerde poort. Controleer de poortinstellingen in uw besturingssysteem om na te gaan of de afdruktaak naar de juiste poort wordt verstuurd (bijvoorbeeld LPT1). Het papierformaat dat is Zorg dat het aangepaste papierformaat dat is ingesteld in het ingesteld in het bedieningspaneelmenu overeenkomt met dat in de printerdriver. bedieningspaneel wijkt af van dat in de printerdriver.
Gebruik van de ingesloten webserver Homepagina's De homepagina's van de ingesloten webserver zijn de informatiepagina's van de printer. Deze bevatten de volgende informatie: ● Statuspagina benodigdheden Op deze pagina wordt het bedieningsvenster van de printer met de huidige berichten weergegeven. Ook worden de verschillende statuslampjes en de knoppen van het bedieningspaneel weergegeven, zodat u op deze pagina de menu-instellingen van het bedieningspaneel van de printer kunt wijzigen.
Apparaatpagina's Gebruik de apparaatpagina's van de ingesloten webserver om de printer via de pc te configureren. Deze pagina's kunnen worden beveiligd met een wachtwoord. Raadpleeg altijd eerst uw netwerkbeheerder voordat u de instellingen van uw printer wijzigt. ● Printerconfiguratiepagina Op deze pagina kunt u alle printerinstellingen configureren. ● Waarschuwingenpagina Op deze pagina kunt u de ontvangers instellen die u op de hoogte wilt brengen van printergebeurtenissen.
Afdrukken van informatiepagina's Vanuit het bedieningspaneel van de printer kunt u de volgende pagina's afdrukken die informatie bevatten over de printer en zijn configuratie: ● Menustructuur ● Configuratiepagina ● Statuspagina benodigdheden ● Gebruikspagina ● Bestandsdirectorypagina ● Lettertypenlijst voor PCL- of PS-driver Een informatiepagina afdrukken 1 Druk op . 2 Gebruik of om naar Informatie te gaan en druk vervolgens op 3 Gebruik op .
De printerconfiguratie controleren Informatie over de printerconfiguratie vindt u in de Beknopte handleiding die bij de printer is geleverd. Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven over de printer en zijn huidige configuratie.
Configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om uw huidige printerinstellingen te bekijken, voor hulp bij het oplossen van printerproblemen of voor het controleren van de installatie of optionele accessoires zoals geheugen (DIMM's), papierladen en printertalen. Opmerking Als er een HP Jetdirect-printserver is geïnstalleerd, wordt er ook een HP Jetdirectconfiguratiepagina afgedrukt.
Statuspagina benodigdheden De statuspagina van printerbenodigdheden geeft u informatie over de in uw printer geïnstalleerde printcartridge, de hoeveelheid resterende toner in de printcartridge en het aantal pagina's en taken die met de toner zijn verwerkt. Op deze pagina kunt u tevens zien wanneer u het volgende onderhoud dient uit te voeren.
Gebruikspagina Gebruik de gebruikspagina voor het verkrijgen van informatie over paginaformaat en het aantal afgedrukte pagina's. De gebruikspagina bevat de volgende informatie: 1 2 3 4 1 Productnaam en Naam apparaat geven de serie aan van de gebruikte HP LaserJet-printer. 2 Onder Gebruiksstatistieken vindt u informatie over de soort afgedrukte pagina's, het aantal enkelzijdig afgedrukte pagina's, het aantal dubbelzijdig afgedrukte pagina's en het totaal aantal afgedrukte pagina's.
PCL- of PS-lettertypenlijst Gebruik de lettertypenoverzichten om te bekijken welke lettertypen in de printer geïnstalleerd zijn. (De lettertypenoverzichten geven ook de lettertypen aan die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.) Het PS-lettertypenoverzicht toont de geïnstalleerde PS-lettertypen en geeft een voorbeeld van die lettertypen.
Jetdirect-pagina De Jetdirect-pagina bevat de volgende informatie: 1 2 3 1 HP Jetdirect-configuratie geeft informatie over de printerstatus, het modelnummer, de firmwareversie van de hardware, geselecteerde poorten, poortconfiguratie, autoonderhandeling, het fabricagenummer en de fabricagedatum.
