HP Color LaserJet CM6040/CM6030 MFP-serie Analoge faxmodule 300 - Faxhandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft® en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Instellingen Onderdelen van de faxmodule ............................................................................................................. 2 Werking van het faxapparaat controleren ............................................................................................ 3 Vereiste faxinstellingen ........................................................................................................................ 4 Faxconfiguratiewizard .....................................
Ontvangen faxen stempelen (inkomende faxen) ............................................................... 17 Passend aan pagina instellen ............................................................................................ 17 De papierlade instellen ...................................................................................................... 18 De papieruitvoerlade instellen ...........................................................................................
De procedure bij het afdrukken van faxen ......................................................................... 43 Geplande faxafdrukken in- en uitschakelen ....................................................................... 43 Faxafdrukschema maken .................................................................................................. 44 Fax gebruiken via VoIP-netwerken ....................................................................................................
Conformiteitsverklaring ....................................................................................................................... 79 United States Federal Communications Commission (Federale communicatiecommissie van de Verenigde Staten) .............................................................................................................................. 80 FCC deel 15 compatibiliteitsverklaring ..............................................................................
1 Instellingen Met de HP LaserJet MFP analoge faxmodule 300 kan het multifunctionele product (MFP) van HP functioneren als stand-alone analoog faxapparaat. De faxfuncties van dit product worden beschreven in de volgende hoofdstukken: ● Onderdelen van de faxmodule ● Werking van het faxapparaat controleren ● Vereiste faxinstellingen Daarnaast bevat deze handleiding informatie over productspecificaties en overheidsinformatie.
Onderdelen van de faxmodule De verpakking van de faxmodule moet de volgende artikelen bevatten: ● Faxhandleiding (dit document) (op cd) ● Send Fax-stuurprogramma en Send Fax-stuurprogrammahandleiding (op cd) ● Telefoonsnoer(en) (snoeren verschillen per land/regio.) OPMERKING: Met het Send Fax-stuurprogramma kan een gebruiker een fax rechtstreeks vanaf de pc verzenden naar een via het netwerk verbonden MFP. De installatie van dit stuurprogramma is optioneel.
Werking van het faxapparaat controleren Als de faxmodule is geïnstalleerd en correct werkt, wordt op het bedieningspaneel van de MFP het faxpictogram weergegeven. Als de faxmodule is geïnstalleerd maar nog niet geconfigureerd, is het faxpictogram grijs en wordt mogelijk (afhankelijk van het MFP-model) Niet geconfigureerd weergegeven. Als dit het geval is, moet de faxmodule worden geconfigureerd (zie Vereiste faxinstellingen op pagina 4).
Vereiste faxinstellingen OPMERKING: U kunt aan de hand van een wizard de vereiste faxinstellingen configureren. Zie Faxconfiguratiewizard op pagina 4 voor meer informatie. Als de faxmodule is geïnstalleerd, moet u eerst bepaalde instellingen opgeven voordat u de fax kunt gebruiken. Als deze instellingen niet zijn geconfigureerd, wordt het faxpictogram grijs weergegeven.
Datum en tijd instellen of controleren De datum- en tijdinstelling van de faxmodule is gelijk aan die van de MFP. Als u de MFP voor de eerste keer inschakelt, wordt u gevraagd de datum en tijd op te geven. U kunt de datum en tijd als volgt controleren of wijzigen: 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Begininstellingen aan voor het instellingenmenu en raak Fax instellen aan. 3. Raak Vereiste instellingen aan. 4.
De faxkopregel instellen, controleren of wijzigen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Begininstellingen aan om het menu Begininstellingen te openen. 3. Raak Fax instellen aan om het menu Fax instellen te openen. 4. Raak Vereiste instellingen aan om het menu Vereiste instellingen te openen. 5. Raak Informatie faxkopregel aan om de informatie over de kopregel weer te geven. 6.
2 Faxinstellingen configureren In dit hoofdstuk worden de configuratie-instellingen van de MFP-faxmodule beschreven. Deze instellingen zijn toegankelijk via het faxmenu op het bedieningspaneel. Behalve op het bedieningspaneel kunt u ook op afstand toegang krijgen tot deze instellingen via configuratieprogramma's. OPMERKING: Zie Instellingen op pagina 1 voor meer informatie over de volgende instellingen.
Faxconfiguratie op afstand Behalve op het bedieningspaneel van de MFP kunt u de faxmodule ook op afstand configureren met verschillende softwarehulpprogramma's. Omdat de MFP over een ingesloten webserver (EWS) beschikt, kunt u de faxmodule via het web configureren in een webbrowser of met het programma HP Web Jetadmin (WJA). U kunt de faxmodule tevens configureren via het netwerk met een netwerkcomputer waarop het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software (DSS) is geïnstalleerd.
