User manual

5. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas aan op de computer nadat u de
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u
naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand.
Opmerking Als u de installatie-cd niet meer hebt, kunt u de software van
www.hp.com/support downloaden.
7. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imaging
Monitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
Papierstoringen
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen:
Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
Zorg dat fotopapier niet krult of kreukt door al het ongebruikte fotopapier in een
hersluitbare verpakking te bewaren.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of
gescheurd zijn.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het
papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak tegen
het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade niet
buigen.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor het apparaat.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Papierstoringen verhelpen
Hoofdstuk 14
130 Probleemoplossing
Probleemoplossing