HP Jetdirect Embedded Print Server Administrator's Guide
NLWW TCP/IP-configuratie 74
Telnet gebruiken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe printservers (firmwareversie
V.28.xx of hoger) kunnen worden geconfigureerd door middel
van Telnet.
Hoewel een Telnet-verbinding beschermd kan zijn met een
beheerderswachtwoord, zijn Telnet-verbindingen niet veilig.
Voor netwerken met hoge beveiligingsniveaus kunnen
Telnet-verbindingen op de printserver worden uitgeschakeld met
andere hulpmiddelen (zoals TFTP, geïntegreerde webserver of HP
Web Jetadmin-software).
Telnet-verbinding maken
Voor gebruik van Telnet-opdrachten met de
HP Jetdirect-printserver moet een route beschikbaar zijn van het
werkstation naar de printserver. Als de printserver en de computer
een vergelijkbaar IP-adres moeten hebben (dat wil zeggen dat de
netwerkgedeelten van beide IP-adressen overeenkomen), bestaat
de kans dat er een route bestaat. Zie Bijlage A
voor informatie over
de structuur van IP-adressen.
Als de IP-adressen niet met elkaar overeenkomen, kunt u het
IP-adres van het werkstation aanpassen, of u kunt proberen om
met een opdracht van het besturingssysteem een route naar de
printserver te maken. (Als de printserver bijvoorbeeld met het
verouderde standaard-IP-adres 192.0.0.192 is geconfigureerd, is
het waarschijnlijk dat er geen route bestaat.)
Op Windows-systemen kunt u de route-opdracht op een
Windows-opdrachtprompt (DOS) invoeren om een route naar
de printserver te maken.
Raadpleeg de on line Help van Windows voor informatie over
systeemopdrachtprompts. Op Windows NT-systemen vindt u het
programma voor de opdrachtprompt in de map Programma's (klik
op Start, Programma's, Opdrachtprompt). Op systemen met
2000/XP/Server 2003 vindt u het in de map Bureau-accessoires
in de map Programma's of Alle programma's.