3. Configureer de opties in het gedeelte Faxinstellingen of het gedeelte Advanced Fax Settings (geavanceerde faxinstellingen). Selecteer de contextafhankelijke Help naast een instelling voor meer informatie over die instelling. 4. Breng de gewenste wijzigingen aan in de instellingen en klik op Toepassen om de instellingen te accepteren. Naast het configureren van één MFP kunt u tevens meerdere apparaten tegelijk configureren.
Instellingen faxverzending Kiestoondetectie instellen Met de instelling voor kiestoondetectie bepaalt u of vóór het verzenden van een fax wordt gecontroleerd of er een kiestoon hoorbaar is. Kiestoondetectie instellen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Begininstellingen aan om het menu Begininstellingen te openen. 3. Raak Fax instellen aan om het faxinstellingenmenu te openen. 4.
U stelt de kiesmodus als volgt in: Kiesmodus instellen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Begininstellingen aan om het menu Begininstellingen te openen. 3. Raak Fax instellen aan om het faxinstellingenmenu te openen. 4. Raak Instellingen faxverzending aan en blader met de pijltoets naar Kiesmodus. 5. Raak Kiesmodus aan om de kiesmodusinstellingen te bekijken. 6.
De routines voor opnieuw kiezen instellen Opnieuw kiezen bij bezet instellen Met de instelling Opnieuw kiezen bij bezet geeft u op hoe vaak (0 - 9 keer) de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen als het nummer in gesprek is. Het interval tussen de herkiespogingen wordt bepaald met de instelling Interval opnieuw kiezen. Opnieuw kiezen bij bezet instellen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Begininstellingen aan. 3.
OPMERKING: Mogelijk verschijnt er een bericht op het bedieningpaneel dat het nummer opnieuw wordt gekozen, zelfs wanneer zowel Opnieuw kiezen bij bezet als Opnieuw kiezen bij geen antwoord is uitgeschakeld. Dit gebeurt als de faxmodule een nummer kiest, verbinding maakt en de verbinding vervolgens onverwachts wordt afgebroken. Als gevolg van deze foutconditie probeert de faxmodule automatisch tweemaal opnieuw te kiezen, ongeacht de instellingen voor opnieuw kiezen (de eerste keer op 26.
Factuurcodes instellen Als de instelling voor de factuurcode is ingeschakeld, wordt de gebruiker gevraagd een nummer in te voeren bij het verzenden van een fax. Dit nummer wordt opgenomen in een rapport met factuurcodes. U kunt het rapport met factuurcodes bekijken door het rapport af te drukken of door het rapport op te vragen via een toepassing. Factuurcodes instellen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2.
Scherpte-instelling wijzigen Bij de scherpte-instelling geeft u op met welke scherpte het origineel door de MFP van de scanner moet worden gescand. Met scherpte verbetert u de randen van het origineel, zodat vage of dunne tekst en afbeeldingen scherper worden weergegeven. Door de scherpte te vergroten, wordt ook de resolutie vergroot. Dit leidt vervolgens weer tot een snellere verzendtijd. Scherpte-instelling wijzigen 1. Raak het pictogram FAX op het bedieningspaneel aan om het faxscherm te openen. 2.
5. Raak de linkerpijl aan om de afbeelding lichter te maken en raak de rechterpijl aan om de afbeelding donkerder te maken. 6. Raak OK aan om de instelling te accepteren. Bevestiging faxnummer activeren Wanneer Bevestiging faxnummer is ingeschakeld, moet u het faxnummer tweemaal invoeren, zodat u kunt controleren of u het goed hebt getypt. De standaardinstelling voor deze functie is Uitgeschakeld. Bevestiging faxnummer activeren 1.
Instellingen faxontvangst Aantal belsignalen instellen Met de instelling voor het aantal belsignalen bepaalt u het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat een gesprek wordt beantwoord door de faxmodule. OPMERKING: De standaardinstelling voor het aantal belsignalen is afhankelijk van het land/regio. Het aantal belsignalen instellen 1. Raak het pictogram Beheer op het bedieningspaneel aan om het beheermenu te openen. 2.
deze instelling niet is ingeschakeld, wordt een inkomende afbeelding die groter is dan de pagina afgedrukt over meerdere pagina's. Passend aan pagina instellen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Standaard taakopties aan en vervolgens Standaardfaxopties. 3. Ga verder en raak Faxontvangst aan om de instellingen voor faxontvangst te bekijken. 4.
4. Raak Uitvoerbak aan om het menu Uitvoerbak te openen. 5. Raak het tekstvak met de gewenste waarde voor de papierlade aan 0 (standaardinstelling) - 2. (Afhankelijk van de geïnstalleerde papierlades kunnen andere waarden worden weergegeven.) 6. Raak Opslaan aan. Inkomende faxen blokkeren Met de instelling voor het blokkeren van faxen kunt u een lijst maken met telefoonnummers waarvan u geen faxen wilt ontvangen.