Gebeurtenislogboekpagina De eerste pagina van het gebeurtenislogboek bevat de volgende informatie: 5 6 1 2 3 4 1 Huidig aantal pagina's geeft het aantal pagina's aan dat door de printer wordt afgedrukt. 2 Nummer geeft de volgorde aan waarin de gebeurtenissen zijn opgetreden. De laatst voorgekomen fout heeft het hoogste nummer. 3 Aantal pagina's geeft het aantal pagina's aan dat door de printer werd afgedrukt op het moment dat de fout zich voordeed.
Een papierbaantest afdrukken De papierbaantest kan worden gebruikt om te controleren of alle papierbanen goed werken of om problemen met de configuratie van een lade op te lossen. Een papierbaantest afdrukken 1 Druk op .
A Specificaties Overzicht In dit gedeelte wordt een aantal printerspecificaties behandeld. ● Papierspecificaties ● Omgevingseisen Papiergewichtentabel Deze tabel kan worden gebruikt voor het omrekenen van Amerikaanse papiergewichtspecificaties in het Europese metrieke gewicht. Om bijvoorbeeld te bepalen wat het equivalent is van 20 lb U.S. Bond-gewicht in U.S. Cover-gewicht, zoekt u het bond-gewicht op in rij 2, eerste kolom en zoekt u het cover-gewicht op in dezelfde rij in de derde kolom.
U.S. Bondgewicht (lb) U.S. Text/ Bookgewicht (lb) U.S. Covergewicht (lb) U.S. Bristolgewicht (lb) U.S. Indexgewicht (lb) U.S. Taggewicht (lb) Metriek gewicht (g/m2) 39 100 55 67 82 91 148 42 107 58 72 87 97 157 43 110 60 74 90 100 163 47 119 65 80 97 108 176 53 134 74 90 110 122 199 58 146 80 98 120 133 216 Printerbenodigdheden Optie Onderdeelnummer Beschrijving of gebruik C8543X Nieuwe, handige HP-printcartridge met maximale capaciteit.
Optie Onderdeelnummer HP LaserJet papier Letter (8,5 x 11 inch), 500 vel/riem, 10 riem/doos HPJ1124 Letter (8,5 x 11 inch), met 3 gaten, 500 vel/riem, 10 riem/doos HPJ113H Legal (8,5 x 14 inch), 500 vel/riem, 10 riem/doos HPJ1424 A4 (210 x 297 mm), 500 vel/riem, 5 riem/doos CHP310 Tabloid (11 x 17 inch), 500 vel/ riem, 5 riem/doos HPJ1724 HP printerpapier Letter (8,5 x 11 inch), 500 vel/riem, 10 riem/doos HPP1122 A4 (210 x 297 mm), 500 vel/riem, 5 riem/doos CHP210 A3 (420 x 297 mm), 500 vel/
Envelopmarges De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor DL- en Commercial nr. 10 enveloppen. Opmerking Type adres Bovenmarge Linkermarge Afzender 15 mm (0,6 inch) 15 mm (0,6 inch) Geadresseerde 51 mm (2 inch) 85 mm (3,5 inch) Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de envelop niet kleiner dan 15 mm (0,6 inch) zijn. Papierspecificaties HP LaserJet printers geven een uitstekende afdrukkwaliteit.
Ondersteunde papierformaten voor invoer en uitvoer Opmerking Meer informatie over een optioneel HP uitvoerapparaat vindt u in de gebruikershandleiding.
Lade of bak Capaciteit Linkeruitvoerbak Maximaal 100 vel Papier ● Maximaal 10 transparanten ● ● Duplexeenheid ● ● ● ● Stapelaar voor 3.000 vel Maximaal 3.000 vel Letter of A4 ● Maximaal 1.500 vel A3 of 11 x 17 ● ● Optionele nietmachine/ stapelaar voor 3.000 vel Maximaal 3.000 vel Letter of A4 ● Maximaal 1.
Lade of bak Capaciteit Papier Optioneel multifunctioneel afwerkingsapparaat Maximaal 1.
Ondersteunde papiersoorten Gebruik de instellingen op het bedieningspaneel van de printer om de volgende soorten papier en ander afdrukmateriaal te selecteren.
