HP Jetdirect Embedded Print Server Administrator's Guide
NLWW HP Jetdirect-configuratiepagina 198
TCP/IP-protocolinformatie:
De informatie in dit gedeelte van de Jetdirect-configuratiepagina
wordt beschreven in Tabel 9.4
. Raadpleeg voor
foutberichtenTabel 9.9
.
Tabel 9.4 TCP/IP-configuratie-informatie (1 van 4)
Bericht Beschrijving
STATUS: Huidige TCP-status.
KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver op
gegevens wacht via TCP/IP.
UITGESCHAKELD: duidt erop dat TCP/IP handmatig is
uitgeschakeld.
INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver naar de
BOOTP-server zoekt of het configuratiebestand probeert
op te halen via TFTP. Het is mogelijk dat tevens een verder
statusbericht wordt weergegeven.
Als de printserver niet klaar is, worden een foutcode en
-bericht weergegeven. Zie voor meer informatie Tabel 9.9
.
HOSTNAAM: De hostnaam die op de printserver is geconfigureerd.
De naam kan worden afgekort.
NIET OPGEGEVEN: duidt erop dat er geen hostnaam
is aangegeven in een BOOTP-antwoord of een
TFTP-configuratiebestand.
NPIxxxxxx: de standaardnaam is NPIxxxxxx, waarbij
xxxxxx duidt op de laatste zes cijfers van het
LAN-hardwareadres (MAC).
IP-ADRES: Het IP-adres (Internet Protocol) dat is toegewezen aan de
HP Jetdirect-printserver. Dit is een verplichte invoer voor
de bediening van de printserver op een TCP/IP-netwerk.
Tijdens het initialiseren wordt een tijdelijke waarde
weergegeven (0.0.0.0). Na twee minuten wordt het
standaard-IP-adres 169.254/16 of 192.0.0.192
toegewezen.
NIET GESPECIFICEERD: duidt erop dat er geen IP-adres
is toegewezen of dat de waarde nul is.
SUBNETMASKER: Het IP-subnetmasker wordt geconfigureerd op de
HP Jetdirect-printserver. Tijdens het initialiseren wordt
een tijdelijke waarde weergegeven (0.0.0.0). Afhankelijk
van de configuratieparameters is het mogelijk dat door de
printserver automatisch een bruikbare standaardwaarde
wordt toegewezen.
NIET GESPECIFICEERD: geeft aan dat er geen
subnetmasker is geconfigureerd.