Alle nummers van de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Begininstellingen aan. 3. Raak Fax instellen aan. 4. Ga verder en raak Instellingen faxontvangst aan. 5. Ga verder en raak Geblokkeerde faxnummers aan om het menu voor geblokkeerde faxnummers te openen. 6. Raak Alle geblokkeerde nummers wissen aan om het toetsenbord weer te geven. 7.
4. Een waarschuwingsinstelling selecteren: ● Raak Geen aan om waarschuwingen uit te schakelen. ● Raak Deze taak aan om waarschuwingen voor de huidige taak in te schakelen. ● Raak Foutief aan om foutwaarschuwingen alleen voor de huidige taak in te schakelen. 5. Raak Afdrukken aan om een gedrukte waarschuwing te ontvangen of raak E-MAIL aan om een waarschuwing via e-mail te ontvangen. 6. Als u Afdrukken hebt geselecteerd, raakt u OK aan om de waarschuwingsconfiguratie te voltooien.
Foutcorrectiemodus instellen Normaal gesproken worden de signalen op de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd door de faxmodule. Als de faxmodule tijdens de verzending een fout vaststelt en de foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan de faxmodule een verzoek verzenden om het foutieve gedeelte van de fax nogmaals te verzenden.
Het modemvolume instellen NLWW 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Begininstellingen aan om het menu Begininstellingen te openen. 3. Raak Fax instellen aan om het menu Fax instellen te openen. 4. Raak Instellingen faxverzending aan om het menu Instellingen faxverzending te openen. 5. Raak Volume kiestoon fax aan om het menu Volume kiestoon fax te openen. 6.
Het belsignaalvolume instellen 24 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Begininstellingen aan om het menu Begininstellingen te openen. 3. Raak Fax instellen aan om het menu Fax instellen te openen. 4. Raak Instellingen faxontvangst aan om het menu Instellingen faxontvangst te openen. 5. Raak Belvolume aan om het menu Belsignaalvolume te openen. 6. Raak UIT, Low (standaard) of High aan om het volume in te stellen. 7.
3 Fax gebruiken Dit hoofdstuk bevat informatie over het instellen van de fax en het verzenden en ontvangen van faxen: NLWW ● Scherm met faxfuncties ● Statusbalk voor berichten ● Fax verzenden ● Faxen annuleren ● Faxen ontvangen ● Snelkieslijsten maken en verwijderen ● Snelkieslijsten toewijzen aan snelkiesknoppen ● Gesprekken en herkiespogingen ● Beveiligde instellingen ● Fax doorsturen instellen ● Faxafdrukken plannen (geheugenblokkering) ● Fax gebruiken via VoIP-netwerken 25
Scherm met faxfuncties Het scherm met faxfuncties wordt gebruikt om faxen te verzenden. U opent dit scherm door in het startscherm van de MFP op het pictogram FAX te drukken.
17 Lijst met ontvangers 18 Tekstvak nummer ontvanger - aanraken voor toetsenbord, of invoeren via toetsen bedieningspaneel1 1 Wanneer u op Tekstvak nummer ontvanger drukt, wordt een pop-upvenster weergegeven met de knop PIN. Hiermee kunt u speciale tekens tussen vierkante haken ([ ]) toevoegen om een pincode te verbergen. Verder bevat dit venster de knop Pauze om een komma toe te voegen voor een pauze van twee seconden.
Statusbalk voor berichten Tijdens het verzenden en ontvangen van faxen wordt statusinformatie weergegeven in de statusbalk aan de bovenzijde van sommige touchscreens, bijvoorbeeld Klaar, Oproep wordt ontvangen, Pagina verzonden en andere.
Fax verzenden Als u een fax wilt verzenden, kunt u de volgende drie basismethoden gebruiken om nummers in te voeren: ● Nummers handmatig invoeren ● Snelkiesnummers invoeren ● Nummers invoeren via de telefoonlijst (alleen beschikbaar als het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software is geïnstalleerd en de telefoonlijst gegevens bevat). OPMERKING: Voor online informatie over het verzenden van een fax raakt u het vraagteken ? op het scherm aan om het Help-menu te openen.
● Achtergrond: hiermee verwijdert u de achtergrond van bijvoorbeeld kleurenpapier. ● Bericht: hiermee wijzigt u de manier waarop u op de hoogte wordt gesteld van de status van de faxverzending, bijvoorbeeld of de fax is verzonden en of er een fout is opgetreden waardoor de fax niet is verzonden. OPMERKING: Met de optie Bericht wijzigt u de waarschuwingsinstelling alleen voor de huidige fax. 4. Wanneer alle instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren naar het menu Instellingen. 5.
Een fax verzenden met de functie voor snelkiezen OPMERKING: Voordat u een fax verzendt met de functie voor snelkiezen, moet u een snelkiesnummer maken. Zie Snelkieslijsten maken en verwijderen op pagina 37 voor informatie over het maken van een snelkiesnummer. 1. Plaats het document in de automatische documentinvoer (ADI) of op de glasplaat. 2. Raak het pictogram FAX op het bedieningspaneel aan om het faxscherm te openen. 3. Raak Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiezen te openen. 4.