Afdrukprobleem Probleem Sterke krulling Te vochtig, foute vezelrichting of Problemen met invoeren kortvezelige samenstelling Oplossing ● ● Gebruik de linkeruitvoerbak of de bovenste bak. Gebruik langvezelig papier. Vastlopen, beschadiging Uitsparingen of perforaties van de printer Gebruik geen papier met uitsparingen of perforaties. Problemen met invoeren Onregelmatige randen Gebruik ondersteunde papiersoorten.
Enveloppen Opmerking Als u enveloppen wilt afdrukken, gebruikt u de optionele lade 1 en drukt u deze af naar de linkeruitvoerbak of de bovenste uitvoerbak. Afwerking van enveloppen De afwerking van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van enveloppen variëren aanzienlijk, niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. Het goed kunnen bedrukken van enveloppen hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen.
Omgevingseisen Specificaties m.b.t. electriciteit WAARSCHUWING! Stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar de printer wordt verkocht. Probeer niet de huidige voltages te converteren. Hierdoor kan de printer beschadigen en de garantie komen te vervallen.
Geluidsspecificaties Verklaring per ISO 9296 Geluidsniveau1 Afdrukken (50 ppm) LWAd = 7,2 bel (A) [72 dB(A)] Klaar LWAd = 5,6 bel (A) [56 dB(A)] Afdrukken (40 ppm) LWAd = 7,0 bel (A) [dB(A)] Klaar LWAd = 5,6 bel (A) [dB(A)] Geluidsdrukniveau3 (positie omstander) HP LaserJet 9050 Afdrukken (50 ppm) LpAm = 56 dB(A) Klaar LpAm = 40 dB(A) Geluidsdrukniveau4 (positie omstander) HP LaserJet 9040 Afdrukken (40 ppm) LpAm = 54 dB(A) Klaar LpAm = 39 dB(A) HP LaserJet 9050 Geluidsniveau2 HP LaserJe
B Menu's in het bedieningspaneel Overzicht De lay-out van het bedieningspaneelmenu biedt een overzicht van de menu’s die iedereen kan gebruiken en beveiligt tegelijkertijd de menu’s voor beheerders. Gewoonlijk gebruikt iedereen de eerste drie menu’s in de lijst. Beheerders en onderhoudsmonteurs zullen gebruik maken van de overige opties. Deze kunnen worden beveiligd door middel van een pincode (persoonlijk identificatiennummer).
● Het Menu Diagnostiek biedt informatie over de printer die beheerders en servicemonteurs gebruiken om instellingen te definiëren, gebruiksinformatie te bekijken en problemen op te lossen. ● In het Menu Service kunnen servicemonteurs de printerstatus controleren en eventuele problemen met het apparaat oplossen.
Menu Informatie Voor het afdrukken van een informatiepagina gaat u naar de gewenste pagina en drukt u op . . Optie Verklaring MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN Met deze optie kan een menustructuur worden aangemaakt met de lay-out en de huidige instellingen van de opties in het bedieningspaneelmenu. De printer gaat één scherm terug voor VOOR EN ACHTER INSTELLEN nadat de pagina is voltooid. CONFIGURATIE AFDRUKKEN Met deze optie wordt een pagina gegenereerd met informatie over de huidige printerconfiguratie.
Menu Papierverwerking Indien de papierverwerkingsinstellingen op de juiste wijze via het bedieningspaneel geconfigureerd zijn, kunt u deze afdrukken door de papiersoort en het papierformaat via de printerdriver of het de softwaretoepassing te selecteren. Zie Papier opgeven om op af te drukken voor meer informatie. Sommige opties in dit menu (zoals duplexeenheid en handinvoer) zijn toegankelijk via specifieke softwareprogramma’s of via de printerdriver (als de juiste driver is geïnstalleerd).
Menu Apparaat configureren Dit menu bevat alle beheerdersfuncties. Submenu Afdrukken Tot sommige opties van dit menu kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via een printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). De instellingen van de printerdriver en het programma overschrijven de instellingen van het bedieningspaneel. Zie Gebruik van de functies in de printerdriver voor meer informatie. Optie Waarden Verklaring EXEMPLAREN=1 1 tot 32.
