User manual
Opmerking Inkt uit de cartridge wordt tijdens het afdrukproces op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder tijdens het initialisatieproces, dat het
apparaat en de cartridges voorbereidt op afdrukken, en tijdens service voor de
printkop, dat ervoor zorgt dat de printbuisjes schoon blijven en de inkt vlot wordt
aangebracht. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt.
Zie
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op pijltjestoets omlaag om Extra te markeren en druk vervolgens op OK.
3. Druk op pijltjestoets omlaag om Inktinhoud weergeven te markeren en druk
vervolgens op OK.
Het apparaat geeft een inhoud weer die het geschatte inktniveau van alle
geïnstalleerde cartridges toont.
4. Druk op een knop om terug te gaan naar het menu Extra.
Inktniveaus controleren vanuit de HP Photosmart-software
1. Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printer Werkset.
Opmerking U kunt Printeronderhoud ook openen vanuit het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op de knop Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
2. Klik op het tabblad Geschat inktniveau
De geschatte inktniveaus voor de printcartridges worden weergegeven.
Printcartridges vervangen
Volg deze instructies als u uw inktcartridges moet vervangen.
Opmerking Als u het apparaat voor het eerst installeert, zorg er dan voor dat u de
instructie in de startershandleiding voor het installeren van de printkop en de
printcartridges opvolgt.
Als u nog geen inktcartridges hebt voor de HP All-in-One, kunt u ze bestellen via
www.hp.com/buy/supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de
Werken met printcartridges 103
Het onderhoud van de HP All-in-One