Als de instellingen niet overeenkomen, gaat u als volgt te werk: a. Raak Beschrijf origineel aan om het scherm Instellingen origineel te openen. b. Breng de vereiste wijzigingen aan zodat de documentinstellingen overeenkomen met die van het origineel. c. Wanneer alle instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren naar het scherm Instellingen.
4. Selecteer de gewenste naam in de lijst en raak OK aan. De geselecteerde naam staat boven aan de snelkieslijst op het hoofdfaxscherm. 5. Raak de geselecteerde naam aan om deze aan de lijst met ontvangers toe te voegen. 6. Selecteer of zoek desgewenst meer namen. Een fax verzenden met de nummers in de telefoonlijst De telefoonlijst is beschikbaar als de MFP is geconfigureerd voor gebruik van de configuratiesoftware HP MFP Digital Sending Software.
De functie Zoeken in het faxboek gebruiken 1. Raak het pictogram FAX op het scherm aan. 2. Raak het pictogram Faxboek aan (rechts van het vak met geadresseerden voor de fax). 3. Selecteer de bron voor de telefoonlijst of Alles in het vervolgkeuzemenu boven aan het telefoonlijstscherm. 4. Selecteer de naam van de ontvanger in de telefoonlijst. Als de lijst lang is, kunt u naar de naam zoeken door op het pictogram Zoeken (vergrootglas) onder aan het telefoonlijstscherm te drukken.
Faxen annuleren De huidige faxtransmissie annuleren De menuoptie Huidige transmissie annuleren is alleen beschikbaar bij een uitgaand faxbericht. OPMERKING: Het annuleren kan maximaal 30 seconden in beslag nemen. 1. Druk op de rode knop Stop op het bedieningspaneel om het menu Fax annuleren te openen. OPMERKING: Alle lopende faxtaken en alle faxtaken in de wachtrij op het apparaat worden pas daadwerkelijk gestopt wanneer de annulering wordt bevestigd met OK 2.
Faxen ontvangen Wanneer de faxmodule inkomende faxen ontvangt, worden deze eerst in het geheugen opgeslagen voordat ze worden afgedrukt. Zodra de fax is opgeslagen, wordt deze afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd. Tenzij de optie Schedule Printing of Faxes (Geplande faxafdrukken) is ingeschakeld, worden ontvangen faxen altijd afgedrukt. Als de optie Schedule Printing of Faxes (geplande faxafdrukken) is ingeschakeld, worden alle ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen, maar niet afgedrukt.
Snelkieslijsten maken en verwijderen Met de functie voor snelkiezen kunt u aan een nummer of een groep nummers een snelkiesnaam toekennen en vervolgens een fax verzenden naar het nummer of de groep nummers door de snelkiesnaam te selecteren. Een snelkieslijst maken 1. Raak het pictogram FAX op het bedieningspaneel aan om het faxscherm te openen. 2. Raak Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiezen te openen. 3. Raak een Snelkiesnummer aan. 4. Raak het tekstvak Naam snelk.nr.
5. Blader door de lijst met faxnummers en raak het scherm aan rechts van het laatste cijfer van het faxnummer dat u wilt verwijderen. Gebruik de backspace-toets om het faxnummer te verwijderen. 6. Raak OK aan om terug te keren naar het scherm Snelkiesnummers. 7. Raak OK aan om terug te keren naar het faxscherm. Een nummer toevoegen aan een bestaande snelkieslijst 1. Raak het pictogram FAX op het bedieningspaneel aan om het faxscherm te openen. 2.
Snelkieslijsten toewijzen aan snelkiesknoppen Met het snelkiestoetsenblok kunt u een fax verzenden naar de nummers in een snelkieslijst door een van de snelkiesknoppen aan te raken. Voordat u de snelkiesknoppen echter kunt gebruiken, moet u eerst een snelkieslijst maken en de naam van de snelkieslijst toewijzen aan een snelkiesknop. Snelkieslijsten wissen of opnieuw toewijzen aan snelkiesknoppen U kunt als volgt de toewijzing van een snelkieslijst aan een snelkiesknop opheffen: NLWW 1.
Gesprekken en herkiespogingen Gesprekken worden niet opgenomen in het faxactiviteitenlog en genereren geen T.30-rapport. In de volgende paragrafen vindt u informatie over herkiespogingen van een faxtaak. Faxbelrapport Wanneer alle faxpogingen zijn mislukt, wordt er een faxbelrapport afgedrukt voor een faxverzending. Hierop staat het logboek-ID van de faxtaak. Het resultaat van de laatste poging wordt afgedrukt in het faxbelrapport. In een faxbelrapport staan geen gesprekken vermeld.