Optie Waarden Verklaring STANDAARD PAPIERSOORT GEWOON VOORBEDRUKT BRIEFPAPIER TRANSPARANT GEPERFOREERD ETIKETTEN BANKPOST KRINGLOOPPAPIER KLEUR KAART>163 RUW 90-105 G/M2 ENVELOP * Met deze optie kan de gebruiker de papiersoort voor iedere lade opgeven. Vervang door het nummer van de lade. STAND. AANGEPAST PAPIERFORMAAT MAATEENHEID X-GROOTTE Y-GROOTTE Met deze optie kan de gebruiker aangepast papierformaat instellen voor de geïnstalleerde laden. Vervang door het nummer van de lade.
Optie Waarden Verklaring RAND-RAND STANDAARD=NEE NEE JA Schakelt de rand-tot-rand-modus aan of uit voor alle afdruktaken. Deze modus kan binnen een afdruktaak genegeerd worden door een rand-tot-rand PJL-variabele. LETTERTYPE COURIER=NORMAAL NORMAAL VET Selecteer de versie van het Courier-lettertype die u wilt gebruiken. NORMAAL: Het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet 4 serie printers.
Optie Waarden Verklaring PITCH LETTERTYPE=10.00 0.44 tot 99,99 Gebruik het numerieke toetsenbord of en om een waarde in te voeren. Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt afhankelijk van het geselecteerde lettertype. SYMBOLENSET=PC-8 Variatie in beschikbare symbolensets Selecteer één van de vele verschillende beschikbare symbolensets op het bedieningspaneel van de printer. Een symbolenset is een unieke groep van alle symbolen in een lettertype.
Submenu Afdrukkwaliteit Sommige opties van dit menu zijn toegankelijk via een softwaretoepassing of via de driver (als de juiste driver is geïnstalleerd). De instellingen van de driver en de software overschrijven de instellingen van het bedieningspaneel. Zie Gebruik van de functies in de printerdriver voor meer informatie.
Optie Waarden Verklaring RESOLUTIE= FASTRES 1200 300 600 FASTRES 1200 Selecteer de resolutie uit de volgende waarden: 300: Produceert kladkwaliteit bij de maximale printersnelheid. 300 dpi (dots per inch) wordt aanbevolen voor sommige bitmaplettertypen en -afbeeldingen en voor compatibiliteit met de HP LaserJet III printerfamilie. 600: Produceert hoge afdrukkwaliteit bij de maximale printersnelheid.
Submenu systeeminstellingen De opties in dit menu beïnvloeden het gedrag van de printer. U kunt de printer naar wens configureren. Optie Waarden Verklaring DATUM/TIJD DATUM DATUMINDELING TIJD TIJDINDELING Hiermee worden de datum en tijd voor de printer ingesteld. De real-timeklok is ingesteld op Greenwich Mean Time (GMT). MAX. AANTAL OPGESLAGEN TAKEN=32 1 tot 100 Geeft het aantal taken aan dat kan worden opgeslagen op de harde schijf van de printer.
Optie Waarden Verklaring WEKTIJD SUBMENU WEKTIJD INSTELLEN Hiermee wordt de tijd ingesteld waarop de printer automatisch uit de sluimermodus komt. Deze functie kan worden ingesteld voor een andere tijd op elke dag van de week. PERSONALITY=AUTO AUTO PCL PS PDF XHTML MIME Selecteer de standaard printertaal (personality). Welke waarden mogelijk zijn, hangt af van de in de printer geïnstalleerde geldige waarden.
Optie Waarden Verklaring PAPIERSTORING HERSTELLEN= AUTO AUTO AAN UIT Bepaalt de reactie van de printer wanneer een papierstoring optreedt. AUTO: De printer selecteert automatisch de beste modus voor het herstellen van een papierstoring (gewoonlijk AAN). Dit is de standaardinstelling. AAN: De printer drukt de pagina's automatisch opnieuw af nadat een papierstoring is opgeheven. UIT: De printer drukt geen pagina's af na een papierstoring De afdrukprestaties kunnen worden verbeterd met deze instelling.
