HP LaserJet MFP - Analog Fax Accessory Guide
Als de instellingen niet overeenkomen, gaat u als volgt te werk:
a. Raak Beschrijf origineel aan om het scherm Instellingen origineel te openen.
b. Breng de vereiste wijzigingen aan zodat de documentinstellingen overeenkomen met die van
het origineel.
c. Wanneer alle instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren naar het scherm
Instellingen.
OPMERKING: Alle instellingen die zijn opgegeven in het scherm Instellingen zijn tijdelijke
instellingen, die alleen worden geactiveerd voor de huidige faxtaak.
4. Raak Faxinstellingen aan op het scherm als u de volgende instellingen wilt wijzigen:
●
Scherpte: hiermee vergroot u de scherpte van tekst en afbeeldingen.
●
Achtergrond: hiermee verwijdert u de achtergrond van bijvoorbeeld kleurenpapier.
●
Waarschuwing/Bericht: hiermee wijzigt u de manier waarop u op de hoogte wordt gesteld
van de status van de faxverzending, bijvoorbeeld of de fax is verzonden en of er een fout is
opgetreden waardoor de fax niet is verzonden. Op de HP LaserJet 4345mfp en de 4730mfp
zijn de waarschuwingsinstellingen toegankelijk via de knop WAARSCHUWING in het
hoofdscherm voor faxen.
OPMERKING: Met de optie Waarschuwing/Bericht wijzigt u de waarschuwingsinstelling alleen
voor de huidige fax.
5. Wanneer alle instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren naar het scherm
Instellingen.
6. Als u de te verzenden fax lichter of donkerder wilt maken, raakt u op het scherm Instellingen de
pijlknoppen Licht of Donker aan.
7. Wanneer alle instellingen op het scherm Instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren
naar het faxscherm.
8. Raak Snelkiezen aan om het scherm Snelkiezen te openen.
9. Raak het selectievakje voor het gewenste snelkiesnummer aan.
10. Raak OK aan om terug te keren naar het faxscherm. De snelkiesnummers worden weergegeven
op het scherm Geadresseerden fax.
11. Raak Start aan om de fax te verzenden. U kunt hiervoor de knop Start op het touchscreen aanraken
of op de groene knop Start op het bedieningspaneel drukken.
OPMERKING: Als u wijzigingen hebt aangebracht in de instellingen op het scherm Instellingen
(bijvoorbeeld in de waarschuwingsinstelling of de instelling voor enkel- of dubbelzijdig afdrukken),
wordt een voortgangsscherm weergegeven waarin u wordt gevraagd of u de huidige instellingen
wilt bewaren. Als u op Ja drukt, keert u terug naar het faxscherm en worden de opgegeven
instellingen bewaard, zodat u nog een fax kunt verzenden met dezelfde instellingen. Als u op
Nee drukt, worden de instellingen gewist (de beginwaarden worden hersteld) en wordt het
startscherm van de MFP weergegeven.
74 Hoofdstuk 3 Fax gebruiken NLWW