Beveiligde instellingen De instellingen Fax doorsturen en Fax afdrukken zijn beveiligde instellingen, waarvoor een pincode vereist is. De eerste keer dat u een van beide instellingen wilt gebruiken, wordt u gevraagd een pincode te maken. Zodra de pincode is gemaakt, kunt u hiermee toegang krijgen tot beide instellingen. Dit houdt in dat als u een pincode hebt gemaakt voor Fax doorsturen, u deze ook moet gebruiken voor Fax afdrukken.
Fax doorsturen instellen Met de instelling voor het doorsturen van faxen kunt u alle ontvangen faxen doorsturen naar een ander faxnummer. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, wordt de fax door de ontvangende MFP afgedrukt (indien Fax afdrukken is uitgeschakeld, wordt de fax afgedrukt zodra het afdrukken wordt ingeschakeld). Vervolgens wordt de fax doorgestuurd naar het opgegeven telefoonnummer.
Faxafdrukken plannen (geheugenblokkering) Met de optie Fax afdrukken kunt u opgeven wanneer faxen moeten worden afgedrukt. U kunt drie modi selecteren voor het afdrukken van faxen. De opties zijn Alle ontvangen faxberichten opslaan, Alle ontvangen faxberichten afdrukken of Faxafdrukschema gebruiken. Als de optie Alle ontvangen faxberichten opslaan is ingeschakeld, worden alle ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen, maar niet afgedrukt.
3. Raak Fax afdrukken aan om het menu voor de pincode te openen. 4. Raak het tekstvak aan om het toetsenbord weer te geven. 5. Typ de pincode met het toetsenbord (minimaal vier cijfers) en raak OK aan om het menu Fax afdrukken te openen. Als u nog geen pincode hebt, wordt u gevraagd er een te maken. OPMERKING: Bewaar uw pincode altijd op een veilige plaats. Neem bij verlies van de pincode contact op met de klantenondersteuning van HP voor meer informatie over het opnieuw instellen van de pincode.
8. 9. NLWW Raak Beginafdruktijd aan om de tijd op te geven waarop faxen weer worden afgedrukt (beëindig de blokkeringsperiode waarin faxen niet in het geheugen worden opgeslagen). a. Raak het tekstvak aan om het toetsenbord weer te geven. b. Typ een waarde voor het uur en raak OK aan. c. Raak Opslaan aan om de uurinstelling op te slaan. d. Raak het tekstvak aan om het toetsenbord weer te geven. e. Typ een waarde (1-59) voor de minuten en raak OK aan. f.
Fax gebruiken via VoIP-netwerken Bij de VoIP-technologie wordt het analoge telefoonsignaal omgezet in digitale bits. Deze worden vervolgens verzameld in pakketjes, die via internet worden verstuurd. De pakketjes worden na overdracht op of in de buurt van de bestemming weer omgezet in analoge signalen. De overdracht van de gegevens via internet is in digitale vorm in plaats van analoge.
4 Faxproblemen oplossen Met behulp van de informatie in dit hoofdstuk kunt u algemene faxproblemen oplossen. Voordat u de faxmodule kunt gebruiken, moet u de volgende stappen uitvoeren: ● Een locatie selecteren ● De tijd, de datum en de faxkopregel instellen Wanneer de faxmodule voor het eerst wordt geïnstalleerd, moeten de instellingen handmatig worden ingevoerd door de beheerder. Dit moet worden gedaan via de menu's of de faxconfiguratiewizard wanneer voor het eerst wordt opgestart.
Is de fax juist ingesteld? Gebruik de onderstaande controlelijst om de eventuele oorzaak van het faxprobleem te kunnen bepalen: ● Gebruikt u het telefoonsnoer van de faxmodule? Deze faxmodule is met het bijgeleverde telefoonsnoer getest en voldoet aan de RJ11-specificaties. Gebruik geen ander telefoonsnoer. Voor de analoge faxmodule is een analoog telefoonsnoer nodig. Voor de module is tevens een analoge telefoonverbinding vereist.
Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? Als de instelling voor het aantal beltonen voor de berichtenservice lager is dan voor de faxmodule, beantwoordt de berichtenservice het gesprek en de faxmodule kan geen faxberichten ontvangen. Als de instelling voor het aantal beltonen voor de faxmodule lager is dan voor de berichtenservice, beantwoordt de faxmodule alle gesprekken en worden er geen gesprekken doorgestuurd naar de berichtenservice.
Status van de faxmodule controleren Als de analoge faxmodule niet lijkt te werken, kunt u een faxmodulepagina afdrukken om de status van de module te controleren. De faxmodulepagina afdrukken 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Informatie aan. 3. Ga verder en raak Configuratie-/statuspagina's aan. 4. Ga verder en raak Configuratiepagina aan om de configuratiepagina's af te drukken.