Submenu I/O De opties in het menu I/O (invoer/uitvoer) beïnvloeden de communicatie tussen de printer en de computer. Submenu I/O timeout Optie Waarden Verklaring I/O TIMEOUT=15 5 tot 300 Selecteer de I/O-timeoutperiode in seconden. (I/O-timeout is de tijd uitgedrukt in seconden gedurende welke de printer wacht voordat een afdruktaak wordt beëindigd.) Met deze instelling kunt u de timeout instellen voor de beste prestaties.
Submenu Geïntegreerde Jetdirect Optie Opties TCP/IP INSCHAKELEN AAN UIT Schakel het TCP/IP-protocol in. Schakel het TCP/IP-protocol uit. HOSTNAAM Een alfanumerieke tekenreeks, maximaal 32 tekens, die wordt gebruikt om het apparaat te identificeren. Deze naam wordt vermeld op de Jetdirectconfiguratiepagina. De standaardhostnaam is NPIxxxxxx, waarbij xxxxxx de laatste zes cijfers zijn van het LAN-hardwareadres (MAC). CONFIG.
Optie Opties Waarden TCP/IP STANDAARD IP AUTO IP VEROUDERD IPX/SPX Een link-local IP-adres 169.254.x.x wordt ingesteld. Het adres 192.0.0.192 wordt ingesteld, dat consistent si met oudere Jetdirect producten. Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van de primaire DNSserver (Domain Name System). PRIMAIRE DNS SECUNDAIRE DNS Verklaring . Geef het IP-adres (n.n.n.n) op van de secundaire DNS-server (Domain Name System).
Optie Opties Waarden Verklaring DIAGNOSTIEK LOOPBACKTEST JA NEE VOORZICHTIG Met deze test wordt uw TCP/IPconfiguratie gewist. JA De loopback-test wordt geïnitieerd. NEE De loopback-test wordt niet geïnitieerd. PING-TEST IP BESTEMMING Geef het IP-adres van de externe host op. Een geldig IP-adres moet worden ingevoerd. PAKKETGROOTTE Geef de grootte van elk pakket op in bytes dat aan de externe host moet worden verzonden. Het minimum is 64 (standaard) en het maximum is 2048.
Optie Opties Waarden Verklaring OPN INSTELL BEV NEE JA NEE JA Geeft aan of de huidige beveiligingsinstellingen op de printserver worden opgeslagen of teruggezet naar fabrieksinstellingen. NEE (standaard) De huidige beveiligingsinstellingen blijven behouden. JA Beveiligingsinstellingen worden teruggezet naar fabrieksinstellingen. VERB.SNELHEID AUTO 10T HALF De printserver configureert zichzelf automatisch volgens de verbindingssnelheid en de communicatiemodus van het netwerk.
Submenu Herstellen Opmerking Wees voorzichtig met het gebruik van dit menu. U kunt gegevens uit gebufferde pagina’s of printerconfiguratie-instellingen verliezen wanneer u deze opties kiest. Zet het product alleen terug onder de volgende omstandigheden: ● U wilt de standaardinstellingen van de printer herstellen. ● De communicatie tussen het product en de computer is onderbroken. ● U heeft problemen met een poort.
182 Bijlage B Menu's in het bedieningspaneel NLWW
C Printergeheugen en uitbreiding Overzicht Deze bijlage bevat: ● Geheugenvereisten bepalen ● Geheugen en lettertypen installeren ● De geheugeninstallatie controleren ● Bronnen opslaan (permanente bronnen) ● EIO-kaarten/Massaopslag installeren De printer bevat twee DIMM-sleuven voor DDR-geheugen (double data rate) voor het bijwerken van diverse functies. Opmerking ● Voor het toevoegen van meer printergeheugen zijn er DIMM’s in 16, 32, 64 en 128 en 256 MB voor maximaal 512 MB.
Geheugenvereisten bepalen De grootte van het geheugen dat u nodig heeft, is afhankelijk van het type documenten dat u afdrukt. Uw printer is in staat om de meeste tekst en afbeeldingen bij 1.200 dpi FastRes af te drukken zonder extra geheugen. U kunt geheugen toevoegen aan uw printer wanneer u: ● regelmatig complexe afbeeldingen afdrukt. ● veel gebruik maakt van tijdelijk gedownloade lettertypen. ● complexe documenten afdrukt. ● documenten dubbelzijdig afdrukt. ● geavanceerde functies gebruikt.
Het geheugen installeren WAARSCHUWING! 1 Druk voordat u extra geheugen toevoegt, een configuratiepagina af (als u dit nog niet heeft gedaan) om te controleren hoeveel geheugen er in de printer geïnstalleerd is. (Toets 22 op het numerieke toetsenbord wanneer de printer niet bezig is met afdrukken.) 2 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. 3 Maak de twee duimschroeven los aan de achterzijde van de printer.
5 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Houd de DIMM vast met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de achterrand. Breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMM-sleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf open zijn, of naar buiten wijzen.) Zie Geheugen en lettertypen installeren voor de maximaal toegestane hoeveelheid geheugen per DIMM-sleuf. 6 Duw de DIMM recht in de sleuf (stevig drukken).
8 Plaats de stekker in het stopcontact en sluit alle kabels opnieuw aan. Zet de printer aan. Een flash-geheugenkaart installeren VOORZICHTIG WAARSCHUWING! NLWW Plaats geen flash-geheugenkaart in de printer die is bestemd voor gebruik met een digitale camera. De printer ondersteunt geen fotoafdrukken direct vanaf een flash-geheugenkaart.
3 Pak de schroeven en trek de formatteerkaart uit de printer. Plaats de kaart op een vlak, niet geleidend oppervlak. 4 Haal de compactflash uit de antistatische verpakking. Houd de compactflash vast met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de achterrand. Breng de inkepingen op de compactflash op één lijn met de compactflash-sleuf. 5 Druk de compactflash recht in de sleuf. VOORZICHTIG Plaats de flash-geheugenkaart niet onder een hoek.
6 Plaats de formatteerkaart terug in de printer en draai de twee schroeven vast. 7 Plaats de stekker in het stopcontact en sluit alle kabels opnieuw aan. Zet de printer aan. De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of het geheugen goed is geïnstalleerd: 1 Controleer of er KLAAR op het display van het bedieningspaneel van de printer staat wanneer de printer wordt aangezet. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd is.
Bronnen opslaan (permanente bronnen) Hulpprogramma's of taken die u naar de printer downloadt kunnen bronnen bevatten (bijvoorbeeld lettertypen, macro's of sjablonen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven blijven in het geheugen van de printer totdat u de printer uitschakelt.
D Overheidsinformatie Programma voor milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard streeft ernaar kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. Dit product is zodanig ontworpen dat het zo min mogelijk invloed op het milieu heeft. Ozonproductie Dit product genereert geen meetbaar ozongas (O3).
Kunststoffen Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram, zijn volgens internationale normen gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor u aan het einde van de levensduur van de printer beter kunt bepalen wat de juiste afvoermethode voor de kunststoffen is. HP LaserJet-afdrukbenodigdheden In veel landen/regio’s kunnen de printcartridges van dit product worden teruggestuurd naar HP via het HP-programma voor inzamelen en recyclen van afdrukbenodigdheden.
Materiaalbeperkingen Dit HP-product bevat geen toegevoegd kwik. Dit HP-product bevat een lithiumbatterij op de formatteerkaart die mogelijk speciale hantering behoeft aan het eind van de levensduur van de batterij. Voor recycle-informatie kunt u contact opnemen met www.hp.com/recycle, met de lokale overheid of de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org. Chemiekaart Chemiekaarten (MSDS) zijn te verkrijgen via de HP-website op www.hp.com/go/msds of www.hp.
194 Bijlage D Overheidsinformatie NLWW
E Sneltoetsen voor toegankelijkheid gebruiken in de Help-viewer In de volgende onderwerpen wordt beschreven hoe u in deze gebruikershandleiding kunt navigeren.
Sneltoetsen voor de Help-viewer De Help-viewer sluiten. Schakelen tussen de Help-viewer en andere geopende vensters. Het menu Opties weergeven. Instellingen van Microsoft Internet Explorer wijzigen. Het dialoogvenster Internet-opties bevat instellingen voor toegankelijkheid. Als u deze instellingen wilt wijzigen, klikt u op de tab Algemeen en vervolgens op Toegankelijkheid. Het navigatievenster verbergen of weergeven. Een onderwerp afdrukken. Teruggaan naar het vorige onderwerp.