De faxfunctie werkt niet Gebruik de tabel in dit hoofdstuk voor het vaststellen en oplossen van faxproblemen. De faxmodule is geïnstalleerd maar op het hoofdscherm van de MFP wordt geen faxpictogram weergegeven. Oorzaak Oplossing De functie voor analoog faxen is uitgeschakeld in het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software. Schakel deze functie in het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software in.
Algemene faxproblemen Gebruik de tabel in dit hoofdstuk voor het oplossen van faxproblemen. 52 Probleem Oorzaak Oplossing Fax kan niet worden verzonden. JBIG-compressie is ingeschakeld en het ontvangende faxapparaat ondersteunt geen JBIG. Schakel JBIG uit. Het bericht "Out of Memory" (Onvoldoende geheugen) wordt weergegeven in de statusbalk voor berichten. De schijf van de MFP is vol. Verwijder enkele bestanden van de schijf.
Problemen met het ontvangen van faxen Gebruik de tabel in dit hoofdstuk voor het oplossen van eventuele problemen bij het ontvangen van faxen. Inkomende faxoproepen worden niet beantwoord door de faxmodule (geen fax herkend). Oorzaak Oplossing De instelling voor het aantal beltonen is mogelijk niet goed ingesteld. Controleer de instelling van het aantal beltonen. Het telefoonsnoer is niet goed aangesloten of het telefoonsnoer werkt niet. Controleer de installatie.
Er worden geen faxen afgedrukt op de MFP. 54 Oorzaak Oplossing De invoerlade voor afdrukmateriaal is leeg. Plaats afdrukmateriaal. Faxen die worden ontvangen terwijl het papier op is, worden opgeslagen en afgedrukt nadat het papier is bijgevuld. Schedule Printing of Faxes (geplande faxafdrukken) is ingesteld. Als Schedule Printing of Faxes (geplande faxafdrukken) is ingeschakeld, worden faxen pas afgedrukt als deze optie is uitgeschakeld.
Problemen met het verzenden van faxen Gebruik de tabel in dit hoofdstuk voor het oplossen van eventuele problemen bij het verzenden van faxen. Probleem Oorzaak Oplossing De verzending van faxen stopt halverwege. Het ontvangende faxapparaat werkt mogelijk niet goed. Verzend de fax naar een ander faxapparaat. Uw telefoonlijn is mogelijk buiten gebruik. Koppel de faxmodule los van de telefoonaansluiting en sluit een telefoon aan. Probeer te bellen om te controleren of de telefoonlijn functioneert.
Foutcodes Als er een faxprobleem optreedt waardoor faxen niet kunnen worden verzonden of ontvangen of de verzending of ontvangst wordt onderbroken, wordt een foutcode gegenereerd waarmee de oorzaak van het probleem kan worden achterhaald. Foutcodes worden vermeld in het faxactiviteitenlog, in het faxrapport en in de T.30 Protocol Trace (zie Service-instellingen op pagina 65). Druk een van deze drie rapporten af voor de foutcode.
Faxfoutberichten Wanneer een analoge fax wordt verzonden of ontvangen op een LaserJet MFP, worden eventuele fouten die optreden tijdens het faxen weergegeven op het bedieningspaneel van de MFP en opgenomen in de faxrapporten. Faxfouten kunnen om verscheidene redenen optreden en zijn vaak het gevolg van onderbrekingen of ruis op de telefoonverbinding. Een fout die optreedt tijdens het faxen wordt, ongeacht de reden, weergegeven op de MFP.
Faxverzendberichten Tabel 4-1 Faxverzendberichten 58 Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Geannuleerd 0 De fax is door de gebruiker geannuleerd op het bedieningspaneel. Geen. Geslaagd n.v.t. Fax verzonden. Geen. Mislukt, bezet 0 Het ontvangende faxapparaat De verzenden van de fax is bezet. wordt automatisch opnieuw geprobeerd (indien ingesteld); probeer anders de fax later nog eens te verzenden.
Tabel 4-1 Faxverzendberichten (vervolg) Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) contact op met de klantenservice. Stroomstoring 0 Er heeft zich tijdens de faxverzending een stroomstoring voorgedaan op de MFP die de fax verzond. Verzend de fax opnieuw. Geen fax gedetecteerd 17 of 36 Er is geen faxapparaat gevonden aan de andere kant van de lijn. Controleer het faxnummer en laat controleren of het faxapparaat aanstaat en is aangesloten; verzend de fax opnieuw.
Tabel 4-2 Faxontvangstberichten (vervolg) 60 Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Compressiefout 0 Beschadigde fax – het ontvangen beeldbestand kan niet worden gedecodeerd. Laat de fax opnieuw verzenden; schakel de foutcorrectiemodus (ECM) in als dit nog niet het geval is. Afdrukken mislukt 0 Beschadigde fax – het ontvangen beeldbestand kan niet worden gedecodeerd. Laat de fax opnieuw verzenden; schakel de foutcorrectiemodus (ECM) in als dit nog niet het geval is.