Sneltoetsen voor het tabblad Index Het tabblad Index weergeven. Een trefwoord typen om op te zoeken. Een trefwoord in de lijst selecteren. Het bijbehorende onderwerp weergeven. ALT+N ALT+W en typ vervolgens het woord PIJL-OMHOOG en PIJL-OMLAAG ALT+D Sneltoetsen voor het tabblad Zoeken Het tabblad Zoeken weergeven. Een trefwoord typen om op te zoeken. Een zoekactie starten. Een onderwerp in de resultatenlijst selecteren.
198 Bijlage E Sneltoetsen voor toegankelijkheid gebruiken in de Help-viewer NLWW
F De HTML Help-viewer gebruiken In de volgende onderwerpen vindt u informatie over het navigeren in deze handleiding en het gebruik van deze handleiding.
Een Help-onderwerp zoeken Klik in het navigatievenster op een van de volgende tabbladen: Opmerking ● Als u een inhoudsopgave wilt doorlopen, klikt u op het tabblad Inhoud. De inhoudsopgave is een uitvouwbare lijst met belangrijke onderwerpen. ● Als u een lijst met indexvermeldingen wilt weergeven, klikt u op het tabblad Index en typt u vervolgens een woord of doorloopt u de lijst. Onderwerpen komen vaak voor onder meer dan een vermelding.
Het huidige Help-onderwerp afdrukken Klik met de rechtermuisknop op een onderwerp en klik vervolgens op Afdrukken. Opmerking Als u afdrukt vanaf het tabblad Inhoud (door met de rechtermuisknop op een vermelding te klikken en vervolgens op Afdrukken) te klikken, kunt u kiezen om alleen het huidige onderwerp af te drukken, of het huidige onderwerp en alle subonderwerpen. Onderwerpen zoeken met de werkbalkknoppen Er zijn vijf navigatieknoppen op de werkbalk in de Help-viewer.
202 Bijlage F De HTML Help-viewer gebruiken NLWW
Register A A4 breed instelling 169 A4-papier A4 breed instellingen 169 overschrijven van instellingen 168 aangepast papier, afdrukken 36 aangepast papierformaat afdrukken 70 lade-instellingen 168 laden 44, 49, 50 ondersteunde formaten 155 aansluitopties 9 Aantal exemplaren 167 aantal, pagina's 144, 149 accessoires, onderdeelnummers 11 achterblad, instellingen 75 achtergrond, grijs 127, 158 adres, IP 140, 173 afbeeldingsformaat, standaardinstelling 167 afdrukken 'controleren en vasthouden'-taken 82 basisinst
menu Taak ophalen 164 menu's 163 menustructuur afdrukken 143, 165 PCL-menu 169 Submenu Afdrukken 167 Submenu Parallelle invoer 176 Submenu systeeminstellingen 173 taal, selectie 131, 175 vergrendelde menu's 16 bedrijfsomgeving, specificaties 162 beeldkwaliteit instellingen 171 reinigingspagina , afdrukken 93 storingstabellen 126 beide zijden, afdrukken op afdrukken 67 papier laden 48 problemen oplossen 133, 135 benodigdheden bestellen 141 foutberichten 121 onderdeelnummers 152 recycling 192 status, weergeve
instellingen, overschrijven 72 Nu bijwerken, knop 19 opslaan van instellingen 72 preconfiguratie 19 problemen oplossen 133 problemen oplossen, Macintosh 139 dubbelzijdig afdrukken afdrukken 67 instellingen 168 papier laden 48 problemen oplossen 133, 135 dubbelzijdig afdrukken: instellingen 168 duplex afdrukken afdrukken 67 lay-outopties 68 papier laden 48 problemen oplossen 133, 135 duplexeenheid functies 8 locaties van papierstoringen 96 lokaliseren 14 niet herkend 136 onderdeelnummer 11 ondersteunde papie
installeren 184 NVRAM-fouten 125 onderdeelnummers 12 onvoldoende 121 taak vasthouden, functies 78 toewijzing 190 vereisten, bepalen 183, 184 geheugen toewijzen 190 Geïnstalleerde personality's en opties 144 gelijkwaardige gewichten, papier 151 geluidsspecificaties 162 geperforeerd papier afdrukken 69 fusermodus 171 laden 51 gewicht, papier gelijkwaardig, tabel 151 ondersteund 155 zwaar 160 glanzend papier, HP 152 golven, problemen oplossen 129 grijze achtergrond, probleemoplossing 158 grijze achtergrond, pr
locaties van papierstoringen 96 lokaliseren 14 onderdeelnummers 11 ondersteunde papierformaten 155 papierbaantest 150 papierstoringen, verhelpen 97 problemen oplossen 132, 137 selectie 76 verkeerde formaten, foutberichten 123 vullen 36 invoermodi, laden 75, 77 IP-adres 140, 173 IPX/SPX-instellingen 178 J Jetadmin, HP Web firmware-upgrades 10 functies 27 tonerniveau, controleren vanaf 92 waarschuwingen, instellen 94 Jetdirect-printservers EIO, menu 176 foutberichten 125 informatiepagina 148 onderdeelnummers
foutberichten 119 functies 8 gedrag, instellingen 173 handeling nu niet mogelijk, foutbericht 117 inclusief 8 inhoud 8, 155 instellingen, weergave 144 kalibratie 73, 171 kalibratie/registratie 73 locaties van papierstoringen 96 lokaliseren 14 onderdeelnummers 11 ondersteunde papierformaten 155 papier richten 48 papierbaantest 150 papierstoringen, verhelpen 97 problemen oplossen 132, 137 selectie 76 standaard papierformaat 39, 42 transparanten 52 verkeerde formaten, foutberichten 123 vullen 36 lampjes bedien
N negeren A4/letter 168 netsnoer, lokaliseren 14 netwerken besturingssystemen ondersteund 18 HP Jetdirect-printservers 29 instellingenpagina, ingesloten webserver 141 problemen oplossen 136 snelheidsinstellingen 180 software installeren 24 software voor 27 netwerkpagina's, ingesloten webserver 141 nietcassettes bijvullen in multifunctionele afwerkeenheid 63 bijvullen in stapelaar/nietmachine 60 foutberichten 120 onderdeelnummers 12 nietjes aanvullen multifunctionele afwerkeenheid 63 nietmachine/stapelaar vo
multifunctionele afwerkeenheid 105 postbus met 8 bakken 114 rechterklep 97 standaarduitvoerlade 103 verwijderen 96 voorkomen 36 parallelle verbindingen, foutberichten 122 pauzeren tijdens het afdrukken 137 PCL-drivers 19, 20 PCL-lettertypenlijst, afdrukken 142, 147, 165 PCL-menu 169 PDE's, Macintosh 22 PDF-foutpagina 169 permanente bronnen 190 personality's automatisch schakelen 20 foutberichten 117 inclusief 8 lijsten van geïnstalleerde, afdrukken 144 standaard, instelling 174 pincodes bedieningspaneelmenu
scheef 129 snelheid 138 software 133 stopt met afdrukken 138 strepen 127 tonervegen 128 vaag afdrukken 127 vastgelopen nietjes, verwijderen 108 vlekjes 127 processorsnelheid 7 protocolinstellingen 177 PS-drivers 19, 20 PS-foutpagina's 132, 169 PS-lettertypenlijst, afdrukken 142, 147, 165 PS-taken, problemen oplossen 138 Q QuickCopy-taken afdrukken 81 instellingen bedieningspaneel 164 maken 80 opties 78 Schijf beveiligd wissen 84 time-outinstellingen 173 wissen 81 R RAM.
onderdeelnummer 11 ondersteunde papierformaten 156 uitvoerlocatie selecteren 55 stapelaar voor 3.
tweezijdig afdrukken afdrukken 67 lay-outopties 68 papier laden 48 problemen oplossen 133, 135 U uitbreiden firmware 10 geheugen 183, 184 ondersteunde EIO-kaarten 9 uitlijning ladekalibratie 73, 171 problemen oplossen 129 uitvoerbak met afdrukzijde onder. Zie bakken, uitvoer uitvoerbak met afdrukzijde onder.
214 Register NLWW
© 2005 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.