Faxoverzichten en -rapporten Faxbelrapport afdrukken (inclusief miniatuurweergave) Het faxbelrapport is een kort rapport waarin de status van de laatst ontvangen of verzonden fax wordt aangegeven. Als u een miniatuurweergave van de fax wilt afdrukken op dit rapport, selecteert u de instelling Miniatuur op rapport. Hierbij wordt de eerste pagina van de fax met 62 procent verkleind. 1. Raak het pictogram Beheer op het bedieningspaneel aan om het beheermenu te openen. 2.
Geplande afdruk van faxbelrapporten Met de instelling Tijd rapport afdrukken kunt u opgeven in welke gevallen u het faxbelrapport wilt afdrukken. 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Raak Informatie aan en vervolgens Faxrapporten. 3. Raak Faxbelrapport aan en vervolgens To Print Report. ● Raak Nooit automatisch afdrukken aan als u nooit een Faxbelrapport wilt afdrukken.
Het faxactiviteitenlog afdrukken 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Informatie aan. 3. Ga verder en raak Faxrapporten en vervolgens Faxactiviteitenlog aan. (Rapport wordt afgedrukt) Het rapport met factuurcodes afdrukken Het rapport met factuurcodes bevat een overzicht van de 500 meest recente verzonden faxen, gesorteerd op factuurcode.
Het rapport met de lijst van geblokkeerde faxnummers afdrukken 1. Ga naar het pictogram Beheer op het bedieningspaneel en raak het aan. Het menu Beheer wordt geopend. 2. Ga verder en raak Informatie aan. 3. Ga verder en raak Faxrapporten aan 4. Raak Lijst van geblokkeerde faxen aan om het rapport af te drukken. Het rapport met snelkieslijsten afdrukken Een rapport met snelkieslijsten bevat een overzicht van de faxnummers die aan namen van snelkiesnummers zijn toegewezen. 64 1.
Service-instellingen Als de aanbevolen handeling in het gedeelte Foutcodes niet het gewenste resultaat oplevert, kunt u proberen het probleem op te lossen met de functies in dit menu. Het is de bedoeling dat deze worden gebruikt als u door een HP servicemonteur wordt geholpen. Deze selecties bevinden zich op drie plaatsen: onder Beheer > Begininstellingen > Fax instellen > Instellingen faxontvangst; onder Beheer > Probleemoplossing; of onder Beheer > Resets.
door een technische ondersteuner van HP. De instellingsprocedures die daarmee samenhangen, voeren te ver voor deze handleiding. De opties bevinden zich onder de Beheer > Begininstellingen > Fax instellen > Instellingen faxverzending > TCF T.30 Delay Timer. Selecteer Aangepast om de menuselectie voor een specifieke waarde te activeren. TCF T.30 Extend: deze instelling heeft een bereik van 0 tot 2550 ms. U dient deze op de standaardinstelling van 0 ms te laten staan.
Firmware-upgrades De firmware van de HP LaserJet MFP Analog Fax Accessory 300 kan worden bijgewerkt. De faxfirmware wordt bijgewerkt als onderdeel van een algemene firmware-upgrade voor de MFP. Raadpleeg de servicedocumentatie bij de MFP voor meer informatie over firmware-upgrades voor de MPF. OPMERKING: Ga naar de MFP-website en download de MFP-firmware om de firmware van de fax bij te werken. De updates voor de faxfirmware maken deel uit van de updates voor de MFP-firmware.
68 Hoofdstuk 4 Faxproblemen oplossen NLWW
A NLWW Service en ondersteuning 69
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP LaserJet MFP Analog Fax Accessory 300 1 jaar beperkte garantie HP garandeert u, de eindgebruiker, dat de hardware en accessoires van HP vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten vanaf de datum van aankoop gedurende de bovenvermelde periode.
PRODUCT AAN U OF DEZE RECHTEN WIJZIGEN OF BEPERKEN, MET UITZONDERING VAN ALLE WETTELIJK TOEGESTANE GEVALLEN.
HP Klantenondersteuning World wide web De oplossing van veel faxmoduleproblemen is te vinden op http://www.hp.com/go/ mfpfaxaccessory300. Ga naar het gedeelte Ondersteuning en drivers en zoek op HP LaserJet MFP Analog Fax Accessory 300. Hier vindt u informatie over het oplossen van problemen, informatie over het onderhoud en gebruik van het faxapparaat, handleidingen, veelgestelde vragen, software-updates, enzovoort.
B Specificaties In dit hoofdstuk worden de specificaties voor de faxmodule beschreven.
Productspecificaties voor faxmodule Omgevingsspecificaties ● Temperatuur: 10° C tot 32,5° C ● Relatieve vochtigheid: 20 tot 80 procent (zonder condensatie) ● Temperatuur: -20° C tot 40° C ● Relatieve vochtigheid: minder dan 95 procent (zonder condensatie) Faxcompatibiliteit ● CCIT/ITU-T groep 3, EIA/TIA klasse 1, klasse 2.1 Telefoonaansluiting ● RJ11 Compressiemethoden ● MH, MR, MMR en JBIG Ondersteunde overdrachtssnelheden en normen ● V.17 bij 14.400, 12.000, 9.600, 7.
Vervangbare onderdelen en accessoires Neem contact op met de verkoper of de Hewlett-Packard-dealer voor vervangbare onderdelen voor de faxmodule.
76 Bijlage B Specificaties NLWW
C Informatie over wettelijke voorschriften Dit gedeelte bevat de volgende overheidsinformatie: NLWW ● Programma voor milieuvriendelijke producten ● Conformiteitsverklaring ● United States Federal Communications Commission (Federale communicatiecommissie van de Verenigde Staten) ● Department of Communications in Canada ● Overige overheidsvoorschriften 77
Programma voor milieuvriendelijke producten Bescherming van het milieu Het beleid van Hewlett-Packard Company is erop gericht kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die ervoor zorgen dat het milieu zo min mogelijk wordt belast. Kunststoffen Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn in overeenstemming met internationale normen voorzien van een label.
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard, Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart dat het product Productnaam: HP LaserJet MFP Analog Fax Accessory Overheidsmodel:2) Productnummers: Productopties: BOISB-0308-00 Q3701-60001, Q3701-60002, Q3701-60004, Q3701-60022 Alles voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 60950-1:2001 / EN60950-1: 2001 +A11 EMC
United States Federal Communications Commission (Federale communicatiecommissie van de Verenigde Staten) FCC deel 15 compatibiliteitsverklaring Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digital apparaten van klasse A, in overeenstemming met deel 15 van de FCC-richtlijnen. Deze beperkingen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen storing bij installatie in een bedrijfsomgeving. Dit apparaat genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze ook afgeven.
REN's voor het gebied waarvandaan u belt. Zo weet u zeker hoeveel apparaten mogen worden aangesloten op de lijn. Deze apparatuur gebruikt de volgende USOC-aansluitingen: RJ11C of RJ11W (enkele lijn) Bij de apparatuur worden een FCC-compatibele telefoonkabel en een modulaire stekker geleverd. Deze apparatuur is ontwikkeld om te worden aangesloten op het telefoonnetwerk of op plaatselijke bekabeling met een compatibele modulaire stekker die voldoet aan de vereisten van deel 68.
Department of Communications in Canada Deze apparatuur voldoet aan de Canadese EMC-voorschriften voor klasse A. <> Canadian Limitations Notice Let op: het REN-nummer van een terminalapparaat geeft aan hoeveel terminals maximaal mogen worden aangesloten op een telefooninterface.
Overige overheidsvoorschriften Overheidsvoorschriften voor EU-landen/regio's Deze apparatuur is ontwikkeld om in alle landen/regio's van de Europese Economische Ruimte (gekoppeld aan het openbare telefoonnet) te functioneren. De compatibiliteit met het netwerk is afhankelijk van de interne software-instellingen. Neem contact op met de leverancier van de apparatuur als u de apparatuur wilt aansluiten op een ander telefoonnet. Voor meer informatie over de apparatuur kunt u contact opnemen met Hewlett-Packard.
Voor herhaalde gesprekken naar hetzelfde nummer gelden de volgende beperkingen: ● Er mogen niet meer dan 10 oproeppogingen worden gedaan naar hetzelfde nummer binnen een periode van 30 minuten indien handmatig wordt gebeld. ● Tussen het eind van de ene poging en het begin van de volgende poging moet de apparatuur minimaal 30 seconden op de haak liggen.
Index A aantal beltonen 17 accessoires 75 achtergrondinstelling kopiëren van gekleurd papier 15 verwijderen van verzonden faxen 15 activiteitenlog 63 afbeeldingen, lage kwaliteit 29 afdrukken faxen, geblokkeerd 43 annuleren, faxen 35 B bedrijfsnaam 6 berichtenrapport 61, 62 beveiligde instellingen 41 bevestiging faxnummer 16 C configuratie op afstand 8 configuratie op afstand digital sending, hulpprogramma 9 webbrowser 8 Web Jetadmin 8 conformiteitsverklaring 79 contact opnemen met HP 72 D database 63 datu
J JBIG-compressie instellen 14 K kiesmodus instellen 11 kiestoondetectie instellen 10 klantenondersteuning 72 L LAN-fax 1, 4 licht/donker-instelling voor verzonden faxen 15 locatie 5 logboek/rapport activiteitenlog 63 activiteitenlogboek, wissen 63 factuurcoderapport, wissen 63 faxbelrapport 61, 62 rapport met factuurcodes 63 rapport met lijst van geblokkeerde faxnummers 64 rapport met snelkieslijsten 64 logboek-/rapportgegevens 63 M menu, faxinstellingen 4 MFP.